Vanaf de Afsluitdijk bij Kornwerderzand zie je de kerkspits van de Bonifatiuskerk van het dorpje Cornwerd.
Daar in de dorpskern leer ik voor het eerst over het bestaan van de Friese wetenschapper-filosoof en dichter Obe Postma. Van die vroeg 20ste eeuwse cultuurvormer bestaat ook een Obe Postma-gezelschap, dat zijn poezie op het web beschikbaar stelde.
Dat kwam dankzij deze tekst op de Bed en Breakfast naast het kerkhof:
Dat gaat over het protest tegen de 9 giga-windturbines die men in het landschap van de Pingjumer Halsband neerzet, hier reeds beschreven over de (bij voorbaat) verloren strijd van de bewoners tegen de ecodictatuur.
Deze foto was in het voorjaar van deze eeuwenoude slaperdijk, de Pingjumer Halsband.
Daar komen dus nog een aantal van bij die 3 maal zo hoog zijn. De meeste bewoners, verenigd in Hou Friesland Mooi, waren daar zacht gezegd niet zo blij mee.
Vanaf de dijk ziet het er nu ook al onrustig uit met die kleine zwaaipaaltjes, maar je kunt bij sommige stukken horizon er nog aan die draaierige nervositeit ontsnappen:
Zie maar, als contrast met de groene zee met rode daken van boerderijen, waar je achter de dijk nog een zeilschip voorbij ziet varen:
…je ziet in Cornwerd een typisch ‘modern’ Fries dorpje, deels door import overgenomen die zich in Oosterse religie onderdompelt in Westerse ‘zelf-optimalisatie’-jas. Zeg maar ‘alles is Maya, behalve ikzelf’.
Geen modern Fries dorpje zonder een Yoga-instructeur of natuurgenezer die Tarotkaarten leest, of met zo’n Intratuinboeddha voor de ramen.
Terwijl de kerk in veel dorpjes overblijft als ontzield lichaam, een spiritueel museum dat nauwelijks nog wordt bezocht voor het oorspronkelijk doel: samenzang en diensten in de Westerse traditie.
Nu hoeft het niet weer als ‘vroeger’ te zijn, maar is er niet een derde weg: vooruit met het goede van vroeger? De meeste protestantse kerken zijn nu ‘De Linkse Kerk’, wat een collega Jonathan van Tongeren het ‘NGO-christendom’ noemt, en ik ‘seculier light’: geen aanstoot geven, voor iedereen even aardig pretenderen te zijn.
Zonder peper en zout, met een vleugje Westerse zelfhaat.
..maar goed, zowel het secularisme als de crucifixen van dat secularisme in het landschap- de windturbines- zijn een voldongen feit. Tegelijk is het die import die nu het meest voor het landschap opkomt, want dat was de reden dat ze in ruimtelijk Friesland kwamen wonen.
Je hoeft je dus niet bij de uitkleding van cultuur en landschap neer te leggen. Her-waardering en ontdekking van de eigen wortels en cultuur die ons landschap vormden, het kan een mooi tegengif zijn bij voortschrijdende Globalisering en nivellering.
Daar leent Interessante Tijden zich voor, als studiecentrum van de menselijke natuur en de natuurlijke historie. Ecologie waarin tijd, de historie als dimensie weer een vormende rol speelt en dus ook de cultuur.
Het positieve is dat je zo leert van het bestaan van Obe Postma die Wis- en Natuurkunde ging studeren om ‘het leven’ te begrijpen, het wezen van alle dingen. Daarom denk ik ook van jongsaf na over evolutie, biologie, waar komen we vandaan, wat is leven.
Wiskunde wekt de illusie van vaste ‘wetten’ achter de realiteit, daarom had de Griek Pythagoras (van Pi, waarmee je de cirkel-omtrek berekent via 2PiR) ook zijn eigen religieuze sekte die via Wiskunde achter ‘God’ wilde komen, het wezen van alles.
Maar alleen Wis- en Natuurkunde voldeed Postma niet, en dus ging hij ook nog filosofie studeren.
Qua filosofie lijkt Postma via een aantal Duitsers in de traditie van Schopenhauer’s levenswil en het vitalisme van Henri Bergsson te staan, met een vleugje Spinoza en Heraclitus. Individuen zijn begrensd, want zonder grenzen kun je ze niet verleggen.
Maar als geheel is het leven ‘een‘.
Al is dat ook wat Bono zingt (U2) in One: ‘We’re one, but we’re not the same’… Dat scheelt je weer een hele boekenkast, terwijl de kerngedachte van iemand meestal in 1 zin valt te vatten. En de rest is een poging daar diepte aan te geven.
Daarop komen we later nog terug, als we verder gaan met de bespreking van Rupert Sheldrake’s ‘The Science Delusion’. Of je Obe Postma dus de Friese Heidegger kunt noemen, daarvoor moeten we ‘m beter bestuderen. Het is alvast mooi te weten dat hij bestond. Want dat wist ik voorheen nog niet.
Omroep Fryslan wilde met het Fries Film-archief tijdens de Obe Postmadagen populair doen voor door massa-onderwijs gestupificeerde ‘jongeren’ door hem een ‘rapper’ te noemen. (oh kijk ons eens in jullie belevingswereld stappen, alsof je gaat blaffen in de hoop dat je hond je dan aardiger vindt)
Een tik van de postmoderne molen, die alle cultuur wil gelijk schakelen en plat slaan, dat je ondraaglijk licht vrouwengebabbel als ‘hoger inzicht’ verkocht krijgt. Heerlijk, om je daar mateloos aan te ergeren. Mens erger je wel, want dan ben je een individu dat grenzen aangeeft.
Wel, als Obe Postma nu iets NIET was- wat je bij zeer oppervlakkige bestudering al kunt zien- dan is het zo’n neger met gouden tanden die wat over zichzelf opschept op een vierkwartsmaat. “Jai bendie maisje for mai ikzwirtje schatje ik bendie beste weetje’. Dat is lage cultuur, als het al cultuur is.
Een aap die een pinda plet met een steen is ook geen cultuur.
Net als die mekkerende robot-stemmetjes op 538 of Sky radio, die plastic emo-pop heeft meer met hersen-manipulatie van doen dan muziek. (google maar eens ‘Transhumanisme’!) Dat je de grens tussen menselijk en onmenselijk vervaagt, tot alles uit een apparaatje moet komen.
Postma was eerder Fries Nationalist die als Fries de hoge cultuur nastreefde voor zijn eigen volk, de Friezen. En geen linksige postmodernist/nihilist, het spul dat nu de cultuur uitholt.
Zie hier een strofe uit zijn gedicht ‘Fan it Fryske Lan’ (1937), waar hij diep in de donkere nationalistische Romantiek van Blut und Bodem duikt, waar ook het Friese volkslied van overloopt:
Kenn’ jimm’ de marsk fan de Krummhorn?
Haww’ jimm’ makke op ’e geast fan Aurich nei d’ Upstalbeam Friezene pylgertocht?Faaks binne jimm’ tein, by Ditmarschen lâns en by Eiderstedt op Noard-Fryslân ta
Om de sprake te hearren en de Halligen rizen te sjen!Mar haww’ jimm’ ek west yn ’e greide en it gers yn jimm’ hannen field,
En haww’ jimm’ it wetter preaun út de fething fan Nommenswarf?Dat alles is Fryslân.
En zijn Augustus-gedicht past mooi bij deze laatste augustus-dagen waarin het licht al een najaarsglans krijgt:
Dêr leit de iepen wrâld:
De blanke see, it leave griene lân,
En op ‘e bou, yn ljocht’ en brune rige,
Ta stûke en opper stâld, de goed‑bestelde frucht.
De doarpkes om har toer, yn lytse ring,
Ferbrekke it flakke fjild; de koaien, donker bosk
Mei âld geheim, lizz’ jinsen frjemd en grut;
Yn it fergetten poelke weeft it hege reid.
It lústert fan âld Fryslân, sompich oard;
Fan klinten, ’t lege tek mei mos begroeid;
Fan jacht om it bederf, mei oerd of net;
Nei fierste tiden nimt it rûzjen mei.
Dan wint it ljochte nôt, de nije tiid
Is blier fan kleur en glâns;
It reade dak bringt libben tusken ’t grien,
Bliid gean de minsken oer de ljochte fjilden.
Het Fries moet je gewoon hardop lezen, het is zo moeilijk niet. En dan is het veel zangeriger dan het Nederlands. Of je alles begrijpt is vervolgens niet van belang. De meeste mensen begrijpen zichzelf al niet, maar willen zichzelf desondanks – of juist daarom- toch de hele dag horen.