Eenzaamheid is negatief beleefde vrijheid

Wolkers deed zijn imago eer aan, bij verblijf op Rottumerplaat en maakte een naakt zelfportret als al wat oudere 45+- god die vol libido zit: een mooi tijdsdocument, HIER te bestellen.

Bij Jan de Boekenman in het dorp tikte ik het Waddenboek van Jan Wolkers (1925-2007) op de kop, uitgegeven in het jaar van zijn dood. Iedereen van mijn generatie en daarvoor kent Wolkers van de boekenlijst die je voor Nederlands op VWO las.

Met Mulisch en (IK) Jan Cremer was hij 1 van de schrijvers die de Babyboom-generatie munitie gaf om af te rekenen met de jeugd en daarmee het meer traditionele Nederland voor 1968.

Hij leefde als een rockster, toonde lef op een exhibitionistische manier en schrijft ook zo.

Zijn proza klinkt als combinatie van straattaal met Statenvertaling. De lidwoorden lul, pik, kloten, kut en alle mogelijke lichaams-sappen combineert hij met opgeblazen bijvoeglijke naamwoorden en de Tale Kanaans die Wolkers uit zijn gereformeerde opvoeding kende van Bijbelverhalen.

…de dood en het leven als een louter stoffelijke onderneming spelen bij Wolkers een grote rol

Paul Verhoeven verfilmde Wolkers zijn seksboek Turks Fruit (1973) met Rutger Hauer en Monique van de Ven. Zo ontstond de trend van parende Homo sapiens-specimen op tv, voor ’68 ondenkbaar. Met Blue Movie  (1971) als eerste soft porno-biosfilm in Nederland, waarin een erectie op het bioscoopscherm te zien was.

De makers werden (heel even) miljonair.

Theo en Thea speelden Blue Movie nog na als parodie. Met opgeblazen ballonnen als tieten en geslachtsdeel en de onsterfelijke Theo en Thea-tanden. ‘Hee, eh heb jij misschien een eehhh, kopje sssuikerrr‘, en hop… dan bespringen ze elkaar al.. Meer dan een kopje suiker lenen was namelijk niet nodig, om ook tot de Roos van Vlees toegang te krijgen in de Bijlmer-flat waar Blue movie speelde.

Toen nog behaard, moderne meisjesgleufjes zijn meestal geschoren. En als je beft kunnen sommige kutjes bijna prikken als een baard van een paar dagen. Alleen in Wageningen en meer biologisch dynamische uithoeken kun je nog struikgewas tegenkomen, prikkende benen en zelfs okselhaar.

Zo zou Wolkers het beschrijven 🙂

Dat is nu niets bijzonders meer. Toen wel.

In die tijd en kont-tekst (zo’n moderne boven-de-bil-tribal-tattoo) kun je het eerste deel van Het Waddenboek zien. Dat gaat over zijn verblijf op het eiland Rottumerplaat in 1971 waar hij als al wat oudere woeste god in ‘blote lul’ rondstruinde en zich een week als natuurmens vermaakte. Daarvan hield hij voor de VARA-radio een dagboek bij.

Dode zeehond, helaas was iemand me al voor en had de kop afgesneden. Die speelt bij Wolkers ook een rol

Bekend is dat de toen populaire schrijver Godfried Bomans die zelfde week als een kwelling moest doorstaan.

Wolkers lijkt juist in zijn element, hij fotografeert als bioloog alle aanwezige zilte plantensoorten als lamsoor, zeekraal en zeeraket, ontleedt een aangespoelde (zwangere) zeehond waarin een ongeboren jong zit. Hij spalkt het gebroken pootje van een jonge scholekster, en vist ondertussen op garnalen en paling.

Zeeraket

Hoe mensen in de zelfde omstandigheden dus totaal anders met die elementen omgaan.

Een herkenbare observatie, die ik reeds in de tekst van de kop van dit bericht ergens beschreef, Wolkers deed ‘m al 45 jaar terug:

Heel lang geleden had ik een tekst van Cyril Connoly boven mijn bed: The Fear of loneliness can be overcome. For it springs from weakness. Human beings are intended to be free, And to be free is to be lonely.

Het valt me nu op dat het me om die laatste regels te doen moet zijn geweest, want dat de eerste twee me volkomen vreemd zijn. Ik ben nooit bang voor de eenzaamheid. En ook niet om alleen te zijn.

De eenzaamheid is hier ontstellend indrukwekkend. Vooral om deze tijd van de dag als de zon ondergaat en je volkomen alleen zit op dit eiland, omringd door de zee, in het koude gelige licht dat er twee miljard jaar geleden al was en er over twee miljard jaar nog zal zijn.

En nog een typische Wolkers-passage:

Ik dacht er aan dat als ik een aanval zou krijgen (asthma) zoals twee jaar geleden, toen ik in de nacht naar het ziekenhuis gebracht moest worden en nog maar net gered kon worden, ik hier in het zand voor de tent zou creperen. Tussen de twee plastic zakken met pis die ik naar buiten had gegooid.

Maar dat ik ook zou sterven zonder geouwehoer aan mijn kop en het verdriet dat anderen om mijn doodgaan zouden hebben.

Alleen tussen de vogels en de sterren. En de pis. En er kwam een enorme vrede over me waardoor ik weer rustig ging ademhalen. Zelfs met het idee dat als ze me gevonden zouden hebben, ze mijn ogen niet meer zouden hoeven sluiten omdat die er door de meeuwen uit gepikt zouden zijn, had ik vrede. Een vers oog moet naar een goede oester smaken.

Angst voor eenzaamheid is zwakte, en negatief beleefde vrijheid. Hoe vaak zou je niet die tijd alleen willen hebben, die plots ongelegen komt. Er kan een status-element in die angst zitten, wanneer ‘in gezelschap zijn’ als norm wordt opgedrongen. Je dat aangelegen laten kan een nodeloze bron van frustratie zijn, die je in de natuur kunt loslaten.

Loslaten spaart lijden. En met wat discipline wordt je zo meer vrij. Mijn gelukkigste momenten heb ik alleen ervaren, in de natuur, de ellendigste in gezelschap van anderen.

En dan, ten diepste is iedereen alleen. Het grootste recht dat je als mens kunt hebben is ook ‘met rust gelaten worden’. In totalitaire samenlevingen is dat het eerste grondrecht wat men met voeten treedt.

..zag Wolkers ook, kanoeten in paniek opvliegend voor een valk

Jeugd na mijn generatie hoeft geen literatuurlijst meer bij te houden. Dus waarschijnlijk kent straks niemand Wolkers meer. Zijn werk lijkt ook meer een tijds-document, hoe mensen in de jaren ’60-’70 zich wilden profileren. Een stukje Freudianisme, afrekenen met ‘de jeugd’ – het oude verzuilde Nederland- en een stukje (emotioneel) exhibitionisme als vorm van freudiaanse duivel-uitdrijving.

Heeft iedereen nu tot op zekere hoogte nog wel wat (last) van. Maar heel herkenbaar is die vrijheidsdrang, en de rol die natuur daarbij kan spelen.

Wolkers overleed op Texel, hij was in 2006 nog lijstduwer voor de Partij voor de Dieren. Het moet geen beroerde kerel geweest zijn, heb ‘m 1 maal gezien in de trein. Leuk om zo weer iets terug te lezen van Wolkers, 25 jaar na het lezen voor de boekenlijst van ‘Terug naar Oegstgeest’.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *