Scholeksters chantage-middel Wadden-oligarchie

Er zijn nog scholeksters zat, minder dan in de topjaren ’80, maar (waarschijnlijk veel) meer dan in 1900

Natuurbescherming in Nederland beschermt de belangen van een kliek mensen, die het met waarheid en integriteit zo nauw niet neemt: als het maar geld en baantjes oplevert.

Geen dier dat die stelling zo helder illustreert als de scholekster in het Waddengebied. Dat is de fondsenkip van alweer een nieuw onderzoeks-project CHIRP waarmee 1,5 miljoen euro gemeenschapsgeld gemoeid is.

De conclusie staat al in de naam verankerd: Cumulative Human impact on biRd Populations (CHIRP).

De mens eenzijdig neerzetten als boosdoener, een ‘impact’ (‘verstoring’).Terwijl de scholekster juist kunstmatig grote populaties ontwikkelde dankzij de mens: daarover zo meer.

…na jaren adverteren van eigen noodzaak peuteren ze weer anderhalf miljoen euro los van en voor de beleids-bureaucratie

Wageningse & Groninger auguren
De academie-prostituees van CHIRP werken – net als het publiek gefinancierde lobbykantoor Programma Rijke Waddenzee– volgens de anti-wetenschappelijke mythe van de Balance of Nature: Menselijk invloed a priori presenteren als ‘verstoring’ van een ‘systeem’.

Bijna als Romeinse waarzeggers (auguren) die aan de vlucht van vogels lazen of de goden vertoornd waren. Vervang ‘de goden’ door het ecosysteem en ‘vertoornd’ door verstoring, en je ziet met wat voor archaïsch bijgeloof Wageningse waarzeggers van NIOO-KNAW behept zijn.

Magali Frauendorf (NIOO-KNAW) mag voor haar promotie wat aanklooien met scholekster-kuikens.

De Groninger waarzegger Andrew Allen gooit dan arbitraire trends en getallen bij elkaar in een computer-model/glazen bol. En te zijner tijd zal de Wadden-oligarchie dan de reeds in de (valse) probleemstelling vastliggende conclusie misbruiken, voor reeds voorgenomen beleids-doelen.

Voor die voorspelling heb ik geen glazen bol nodig.

Mondriaan-kwelder mag weer wel
Het doel staat al letterlijk vast: de Wadden-oligarchie- de kliek van ambtenarij en fondsenwervings-industrie onder directie van Sieben Poel (Rijkswaterstaat) – meer macht geven over traditionele bewoners en gebruikers. Dat is wat ze schrijven:

It will use this knowledge to identify mitigation actions that will minimize the impact of human activities (= kleinschalige en tradtionele gebruikers RZ)

..en daar zou ik aan toevoegen: de aandacht afleiden van de negatieve invloed van hun financiers bij de overheid en Rijkswaterstaat. (Zandsuppleties, zandwinning, zoutwinning, windturbines)

..de Wadden-Oligarchie onder directie van Sieben Poel (Rijkswaterstaat) betaalt voor CHIRP als lobby-instrument

Zo’n Mondriaan-kwelder bij Terschelling in vogel-eet- en rustgebied aangelegd door bevriende subsidie-kunstenaar Bruno Doedens (die ook het ‘blije vis’-logo van prestigeproject Vismigratierivier maakte), daar geeft Sieben Poel (Rijkswaterstaat) dan wel weer 8 ton euro andermans-geld (belasting) voor.

‘Kwelderherstel’. 🙂

Herstel van prestige en werkgelegenheid inclusief bestuurlijk rookgordijn voor de Wadden-oligarchie, met gebruik van natuur en ecologie. Om zo particuliere belangen aan publiek geld te helpen.

Valse voorstelling gegevens
Bij hun politieke vriendjes van Dagblad Trouw adverteerde Manon Tentij (Fondsenbescherming Nederland/Programma Rijke Waddenzee)- al in 2011 de noodzaak van haar baantje: ‘de scholekster is over 10 jaar uitgestorven’. 

Uw bron van dagelijks nep-nieuws over natuur, Dagblad Trouw, de advertentiekrant voor belangen van de PvdA of erger. In 2021 wemelt het nog van de scholeksters

Ook kon je bij de Leeuwarder Courant op 21 augustus lezen van de hand van milieuclub-roeptoeter Halbe Hettema: ‘Alle hens aan dek voor de scholekster‘.

Na slechts 1 jaar CHIRP (dus zonder dat enig resultaat bekend kan zijn) moeten de financiers al horen waarom hun besteding zo belangrijk is:

Het wordt de scholekster op alle fronten moeilijk gemaakt (implicatie vooraf: ‘de mens is boosdoener‘ RZ). De vogel brengt de winter door langs de kust, vooral in de Waddenzee. Daar spelen problemen als voedseltekort door onder andere de kokkelvisserij.

Ik dacht: lees ik dit meer dan tien jaar na de uitkoop van de kokkelvisserij goed?

Met een valse voorstelling van ecologische zaken als uitgangspunt, weet je al dat ze alles willen weten behalve de realiteit. Omdat ze wel de afname tonen van scholeksters sinds zijn kunstmatige piek-jaar 1981: zie hieronder:

Kunnen we Manon Tentij (Fondsenbescherming Nederland) nog keren? 🙂  Bron www.chirpscholekster.nl 

Maar niet vermelden dat die scholekster tot dit kunstmatig piekjaar veel minder algemeen was:

Verschuif de referentie, en je ziet dat ze de natuur vals voorstellen: Hier de trend van scholeksters, wanneer je tot 1960 teruggaat: Bron Ecologisch Profiel Scholekster, Bureau Waardenburg/RIKZ 2006 en Vogelbescherming. Populaties gaan van nature op en neer.

Hun doel moet dus wel politiek en financieel van aard zijn. De regels der Friese boerenlogica leiden mij onverbiddelijk tot die conclusie.

Hier sta ik zelf op de enorme kokkelbanken in Oostelijke Waddenzee, er is vreten zat voor die beesten, maar minder dan in de fosfaat-rijke jaren ’80

‘Uw Paella is zijn dood’
Al eerder werd de charismatische ‘bonte piet’ politiek misbruikt door de fondsenwervings-industrie en samenwerkende academie-prostituees. Zo peuterde men de 800 miljoen euro Waddengas-geld (Waddenfonds van de NAM) los.

De mechanische kokkelvisserij voor overheerlijke Paella werd met 130 miljoen euro van dat Waddengas-geld uitgekocht van het Wad in 2004. Voornaamste argument was dat de scholeksters voedselgebrek leden.

Vogelbescherming Nederland voerde zelfs campagne met beeld van een dode scholekster op je bord: of U dat voor de paella op uw geweten wilde hebben.Ook zonder die kokkelvisserij bleven vogelaars daarna minder scholeksters tellen.

…vorig jaar was de uitkoop nog een succes; foutje in de afstemming van onderlinge marketing jongens?

Ergo: het was dus toch niet die mechanische kokkelvisserij, althans, niet zoals zij het voorstelden. De scholekster (hij eet schelp-dieren, maar ook pieren) blijft niettemin bruikbaar als ecologisch chantage-middel van de Wadden-oligarchie ter werkverschaffing en zelf-verrijking.

Het programma Zelfverrijking Waddenzee. 🙂

De ongeveer 30 handkokkelaars vissen zelden meer op dan 1 procent van het totale kokkelbestand dat Imares schat.

Kokkelvissers meestal minder dan 1 procent opvissen
Er kwamen ongeveer 30 handkokkelaars in de plaats van die mechanische kokkelvisserij, verenigd in ‘Op Handkracht Verder’, wat klinkt als een club voor gescheiden mannen. Maar ze kokkelen nu met de hand, wat ze ‘achteruit neuken’ noemen: met achterwaartse heupbewegingen aan een beugel. Loodzwaar werk in weer en wind.

Die hand-kokkelaars vissen vaak minder dan 1 procent van het (door Wageningen UR) geschatte kokkelbestand op. Dat lees je hier in dit Imares-rapport C047/08 van Brinkman et al.

Ze hebben zelfs zo’n MSC-labeltje, dat ze tegen laster door milieuclubs en journaille kaliber Halbe Hettema moet beschermen. Zo van ‘wat zijn wij duurzaam’.

Ergo: er is geen verband met die scholeksters en kokkelvissers. En als dat er al is, dan is het verwaarloosbaar. En als het niet 100 procent verwaarloosbaar is? Dan weegt het theoretische nadeel niet op tegen het bewezen voordeel: lekkere Wadden-paella voor Wadden-toeristen en broodwinning voor 30 families.

…heb ik ook gedaan, handkokkelen, met je nootjes in 7 graden-water bij weer en wind

Ook lezen we bij Imares al dat al tijdens het EVA2-onderzoek van Bruno Ens VOOR uitkoop (2004) van de mechanische kokkelvisserij bekend was, dat die kokkelvissers geen bewezen uniform negatieve invloed hadden (blz 26):

Bij het EVA􏰀II onderzoek werd aan het einde van de onderzoekperiode gevonden dat in de gebieden die niet gesloten waren geweest voor de mechanische kokkelvisserij het aandeel jonge kokkels groter was dan in de gebieden die wél gesloten waren geweest.

Er was met name meer kokkelbroed in de open gebieden (blz 88 van het EVA􏰀II eindrapport; Ens et al, 2004).

Scholeksters zijn reuze-adaptief en broeden ook in steden en op daken, het zijn reuze brutale dieren die je overal ziet

Je kunt ook de vraag stellen: is er wel een probleem met die scholekster?
Er is maar 1 feit bekend, waar dit hele drama aan hangt: er zijn nu minder scholeksters dan in de jaren ’80. Vraag: waarom moeten er beslist zoveel scholeksters zijn als in de jaren ’80?

Antwoord: dat hebben Wageningse ecologen/milieu-activisten bepaald. Het advies van 2 Wageningse milieu-activisten werd zo via Natura 2000 (Brusselse natuurregels) wet voor de Waddenzee.

het behoud van de omvang en de verbetering van de kwaliteit van het leefgebied met een draagkracht voor een populatie van 140.000􏰀-160.000 vogels (seizoensgemiddelde)

De Natura 2000-beoordeling kun je HIER vinden. Daar komen de Alterra-auguren met de volgende esoterische beweringen:

Vereist is een scholeksterpopulatie met een omvang van 185.000 tot 220.00 vogels (seizoensgemiddelde, naar de ‘draagkrachtschatting’) met een voorkomen in zijn natuurlijke verspreidingsgebied en in voedselgebieden die zijn voorkeur hebben.

En zo worden leugens en beweringen wet: Alterra-profiel Natura 2000, door de oordelen, meningen van misschien 2 Wageningse idioten die zo geld ritselen voor hun vriendjes van milieuclubs en macht voor de beleidsbureaucratie

Het maximale aantal dat ecologen in 1981 zagen is tot wettelijk doel verheven, als ‘zo hoort de natuur te zijn’.  Omdat in december dat jaar de Bern Conventie voor Europese natuurbescherming in werking trad. Dier-populaties die toen aanwezig waren zou je dan op dat niveau moeten handhaven.

Echter: Zou je dat jaartal als norm voor zeehondjes hanteren, dan moet je er duizenden afschieten, en moet je ook de lepelaar praktisch uitroeien.

Dus het slaat nergens op, in ecologische zin, dat jaartal 1981. Meer dan Friese boerenlogica is niet nodig voor die conclusie

Natuurbeleid Wadden-oligarchie anti-wetenschappelijk
IN het jaartal 1981 zat de scholekster toevallig ook op een kunstmatige populatie-piek. De scholekster werd tot dat jaartal juist algemeen DANKZIJ mensen. Bureau Waardenburg schreef 2006 in het Ecologisch Profiel Scholekster:

Vanaf het begin van deze eeuw is de Scholekster in West-Europa sterk in aantal toegenomen als broedvogel en overwinteraar. De aantallen in de Waddenzee volgden deze trend. De belangrijkste oorzaak is de vermesting van de landbouwgebieden, die daarop door de Scholekster werden gekoloniseerd. In het Deltagebied is de toenemende trend onderbroken door de uitvoering van de Deltawerken.

SOVON werkt nu ook mee aan CHIRP. Toch: Je vindt die constatering ook in de eerste Atlas van Nederlandse Broedvogels van SOVON uit 1978:

Vooral na 1920 is er steeds meer sprake van broedgevallen op plaatsen steeds verder van de kust waar de vogel eerder niet voorkwam. In 1940 kwam het eerste broedgeval in Twente voor en in 1961 werd ook Limburg bereikt.

Zij concluderen (1978):

De scholekster is in de loop van deze eeuw zeer sterk toegenomen, het aantal broedparen kan thans geschat worden op 43.000-50.000

…hoeveel er anno 2017 broeden weten ze niet/.vermeldt Sovon niet

Sinds 1998-2000 vermeldt Sovon geen nieuwe schatting van broedparen meer (80-130 duizend).

Het wemelt ondanks alle ‘landschapspijn’ ook nog van de scholeksters in het ‘intensieve’ land. Ze zijn agressief en reuze-adaptief

Dus wat is ‘zijn natuurlijke verspreidingsgebied’, behalve een ideologische onzin-bewering?
Bepaalt de scholekster waar hij ‘van nature’ moet voorkomen, of een paar Wageningse waarzeggers met politeke en financiële belangenverstrengeling?

CHIRP haar probleemstelling is dus anti-wetenschappelijk. Ze willen een trend verklaren van een cultuurvolger (de scholekster). een slimme vogel die juist van Human Impact profiteerde in een frame proppen van een ideologie: die van natuurzuiverheid met de mens als boosdoener. Een innerlijke tegenstrijdigheid, in een land door mensen gemaakt.

De natuur is slecht, de mens is goed
Wanneer ook garnalen- vissers straks van de milieubureaucratie al hun bijvangst moeten aanlanden, dan gaan de meeuwen in het broedseizoen honger lijden, en op zoek naar alternatieven.Ik las bij schrijver-kunstenaar Jan Wolkers (1971) zijn verslag over 1 week op de Rottumerplaat al een treffende passage:

Zaterdag zag ik op de kleiplaat vlak voor de tent dat een bijna arend-grote mantelmeeuw een jonge scholekster greep die hij terwijl hij er mee wegvloog half naar binnen schrokte. Toen hikte hij hem weer op zodat het beestje uit zijn strot op de modder viel waar het verkreukeld bleef liggen spartelen.

Toen dook de meeuw weer op hem, pikte hem op en slokte hem voor de ogen van zijn krijsende ouders weer naar binnen. Terwijl hij wegvloog, wreed en machtig, zag je het beestje nog in zijn strottenhoofd bewegen.

Natuur is geen New Age-oord, waar alles in ‘balans’ leeft, in maximale aantallen als bij Adam en Eva, tot er ‘verstoring’ komt van de idylle.

Zie in ons boek Ecomodernisme, het Nieuwe Denken over Groen en Groei waarom we voor mens en natuur toe zijn aan een meer integere en wetenschappelijke natuurbeweging. Waarbij juist de bewoners die voor de eigen omgeving opkomen, de nieuwe kern van natuurbescherming zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *