Groene Voornemens in Oost Europees ‘Oerbos’

Toerisme of purisme?

Het internationale biodiversiteitsprogramma BBI Matra (2009) van de Nederlandse overheid zou biodiversiteit in het buitenland bevorderen. Maar het effect op de biodiversiteit is onbekend en beschermingsplannen belanden vaak in diepe bureaulades. Juist op bekende ‘conservation hotspots’ als het Pools/Wit-Russische Bialowieza-woud concurreren tientallen ‘ngo’s met elkaar om subsidie en de ene ngo kan vervolgens met eigen plan ongedaan willen maken, wat de vorige ngo met subsidie in gang zette.

Sprookjesbos in het ‘heilige der heiligen’

Europa’s ‘laatste laaglandoerbos’, het Bialowiezawoud op de Pools-Witrussische grens, is een typische conservation hotspot. Het oude woud met zijn populatie bisons trekt sinds de val van het IJzeren Gordijn tientallen internationale NGO’s die het beroemde bos willen redden van kettingzaag en verdroging.

In 2006 voegden Nederlandse natuurclubs zich bij het NGO-leger, gesteund door het ministeriële Beleidsprogramma Biodiversiteit Internationaal (BBI), het programma voor groene ontwikkelingshulp.

Met een kwart miljoen euro steun van het Ministerie van LNV, als onderdeel van het BBI-actieplan Matra voor Oost Europese natuur, organiseerden Natuurmonumenten en het European Centre for Nature Conservation (ECNC), – een non-profitorganisatie gezeteld in Til-burg – een eigen conferentie in het woud.

Zelfde locatie in de zomer

Ook produceerden de Nederlanders een gebiedskaart en rapport met aanbevelingen: herstel de waterhuishouding, stop de kap van oud bos en zorg voor Pools-Witrussische samenwerking. In 2007 promootte Natuurmonumenten het resulterende plan A Forest of Hope in Nederlandse media als succes.

Maar bij navraag blijkt bioloog Onno de Bruijn, de kartrekker van het plan voor Natuurmonumenten, niet te weten wat er met de aanbevelingen is gebeurd. Een diepe Poolse bureaulade heeft het hoopvolle bosplan opgeslokt, zo blijkt in Bialowieza. ‘Buitenlandse NGO’s zijn vooral goed in het creëren van media-aandacht’, zegt Janusz Korbel, die in het dorp Bialowieza bij het woud woont.

De architect maakt deel uit van een club van 22 Poolse wetenschappers die lobbiet voor natuurbescherming. ‘Ze geven een conferentie, maken een rapport en verdwijnen dan meestal weer’, zegt Korbel. ‘De Poolse milieubeweging profiteert wel van alle media-aandacht omdat politici daar gevoelig voor zijn.

Maar hier in de praktijk hebben buitenlandse NGO`s weinig invloed. Wij hebben ook nooit overleg gehad met Nederlanders.’

Oerrrrr!!!

Papier
Vele hectares bos vinden hun einde in de vorm van papieren aanbevelingen voor Bialowieza. Het nieuwste beschermingsplan komt van het Poolse milieuministerie zelf, de baas van zowel de nationale parken in Polen als van de bosbouw. Het ministerie werkte al voor de komst van de Nederlanders aan een eigen plan, dat de minister op 19 juni presenteerde in Bialowieza.

Dit plan ontstond in opvolging van een lange reeks andere plannen van binnen- en buitenlandse NGO’s.

De inhoud van voorgaande plannen is een déjà vu-ervaring, voor wie het Nederlandse Forest of Hope las. De Wereldbank besteedde begin jaren negentig 6,2 miljoen dollar aan samenwerking tussen Poolse en Wit-Russische beheerders, bescherming van biodiversiteit en ondersteuning van het parkmanagement en ecotoerisme.

Wetenschappers van de universiteit van Bialystok in Oost-Polen stelden een managementplan samen voor het gebied, met identieke aanbevelingen. Poolse NGO’s, Birdlife International en Greenpeace voerden daarnaast ieder op eigen wijze campagne voor het woud, terwijl IUCN in 2003 een alarmerend rapport uitbracht aan de Poolse regering en de Europese Unie.

De Wit Russen hakten een grens dwars door het woud heen….

Het Wereld Natuur Fonds verklaarde Bialowieza in 2001 tot Panparks-gebied. Panparks is de toerismetak van het WNF en een Nederlandse vinding vanuit recreatie-onderneming Molecaten. Zij zouden kleinschalig ecotoerisme ontwikkelen bij grote Europese natuurgebieden.

Maar dankzij alle door natuurbeschermers veroorzaakte media-aandacht over ‘het laatste bedreigde oerbos’ verdubbelde het aantal toeristen in vijf jaar tijd naar tweehonderdduizend bezoekers in 2008.Internationale hotelketens verschenen, en Panparks ging aan grootschaligheid ten onder.

Paardenkar-tochten….

Ook de Denen deden in 2002 een duit in het zakje. Het Deense Oost Europa-samenwerkingsverband Dancee stelde een eigen managementplan op voor het woud met 2 miljoen euro Deens ontwikkelingsgeld. ‘Ik heb wel eens gehoord dat Nederlanders in Bialowieza actief waren, maar sprak ze nooit’, zegt Karsten Raae, bosbouwingenieur die als directeur van Dancee in Polen werkte.

‘Er waren ook zoveel NGO’s actief in het gebied dat ik de tel kwijtraakte. Ik heb voor de grap eens een lijst gemaakt. Populaire gebieden trekken veel organisaties omdat ze hiervoor makkelijker fondsen kunnen werven. Iedereen verdedigt zijn eigen belang, en sommige organisaties werken elkaar zelfs tegen.

Ik snap bijvoorbeeld ook niet dat de Nederlanders wéér een nieuw plan maakten. Er ís al een managementplan waar we nota bene jaren werk in hebben geïnvesteerd en miljoenen euro’s.’

Eeuwenoude eiken…

In tegenstelling tot de Nederlanders wilden de Denen juist meer ruimte voor ‘duurzame’ houtwinning: duurzaam gebruik is één van de speerpunten in het Europese gebiedenplan Natura 2000 en staat ook centraal bij het BBI-programma voor 2009 tot 2012. Duurzaam gebruik is momenteel hét toverwoord binnen internationale natuurbescherming, als middel voor ‘draagvlak’.

Al zou dit duurzaam gebruik volgens de Poolse ornitholoog Thomas Wesolowski in oud bos als Bialowieza juist averechts werken, zo schreef hij in 2005 in Conservation Biology. Wesolowski, een collega van Korbel, stelde dat alleen voor laagwaardige natuurgebieden duurzaam gebruik een stimulans kon zijn.

Even pauze bij de toeristenkraam 🙂

Excuus
Het geval Bialowieza staat niet op zichzelf. Bij groene ontwikkelingshulp is het normaal dat NGO´s langs elkaar heenwerken, en elkaar beconcurreren om fondsen en opdrachten (zie kader). Ook het nalaten van effectmeting in de natuur zelf is gebruikelijk. Het op 19 mei gepubliceerde rapport voor beleidsambtenaren en NGO’s, Keuzes in Biodiversiteitsbeleid van de hand van de Wageningse beleidsonderzoeker Dana Kamphorst, toont dat BBI niet afrekent op praktijkresultaat, de ‘impact’ op natuurgebieden en biodiversiteit, maar op output.

Die output wordt afgemeten aan de rapportproductie en de organisatie van conferenties, zoals aandelen in het World Conservation Congress in Barcelona in 2008. Die nadruk op output blijft in het nieuwe BBI-programma tot 2012 bestaan. Volgens de respondenten uit NGO’s, beleidsambtenaren en het Planbureau voor de Leefomgeving zou impactmeting te ingewikkeld zijn.

Het beruchte Best Western Hotel van Pan Parks…

Na negatieve evaluatie van BBI pleitte de Tweede Kamer in 2008 via de motie-Polderman nog voor heldere afrekenbare doelen bij BBI. Maar Kamphorst erkent dat ook het nieuwe BBI-programma de biodiversiteitsdoelen nog zo ruim formuleert, dat effect buiten de papieren wereld nauwelijks meetbaar is.

‘Je hoort van respondenten steeds het excuus dat internationale natuurbescherming zo complex is, en dat resultaatmeting op impact daarom niet kan’, zegt Kamphorst, die de beleidsambtenaren interviewde voor de evaluatie. ‘De meeste ambtenaren bij het ministerie en medewerkers van NGO’s geloven wel sterk in de positieve effecten. Medewerkers van het Planbureau voor de Leefomgeving zijn kritischer.’

Zelfde locatie in de winter

Poolse landdag
De Nederlanders, maar ook Poolse milieuclubs, pleiten voor een kapverbod van oud bos in het hele Nationale Park. Dit was de Polen niet ontgaan. Tijdens de Nederlandse conferentie van Natuurmonumenten en ECNC in april 2006 presenteerde het hoofd van de State Forest Service Andrzej Antczak dan ook houtkapcijfers tot 2002.

De grafiek tot die periode liet een keurig dalende trend zien. Actuelere cijfers bestonden wel, maar deze kregen de Nederlanders niet te zien. Een kleine check bij Antczak leert dat de houtoogst na 2002 met dertig procent steeg dankzij het ingevoerde Deense managementplan.

Moeten Nederlandse natuurbeschermers dus niet hun eigen grenzen erkennen? ‘Dat is een gewetensvraag’, zegt Feiko Prins, die voor Natuurmonumenten de Europese zaken waarnam tijdens het Bialowieza-project. ‘Natuurlijk krijgen we ook wel eens de indruk dat men zo zijn eigen agenda heeft.

Maar wat stel je anders voor dat we moeten doen – helemaal niets? Nu kun je tenminste nog een positieve invloed uitoefenen, al zul je in een regio als deze veel geduld moeten hebben.’

Toegang naar het ‘heilige der heilgen’

Maar voor buitenstaanders blijft de lokale natuurpolitiek in Bialowieza ondoordringbaar. Zelfs de Poolse milieubeweging heeft moeite om alle ruzies te volgen die spelen tussen de drie belangrijke partijen: het nationaal parkbestuur, de bosbouw en de recreatiesector. Wel bepalen juist deze intriges de toekomst van het woud.

‘De laatste wisselingen lijken gunstig voor ons’, zegt Korbel. ‘Zo is State Forest Service-hoofd Antczak onlangs weggepromoveerd omdat hij zich politiek onmogelijk maakte. Hij was onze grootste tegenstander. De huidige Nationaal Parkdirecteur, inmiddels de derde in vijf jaar tijd, is ook goed voor onze zaak. Zij is de eerste die zich inzet tegen de houtkap.’

Ook de negen maanden geleden aangetreden milieuminister lijkt pro-bos. ‘Hij profileert zich nu in media als redder van het Nationaal Park en zou het oppervlak willen uitbreiden. Maar voorlopig krijgen we meer van hetzelfde: een nieuwe internationale conferentie in september, die de 600-jarige bescherming van Bialowieza viert.

Daar zit een zekere ironie in. Toen de Poolse koning Jagiello het bos gebruikte als jachtreservaat, was het hele woud beschermd. Nu, 600 jaar later, is 11 procent veilig gesteld. In de Middeleeuwen was de bescherming dus beter geregeld.’

Het Oerbos…

Kader 1: Bialowieza

– Een oud laaglandbos op de grens van Polen en Wit-Rusland. Ontsnapte aan de zaag door koninklijke bescherming als jachtreservaat en dient nu als een natuurlijke referentie voor ecologisch bosbeheer.
– Aan Poolse kant is ongeveer 13.000 hectare beschermd als nationaal park van in totaal ongeveer 60.000 hectare bos. Daarvan is ongeveer 5000 hectare strikt beschermd als Unesco Biosphere Reserve. Aan Wit-Russische zijde heeft 177.000 hectare bos diezelfde Unesco-status. Bialowieza staat tevens op de Unesco Werelderfgoedlijst. Het bos is over de hele grens doorsneden door een streng bewaakt grenshek.
– De bisons die als begrazers zijn uitgezet in de Kennemerduinen, stammen af van Bialowieza-bisons.

Dikke eeuwenoude eiken…

Kader 2: Groene ontwikkelingshulp
Het BBI-programma staat voor Biodiversiteits Beleid Internationaal. Het onderdeel Matra richtte zich op natuurbescherming in Oost Europa, met de Oeral als uiterste oostgrens. Van 1998 tot 2008 was Matra, met een jaarbudget van 5 miljoen euro, ondergebracht bij het Ministerie van LNV. Vanaf 2009 is Matra echter ondergebracht bij Buitenlandse zaken. Dit ministerie stelt jaarlijks 90 miljoen euro beschikbaar voor biodiversiteit in het buitenland.

Het leeuwendeel van dit bedrag gaat naar NGO’s als IUCN en het Wereld Natuur Fonds. Deze grote particuliere NGO’s fungeerden steeds meer als fondsenparaplu. Zo vergroten de grote drie particuliere natuurclubs sinds de jaren negentig vorige eeuw het aandeel overheidsgeld in hun budget, soms tot meer dan 80 procent, zo meldt het World Watch Institute in 2004.

Om toch nog kans te maken op fondsen, verenigden twaalf kleine natuurstichtingen zich in 2001 in de Federatie Internationale Natuurbescherming. Een voorbeeld is stichting Tigris van Michiel Hotte, die met een budget van enkele tienduizenden euro’s per jaar het uitsterven van de amoerpanter voorlopig wist tegen te houden.

De voormalige FIN-voorzitter, de Wageningse toxicoloog Jan Koeman, betaalt zelf zijn reizen naar het hartenbeestproject in Ethiopië.

Volgens Koeman, zelf onbezoldigd actief, zijn FIN-leden minder geld kwijt aan overhead.

Een blik op het jaarverslag 2008 van het Wereld Natuur Fonds in Nederland leert bijvoorbeeld dat het WNF per werknemer jaarlijks gemiddeld een ton euro besteedt aan salaris en so-ciale premies, ongeveer 9 miljoen euro van de in totaal 52 miljoen euro aan geworven fondsen en subsidies.

Het oerbos… Europese laagland-jungle

  • Dit artikel publiceerde ik 5-9-2009 in Bionieuws. Zo kreeg je vanuit de praktijk mee hoe ‘ngo’s’ werken, als zelfstandige industrie die vooral draait op en om subsidies. Daarnaast dienen ngo’s als Trojaanse paarden van invloed van ministeries van diverse landen. Daarom krijgen ze ook geld. BBI-matra diende voor Nederland om haar invloed in Oost Europa uit te breiden.

One Reply to “Groene Voornemens in Oost Europees ‘Oerbos’”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *