Op de zondag geen profane boodschappen uit De Abdij, uw Studiecentrum voor Natuurlijke Historie en Menselijke Natuur. Maar een Schriftlezing uit de ge-erfde Statenbijbel. We vervolgen de Psalmenreeks met nummer 10. We zien hier de goddeloze D66’er beschreven, Ventje Pechtold die maar doet wat ‘m goeddunkt, en de houding van geloof als bezielde tegenpool, ook wanneer God afwezig is in de eigen beleving.
O Heere! waarom staat Gij van verre, waarom verbergt Gij u in tijden van benauwdheid? De goddelooze vervolgt hittiglijk in hoogmoed de ellendige; laat ze gegrepen worden in de aanslagen die zij bedacht hebben.
Want de goddelooze roemt over den wensch zijner ziel; hij zegent den gierigaard, hij lastert den Heere,
De Goddelooze, gelijk zijnen neus omhoog steekt onderzoekt niet; alle zijne gedachten zijn dat er geen God is.
Zijne wegen maken te allen tijde smart; uwe oordelen zijn eene hoogte verre van hem; alle zijne tegenpartijders die blaast hij aan.
Hij zegt in zijn hart: Ik zal niet wankelen; want ik zal van geslacht tot geslacht in geen kwaad zijn. Zijn mond is vol van vloek en bedriegerijen en list, onder zijne tong is moeite en ongerechtigheid.
Hij zit in de achterlaag der hoeven, in verborgene plaatsen doodt hij den onschuldige; zijne oogen verbergen zich tegen den arme.
Nee die goddelozen blijven er van langs krijgen, het genre Ed Nijpels, Robert Reibestein en Pieter Winsemius:
Hij legt lagen in eene verborgene plaats. gelijk een leeuw in zijn hol; hij legt lagen om den ellendige te rooven; hij rooft den ellendige, als hij hem trekt in zijn net.
Hij duikt neder, hij buigt zich, en de arme hoop valt in zijne sterke pooten. Hij zegt in zijn hart: God heeft het vergeten, Hij heeft zijn aangezicht verborgen, Hij ziet niet in eeuwigheid.
Sta op, Heere God, hef uwe hand op, vergeet de ellendigen niet. Waarom lastert de goddelooze God, zegt in zijn hart: Gij zult het niet zoeken?
Gij ziet het immers, want Gij aanschouwt de moeite en het verdriet, opdat men het in uwe hand geve; op U verlaat zich de arme, Gij zijt geweest een helper van den wees.
Breek den arm des goddeloozen en boozen, zoek zijne goddeloosheid, totdat Gij ze niet vindt.
De Heere is Koning, eeuwiglijk en althoos; de heidenen zijn vergaan uit zijn land. Heere Gij hebt den wensch der zachtmoedigen gehoord;
Gij zult hun hart sterken, uw oor zal opmerken om den wees en den verdrukte recht te doen, opdat een mensch van de aarde niet meer voortvare geweld te bedrijven.
Mijn grootouders hadden een ‘Bijbel met Kanttekeningen’ (1952, Veen Bosch Keuning), waar Dr A,H. Edelkoort de Psalmen bespreekt en van commentaar voorziet.
Deze Psalm zou oorspronkelijk 1 geheel vormen met de vorige week weergegeven Psalm 9. Dat leiden ze af uit de Hebreeuwse gewoonte om iedere strofe met een andere letter van het alfabet te laten beginnen. En de lettering van 9 en 10 loopt in elkaar over. Dr AH Edelkoort schrijft als inleiding:
Blijkens het doorlopen van het alfabet hoort deze psalm als vervolg bij de vorige. Maar de tekst van dit gedeelte is nog sterker geschonden dan die van het vorige.
Slechts door gissing is menigmaal een bruikbare vertaling te geven (uit het Hebreeuws RZ). Zoveel is wel duidelijk, dat hier de droevige toestand van het heden wordt geschetst, waarin de goddelozen de vromen op de ergste wijze verdrukken. We krijgen hier een donker beeld van het lven in oud-Israel (en modern Nederland RZ). Evenwel blijft de dichter in Gods recht geloven
Je ziet dus hoe de Bijbelteksten wel degelijk onder vervorming en vertaling hebben geleden door de millennia van gebruik. In de verhalen van ‘Koningen’ en ‘Kronieken’ kom je ook die bizarre passages tegen als ‘is dat verhaal niet geschreven in het boek van de….’. De schrijver die de lezer vraagt van ‘weet U nog in welk boek dat verhaal stond’.
De Bijbel is mensenwerk, uiteraard. Zoals kerken ook door mensen zijn gebouwd, en dan zit er ook wel eens een constructiefoutje in.
Daarom waren die kerken niet minder aan God gewijd. Mensen doorleven hun sterfelijkheid en zoeken rituele omgang met dat onvermijdelijke lot, zonder de dood geloofde niemand in God. Ook omdat je de kwetsbaarheid van leven in de dood weerspiegeld ziet. Als ‘leven’ 1 onderscheidende eigenschap heeft, dan is dat het vermogen te sterven. Levenloze materie worden.
Terwijl leven enkel uit ander leven kan voortkomen.
Je ziet ook in die Psalm 10 dat de schrijver het atheïsme als gangbare normaliteit omschrijft, de goddeloozen die ‘hun neus ophalen’ naar God: die waren er altijd al. Niets moderns aan. Hoewel AH Edelkoort als commentaar stelt, bij de passage ‘Al zijn gedachten stellen, er is geen God’:
Dit is geen theoretische ontkenning van God’s bestaan. Zulke lieden kwamen in de oude wereld niet voor; dat is alleen het geval in ons beschaafde Westen. Maar bedoeld is dat God niet tegenwoordig is en dat hij niets doet.
Die opvatting ‘God kijkt toe als een WW’er achter de televisie met zak chips’ zou vanaf de 17/18de eeuw bekend worden als het ‘Deïsme’. Voltaire was bijvoorbeeld een Deist. De onbewogen beweger, die het Heelal met Newtoniaanse wetten in gang zette en vervolgens dacht ‘Nou, ’t is wel goed zo’.
Pas in Wageningen toen ik een Evangelische handjeklap-gemeente bezocht, kwam je weer christenen tegen die daadwerkelijk geloofden dat Jezus op aarde terug zou komen. Opgegroeid in een gereformeerde kerk en een christelijk-protestantse lagere school vond je die opvatting nogal exotisch. Die mensen in Wageningen geloofden dat iedere gebeurtenis in hun leven door God was bedoeld als een soort plan, tot het motorongeluk aan toe.
Dat vond je toen nogal vergezocht.
De gereformeerde kerk uit de Friese jeugdjaren is inmiddels al opgeheven. Andere protestantse kerken zijn grijze sterfhuizen. In mijn jeugd werden er nog 2 volle diensten per ochtend gehouden. Als het niet waar is, je hoeft God niet te ‘vrezen’ maar moet het beleefd gezegd ‘symbolisch’ lezen, dan hoef je ook niets aan de boodschap gelegen te laten.
Vadertje Staat zorgt wel voor de Nederlanders.
Al vanaf mijn achtste geloofde ik niet meer in God, laat staan dat er ook maar iets waar zou zijn van Bijbelverhalen. Sterker nog, ik kan me herinneren dat ik bij een vriendje van de lagere school met zijn Star Wars-speelgoed speelde. En hij begon over ‘de doden die uit hun graven zullen opstaan’, dat moet ergens groep 5/6 (2de of 3de klas) zijn geweest, een vaag beeld is blijven hangen. En dat je zei ‘dat kan toch helemaal niet’.
Het ‘dood is dood’-levensgevoel is nogal dubbel. Aan de ene kant, dan ben je overal maar vanaf. Aan de andere kant. Dan is er ook geen rechtvaardigheid of moreel universum, en daarmee is bij Leven vrijwel niet te leven. De Psalm 10-regel ‘Waarom smaadt de goddeloze God, spreekt hij in zijn hart: Gij vraagt geen rekenschap’ is een uiting van die opvatting over het universum.
De opvolgende Psalmregel ‘Gij Ziet het, want gij aanschouwt moeite en verdriet’ is daarbij de tegenpool, van degene die de houding van het geloof kiest. Die keuze is toch mooier, van grotere schoonheid en bezieling. Van de geschriften van Vadertje Staat in Blauwe Envelop moeten de meeste mensen hardgrondig vloeken, tenzij er ’teruggaaf’ op staat.
Maar de geschriften van en over God de Vader, die inspireerden tot de hoogste kunst van Mozart, Bach en Rembrandt tot een simpel kinderliedje door een floppie met ontroerende overtuiging gezongen. Zo zit het in mijn jeugd er in geramde volgende liedje nog steeds in het hoofd.
We zingen dat in de auto, wanneer we op foto-expeditie zijn en doen wat we ’t liefste doen: rondzwerven en exploren met camera en Trudy, je laten verrassen door de realiteit waarvan je het bestaan niet wist tot je het voor het eerste aanschouwt. Liefst zo overdreven en gek mogelijk:
Wil je wel gelooooven dat ’t groeien gaat, klein en ongelooooooflijk als een mosterdzaad. Dat je had geborgen in de zachte grond, en waaruit een groooteeee boooom ooontsprooooong.
Waarom zou ’t niet mogelijk zijn dat Nederland gewoon weer een christelijk land wordt als vroeger, en dat al die prachtige oude kerken hier in Groningen en Friesland weer volzitten met zingende mensen. Dat de heilige mis er weer wordt opgedragen, de schade van de Reformatie weer wordt teruggedraaid. Als het na 80 jaar staatsgesanctioneerd Atheisme in Rusland en de vernietiging van duizenden kerken ook kan…
Dat Poetin Rusland een ‘Orthodox Christelijke Natie’ noemt, zodat Lenin zich in zijn Helse graf omdraait. Ook dat is geloof: rekening houden met het onmogelijk geachte. Geloven dat het groeien gaat…