De uilen zijn uit Langweer verdwenen…(waarom?)

We hadden twee broedparen ransuilen in het dorp, en een winterse roestboom met wel 8 er in

Veruit het belangrijkste regionieuws voor deze bos- en natuurkabouter, is dat voor het eerst in 10 jaar de ransuilen er niet meer zijn. Komt dit nu omdat in die zelfde tijd ongeveer 40-50 procent van het gemeentelijk en particulier groen verdween? Of kun je eigenlijk nooit met zekerheid zeggen waarom diersoorten komen en gaan, laat staan daar beleid op maken?

Langweerder jonge ransuil

Great Reset in groen bebouwde kom
Je kunt hier een prachtige ecologische theorie op loslaten van Ilka Hanski, over patch dynamics. Dat betekent dat een netwerk van groene stapsteentjes samen een groot gebied kan maken. Je hebt niet beslist 1 aaneengesloten officieel natuurgebied nodig, als populaties maar onderlinge stapstenen hebben.

In stadsnatuur werkt dat zo. Voordat Amsterdam met grootschalige inbreiding begon, kon je daar ook de werking zien van de zogenaamde ‘groene lobben’-structuur. Bij de stadsuitbreidingen vanaf de jaren ’20 werd rekening met de groenbehoefte van inwoners. Je moest binnen 20 minuten in het groen kunnen zijn.

Daardoor kon je ’s nachts op het dak van mijn woning in Amsterdam zuid ook bosuilen horen roepen: kewik, kewik, en die typische uilenroep van de man: die brachten hun jongen groot in het Beatrixpark.

Ransuil in lijsterbes

Zo was Langweer tot voor kort ook een parkachtig dorp, jaarlijks ietsje minder tot je een omslagpunt krijgt.

In mijn straat zijn sindsdien een rij van 20 lijsterbessen verdwenen, twee platanen, vier kastanjebomen, een volwassen es, een berk. In de plaats van de twee gekeelde kastanjes in de straat zette de gemeente een kale ‘moeraseik’, een cultivar die gekweekt is om zo min mogelijk boom te zijn.

De lijsterbessen kregen halfdode esdoorns als vervanger, die na 10 jaar nog steeds niet meer dan halfdode takjes zijn.

Daarnaast trekken bijna alle particulieren het groen uit hun tuin, om daar een strakgetrokken parkeerplaats met buitenkeuken van te maken. Krijg je nieuwe bewoners in een huis, dan is het eerste dat ze doen een Great Reset plegen op het groen.

Dat voeren ze in containers en karren af. Lekker makkuluk, het levensmotto voor de onderhoudsarme hersenpan.

Voor het eerst in 10 jaar geen uilen meer in de hulst bij de kerk

Kortom, je verwijdert op een gegeven moment zoveel stapsteentjes, dat de parkstructuur implodeert. De voedselbronnen van het voedsel van de uilen (in het dorp vogeltjes) imploderen. In het buitengebied vond een gelijke kaalslag plaats.

‘Onderhoud’ van groen door Gemeente de Fryske Marren bij de veerpont. Biomassagekte

COR-relatie of RE-latie
De vraag is natuurlijk wel: kun je de ontgroening nu 1 op 1 verbinden met een misschien wel tijdelijke observatie. De uilen zijn weg. Je zult misschien zeggen: ‘je hebt geen systematische metingen gedaan, dus dat kun je zo niet zeggen’.

Mijn punt is, dat de kwaliteit van wat Sovon Vogelonderzoek aanlevert aan ‘trends’ en daaraan verbonden conclusies, niet beslist meer exact is. Dat ontdek je al snel wanneer je op regionale resolutie hun claims gaat checken. Zoals de bewering dat spreeuwen achteruit zouden gaan, en een gefingeerd verband met bestrijdingsmiddelen uit de neonics-groep, dat hun Ruud Foppen vervolgens gepubliceerd wist te krijgen in Nature.

De data van Sovon hebben bij lange na niet de regionale resolutie om zulke conclusies te kunnen trekken. Wel kun je met wat statistisch geknoei een COR-relatie vinden die je dan met wat mistgordijnen inkleedt tot RE-latie.

Was de spreeuw op het platteland werkelijk dramatisch afgenomen? (bij ons in Friesland alvast niet)

Munitie voor beleidsbureaucratie
Het lullige is dat zulke pseudowetenschap basis van beleid kan worden. Dat zien we ook bij de niet in de natuur bestaande ‘stikstofcrisis’. Hierover werd ik door Marijn Poels aan de tand gevoeld in zijn topfilm ‘Het Goede Doel Heiligt de Middelen’. (al 65 duizend maal bekeken in 1 week!)

De ‘stikstofcrisis’ bestaat alleen in rekenmodellen als Aerius, de opvolger van Agrostacks. De ambtenaar van wiens vergunnnings-oordeel het bedrijf van boeren in Friesland afhangt, Sietske Pennekamp, afkomstig van BIJ12 (club die natuurbeleid coordineert sinds decentralisatie naar provincies in 2012) noemt Aerius in deze master-thesis ‘Het Stikstofprobleem in Nederland’ van Ivan de Boer ‘het beste wat we hebben’.

Ten opzichte van wat en waarvoor is dat rekenmodel Aerius ‘het beste’? Je kunt beter stellen dat Aerius iets minder beroerd is dan voorganger Agrostacks, qua onzekerheidsmarge, 30-40% versus meer dan 70%. Dat betekent ‘betekenisloos’, maar niettemin geldig tot in de rechtszaal.

Ivan de Boer gaat a priori uit van het bestaan van ‘het’ stikstofprobleem, en hij gaat a priori van de veronderstelling uit dat natuurclubs en hun bevriende provincie-ambtenarij enig goed doen. Omdat hij daar zelf ook een baantje zal bemachtigen op publieke kosten, zo lijkt mij.

Met een studie ‘Environmental & Infrastructure Planning’ aan Rijks Universiteit Groningen, dan kun je maar 1 ding worden: ambtenaar, oftewel de hel voor andere mensen.

‘Het Stikstofprobleem’ veinst fysische concreetheid, die er in het echt niet is…

Ook Pennekamp gaat a priori uit van de veronderstellingen rond Natura 2000 die de Wagenings-Haagse beleidsbureaucratie aanlevert, en van de veronderstelling dat het RIVM een wetenschappelijk betrouwbaar instituut is. Verder geeft zij dit ongefundeerde waarde-oordeel:

In Drenthe gaat het erg slecht met de natuurgebieden. Dit is ook afhankelijk van de soorten die er voorkomen. In Friesland gaat het vooral weer slecht met de duinen.

Wat is ‘slecht gaan met duinen’? Kun je aan een duin meten dat het  (wat is het) ‘slecht’ gaat en wat is ‘slecht’ dan? Dichtgroeien met struweel, oftewel successie kun je niet ‘slecht gaan’ noemen. Nachtegalen varen er wel bij.

Het gaat dus slecht met een belang dat iemand bij een bepaald type duin claimt, dus subsidie voor Staatsbosbeheer, het houtkapbedrijf (zbo) van LNV.

Wat Pennekamp hier beweert is typerend voor de gehele groene bureaucratie, namelijk ‘valse concreetheid’ (fout 3 bij kenmerken pseudowetenschap). Ze claimen hier natuur-wetmatigheden, terwijl het hier uitsluitend gaat om MENSELIJKE belangen, van een zeer beperkt clubje ecologen en hun vriendjes in de beleidsbureaucratie.

Deze jongen wordt ambtenaar of is dat al geworden, oftewel, de hel voor anderen met de beste bedoelingen…

De natuur ‘redden’ met vergaderuren (integraliteit, gebiedsgericht)
Tegelijk blijft de belangrijkste vraag inzake natuurbescherming natuurlijk onbeantwoord: hoeveel goed doe je per euro voor natuurwaarden? Mij dunkt draagt de academische weg dan veruit de minste vrucht voor natuur. Omdat deze zich van iedere mogelijkheid tot rendements-meting ontslaat.

Aan de master-thesis van Ivan de Boer ontleen je vooral slap geOH, vergaderuren en baantjes voor ambtenarij. Want dat is wat ‘integraliteit’ en ‘gebiedsgericht’ betekent, ik heb bij de nodige van dat soort sessies gezeten…

Wanneer je eenmaal hebt besloten dat ‘natuur’ synoniem is met ‘ambtenarij’, dan kies je uitsluitend voor de academische weg, oftewel ‘uitstelgedrag op publieke kostn’. Voor ambtenaren met academische titel, wiens belang bestaat uit het scheppen van werk voor zichzelf tot in de einder.

De academische aanpak lijkt vooral gekozen, omdat die meer sociaal aanzien en politiek gewicht geeft. Is er een positieve correlatie tussen de hoeveelheid groene ambtenarij in Nederland, natuurregels en de staat van instandhouding van natuur in Nederland? Nee, wel een negatieve. Hoe meer bureaucratie, hoe minder natuurwaarde.

Eigen natuurontwikkeling i de voortuin, vijver gegraven en hop, daar is de groene kikker al

IMBY-in my backyard
Wanneer ik in een uitverkochte Pakhuis de Zwijger (2017) bij de presentatie van ons boek ‘Ecomodernisme, het Nieuwe denken over groen en groei’ (Nieuw Amsterdam) demonstratief alle wetenschappelijke vergezichten en internationaal ecologisch geklaag over boord gooi, en in plaats daarvan vertel hoe ik de achtertuin in Langweer tot reservaatje ombouwde, wanneer je kneuterig en kleinschalig resultaat toont…

Het IMBY-principe.

…dan stuitte je plots op een muur van onbegrip. Dat had helemaal geen sociale status, wat in je tuin klooien.

Ze wilden grootse vergezichten over ‘de planeet’, die ze met mooie woorden en pretenties over anderen kunnen uitstorten. Mijn aanpak was echter: ‘we hebben hier nu 350 bezoekers, als die nu vandaag allemaal beginnen met het vergroenen van hun tuinen, bloempjes, vijvers, habitatjes, dan hebben we al (via patch dynamics) een natuurgebied gemaakt.’

Je mag natuur bij mensen niet te concreet maken, zo lijkt het wel. Natuur is ook die struik die je niet uitrukt- voor een parkeerhaventje- maar laat staan.

…met waterlelies

Plots zijn al die ‘groene’ baantjes niet meer nodig, de overheid kan met de helft afgeslankt. Je moet dan je levensstijl en omgeving zelf inrichten, zelf verantwoordelijkheid nemen. Ook die boom die ‘lastig’ is laten staan, dingen juist nalaten.

Wanneer je tot 2032 liefst 50 miljard euro subsidie uitgeeft om bomen te kappen voor biomassa, dan kun je het bosoppervlak van 25 Veluwes opstoken. En dat noemt deze leugenachtige corrupte overheid dan ‘groen’, al die publiek betaalde deugmensen met hun goede bedoelingen (voor zichzelf).

Pennekamp noemt de boeren in Friesland ‘klanten’ van de provincie, en praat over ‘klantgerichtheid’. Say What? Zijn wij KLANTEN van de gedwongen winkelnering van ongekozen ambtenarij, de oligarchie van het bureaucratisch academisch complex, van ngo’s, ambtenarij en wat daar aan bedrijfsbelang omheen hangt?

In wat voor omgekeerde wereld zijn wij beland, alsof wij leven voor die ambtenarij.

De Hel, dat is een ambtenaar
Het enige dat gesnoeid moet worden, dat lijkt mij het gehele abces van ‘duurzaamheid’ en al die ‘groene ambtenarij’, en academici die de planeetredder uithangen op publieke kosten.

De natuur zou daar wel eens veel meer mee geholpen kunnen zijn, en met het uitgespaarde geld kun je dorpen en steden als natuurgebied beheren. Weg met de kunstmatige scheiding van mens, gebouwde omgeving en natuur: in mijn huis uit de jaren ’70 overwinteren ook dwergvleermuizen.

Ik zou zweren: er is een positieve RElatie tussen het halveren van het ‘groene’ ambtenaren-apparaat en de natuurrijkdom. Via lastenverlichting, in financiële en mentale zin. Hoe meer positiviteit en ruimte een boer overhoudt, omdat hij alle negativiteit van Sietske Pennekamp en haar Aerius-bureaucratie niet langer hoeft op te zuigen, hoe meer hij geneigd is ook die boomwal te laten staan.

Moet je nagaan, dat je als ondernemer dus eigenlijk in dienst bent van een ambtenaar, die ieder jaar bepaalt of je wel/niet verder mag met je bedrijf op je ‘eigen’ land…

The land of the free, whoever told you that is your enemy, stelde Rage Against the Machine.

Jonge uil vliegt uit bij sporthal Langweer

Wat zou het voor paradijs zijn…

…Dat je niet meer iedere trekkerbeweging die je over je eigen land maakt moet verantwoorden naar Pennekamp en consorten als ‘klant’ van ambtenarij. Dat je niet iedere getankte liter dieselolie moet registreren voor de CO2-uitstoot per liter melk. Wat ga je dan fluitender door het leven, heb je dan meer oog voor wat groeit en bloeit.

In plaats van dat je ‘op zij opzij, we hebben ongelofelijke haast’ tegen alle lastenverzwaringen opwerkt. Dat je daarom je veld doodspuit tot de laatste bloemen weg zijn…(denk aan die brownfields na behandeling met herbicide)

Je humeur gaat er zichtbaar op vooruit, wanneer er minder overheid is, minder deugmensen die met hun goede bedoelingen de hel voor een ander zijn. De Hel, dat is een ambtenaar. Hoe meer ‘goede bedoelingen’ (met zichzelf), hoe erger ze zijn.

Immers, de hele groene bureaucratie leunt op twee aannames: dat je handelt op basis van wantrouwen. En dat de natuur stuurbaar is van achter een bureau. Twee keer negativiteit dus.

Dus mijn versie van Build Back Better zou zijn: het mes in Natura 2000, de gehele natureaucratie daar kan de fik in, KDW’s en al die andere vals concrete ‘meetlatten’ waarmee je niets werkelijk bestaands meet, in de prullenbak. Natuur moet er zijn voor ons plezier, levensgeluk opdat mensen wat minder afgestompt in het leven zullen staan.

Gave beesten, totaal fan van de ransuilen hier

Stuur al die ambtenaren van het team ‘groene vergunningen’ naar huis, laat ze lekker voltijds moeder zijn in plaats van in deeltijd een voltijds-last voor anderen. Voor je het weet is er een ‘actieplan Ransuil’ en gaan ambtenaren bedenken hoe je die moet ‘redden’, terwijl ze tegelijk het biomassabeleid overeind houden.

Even de ransuil aan woningnood helpen = ‘groen’

Omdat dit op papier ook ‘groen’ is. Die uil die komt wel weer. Of niet, maar dan komt er weer wat anders. Laat mij premier zijn, en we bezuinigen tientallen miljarden euro’s op het valse groen, zodat we dat in de schoonheid van het bestaan investeren. Ieder op eigen wijze, dus niet allemaal door 1 bureaulade.

Wat ook iedereen opvalt: zodra je op Youtube de film van Marijn Poels wilt zien dan krijg je eerst reclame van de Postcode Loterij. Of andere deugmens-reclame over planeetje redden.

Het valse groen is juist de grootste vijand van alles dat groeit en bloeit, alle natuur die echt bestaat. KDW’s zijn menselijke verzinsels, net als ‘duinen waarmee het slecht gaat’.

5 Replies to “De uilen zijn uit Langweer verdwenen…(waarom?)”

  1. Staatsbosbeheer wil alle bomen kappen in Schoorl. Gewoon omdat er stuifzand moet komen.
    Leefbewust.com.. laat hierover een kort filmpje zien.
    Ik volg deze website al een jaar of 10 en vaak staan er interessante items bij.

  2. Onkunde ten top. zogenaamde experts die nog nooit hun handen gebruikt hebben. geen contact met het leven en de natuur kennen. Dure titels maar kennen het verschil niet tussen een vogel en een wortel. Wij hersenloze luie mensen laten ons door dit schorem van alles wijsmaken. we zouden beter naar een oude boer luisteren die zijn hele leven kniehoog in de mest gewerkt heeft. naar mijn mening zijn dat de echte experts.

  3. Die “tuinen” vol tegels is herkenbaar. Je ziet het steeds meer. Onze tuin is erg groen, en stikt van de volgels en insecten (de bij doet het prima in de tuin). Diezelfde mensen (van die tegels) vinden dat de mens zorgt voor klimaatverandering, maar vertellen je 5 minuten later over hun vliegvakanties naar andere continenten, etc. Ik kijk om me heen en verbaas me elke dag over het volkomen onlogisch gedrag van mensen en overheid.

  4. Drachten en omstreken idem dito. Ik heb de leeftijd om me de tijd te herinneren dat er rond drachten (waar nu overal nieuwbouwwijken en industrie is (vele vierkante kilometers) overal weiland, bouwland en bossage was. Toen ik jong was (ik ben uiteraard veel ouder dan scribent websites dezes) zagen wij overal ransuilen in de bossages, die hier ook ’s avonds en ’s nachts in groepen neerstreken om te slapen.

    Ook (wat ik bijna nog erger vind) waren er overal kerkuilen, vooral levend en nestelend in de watertoren. Onze buurman werkte voor de waterleiding prov. smallingerland en die wist mij te vertellen dat er in de prille 70’er jaren (toen wij net in drachten waren neergestreken, ik was toen uiteraard nog een kleuter), wel 9 paartjes kerkuilen zaten in de watertoren. Iets later, zeg in de mid 70′ er jaren zocht ik met mijn kameraadje vaak uileballen in het weiland naast de watertoren, je vond ze overal, hetgeen ervan getuigde hoeveel kerkuilen er wel niet waren.

    Als je goed keek kon je de kerkuilen ook vooral in de lente en vroege zomer in en uit zien vliegen, ze zaten in de openingen die vlak onder de dikke top (het reservoir) zaten.

    Ik heb nog eens op de lagere school een spreekbeurt gehouden over de kerkuil met een aantal uileballen ter illustratie. Je zag de velduil deeltjes, botjes, staartje etc erin als je ze openmaakte.

    Sinds lange tijd komt er geen kerkuil meer voor omdat de openingen naar ik begrepen heb dicht zijn nu of zodanig zijn veranderd dat er geen uil meer in kan.

Laat een reactie achter aan Graankorrel Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *