…’Waarom bouwt gij Mij niet een cederen huis?’… (2 Samuel 7: 7)

Tot atelier verbouwde kerk Raard

Op de zondag geen profane boodschappen. Dan lezen we uit de Heilige Schrift, en we vervolgen de avonturen van Koning David in bijbelboek 2 Samuel. Na een reeks oorlogsmisdaden volgt het beroemde verhaal over Bathseba, de vrouw die David afpikt van een legeroverste, Uria de Hethiet, door die naar een zekere dood op het slagveld te zenden.

Op zijn best handelde David niet slechter dan zijn tijdgenoten zouden doen, zo lees je met de blik van nu de verhalen over zijn koningschap terug. Een mensenleven was niets waard en bloedwraak was de dagelijkse praktijk.

Kerk nu atelier

Niet langer kamperen
We onderbraken de laatste 2 Samuel-lezing toen David op het toppunt van zijn macht was. Hij bracht dansend in zijn blote Jodocus de Ark van het Verbond Jeruzalem binnen, nadat hij met zijn stam van Juda de burgeroorlog tegen de andere stammen van Israel had gewonnen. Die waren de zoon van zijn voorganger Saul immers nagevolgd.

2 Samuel 7 voert dan de profeet Nathan op, als lijntje met de Heere. Hoewel we in de vorige hoofdstukken nog lazen dat David dat God-lijntje als een soort ‘Richter’-koning zelf ook had. Want de Heere gaf hem rechtstreeks strategisch militair advies.

Die God met een speciaal plekje in zijn Hart voor maar 1 volk, de Joden, die maakt Zijn verlangen kenbaar via Nathan, dat hij in ‘een cederen huis’ wil wonen (2 Samuel 7:6-7) Een beetje dakloos met het volk Israel meereizen, of in een tent overnachten, dat gelooft de Heere nu onderhand wel eens.

Het is tijd voor meer comfort.

Zo’n hard matje in een kampeertent, daar kon ik zelf ook nooit op in slaap komen. Liever 50 euro bijbetalen voor een zacht hotelbed dan afzien onder zo’n tentzeil waar je de regen dan op hoort tikken, en je telt slapeloos iedere druppel die knisperend op het tentzeil valt. Om over het sanitair op campings nog maar te zwijgen.

Kerkinterieur

Wel, de Heere hield dus eigenlijk ook niet van kamperen:

Want Ik heb in geen huis gewoond van dien dag af dat Ik de kinderen Israël’s uit Egypte opvoerde tot dezen dag, maar ik heb gewandeld in eene tent en in een tabernakel.

Overal waar ik met alle de kinderen Israel’s heb gewandeld, heb Ik wel en woord gesproken met de stammen Israel’s, dien Ik bevolen heb mijn volk Israel te weiden, zeggende: Waarom bouwt gij Mij niet een cederen huis?

Vervolgens laat Hij door Nathan aan David voorlezen wat Hij allemaal voor hem heeft gedaan, dat hij David nu ‘rust heeft gegeven van zijn vijanden’. En dit vult Hij met nog enkele beloften aan over dat Hij ‘zijn koninkrijk bevestigen’ zal. Die belofte herhaalt Hij nog eens in 2 Samuel 7:16:

Doch uw huis zal bestendig zijn en uw koninkrijk tot in eeuwigheid.

Vervolgens krijg je een vroom antwoord van David tegen de Heere, die zich afvraagt waarom hij is uitverkoren om als goddelijk voertuig te dienen. Met zinnen als

‘uw naam worde groot gemaakt tot in eeuwigheid: dat men zegge: De Heere der heirscharen is God over Israel: en het huis van uwen knecht David zal bestendig zijn voor uw aangezicht.

Dus dat God een wereldlijke macht gebruikt om Zichzelf aan die wereld kenbaar te maken.

Aan de noordkant van de kerk, Taxus, de Saksische doodsbomen

Elohim = ‘goden’
Het geloof een voertuig van een god te zijn is doodnormaal in die tijd. De Romeinse Keizers lieten zich ook voor God verklaren, de Egyptische farao’s evenzo. De Heere van de Israelieten gebruikt nu een heel volk, om via militaire wonderdaden zichzelf aan de wereld te tonen als de enige echte.

Dat gingen we Mono-theisme noemen. Dat er maar 1 de Echte kan zijn.

De concurrentie was dan ook groot in die vroege ijzertijd. Niet voor niets is de term ‘Elohim’ een meervoudsvorm, dus voor ‘goden’. Althans, dat schreef Tom Holland. Is dat zo? Je hebt immers ook de Ketubim voor een serie boeken, dus meervoudsvorm.

David zijn zoon Salomo zal uiteindelijk die tempel bouwen, dat is niet aan David voorbehouden. Deze passage lijkt vooral te dienen, om de heiligheid van David’s koningschap te onderstrepen boven alle andere troonpretendenten in Israel. Want even verderop, kun je lezen hoe 1 van zijn vele zonen, Absolom er bijna succesvol met het koningschap vandoor gaat.

In 2 Samuel 8 volgen weer wat militaire wonderdaden van David, die van vijandige volken vele tienduizenden vijanden doodt. Waarna hij bij hen de tent leegrooft, zoals iedere roofridder/maffioso in die tijd gewoon was. De Geneve-conventie bestond nog niet.

Parrega, de Johanneskerk uit 1300

David’s terreurdaden
Je moest je vijanden zo gruwelijk mogelijk toetakelen, opdat ze bang voor je zouden zijn. De Vikingen deden dat ook, voor hun krijgsgod Odin, en de overlevenden voerden ze af naar de slavenmarkt. Het verschil met de Vikingen is dat David dit met besneden lul doet. We lezen:

Ook sloeg hij de Moabieten, en mat ze met een snoer, doende hen ter aarde nederliggen; en hij mat met twee snoeren om te dooden, en met een vol snoer om in het leven te laten: alzoo werden de Moabieten David tot knechten, brengende geschenken.

David verslaat ook de koning van Zoba, en besteelt hem van ‘duizend wagens’, en ‘twintig duizend man te voet’. Dan volgt een passage die bij de Partij voor de Dieren vast in het verkeerde keelgat schiet:

en David ontzenuwde alle wagenpaarden, en hield daarvan honderd wagenen over

Vervolgens gaat David op rooftocht in Syrië, neemt daar ‘gouden schilden’ van mee, en ‘zeer veel koper uit Beta en uit Berothai, Hadadezer’s steden’. De concurrerende koning Toi van Hamath is blij dat David zijn vijand zo te grazen neemt. Die stuurt zijn zoon ter appeasement met ‘zilveren vaten en gouden vaten en koperen vaten’.

Kerkje de Cocksdorp

De Bijbel onderstreept nog eens David’s militaire almacht, door te berichten hoe hij in het Zoutdal ‘de Syriers geslagen had, achttienduizend’, en hoe hij zichzelf zo als veldheer ‘een naam’ maakt.

en hij leide bezettingen in Edom, in gansch Edom leide hij bezettingen, en alle Edomieten werden David tot knechten; en de Heere behoedde David overal waar hij henentoog.

Andermaal toont de Heere zich hier allereerst een oorlogsgod. Of Hij met je is, dat leidt een koning of volk af uit militaire successen. Verlies je een oorlog, dan betekent dit dat je in Zijn ogen iets niet goed deed. En dat kan van alles zijn, bijvoorbeeld wanneer je zoals Saul niet alle Amelekieten en hun vee met ‘de ban’ slaat. Dus alles doodt. Maar dat je zonde is, dat je iets in leven laat.

Daarom viel Saul volgens de Bijbelschrijvers bij de Heere uit de gunst, en mocht David zijn plaats vervangen.

Hoofdstuk 8 besluit met de constatering

‘Alzoo regeerde David over gansch Israel; en David deed zijnen ganschen volk recht en gerechtigheid.

De Britse vliegers op Skillaard, het waren er zeven maar het kerkhof heeft 8 stenen; waren die ‘helden’ of genocide-plegers?

Gott mit Uns
Er is hier geen verschil met hoe andere koningen van andere volken zouden handelen. De Romeinen slachten ook hun vijanden af, en kwamen dan met lauwerkrans terug in Rome. Die deden hun eigen volk recht en gerechtigheid naar Romeins recht. En de overwonnen volken voerden ze af in slavernij.

Als gewone boeren-sterveling kun je dus denken, dat het bij David net zo werkt als op de koppels van de SS, hun ‘Gott mit uns’… Of je dat nu ‘goed’ of ‘slecht’ moet vinden, hangt sterk af van de vraag aan wiens kant je staat. Na het bezoek aan de Duitse oorlogsgraven in La Cambe (Normandie ’44) kun je niets dan ook sympathie voor die jongens voelen.

Hoe die – om in militaire termen te spreken- in een ‘vacuum’ werden gedreven. Via omsingeling en dan met artillerie alle leven er uit blazen. Zodat je zeker weet dat je ze later op je militaire campagne niet meer tegenkomt.

Skillaard

Of die Britse piloten die boven Nederlands grondgebied werden neergeschoten. Die boven burgerdoelen wat (brand)bommen afwierpen.

Als je Duitser was, zou je voor de Duitsers zijn. Wel, niet geheel verrassend zijn de Joden voor … de Joden. En dus zijn ze vrij om alle niet-Joden te doden in hun bij een Babylonische borrelsessie opgetekende volksverhalen (de opvatting van de moderne theologie), die we tezamen het ‘Oude Testament’ gingen noemen.

Zoals de Perzische koningen overigens omgekeerd ook hun vijanden behandelden, of de Farao’s. Terreurdaden na overwinning was gewoon staande praktijk. Het schromelijk overdrijven van het aantal geslagen vijanden was ook standaard-praktijk.

Duivelsbeeld toren Skillaard

Tijd en plaats
Alleen al de aantallen van tienduizenden overwonnen soldaten, in de vroege IJzertijd op een schraal stukje land in de woestijn. Erg waarschijnlijk klinkt dat allemaal niet.

Wat de Joden onderscheidt van de rest, is dat het goede schrijvers zijn. Ze beperken de mythologie tot een minimum, houden de verhalen steeds bij tijd en bij plaats. Dus vind je hier geen ‘Midden Aarde’, dwergen en elven, of een tijdsaanduiding als ‘er was eens’. Het gebeurt in de Bijbel steeds bij ‘die aanwijsbare persoon’ op ‘die plaats’ op ‘dat tijdstip’.

Via het veinzen van historiciteit moet hun eigen volksmythologie dan een bijzonder plaatsje onder de sterrenhemel krijgen. En dat is ze miraculeus gelukt. Zodat ik nu als Fries in het hoge noorden nu Joodse volksverhalen lees, over van God gesanctioneerde genocide.

Liefst 1200 jaar lang hebben we dat hier zelfs de Heilige Schrift genoemd.

We kregen zelfs namen uit dit Bijbelboek Samuel, zoals ‘Jonathan’…(de zoon van Saul), ook David is als naam onder niet-Joden volledig ingeburgerd. Wie het ook maar waagt iets onaardigs te zeggen over dit uitverkoren volk, krijgt meteen het meest dodelijke label in de geschiedenis van scheldwoorden: anti-semitisme!

Kerk Westerland torent uit

David’s goedheid tegen een ongevaarlijk lid van Saul’s familie
Terwijl er dus geen aardser boek is dan het Oude Testament. Zo je van je christelijk geloof af wilt, lees de Bijbel. Dat merkte ik al na mijn ‘bekering’ 25 jaar geleden. Zodat ik ‘het Boek’ maar opzij legde. Nu je het opnieuw leest ervaar je dat zelfde proces.

Dat je er dus eigenlijk net als in je vroege jeugd grapjes over gaat maken. Foei! Of oordelen over gaat vellen, De Heere en Zijn uitverkoren volk wekken vaak alles behalve sympathie op. Echter, niet onze wil maar Uw wil geschiede.

Hoofdstuk 9 voert vervolgens David op als rechtvaardige weldoener. Weliswaar liet hij het hele huis van Saul in de burgeroorlog uitroeien. Maar dan vraagt hij aan het begin

‘Is er nog iemand die overgebleven is van den huize Sauls, dat ik weldadigheid doe om Johathan’s wil?

Dus je hebt zelf de resterende leden van Saul’s huis met je krijgsbendes afgemaakt, in een burgeroorlog om de troon. Zoals dat ook bij iedere andere heidense troonstrijd zou gebeuren, lees ook over de Angel-Saksische strijd tussen koninkrijken als Mercia, Northumbria en East Anglia. Als de 1 koning wordt, maakt hij vaak de gehele concurrentie eerst dood.

Vervolgens vraag je of er toch nog 1 is overgebleven. Dat blijkt een kreupele te zijn, Mefiboseth. Iemand die dus militair onschuldig is, en die mag dan voortaan bij David samen de maaltijd nuttigen. De Bijbel legt die vriendelijkheid van David uit als uiting van David’s goedheid.

De antieke Statenbijbel, voortaan Iedere Zondag

Maar het lijkt met mijn blik van boerensterveling dus vooral strategische goedheid. Deze kreupele pretendent van het huis van Saul, kan David geen militair kwaad doen. Maar misschien is de belangrijkste les van de Bijbel wel, dat je die blik van boeren-sterveling nu juist moet loslaten.

Laten we dus niet opgeven, en net als Israel ‘worstelen met God’. Zodra je opgeeft sta je met lege handen. Een beetje vaag religieus doen is de kunst niet. Maar het geloof van Het Woord, dat is een worsteling.

Meer dan mijn pretentie om eerlijk te zijn heb ik U niet te bieden. Dus volgt volgende week het verhaal van Bathseba, en de avonturen met Absolom zijn al even wonderlijk.

Heb een goede zondag.

5 Replies to “…’Waarom bouwt gij Mij niet een cederen huis?’… (2 Samuel 7: 7)”

  1. Leuk stuk Rypke,

    Als kind kon ik ook nooit goed begrijpen, dat Saul het zo verkeerd deed.
    Als je daar in blijft hangen en dat doe ik soms nog wel eens, krijg je de gedachte, dat jet dus wel heel erg goed moet doen. Maar gelukkig zag ik ook als kind al dat David er een potje van maakte.

    Daaruit zou je weer kunnen afleiden, dat God je dus mag of niet. Het geliefde volk.

    Maar ook daar ben ik aan kunnen ontsnappen.

    Uiteindelijk blijft wel de enige vraag over naar al dat geweld en gekkigheid van OT en het evangelie van het NT.

    Accepteer je God (via Jezus)

    De bijbel laat vooral de ruwe menselijkheid zien en de noodzaak van een perspectief dat juist niet door die mens geboden kan worden en dat bood Jezus wel.

    Het struikelpunt voor de Joden blijft toch Jezus. maar ik loop nu erg vooruit op jouw zondagen denk ik nu

    1. Nog een aanvullende vraag bij het geheel:

      Is het niet zo, dat wanneer 90% niets meer heeft met hun God en het inderdaad alleen maar verhaaltjes zijn, dat daarmee het bestaansrecht van de Joden komt te vervallen.

      Ik zou graag de geseculariseerde Jood daar antwoord op laten willen geven. Kunnen we eindelijk van die term antisemitisme af. Maar die vraag stellen is geloof al een vorm van antisemitisme waarschijnlijk 🙂

  2. Jammer dat je je (toch al veel te) negatieve verhaal neerzet in de sfeer van archaïsch, middeleeuws taalgebruik door de oudste bijbelvertaling te citeren (Statenvertaling 1637), terwijl we in de afgelopen 70 jaar alweer een revisie (1951) en een volledige Nieuwe Bijbelvertaling (NBV 2004) hebben gehad. Die laatste is gangbaar in mainstream christelijk Nederland, op de SGP-flank na. Wees een kerel en citeer ook modern als je modern wilt schrijven.

Laat een reactie achter aan Robert Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *