Wat rest nog van de Furor Teutonicus?

Wir Schaffen Das Schaapjes bij het Zwarte Zon-symbool van Germaanse oerkracht in de Wewelsburg

Omroep Max startte de serie ‘het Vuur van de Friezen’, oftewel de Furor Frisia die bij de Germanen de ‘Furor Teutonicus’ heet. De inhoud lijkt sprekend op mijn eigen koffietafel-epos ‘Liever dood dan Slaaf, een pelgrimstocht door de Friese Natuur op zoek naar Vrijheid’. (2021)

Die tocht naar de eigen wortels (en welke kracht je daar uit haalt) begon met de vraag waar dat ‘vuur’ is gebleven. De Duitsers lijken ook Wir Schaffen Das-schaapjes door 85 jaar schuldgevoel en multiculti. Terwijl Furor Teutonicus eerder met dolle Germaanse woede op het slagveld geassocieerd werd, sinds de Romeins historicus Lucanus daar over schreef.

Het symbool bij uitstek van de Furor Teutonicus

Schuldgevoel
De Friezen die nu nog over zijn- in dat kleine stukje Gazastrook aan het Haagse subsidie-infuus (provincie Friesland) -lijken geen echt vuur te hebben in verzettelijke zin. Geef ze wat dialectsubsidie, zodat ‘aquaduct’ verandert in ‘akwadukt’ en ze zijn weer ‘grutsk’.

Die Lelylijn komt er gewoon, zodat we overloop van de Randstad/Tristate City worden voor Lichtgetintiërs en forenzen.

Germaanse urn in de Wewelsburg

Een zelfde vraag kun je trouwens stellen bij de door de Romeinen ooit uitgevonden ‘Furor Teutonicus’.De enige niet gecapituleerde Duitsers die we tegenkwamen bij de Varusschlacht waren een Urban Samoerai en een neger met Friesland-sokken.

Laatstgenoemde komt graag op bezoek bij vrienden die bij ons in de buurt wonen.

StrijdT bier on tour

Die hebben we meteen allebei een StrijdT-bier gegeven. Dus, waar is die Furor Teutonicus gebleven? Of het Vuur der Friezen? Zijn er nog echte Strijders met grote ‘s’ die het tegen de (globalistische) krachten van deze tijd op kunnen nemen?

Veel wat oudere Duitsers komen wat zuur over, alsof ze na 85 jaar schuldgevoel en kastijding gecapituleerd hebben tegen het leven. Dat alle (levens)vreugde er wel uit is. Je komt echt letterlijk mensen tegen met een grauwsluier voor hun gezicht, leeggezogen mensen.

En wat voor ‘mannen’ moet doorgaan, je ziet veel dweilen met vlasbaardje, maar weinig heidense krijgers. Of het moet Joerg Spräve zijn met zijn slingshot-channel op Youtube, die fantastische kruisbogen ontwerpt.

Broeder in het Goede, wederhelft op het StrijdT-etiket bij de Wewelsburg

Militarisme
De term Furor Teutonicus kreeg door de eeuwen heen de bijsmaak van militarisme. Denk ook aan de Teutoonse Kruisordes die Oost Europa tot de Baltische staten (Estland)aan toe onder de voet liepen. Ze roeiden de Slavische stam van de Pruisen volledig uit.

Daarna namen die Noord Duitsers de naam ‘Pruisen’ zelf over als naam voor hun kruisvaardersstaatje. De term ‘Drang Nach Osten’ stamt van die Teutoonse veroveringsdrang, dat ze de oostelijke gebieden steeds poogden als kolonie uit te baten.

Hitler zou het opnieuw proberen, Dolfie zou Frederik de Grote als zijn voorbeeld hebben gezien. Het occult-Germaanse en zweverige was meer aan Himmler besteed met zijn Wewelsburg als SS-klooster, die runentekens.

Romeinse voorstelling van een gevangen genomen Germaan

De term Furor Teutonicus is afkomstig van de Romeinse dichter Marcus Annaeus Lucanus (39 BC-63 AD). Hij schreef in de Bellum civile over de woede van de Germaanse stam van de Teutonen die de Romeinen in een veldslag troffen.

De Teutonen zouden met andere Germaanse stammen als de Kimbren in de tweede eeuw voor Jezus’ geboorte door Europa zijn getrokken op zoek naar nieuw land. Lucanus beschrijft hoe die Teutonen een ware doodsdrift op het slagveld aan de dag leggen, overgezet door Alexander Rudow in ‘Die Varusschlacht’:

Im Kampf jubelten sie, weil sie hofften das Leben auf ruhmvolle und beglückende Art zu verlassen.

en

Mit der Schnelligkeit und Gewalt eines Feuerstorms griffen sie an: tollkühn und unerschrocken, mit tierischen Stimmen und furchtbaren Schreien.

Christen Vandalisten kerfden hun eigen voorstellingen in de Externsteine

Christenvandalisten
Het Teutoburger Wald klinkt ook als het meest Oer-Duitse gebied dat je kunt voorstellen, waar de Furor Teutonicus in de mistige wouden zou schuilhouden. Hier, bij Detmold, vind je niet alleen het Hermanns Denkmal dat sinds 1871 aan de Varusschlacht herinnert.

Het Woud lijkt een Germaanse krachtplek, waar je ook de Externsteine vindt.

Die zandstenen natuursculpturen waren een Heidens heiligdom, tot de kerstening in de achtste eeuw. Toen kerfden monniken er als christen-vandalisten hun eigen voorstellingen in.

Plafond van de Crypte in de Noordtoren van de Wewelsburg. Gedweep met de Ahnenerbe en Germanenkracht was een dingetje van Himmler, waar Hitler volgens David Irving niet veel mee had.

Iedere cultuur die de andere opvolgt, heeft de neiging de voorgaande te willen uitwissen. En ze stellen die voorgaande cultuur als achterlijker voor.

De monniken hakten de heilige eiken om, Bonifatius deed dat bij de Friezen in Dokkum. (754)

Al kun je ook vaststellen, dat de Germanen niets in archeologische zin achterlieten dat op enige werkelijke beschaving duidde, vergeleken met de ingenieuze bouwwerken van de Romeinen.

Zou Himmler een beetje dwepen met het Germanendom (hij was ook beheerder van de Externsteine) van Guido von List (de Germaan-Shamaan uit de negentiende eeuw), Hitler en zijn architect Albert Speer oriënteerden zich qua heidens erfgoed meer op de technisch superieure Romeinen.

Externsteine

Bedenk ook dat die Romeinen qua militarisme tot in de negentiende eeuw geen vergelijkbaar equivalent kenden. Zij hadden in hun toptijd een beroepsleger van driehonderdduizend man op de been. Geen enkel ander volk deed dat ze na.

Het ‘Germania’ dat Speer en Hitler als stad wilden bouwen in Berlijn zou vooral Romeins-Griekse trekken krijgen.

Hitler heeft ook Hermanns Denkmal bezocht. Maar volgens Alexander Rudow zou de Arminius-cultus bij hem niet aanslaan. Hij vond Arminius eigenlijk maar een ‘Verbrecher’, iemand die in dienst van de Romeinen was en ze plots verraadde.

Externsteine Teutoburger Wald

Saltus Teutoburgiensis
Na de kerstening van Europa zou er eeuwenlang geen aandacht voor de Romeinse ‘heidense’ cultuur leven. De aandacht voor de zege van Arminius leefde pas in de tijd van het Humanisme weer op in de vijftiende en zestiende eeuw.

Toen dook het manuscript (uit de tweede eeuw) van Romeins historicus Tacitus zijn ‘Germania’ op uit de Abdij van Corvey bij Höxter. En zo begon niet alleen de Hermann-cultus (met dank aan Maarten Luther).

Zo zou ook het Teutoburger Wald geboren worden. Vijf jaar nadat Arminius Varus met zijn drie legioenen in de pan hakte, zou Germanicus met een strafexpeditie terugkeren.

Gezellige groepsfoto van Heini en zijn zwart gejaste Ronde Tafel-ridders

De Romeinse veldheer Germanicus zou vervolgens alles dat Germaans was op zijn pad vernietigen, op zoek naar het vaandel dat Varus op het slagveld had achtergelaten. In Tacitus zijn beschrijving van die expeditie wordt voor het eerst Teutoburgiensi saltu genoemd, in connectie met Varus:

Ductum inde agmen ad ultimus Bruterorum, quantamque Amisiam et Lupiam amnis inter vastatum, haud procul Teutoburgiensi saltu in quo relique Vari legionumque insepultae dicebantur

Hij beschrijft dat de Romeinse strafexpeditie alle land tussen de Eems en de Lippe in ravage achterliet, ‘niet ver van het Teutoburgerwald waar men zegt dat de restanten van Varus en zijn legioenen daar onbegraven achterbleven’.

Teutoburger Wald gezien vanaf de Externsteine

De locatie van dat Teutoburger Wald bleef echter lang een kwestie van speculatie. Er werd ook wel gesteld dat het in Nederland zou kunnen liggen, in de Achterhoek bij Varsseveld.

De keuze voor de locatie van het Saltus Teutiburgiensis zou dankzij historicus en geograaf Philipp Clüver (1616) uiteindelijk op het gebied bij Detmold komen te liggen, rond een gebied dat Osning heette. (tevens naamgever aan het zandsteen dat je aantreft)

Daar stond namelijk al een Teutberg, de huidige 386 meter hoge Grotenberg. De naam Teutberg en ‘Teut’ klonk het meeste naar Teutonen. Daarop staat nu het Hermanns Denkmal als centrum van dat Teutoburger Wald.

Monument voor de ‘IJzeren Kanselier’ (Bismarck)op de Grotenburg, Teutberg, naamgever aan het Teutoburger Wald

Dus dat oerwoud van de Germanen, het is dan nog maar een paar eeuwen oud, het Teutoburger Wald, en vernoemd naar de Teutberg waar Hermanns Denkmal op is neergezet op 386 meter hoogte.  Weer wat nieuws geleerd, ik wist dat eerder niet.

En zo is Interessante Tijden op Reis haar definitie van ‘nieuws’ dan weer bevestigd: dan ‘dat wat je nog niet wist of eerder zo had gezien’

Mijn zoektocht naar het Vuur van de Friezen, te bestellen via www.lieverdooddanslaaf.com

  • Steun Interessante Tijden op Reis. Ik werk weer aan een nieuw fotoproject, dat al een aantal jaren op de plank lag; De mystiek, verhalen en legendes uit het Woud. Sinds publicatie van fotoboek Liever dood dan Slaaf hing de camera aan de wilgen, maar we pakken de draad weer op. Dus mijn excuses voor de wat matige beelden, het niveau gaat weer omhoog

One Reply to “Wat rest nog van de Furor Teutonicus?”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *