…’met ijver voor Mij heeft ingezet’ (Numeri 25)

Dionysisch Ritueel in ‘The Eden Project’

Op de zondag geen profane boodschappen. Dan bestuderen we de Heilige Schrift, Het Boek zonder welke er geen Westerse beschaving was geweest.

In onze tocht door het vierde Thora-boek Numeri, het boek van getallen lezen we vandaag dat JHWH in zijn ‘brandende toorn’ 24 duizend Israëlieten met ‘de plaag’ doodt, nadat zij vreemd gingen in de godendienst.

We komen hier de concurrent van JHWH, Ba-al voor het eerst tegen, de godheid van de Kanaanieten en lezen over de held Pinehas, een later voorbeeldfiguur bij de opstand van de Makkabeëen tegen de Griekse bezetter van Israel. Zuivering en moord zijn in die ijver 1 begrip, waar later de ‘zeloten’ (ijveraars) naar vernoemd worden.

Bijbel in Michaelskerk Oosterland

JHWH baalt van Baal
Ba-al komt hier in Numeri voor het eerst met die naam opdraven, als Ba-al Peor. Peor is een plaatsduiding, en Ba al zou zoiets betekenen als ‘mijn heer’. Waarbij ‘al’ verwant zou zijn aan de godsnaam ‘El’ in Semitische talen. Baal Peor is dus de lokale variant op de Baaldienst. We komen later in de Bijbel ook nog Baal-Zebub tegen, de Heer der Vliegen (Waarnaar de roman ‘Lord of the Flies’ van William Golding is vernoemd, het verhaal van kinderen die op een onbewoond eiland stranden).

Beelzebub wordt in het Nieuwe Testament gelijkgesteld  met satan en zijn demonen. Baal wordt dus ‘gedemoniseerd’, zoals je dat in de moderne tijd zou noemen.

Een rondje internet onthult, dat Baal een weergod zou zijn geweest en vruchtbaarheidsgod. Die godheid zou ook in andere bronnen dan de Bijbel vermeld worden. De combinatie ‘weer’ en vruchtbaarheid is niet gek in de Levant, want de oostelijke najaarswinden (bora) brengen neerslag, regen in de Mediterannee.

Numeri 25 begint als volgt:

Israël verbleef in Sittim, en het volk begon hoererij te bedrijven met de dochters van Moab. Die nodigden het volk uit bij de offers aan hun goden, en het volk at en boog zich voor hun goden neer.

Toen Israël zich zo aan Baäl-Peor koppelde, ontbrandde de toorn van de HEERE tegen Israël. De HEERE zei tegen Mozes: Neem alle hoofden van het volk en laat hen voor de HEERE in de volle zon ophangen, zodat de brandende toorn van de HEERE van Israël afgekeerd wordt.

Toen zei Mozes tegen de rechters van Israël: Ieder moet zijn mannen doden die zich aan Baäl-Peor gekoppeld hebben.

Mijn ge-erfde Statenbijbel uit 1912, te zien bij BLCKBX

Pinehas, purificatie door eliminatie
JHWH duldt geen andere goden voor zijn aangezicht, zoals Exodus al uitlegt in de Wet van Mozes. Er is weinig of niets waarmee je Hem zo boos krijgt.  Zijn ‘brandende toorn’ wordt pas geluwd als de oorzaak daarvan is uitgeroeid, dus met mensenoffers. Dat zagen we eerder in Numeri al gebeuren, een soort purificatie door eliminatie.

Op die wijze, etnische zuivering nemen de Israelieten immers ook Kanaan in als ‘beloofde land’. Ze slaan alle inwoners met ‘de ban’, roeien alles uit dat ademt inclusief zuigelingen en het vee.  Dat Koning Saul bij HEERE uit de gratie raakt, komt omdat hij het zonde vindt om alles te doden. David heeft geen moeite met die opdracht, en dus zal hij uitgroeien tot de Gezalfde van Zion, het voorbeeld in de joodse messiascultus, die hun land zal verlossen van heidense bezetting.

Het Uitverkoren Volk mag zich niet mengen met andere volkeren, omdat ze dan ook hun gebruiken en godsdiensten zouden overnemen. En dan overtreden ze direct het Eerste Gebod uit Exodus van de Wet van Mozes.

In Numeri 25 duikt vervolgens de kleinzoon van Mozes zijn broer Aaron op, een Leviet genaamd Pinehas die de plaag/JHWH’s ‘brandende toorn’ weet te be-eindigen. Door alle menging tussen Israelieten en hier Midianieten te be-eindigen. Dat doet Pinehas door een man die verliefd is op een Midianitische vrouw met 1 speerworp gezamenlijk te doorboren:

En zie, een man uit de Israëlieten kwam en bracht een Midianitische vrouw bij zijn broeders, voor de ogen van Mozes en voor de ogen van heel de gemeenschap van de Israëlieten, terwijl zij huilden bij de ingang van de tent van ontmoeting.

Toen Pinehas, de zoon van Eleazar, de zoon van de priester Aäron, dat zag, stond hij op uit het midden van de gemeenschap, nam een speer in zijn hand, ging achter de Israëlitische man aan het slaapvertrek in, en doorstak hen beiden, zowel de Israëlitische man als de vrouw, door hun buik. Toen werd de plaag over de Israëlieten tot stilstand gebracht.

Het aantal van hen die aan de plaag stierven, was vierentwintigduizend.

Dat is steeds de wijze waarop JHWH zijn aarde beheert. Wat ‘zondig’ is moet allemaal uitgeroeid, net als bij de zondvloed.

Heksenmasker, New Age-‘spiritueel’ is een cocktail van Oosters gedoe en inheemse natuur-religie

Met ijver voor Mij heeft ingezet (rechtmatige woede)
Had Pinehas niet ingegrepen, zoals Mozes dat eerder had gedaan bij de afgodendienst met het Gouden Kalf, dan had JHWH zijn gehele volk uitgeroeid. Dat zegt de Bijbel:

Toen sprak de HEERE tot Mozes: Pinehas, de zoon van Eleazar, de zoon van de priester Aäron, heeft Mijn grimmigheid over de Israëlieten afgewend, doordat hij zich in hun midden met ijver voor Mij heeft ingezet, zodat Ik de Israëlieten niet in Mijn na-ijver vernietigd heb.

IJver voor de HEERE betekent dus dat je mensen uitroeit die het eerste gebod overtreden. Omdat er onheil over je komt, wanneer je die overtreding in je midden tolereert. Die term ‘aanschouw mijn ijver voor de HEERE’ komen we later ook bij Elia, die alle Baal-priesters laat uitroeien in bijbelboek Koningen.

In de Judeese traditie zal Pinehas een cultheld worden. In de protestantse bijbel vind je niet hun boek van de Makkabeëen, hun opstand tegen de Grieken. In de katholieke bijbel vind je die wel. Dit boek gaat over de opstand die de Makkabeëen (letterlijk hameraars, net als Karel ‘Martel’, mensen die hun vijanden effectief doden) tegen de Griekse bezetter beginnen.

Alexander de Grote – zo rond 325 voor de jaartelling- heeft hun land in bezit genomen (na eerder de Assyriers in 715 voor de jaartelling en de Babyloniers in 584), en zijn nazaten beginnen de Tempeldienst te verstoren.

Bijbel in onbruik

Zeloten, ‘ijveraars’
De held in Makkabeëen is ‘Judas, die de Makkabeëer genoemd werd’.  De bezetter biedt een vredesverbond aan Mattatias aan, een leidersfiguur onder de Judeers, die later door Judas wordt opgevolgd. Wanneer ze ook aan zijn godheid offeren is het ijs gebroken. Wanneer ‘een Judeëer’ naar voren treedt omdat koningsbevel op te volgen, imiteert Mattatias de cultheld Pinehas (1 Makkabeeen 2: 24-27)

Toen Mattatias dat zag ontbrandde hij in hevige woede en hij trilde van verontwaardiging; hij gaf vrije loop aan zijn rechtmatige woede, sprong naar voren en sneed de Judeer de keel af: daarna doodde hij ook de koninklijke beambte, die gekomen was om het volk tot offeren te dwingen, en vernielde het afgodsaltaar.

Zo toonde hij zijn ijver voor de leer evenals dat Pinehas dat had gedaan

Het Woord kan vervolgens steeds weer vlees worden in de geschiedenis. Zo ontketent zich dan de Joodse opstand tegen de Griekse bezetter, in 1 Makkabeeen:

Zij vormden nu een leger en in hun razernij sloegen ze de zondaars neer; in hun woede degenen die zich niet om hun leer bekommerden.

De overigen wisten zich te redden door naar de andere naties te vluchten. Mattatias en zijn vrienden trokken door het land, vernielden de afgodsaltaren, lieten onbesneden kinderen die ze in het gebied van Israel aantroffen desnoods met geweld besnijden, en verjoegen de overmoedigen.

Onder hun leiding kwam het verzet op gang; zij redden de leer uit de greep van de naties en hun koningen en gunden de zondaars geen triomf.

Een Bijbel met gravures van Gustave Dore

Zo zie je dus hoe ‘De Schrift’ door de geschiedenis werkt. Omdat mensen zich aan de Bijbel gaan spiegelen en daarnaar handelen. De ‘ijver voor de heer’ zou zich ook uiten bij de latere ‘Zeloten’, purificatie door eliminatie, die een rol speelden bij de opstand tegen de Romeinse bezetter. (66-70)

Zelotees is het Griekse woord voor ‘ijveraar’, en stond bij die joden voor mensen die met geweld voor hun geloof optraden. De meest ijverige van hen – de Sicariërs (dolkdragers) zouden bij de belegering door de Romeinen van het fort Massada zelfmoord plegen. En zo heeft Pinehas zijn ‘ijver voor de HEERE’ ook daar in de geschiedenis doorgewerkt.

Nu zouden we dat ijverige ‘fanatiek’ noemen, de naam Zeloot heeft nu vooral een negatieve betekenis, van fanatisme. Ongezellig.

Heb een goede zondag.

One Reply to “…’met ijver voor Mij heeft ingezet’ (Numeri 25)”

  1. Ik heb het er best wel moeilijk mee, af en toe. God roeit de mensheid uit met de Zondvloed, de acht gespaarde mensen vermenigvuldigen zich via inteelt en daarna worden er kort daarna nog eens duizenden en duizenden mensen door god gedood via meerdere rampen en ander ongemak.
    Waar komen al die mensen vandaan in zo’n korte tijd?

Laat een reactie achter aan Pieter Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *