Putten de Nazi’s inspiratie uit de Germaanse mythologie van het Nibelungenlied (= Germaanse Lord of the Rings) en de IJslandse Edda.
De Friezen/West Germanen kunnen zich beroepen op het Finnburg-fragment uit de oud-Engelse saga Beowulf. Daarin staat hun eerste koning Finn vernoemd uit de 5de eeuw.
Dat is in de zelfde tijd waarin Siegfried uit het Nibelungenlied met de Hunnen afrekent in het Duitse Worms, voor Hagen hem een speer in de rug werpt.
Het is de tijd van grote volksverhuizingen, nadat het West Romeinse rijk instortte. En ook de tijd waarin de legendes van Koning Arthur spelen in Zuid Engeland/Somerset. Want de Britse eilanden krijgen dan te maken met invasies van Angelen en Saksen, Duitse/Germaanse stammen.
Naar die Duitsers is het Angel-Saksische moderne Engeland dus vernoemd.
Finn is een beetje onze eigen Friese koning Arthur, Koning Atsje, en wie weet was de terpheuvel van Wijnaldum wel een beetje zijn eigen Avalon. (de heuvel bij Glastonbury)
Finn was getrouwd met de Deense prinses Hildeburh, met het oogmerk om de beide oorlogvoerende volkjes- de Denen en Friezen- tot elkaar te brengen.
Beowulf is als Siegfried uit het Nibelingen-lied, de held die gevaarlijke klusjes opknapt waar anderen falen. De Deense koning Hrothgar heeft last van een mensen-etend monster, Grendel, en daar moet Beowulf mee afrekenen, net als met Grendel’s vraatzuchtige moeder.
Deze Leidse studie van Rolf Bremmer, ‘The Frisians in Beowulf and Beowulf in Frisia‘ geeft voor de nieuwkomers een aardige instap.
De Friese regio rond Wijnaldum moet ooit een welvarend handels-centrum geweest zijn. Want er werd wel voor 1,5 kilo aan goud uit de grond gehaald door archeologen tot aan 1998.
Komen de Denen bij de Friezen op bezoek, dan krijgen zij in de hal van koning Finn, Finnsburg ruzie, en zo vallen er aan weerszijden doden. Zo ging dat in die tijd.
Ze maken het weer goed, leggen alle doden eervol op zo’n Germaanse brandstapel, wat gouden geschenken er bij: altijd handig in het hiernamaals. Dus net als in het Nibelungenlied zien we hier zo’n konings-hal waarin eervol geknokt wordt, en waar de nodige helden sneuvelen.
En net als bij Siegfried zijn crematie dus zo’n brandstapel.
De Denen moeten dankzij de winter in Friesland blijven, in plaats van terugzeilen naar Denemarken. Terwijl gastvrijheid net als veel vers etenswaar maar 3 dagen goed blijft. Uiteindelijk krijgen ze toch weer ruzie met hun Friese gastheren.
Als het lente wordt en dan slaat de Deen Hengest alsnog koning Finn morsdood in zijn eigen hal. Dank voor de gastvrijheid zullen we maar zeggen. JRR Tolkien heeft van die passage uit Beowulf nog een eigen verslag gemaakt, Finn and Hengest dat je hierboven ziet.
In 1991 werd hier bij Wijnaldum een das-speld gevonden met edelsteen uit India, een fibula die uit de 7de eeuw gedateerd is. Je hebt nu een Archeologisch steunpunt in Wijnaldum, met een geschiedenis over die vondst die nu in het Fries Museum ligt.
De Fibula zou een voorstelling zijn van Wodan/Odin, de Nordische oppergod. De Wotan waar de Germaan-Shamaan Guido von List de wederkomt van voorspelde via de incarnatie in een Germaanse Messias.
De eerste verhalen over het leven van de Friezen komen van Plinius de Oudere (23-79): de Friezen zouden op eindeloze moddervlaktes leven en je zou niet zien waar het land begon, en de zee ophield (en vice versa)
Een eindeloze Wadden-vlakte, in een tijd dat de Waddenzee (zoals die nu er uitziet) nog niet bestond. Wel was er het Flevo-meer dat haar naam van de Romeinen kreeg, het latere Aelmere.
Plinius schreef de eerste ‘Natuurlijke Historie’, een encyclopedie voor natuurstudie, met onderwerpen van zoologie tot landbouw, menselijke fysiologie en astronomie (sterrenkunde)
Bij de uitbarsting van de Vesuvius kwam hij om.
In Wijnaldum kwam ik nog een meisje met mooie stevige borsten tegen, worstelend met een dwarse jonge Golden Retriever die Finn heette. Die naam kon geen toeval zijn.