Het Rutte-regime haalt deze week Staatsnoodrecht van stal van het begin van de ‘Koude Oorlog’ met de Sovjetunie; De Wet Verplaatsen Bevolking. (1952) Die noodwet voor oorlogstijd maakt het met door het Rutte-regime voorgestelde verruimingen makkelijker om mensen hun huis en zelfs inboedel af te pakken zonder kans op vergoeding.
De definitie ‘buitengewone omstandigheden’ – enkel van toepassing bij oorlog- wilde het Rutte-regime in 2018 al vervangen door het even ruime/vage ‘crisisomstandigheden’. Zelfs ‘klimaatverandering’ zou dan al een permanente noodtoestand mogelijk maken en toepassing van Martial Law. Daartoe gaf de Commissie Muller in 2020 al aanzet, na een wetsvoorstel uit 2018 om het staatsnoodrecht te ‘moderniseren’…
Wet bij oorlogssituatie maakt plaatsing in concentratiekamp mogelijk
De wet was ontworpen voor een eventuele buitenlandse aanval bij een kernoorlog, waarbij op grote schaal binnenlandse bevolking ge-evacueerd moet worden. Als criterium voor inwerkingtreding gelden ‘buitengewone omstandigheden’. Op 1 april werden bij Koninklijk besluit al artikel 2 en 4 van deze variant van Staatsnoodrecht geactiveerd, vanwege de ‘humanitaire verplichting’ die zou zijn ontstaan.
Daarmee kunnen gemeentes tegen de wil van hun bevolking gedwongen worden om door het Rutte-regime voorgetrokken Oekrainers te huisvesten. Bijvoorbeeld door studenten uit antikraakwoningen te gooien.
Zo leeft Nederland nu dus al deels onder Martial Law, oorlogsrecht ontworpen voor de Koude oorlog en een eventuele nucleaire aanval. In Canada ijvert het Trudeau-regime ook al voor de invoering van permanent oorlogsrecht. De Nederlandse Trudeau, World Economic Forum-lakei Mark Rutler volgt dus een zelfde partijlijn, net als zijn collega-globalisten in Nieuw Zeeland en Australie.
Woning met inventaris vorderen
De wet heeft nu ‘nog niet inwerking getreden’ artikelen, die het bijvoorbeeld mogelijk maken om iemand op basis van zijn gedrag uit huis te plaatsen en in een concentratiekamp te zetten. Zoals artikel 8, lid 1:
Onze Minister van Binnenlandse Zaken of een door deze aangewezen autoriteit (zoals de Veiligheidscoordinator) kan in het belang van de volksgezondheid, dan wel met het oog op de gezondheid, de leeftijd of het gedrag van de verplaatste persoon, aan deze, en zo nodig ook aan degenen die met hem samenwonen, een bijzondere verblijfplaats aanwijzen en het verblijf aldaar aan voorschriften onderwerpen.
In artikel zeven staat dat hun overheid je kan dwingen mensen op te nemen terwijl ze jou uit je eigen huis gooien. Dat onderhoud en verblijf geschiedt dan tegen eigen kosten (artikel 10):
De burgemeester kan ten behoeve van verplaatste en te verplaatsen personen hetzij het beschikbaar stellen in gebruik van woonruimte, gebouwen en andere onderkomens, zo nodig met inventaris, hetzij onderbrenging, al of niet met onderhoud, vorderen. De vordering kan in werking treden zodra de beslissing daartoe is bekendgemaakt op de daarbij bepaalde wijze.
Definitie-verruiming ‘buitengewone omstandigheden’
De veel ruimere inzet van de wet komt door definitieverruiming, waartoe het kabinet al in 2020 aanzet gaf. Dat kwam dankzij de Commissie Muller (2020)van de Leidse globalist Erwin Muller die de Wet Veiligheidsregios (Wvr) voor Ferd Grapperhaus evalueerde. Die wet zou ’toekomstbestendiger’ gemaakt moeten worden.
Dit nadat 4 juli 2018 een wetsvoorstel werd ingebracht door het Rutte-regime voor ‘herziening van het staatsnoodrecht’. Na uitbraak en escalatie van de coronasituatie door het Rutte-regime verzocht de Motie Van Dam in oktober 2020 de regering die herziening ter consultatie aan te bieden voor juni 2021. Daarvan is het WODC -advies van december 2021′ staatsnoodrecht past niet meer bij deze tijd’ (….) nu het gevolg.
De WODC borduurt voort op Muller. Edwin Muller (Leiden Universiteit) adviseerde om criteria voor uitroepen van een vorm van noodtoestand te verruimen naar ‘(dreigende) crises vanwege de toenemende complexiteit, grenzeloosheid en onvoorstelbaarheid rechtvaardigen dat een burgemeester noodbevoegdheden inzet.’
Voor alles dat het regime kan verzinnen.
De voornemens om niet officieel de noodtoestand uit te roepen (dat klinkt zo heftig), maar wel noodtoestand-maatregelen te gebruiken stammen dus al van voor de coronasituatie, dus uit 4 juli 2018.
Toen schreef het Rutte-regime:
In het huidige staatsnoodrecht wordt het begrip «buitengewone omstandigheden» gebruikt als aanduiding van de situatie waarin noodbevoegdheden kunnen worden ingezet. Daarbij wordt niet onderscheiden naar de ernst van de situatie, of naar de procedurele voorwaarden om die inzet mogelijk te maken.
Om dat onderscheid, dat er formeel en feitelijk is, tot uitdrukking te brengen, zal het begrip «crisisomstandigheden» worden geïntroduceerd in de regelgeving.
Kortom: een ruimer mandaat met een nog vagere definitie.
Het Rutte-regime wil het – net als de Commissie Muller- eenvoudiger maken om naar noodwetten te grijpen die volgens artikel 103 van de Grondwet normaliter enkel gelden in oorlogstijd. Zij stelden daarom al in 2018 een definitie-verruiming voor, waarbij de bepaling ‘buitengewone’ omstandigheden die voor een noodtoestand (oorlog) zou worden vervangen door het begrip ‘crisisomstandigheden’.
Zo zou de wetgeving ’toekomstbestendig’ gemaakt worden. Dit begrip is een typisch codewoord van globalisten met hun future council. Ze bedoelen dat je op basis van het voorzorgprincipe preventief noodwetten kan inzetten. Avondklokrechter Marie Tan de Sonnaville gebruikte dat zelfde voorzorgprincipe om een klimaattirannie te helpen inzetten voor Urgenda.
Je zou echter de hele CO2-politiek en coronapolitiek hebben moeten verbieden uit voorzorg. De schade en (dodelijke) slachtoffers van maatregelen zijn mogelijk een veelvoud van de vermeden schade door kabinetsaanpak. (Cost Induced Fatalities! )
Separate toepassing (noodregel op noodregel stapelen)
De Raad van State bij een evaluatie van het Rutte-regime evalueerde de Kabinetsaanpak van de corona-epidemie op 4 december 2021, getiteld ‘van noodwet tot crisisrecht.’ Volgens de Raad van State had het Kabinet vanwege het oorlogsluchtje rond ‘noodwet’ niet naar dit instrument gegrepen van Staatsnoodrecht. Zij schrijven dat er nu twee aparte sporen zijn, die van oorlogsrecht (staatsnoodrecht) en reguliere rampenbestrijding waarvoor geen noodtoestand hoeft worden uitgeroepen.
In plaats daarvan maakte het Kabinet gebruik van gelaagde crisiswetgeving, zoals de Wet Pubieke Gezondheid en de Wet buitengewone bevoegheden burgelijk gezag.(Wbbbb) De bestaande crisiswetgeving maakt het mogelijk om via zogenaamde ‘separate toepassing’ met noodmaatregelen te komen, zonder direct de noodtoestand uit te roepen waarmee ‘staatsnoodrecht’ in werking treedt.
Separaat betekent trapsgewijs, naast elkaar. Dat stapelen van losse maatregelen zou flexibele crisisbeheersing mogelijk maken. Het Rutte-regime wilde ook de Avondklok parkeren onder die crisiswetgeving, maar dat besluit sneuvelde bij de Voorzieningenrechter.
Pas toen is naar Staatsnoodrecht gegrepen om de Avondklok- een nazimaatregel uit september 1944- onder te parkeren. Dit nadat de rechter die klimaatactieclub Urgenda hielp aan een gunstig vonnis (op basis van het voorzorgprincipe, een ideologisch artikel), Marie Tan de Sonnaville die Avondklok hielp redden voor het Rutte-regime.
Zelfs ‘klimaatverandering’ als noodtoestand
De Raad van State noemt nu zelfs ‘cyberaanvallen of klimaatverandering’ als aanleiding om met Staatsnoodrecht te komen. Hiermee komt de reeds door de Verenigde Naties in 2020 en het Europees Parlement in 2019 bepleite ‘klimaatnoodtoestand’ dichterbij. Daarnaast bepleit de Raad van State andere formuleringen omdat het imago van ‘staatsnoodrecht’ ertoe leidt, dat het Kabinet schroomde dat instrument in mei 2020 in te zetten.
Zo moest het gemakkelijker worden een soort noodtoestand uit te kunnen roepen, die de bevoegdheden van de ongekozen Veiligheidscoordinator zou verruimen. Deze Veiligheidscoordinator hoeft zich alleen achteraf na besluiten te verantwoorden aan de gemeentes waarvan hij de regie overneemt.
De belangrijkste bepaling uit de Wet Veiligheidsregio’s is dat raadsleden van gemeentes buiten spel worden gezet in hun controlerende taak. Zij kunnen alleen achteraf bij de Minister van Veiligheid om verantwoording vragen. De Veiligheidscoordinator is politiek benoemd, en hoeft zich alleen te verantwoorden aan de Minister van Veiligheid.
Gemeenteraden buiten spel in ‘Veiligheidsregio’s (Angstprovincies)
Veiligheidsregio’s werden tegelijk met de (inmiddels permanente) Crisis- en Herstelwet door Ernst Hirsch Ballin ingesteld in 2010. Ze werden door de UBO’s (eigenaren grootbedrijf) en hun overheid gerechtvaardigd met beroep op de vuurwerkramp in Enschede, de aanslagen in Barcelona (2004) en Londen (2005).
De belangrijkste maatregel uit de Wet Veiligheidsregio’s is dat de Gemeenteraad geen controle meer mag uitvoeren bij rampenbestrijding. De politiek benoemde Veiligheidscoordinator voert alle regie met de Minister van Staatsterreur. (‘Veiligheid’) Bij het schenden van mensenrechten door Bert Bruls mag de (lokale) volksvertegenwoordiging enkel nog haar beklag doen bij de Minister van Staatsterreur.
Wettelijke bevoegdheden zijn ze in de Wet veiligheidsregio’s ontnomen:
De 25 veiligheidsregio’s zijn in werkelijkheid net als het ‘Ministerie van Veiligheid’ (2009) een kopie van het Amerikaanse Department of Homeland Security, haar ‘war on domestic terror’, evenals de steeds dikkere bewapening. Zij zijn een nageboorte van de aanslagen van 9/11 en de reactie daarop door de Neocons rond George W. Bush.
Ook de gevoerde corona-aanpak met lockdowns – op basis van epidemologische computerprojecties- komt uit een werkgroep Biosecurity van George W. Bush in 2005. Die aanpak werd ontwikkeld aan Sandia Laboratories.
Dictator spelen zonder ‘psychologische drempel’
Het idee dat je militair ingrijpt tegen je eigen bevolking bij een medische situatie is toen tot gezondheidsbeleid gemaakt. Nederland volgt de Amerikanen als haar vazalstaat daar nauwgezet in. Zoals de Raad van State schrijft, wil het er bij Westerse bestuurders alleen nog niet zo in, dat ze zichzelf als dictator moeten zien. Dus passen ze wetgeving en taalgebruik zo aan, dat de ‘psychologische drempel’ om voor dictator te spelen wordt weggenomen:
Zodat de ‘psychologische drempel’ waarover de Raad van State spreekt is weggenomen, en het Rutte-regime kan met wolliger formulering alsnog voor dictator spelen. Hun Raad van State schrijft 4 december 2021:
Deze psychologische drempel bleek het meest duidelijk uit een bijdrage van de Minister van Justitie en Veiligheid aan het Kamerdebat over de tijdelijke wet maatregelen covid-19:
‘U weet dat de bewindspersonen die in eerste instantie zouden moeten zeggen ‘we moeten richting staatsnoodrecht’, de minister-president en de minister van Justitie en Veiligheid, hier hebben gezegd: in Nederland staan we toch echt in andere verhoudingen tot elkaar en we gaan hier niet toe over.’ (zie noot 159)
Toepassing van het staatsnoodrecht wordt als dermate ernstig gezien dat het voor het alleruiterste geval bewaard moet worden: pas als ander crisisrecht niet meer volstaat, kan worden toegekomen aan het staatsnoodrecht. Dat laatste bleek begin 2021 toen wél werd gekozen voor separate toepassing van het staatsnoodrecht door inwerkingstelling van de bevoegdheid om een avondklok in te stellen op grond van de Wbbbg.
Dus ze willen dictator spelen en zichzelf toch heel democratisch blijven vinden. Net als in alle totalitaire regimes. Even ‘de beeldvorming’ aanpassen, aldus hun Raad van State en dan kun je Staatsnoodrecht zomaar vaker toepassen:
Opnieuw moet daarnaast worden gewezen op de beeldvorming: het staatsnoodrecht wordt door velen, zo is ook gebleken in deze crisis, geassocieerd met de noodtoestand en oorlogssituaties. De reikwijdte en toepassingsmogelijkheden ervan zijn in werkelijkheid echter ruimer, mede gelet op de mogelijkheid van separate toepassing van noodbevoegdheden.
Het Rutte-regime sprak in haar wetsvoorstel van 4 juli 2018 dan ook expliciet over ‘de acceptatie van het activeren van noodbevoegdheden buiten een noodtoestand.’ Oftewel: er is geen oorlog in Nederland maar we doen alsof het wel oorlog is. Daarom is de term ‘rampenbestrijding’ sinds 2010 (met de Wet veiligheidsregio’s) vervangen tot ‘crisisbeheersing’…
En zoals Johan Remkes schrijft als Commissaris van de Koning in Noord Holland, kan dat werkelijk ALLES betekenen:
Er bestaat een groot aantal crisistypen, van ontploffingen in industriële installaties tot infectieziekten, grootschalige stroomuitval en rellen in binnensteden.
De ‘rijksheren’ (commissaris van de koning) die rampenbestrijding leidden heten nu ‘crisispartner’…Permanente crisis vergt permanente noodtoestand maar dan zonder de psychologische drempel om dat zo te noemen.
Die twee koppen spreken boekdelen, zeldzaame proleeten.
Viert 5 mei in lockdown en oorlogrecht, daarvoor zijn zij immers gesneuveld.