Bij Bijenjongeren op bezoek in Osdorp

Een bijen-ouderejongere

In dit zaterdagse archiefverhaal reizen we naar het Bijenpark in Amsterdams Osdorp. Jaren van slecht nieuws over uitstervende imkers en mysterieuze verdwijnbijen, oogstten een positief effect. De aanwas van jonge cursisten voor bijen houden groeide in 2010 landelijk. Ook in het Nieuwe Bijenpark in Osdorp startten enkele bijenjongeren, die hun eigen bijenvolk managen als hobby, met honing tot gevolg. Deze reportage publiceerde ik 20 augustus 2010 in Het Parool.

Gele stip is de koningin

We beginnen net als in het ziekenhuis met het slechte nieuws. Jaarlijks krimpt het aantal imkers met 5 tot 10 procent door vergrijzing, en buiten de bijenhouderij zijn alle Europese honingbijen uitgestorven. Honingprijzen dalen. De bloemenrijkdom in Nederland neemt af, de natuur versnippert door snelwegen.

Dankzij bijenplaag 1, de Varroamijt en zijn virussen, stierf afgelopen jaar 19 procent van alle volken tijdens de winter. Nederland is hier Europees koploper wintersterfte. Zonder bijenbestuiving kampt de nationale land- en tuinbouw met een inkomstenderving van jaarlijks 1,1 miljard euro.

En toch is er hoop voor het bijenvolk. Golven van negatieve bijenpers doen het aantal aspirant-imkers weer groeien. In 2008 volgde een dieptepunt van 120 nieuwe cursisten bij de Nederlandse Bijenhouders Vereniging (NBV) in Wageningen. Dit jaar waren het al weer 500, waarvan 30 procent bijenjongeren: deelnemers jonger dan 30 jaar.

Na jarenlang symbool te zijn van Aids-campagnes mag de bij mag in 2010 weer eens ambassadeur zijn iets van iets aardigs: de diversiteit van leven op aarde. De bij verkoopt ook weer. De Amsterdamse Bijenkorf begon in april haar eigen honinglijn van landgoed Marienwaerdt.

Stokrozen, echte bijenplanten

Leasebij
‘Ik durf weer licht optimistisch te zijn over de toekomst van bijenhouderij’, zegt NBV-voorzitter Jan Drummerholt. ‘En dat was een paar jaar geleden wel anders. De meeste deelnemers kijken nog of bijen houden wat voor ze is, ze worden nog niet direct imker. Maar wij denken dat het virus wel overslaat, als ze maar contact krijgen met natuur en bijen. Dan pakken ze later het vak op, wanneer de tijd er voor is.’

Zoals bij alle natuurorganisaties, blijft de vergrijzende NBV zich het hoofd breken over de behoefte aan jong bloed. Kleuters zijn geen punt: die springen gefascineerd bovenop NBV-demonstraties met levende bijen achter glasplaat. Een natuurtechnisch probleemgeval blijft ‘de jongere’, in de moeilijke leeftijd waar andermans mening de interesses dicteert.

Duitse imkers bedachten als wervingsmiddel al de leasebij. Een bijenjongere krijgt een kast met volk. De imker begeleidt iedere twee weken de aspirant, die zelf de honing mag oogsten en verkopen. In het najaar beslist de aspirant of hij de kast voor 80 euro koopt en doorgaat.

Bijenkasten

Het wervende succes van natuurcontact wisselt, tenminste in Amsterdam. De 18-jarige kleinzoon van Amsterdamse bijennestor Ries Hoogendoorn werd vanaf zijn kleutertijd bedolven onder bijen. Maar hij is niet voor de beestjes te porren.

‘Die zit iedere dag nulletjes en eentjes achter een scherm te schrijven, agressieve spelletjes programmeren’, zegt Hoogendoorn. ‘Mediamanagement wil hij studeren. Maar hij helpt als het goed is wel met de honingoogst, omdat zijn opa ‘m ook wel eens helpt.’

Het oud-Hollandse Imker klinkt ook wat oubollig bij jongerenwerving. Moeten imkers qua naamgeving inspiratie opdoen bij de vaak ongrijpbare studies van Hogescholen? ‘Bijenmanagement’ bijvoorbeeld, zou al meer wervend klinken, met meer vrienden.

De aspirant-imker is namelijk een bijenmanager, die een hele afdeling van 50.000 werksters aanstuurt inclusief koningin. Bij de thuisbasis van Hoogendoorn, het Nieuwe Bijenpark in Osdorp krijgen nieuwe bijenmanagers, net als bij de Duitse leasebijen meteen een eigen bijenvolk onder zich. En dan maar managen.

Bijenpark, een restje gezond Oud Hollands groen verenigingsleven

Blote handen
In de nazomer kunnen aspiranten zelf honing oogsten, na het behalen van een imkersdiploma. Dat papiertje krijgen aspirant-bijenmanagers bij Hoogendoorn niet automatisch: ‘Als je echt geen kennis opneemt, en je hebt geen doorzettingsvermogen dan zul je geen goede imker worden’, stelt Hoogendoorn. ‘Maar zelfs toen ze een flinke portie bijensteken kregen, lieten de cursusten zich niet afschrikken.”

De bijen uit Osdorp werken drempelverlagend. Het zijn ‘makke lammetjes’, volgens Hoogendoorn. Eén van de nieuwe bijenjongeren, UvA-student Jan Willem van den Heuvel pakt zijn volk met blote handen aan, op zoek naar de koningin.

Deze belangrijkste bij heeft hij met een stipje gemarkeerd, om haar snel terug te vinden. ‘Ik vind zo’n pak veel te warm met het mooie weer. En meestal doen ze niets als je geen plotselinge bewegingen maakt.’

De Bijenjongere

Studente Femke Sudmeijer, een ‘oudere jongere’, heeft zich wel gehuld in het soort asbest-maanpak dat bij imkers gebruikelijk is. Wanneer ze rook uit een koffiekan met kooltjes de raten inblaast, worden de bijen rustig.

Zelfs de wachtbijen die de kastopening bewaken tegen indringende roofdieren en imkers, kijken onverschillig toe hoe Sudmeijer de honingraten uit de kast tilt.

‘Toch ben ik één keer door een hele zwerm gestoken’, zegt Sudmeijer, die nu haar honingraten afstroopt op zoek naar de koningin. ‘Dat was bij de kast van de buurman. Ik moest naar het ziekenhuis om tegengif in te nemen en daar wordt je knap misselijk van. Zelf ben ik aangestoken, dankzij een vroegere onderwijzer op de lagere school.

Hij nam ons als leerlingen gewoon mee naar zijn bijenkasten om te helpen. Toen ik hier in Amsterdam weer een studie oppakte, las ik over het Bijenpark en besloot ik zelf te beginnen.’

Bloemetjes houden van bijtjes

Zeg het met bloemen
Een bijenjongere bezit geen ‘attitude’, of stress. Wie al ‘fokking bitsj’ roepend woest gebaart richting koningin, ontmoet een zwerm boze waakbijen. De bijenjongere is dan ook van het meer contemplatieve soort, de moeilijkste jaren voorbij. De imker moet zich namelijk aanpassen aan de mores van het bijenvolk, en niet andersom.

De honingbij is geen dresseerbare hond, maar onveranderlijk in zijn gedrag. De aspirant ziet aan de bijen, waar zijn eigen fout ligt en dus gebrek aan kennis. Een leven lang leren, zo bezweren imkers.

De ware bijenjongere bewondert zijn bijen, en met recht. Bijbioloog Jürgen Tautz, schrijver van dé Bijbel ‘Honingbijen’, beschouwt het bijenvolk als één superorganisme. Een zoogdier, dat zijn larven zoogt met nectar, met constante lichaamstemperatuur van 35 graden en de koningin als hart. Dit superdier exploiteert al 30 miljoen jaar de nectar en stuifmeel van bloemen.

De bloem op zijn beurt, verleidt de bij met wat kleurtjes en lokstoffen om zich voor hem uit te sloven. Zijn voortplanting kan de plant zo outsourcen. Die relatie van onderlinge uitbuiting tussen bij en plant heet dan co-evolutie: beide zijn volledig op elkaar afgestemd. Een kastanjeboom heeft zelfs een ‘bestuivingsstoplicht’, zijn bloemen springen van geel naar rood als hij al bestoven is.

De Bijen op de raat

Succesvolle imkers kunnen ook incasseren. Het kan gebeuren dat je het ene jaar tientallen volken hebt met veel honingopbrengst. En plotseling het volgende jaar kunnen al je volken verdwenen zijn. De natuur is wisselvallig.

Hoogendoorn verloor al drie maal al zijn bijenvolken en moest blanco beginnen. Naast de varroamijt, eist de mysterieuze verdwijnziekte in de zomer  zijn tol. Nederlands onderzoek vermoedt dat pesticiden, neonicotinen het richtinggevoel van bijen verwart: ze keren niet terug.

Het loon na vele bijensteken, dode volken en bijles is een dikke 30 kilo honing per bijenvolk, dat de imkers ‘s zomers oogsten. Ook op het Nieuwe Bijenpark zijn Hoogendoorn en bijenjongeren druk aan het ‘slingeren’. Hierbij plaatsen de imkers de raten in een centrifuge.

Bij ons in de achtertuin, het slangekruid geeft een ware bijenorgie

Het kleverige goedje schuift naar de rand en kan weggeschept worden. ‘Je kunt aan alle honing best geld verdienen’, zegt bijenjongere Van den Heuvel. ‘Al zou ik zelf nu eigenlijk helemaal niet weten waar ik met al die honing naar toe moet. Maar daar was het me ook niet om te doen. Ik vond die bijen boeiende beestjes en wilde naast het stadsleven ook in de natuur zijn.”

Dus misschien is er nog hoop voor Hoogendoorn’s kleinzoon. ‘Het kan zijn dat ik een zaadje heb geplant’, zegt Hoogendoorn. ‘Dan pakt hij het op latere leeftijd op als de tijd rijp is, zoals je dat ook bij de aspiranten ziet.

Femke kon zich haar imker-onderwijzer herinneren, en volgde de cursus toen de gelegenheid kwam. Het is net als bij zaad van de lupine: de bloem kan na enkele maanden tot bloei komen maar ook na vele jaren. Eerst moeten de omstandigheden gunstig zijn.’

Bijenjongere in Bijenpark Osdorp Amsterdam

///kader

Bijen (onder)zoek
Het Parool schreef al in 1987 over de bijensterfte: ‘De Varroamijt zuigt levenskracht uit de bijen en maakt de krachtigste volken tot gedegenereerde tobbers’. Varroa destructor is een parasiet die leeft op het ‘bloed’van larven en bijen. Zonder bestrijding met mierenzuur en oxaalzuur zou in Europa geen bijenhouderij meer mogelijk zijn.

Volgens Nederlands bijbioloog Tjeerd Blacquire ligt een groot deel van de bijensterfte in Nederland aan het amateurisme van de in totaal 7000 (hobby)- imkers. Zij zouden de mijtenbestrijding niet goed uitvoeren. In het professionelere Duitsland bijvoorbeeld ligt de sterfte 10 procent lager.

De mijt is een product van globalisering. Hij besmette Europese honingbijen via contact met een Indisch bijenras, en roeide buiten de bijenhouderij alle honingbijen uit. De Indische bijen vonden door de evolutie manieren om de mijt letterlijk af te schudden. Indische bijen ‘vlooien’ elkaar ook. Nieuw onderzoek wijst uit dat de mijt virussen overbrengt, die de bij verzwakken.

Lupine, altijd een bijen-magneet

Meer dan Nederland, steken vooral Duitse biologen geld in onderzoek naar bijensterfte. Dit vanwege de economische schade voor land- en tuinbouw, wanneer bijenbestuiving zou uitblijven.

Nieuw onderzoek van Gallai et al in Ecological Economics in 2009 schat de economische bijdrage van bijenbestuiving op 10 procent van de wereldwijde landbouwopbrengst, 153 miljard euro. Van paprika tot appels en koffie, bijenbestuiving draagt bij aan de opbrengst, bijen meer dan andere insecten omdat ze per plant alle vruchtbeginselen bestuiven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *