Jaarlijks 57 duizend ernstig gewonden door ‘sport’…

Rennen uit verlangen naar iets anders dan sport zelf…

Met ‘Lichamelijke Oefening’ (Contact 2008) van bioloog Midas Dekkers in de hand, reizen we in dit zaterdagverhaal naar de oorsprong van het femoneen ‘sport’ in de Westerse maatschappij en lichaamscultuur.

Dekkers beschrijft, hoe de religieuze cultus van sport pas anderhalve eeuw oud is, en hoe de moderne Olympische Spelen (opnieuw) een product zijn van heidense religie en militarisme. 

Met name jeugdige mensen worden getroffen door sportblessures, zie Volksgezondheidenzorg.info.

Sport is levensgevaarlijk en ongezond.
De harde cijfers en de werkelijkheid van mensen om je heen, tonen dat het gezonder is om niet aan sport te doen. Al die tredmolen-activiteiten die mensen begaan, dat ze elkaar in groepsverband opzoeken om in gedeelde smart gezamenlijk voor lul te lopen, fietsen, rolschaatsen en steppen.

Neem alleen al de 117 duizend sportgewonden die zich jaarlijks bij de Eerste Hulp melden. Daarvan is zelfs 57 duizend ernstig gewond. De kwetsuren zijn zeer seksistisch, want er vallen veel meer mannelijke ernstig gewonden dan vrouwelijke. Die nemen meer risico’s, zoals jonge mensen ook meer risico’s nemen dan oudere.

Dus zie je ook dat daar meer mensen bij de EHBO aanlanden.

Wat is een virusje dan vergeleken bij wat ‘sport’ juist in de gezonde mensenpopulaties voor letsel aanricht, met name in de puberjaren. Dan ben je nog meer doldriest, en gaat het dus eerder mis. Net als bij brommer rijden en autorijden.

De literatuur voor vandaag

Dodelijke sport
Het aantal mensen dat bij sport door hartfalen bezwijkt heb ik nog niet kunnen vinden. Maar dat topsport dodelijke slachtoffers eist is algemeen bekend. Met name het in 1904 door een Franse journalist bedachte ‘wielrennen’ – dat tot de Tour de France uitmondde- is levensgevaarlijk.

Van dood rijden tegen een ambulance tot hartfalen en domweg het ravijn instorten. Je zou wel gek zijn om aan topsport te doen, wat tevens gelijk staat aan je lichaam vernielen.

Het zijn meestal de mannetjes die sneuvelen, die begaan de risico’s nodig om de poen en zo het mooie wijfje te bereiken. Zo kom je ook tot een definitie van mannelijkheid: dat wat de wijfjes aanspreekt. En van vrouwelijkheid: wat de mannetjes aanspreekt. Een vrouw wiegt met haar kont, omdat ze door haar bredere bekken – nodig voor haar kindbarend vermogen- zich onhandiger moet verplaatsen.

Het fenomeen ‘hoge hakken’ dwingt de vrouw om de onbalans te corrigeren, de kont naar achteren en borsten vooruit. Vinden de mannetjes mooi, dus vinden de vrouwtjes dat ook.

🙂

Als man kijk je naar niets liever dan wiegende vrouwenbillen. Dus ook jammer hoe ze steeds vaker zo’n dikke mobiele telefoon in de kontzak dragen als ontsiering van het billenprofiel. De man heeft idealiter een driehoeksvorm, en pezigheid is een primitieve uiting van je vermogen andere mannetjes te overtroeven. En vrouwen geilen op het baasje in de groep.

De balzak met de grootste zak geld. Dus verlies je automatisch je seksuele aantrekkingskracht wanneer je financieel uitgekleed bent.

Vrouwen die zijn uitgebloeid gaan een paarse jurk dragen. Alsof het longkruid is, dat onbestoven door bijen nog een rode jurk draagt (Lady in Red), maar later in het seizoen paars verkleurt. Zodat de hommels er aan voorbij vliegen.

In plaats van te verzuren en feminist te worden, kun je dan ook je natuurlijk lot accepteren, en in de tuin gaan werken.

Paleokrijger

Als bioloog naar mensen leren kijken
Op eigen wijze als bioloog zaagt Dekkers het nog maar anderhalve eeuw oude idee door, dat sport je ‘gezondheid’ zou bevorderen. Of dat je er slanker van zou worden, terwijl je lichaam bij extreme inspanningen juist aanmaant tot meer eten. Vooral je aanleg bepaalt je ‘figuur’.

De bioloog Dekkers is altijd een voorbeeld als schrijver geweest, de wijze waarop hij als natuuronderzoeker naar mensen kijkt. We citeren blz 20, over hoe mensen andermans gedrag visueel lezen, en de ondergeschiktheid van WAT mensen zeggen:

oefenen in het waarnemen van mensen kun je echter nog volop in het warenhuis, op school, bij het voetballen, in het bordeel of op de kermis. Maar het kan ook in je luie stoel thuis, bij de televisie. Zet het geluid uit en je bent van antropoloog tot bioloog gepromoveerd.

Kies een programma met veel gekwaak, veel mannetjes en weinig wijfjes. Barend en Van Dorp is prima. Met het volume op nul zie je pas goed wat er met die praatjesmakers aan de hand is: veel ouwe jongens, weinig krentenbrood.

Al die talking heads op de televisie geven de kijkers vooral gelegenheid bedoelingen te raden. Weten wat de ander werkelijk wil is dan ook van levensbelang.

Of neem zijn definitie van ‘primaire geslachtskenmerken’, als ‘een woord van 23 letters dat je ook met 3 had kunnen omschrijven’.

Jezelf afpeigeren om een hoger ideaal te bereiken

Nordische Freikorperkultur
Naast zijn vermogen om in biologentaal iets tot de gortdroge essentie te brengen, geniet je bij Dekkers van een speelse zoektocht naar kennis. Het verlangen iets te weten als doel in zichzelf. Hij deelt net als ondergetekende in zijn jeugd een weerzin tegen het fenomeen ‘sport’. Die kwelling van de lagere school, sportdagen, de gymzaal.

Zo vraagt ondergetekende zich ook af: Mensen worden meteen boos als je beschrijft hoe dom iemand is, of je wijst iemand op onnadenkendheid. De eigenwaan om in ieder gesprek met je op niets gebaseerde ‘mening’ mee te moeten tellen… Torn er aan, agressie is je deel.

Maar je mag iemand wel onbekommerd slecht in sport noemen, zonder sociale repercussies.

Dit geeft de lage waardering van geestelijke vorming boven de lichamelijke vorming weer. Om nog te zwijgen over de miljonairs-salarissen van topsporters bij voetbal maar ook tennis en andere disciplines.

Alle sport ten spijt: in het dagelijks leven zie je weinig vruchtbaar resultaat in esthetische zin. Kijk maar om je heen in de winkelstraat, zeker in Friesland, of nog erger, Duitsland. Dan zie om je heen vooral lelijke en gedegenereerde mensen, overal vetrollen en ingezakte houdingen.

Ook of juist op het naaktstrand is de score van een esthetisch lichaam- degeneratie ongeveer 1:100/

Die naaktloperij is trouwens afkomstig uit Duitsland in de vroege 20ste eeuw. Toen ontstond de Nordische Freikorperkultur. Het geloof dat je als een Olympier met wat olie ingesmeerd in je blootje moest rondlopen, om zo maximaal de reinigende zonnestralen op te vangen.

Rennen als religie, Tim Noakes, aardige kerel overigens..

‘Geestelijke verlossing via het lichaam’ 
Bij Dekkers zijn zoektocht naar het ontstaan van de Lichaamscultuur in de 19de eeuw, en de religieuze plaats die sport ging innemen citeert hij ook de Zuid Afrikaanse duursporter Tim Noakes. Die was nog eregast in 2015 op een Groninger Paleo-congres waar ik was uitgenodigd.

Het Paleovangelie is 1 van de vele ‘terug naar de natuur’-stromingen sinds JJ Rouseau die in de geestelijke verlossing via lichaamstucht en voedings-discipline gelooft. Dat je eigenlijk weer moet eten als de jager-verzamelaar, de oer-Adam en zijn oerwijf Eva in het paleo-paradijs van de vroege steentijd.

Dekkers beschrijft 2008 al, hoe het geloof heerst dat je via het trainen van je lichaam een sterke geest zou krijgen. Daarop richt hij als sporthater zijn pijlen. Immers, waarom dan niet gewoon je geest trainen met studie.

Is de bibliotheek geen beter trainingshuis voor de geest dan een sportparcours of voetbalstadion?

Marathon lopen kost veel tijd, je staat op dieet alsof je ziek bent, je ziet er niet uit en komt uitgeput thuis. Huwelijk en carriere komen in gevaar, verslaving dreigt. Waarom doen mensen zichzelf zoiets aan? Desgevraagd krijg je opvallend vaak te horen dat het ze niet zozeer om sterke benen te doen is als wel om een sterke geest.

Het bouwt niet alleen je lichaam maar ook de boekenverkoop

Als voorbeeld van het geloof dat je de geest via het lichaam verheft, voert hij Noakes dus op, die stelt:

‘hardlopen me heeft geleerd wie ik ben, en even belangrijk WIE ben. Door het hardlopen maakte ik kennis met mijn lichaam en werd ik me be van mijn lichaam en mijn plicht oom ervoor te zorgen bewust.

En naarmate ik mijn lichaam vervolmaakte, begreep ik, dat je zonder volmaakt lichaam mentale noch geestelijke volmaaktheid kon bereiken. Het fysiek geperfectioneerde lichaam liet me zien dat ik zorgzaam was en dat ik gevoel voor eigenwaarde had, en, wat belangrijker is, zelfdiscipline.

Daarna concludeert de katholiek opgevoede Dekkers droogjes: ‘Aan het aantal malen ‘ik’ en ‘mij’ en ‘zelf’ te zien, heeft Noakes voldoende zelfbewustzijn bijeen gerend.’ Die gortdroge constateringen maken zijn boeken zo plezierig. Ook omdat hij nog midden in de klassieke Westerse cultuur thuis is, en grappen kan maken die de meeste mensen anno nu niet meer zouden begrijpen.

Door een gebrek aan algemene ontwikkeling en vooral aan zelfrelativering.

Sticker bij Adelaarsnest Berchtesgaden

Olympiade Berlijn 1936
Zo herkent Dekkers het religieuze in wat zich als a-religieus presenteert of zelfs ‘neutraal’. De Nordische Freikorperkultur die bij de Olympiade van de nazi’s in 1936 vrij werd gevierd, die had zijn grootste voorvechter bij Hans Suren.

Die was leider van de Legerschool voor Lichamelijke Oefening van de Reichswehr. Zoals Dekkers schrijft wilde Suren ‘ut de verweekte, door vreemde rassen aangestoken landgenoten de gestaalde oer-Germaan terugkweken. Suren zou schrijven

‘OP, gij mannen! Staalt uw lijven! Zuigt zonnestralen in u op! Weest trots op uw gladde, bruine huid! Mijdt de giften van de moderne tijd! Weest strijders om zon en licht!

De nazi’s keken terug naar de lichaamscultuur van de oude Grieken. Ze lieten bij hun Olympiade het vuur vanaf de Olympus ophalen over 3600 kilometer naar Berlijn, verdeeld over een honderdtal sporters. Leni Riefenstahl zou dit paganistische feest van het lichaam prijswinnend in beeld brengen. Zoals ze in 1934 al ‘Triumf des Willens’ uitbracht.

De Paleobrothers…

Sport als nieuwe religie
Waarschuwingen van christenen tegen de Olympische Spelen in Amsterdam van 1928 klonken terecht. De Sport was toen al bezig de kerkgang als cultus te vervangen. Zij ging ook steeds meer op de zondag plaatsvinden, de Dag des Heeren. Niet toevallig.

Het was Keizer Theodosius in 394 die de toen reeds eeuwen plaatsvindende Olympische Spelen verbood als heidense cultus.

Toen gingen ze 1500 jaar in de Katholieke IJskast. Ze werden er eind 19de eeuw weer uitgehaald door de wereldverbroederaars, die ook het teken van die vijf ringen bedachten: die symboliseren het een worden van de 5 continenten. Al gauw zouden die spelen juist uitlopen op een grote wedijver tussen landen. Maar zo waren ze in aanvang niet bedoeld.

Het ‘professioneel’ sporten was in de 19de eeuw nog uit den boze. Juist de ‘amateur’ werd in het Olympische geeerd, iemand die het niet voor geld maar uitsluitend de eer doet. Wie het voor het geld zou doen, werd met de lagere arbeidersklassen geassocieerd, die dat nodig zouden hebben.

Balanceren op je knieen als jager-verzamelaar

Kom daar nu nog eens om.

Militarisme, Romantisch Nationalisme en religie, ze vormden beiden een bakermat voor de plicht tot sport. De gymnastiekplicht diende de kweek van mals kanonnenvlees. Zoals Dekkers schrijft:

‘De Moderne sport werd in 1806 geboren, toen Turnvater Friedrich Jahn zich bij het Pruisisch Leger wilde aansluiten. Dat was net in de pan gehakt bij Jena en Auerstedt (door Napoleon RZ). Verbitterd besloot hij zijn volk als het niet vechtend kon, dan turnend voor te gaan.’

‘Pas wanneer alle weerbare mannen door lichaamsoefeningen wapenklaar, door wapenoefeningen strrijdbaar en door vaderlandsliefde krijgszuchtig zijn, mag een volk zich weerbaar noemen.’

Balanceren…

Geboorte Olympische Spelen 1896
Jahn schreef de sportbijbel ‘Die Deutsche Turnkunst’. De Scandinaviers, Zweden en Denen deden er nog een schepje bovenop met turnringen en rekstok. In Denemarken werd in 1828 het turnen al bij de leerplicht gevoegd.

De bakermat voor het idee de Olympische Spelen te hervatten, lag echter in Frankrijk, met een gelijke motivatie: de Fransman via lichamelijke tucht tot militaire prestatie drijven. Dat land bleef met de Duitsers wedijveren om de hegemonie op het Europese continent.

De Franse baron Pierre de Coubertin (1863-1937) wilde de Duitsers betaald zetten dat zij in 1870 hun land onder de voet liepen.

Om de Fransen aan het sporten te krijgen, in plaats van de wijn en jeues de boules, wekte hij de interesse in de Spartaanse krijgsschool waaruit de Olympische Spelen ontstonden. En voor de Spelen zelf. Daarbij werd De Coubertin mede geholpen door opgravingen in Griekenland die de originele plaats van de Spelen in 1881 blootlegden.

Die wekten de interesse voor Olympia. Vijftien jaar later, op 23 juni 1894 had baron de Coubertin de bijbehoren de spelen weer tot leven gewekt

Het lijk was meer dan vijftien eeuwen koud. Maar het had bijna twaalf eeuwen geleefd. Geboren werden de Olympische Spelen in 776 voor Christus. Als oorlog de vader was, was godsdienst de moeder. Olympia was bij het begin van de spelen al enkele eeuwen de belangrijkste plaats om de belangrijkste god Zeus te eren.

Een ander verhaal, de zelfde invulling

…of gewoon een aanleiding tot gezelligheid
En dus zijn we sindsdien vierjaarlijks weer getuige van een heidense oorlogscultus, waar het godenvuur door atleten gedragen worden. Als echo van Prometheus die het godenvuur stal, of een Griekse vuurgodin waarvan mij de naam even ontschoot.

Met de Olympiade van de nazi’s uit 1936 als meest volmaakte uitvoering van dat paganistische ideaal. Hitler imiteerde de Grieken, en projecteerde die cultuur op zijn eigen Germanen, ook in bouwwerken. (Germania als Griekse megatempels, maar ook het Dietrich Eckart-stadion in Berlijn)

En nu is het ‘normaal’ in de zin van gebruikelijk, dat je al die arme zielen voorbij ziet hobbelen, galopperen, de tredmolen ziet draaien, sportend in verwachting van de dag die nooit zal komen.  Alleen mededogen met elkaar en zelfacceptatie kan die verlichting brengen, die je op de tredmolen of trekkend aan gewichten nooit zult vinden.

Maar ach, voor wie het enige leuke aan sport altijd het bier na afloop was, dan hoef je er ook weer niet zo diepzinnig over te doen.

Het samenklonteren voor sportieve rituelen, dat kan ook een aanleiding tot gezelligheid zijn. Eerst even inspannen en vervolgens ontspannen. Zo was de Paleodag in Groningen ook reuzegezellig. Of laatst, een dagje met Nordische nationalisten in Drenthe die met vechtsport begon, en met drankje eindigde.

Ryping de Viking 🙂

Als het bier naderhand mag vloeien, in goed gezelschap met lekkere hap, dan ben je de sport zo vergeten. Vroeger was gymnastiek net als bij Dekkers aanleiding voor trauma’s. Ik was er gewoon slecht in, geen motorische aanleg. Wanneer je wekelijks wordt gedwongen te wedijveren in iets wat je niet kunt, dan is dat ook slecht voor je geest.

Je geest verheft zich niet via lichaamscultus, maar door iets te doen dat je goed kunt. Het enige leuke aan de gymnastiekles, dat was het klieren van de gymleraar.

Ik was beter in tekenen, filosoferen, wegdromen, grapjes bedenken, muziek maken. Pas dankzij karate en met een redelijk doel voor ogen- weerbaarheid- leerde je uit sport enige voldoening halen. Hoewel je dat dagelijks met frisse tegenzin deed.

Wij sporten hier sindsdien niet meer dan noodzakelijk, als dagelijks onderhoud. En als excuus om met een goed glas bier te belonen, gezegend met genen die je als slanke den van een bierbuik behoeden. Het resultaat hierboven, dat mag je dan vervolgens als vorm van zelfspot zien…

3 Replies to “Jaarlijks 57 duizend ernstig gewonden door ‘sport’…”

  1. Topsport blijkt bijzonder ongezond te zijn. Topsporters worden dagelijks op Corona getest. Blijkbaar vallen ze in de risicogroep. Grappig dat al die topsport miljonairs zich laten muilkorven en gedwee de overheid gehoorzamen.

  2. Julius Evola betoogt in zijn werk Rivolta contro il mondo moderno dat in de traditionele culturen lichaamsbeweging was gewijd aan de goden. Het verschijnsel sport moet men zien als een van de symptomen van het verval van de moderne wereld. De sport is slechts gericht op de roem van het individu. de oorsprong: dienst aan de goden, is verloren gegaan. Sport is het gevolg van het involutieproces van de oude beschavingen.

Laat een reactie achter aan J.W. van der Meulen Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *