
Weltschmerz in de Wutachschlucht, het verloren paradijs
In dit zaterdagse archiefverhaal mijn fotopublicatie van de Wutachschlucht, een heilige plaats in de Germaanse natuur voor Epoque nummer 4, 2020 in het Quaterno Major. Bioloog Rupert Sheldrake bekeerde zich onder invloed van een Indiase goeroe tot (Anglicaans) christen.
Hij herintroduceert zeven ‘spirituele praktijken’ – waaronder pelgrimage- die wetenschappelijk aantoonbaar invloed zouden hebben op menselijk welzijn. Het Protestantisme verbood juist het bezoek van heilige plaatsen in de natuur, en kweekte in reactie ‘toerisme’.

Wutachschlucht, alles stroomt
Woestijnvaders als de Heilige Antonius (4de eeuw) trokken zich in de wildernis terug om God te zoeken in eenzaamheid. Dat is wat ‘monnik’ ook betekent; de ‘eenzame’. Zo isoleerde de Friese Kluizenaar Dodo (twaalfde eeuw) zich in Bakkeveen in het Friese boerbos, van voedsel voorzien door de bevolking in ruil voor zegeningen en gebed. Orthodoxe Heremieten van Roemenië tot Rusland trekken zich nog steeds diep in de wildernis terug, als volksheiligen zo anderen zegenend.
De Ierse heilige Sint Cuthbert (634-678) zou – volgens legende- uit het klooster, na zwemmen in de zee op het strand God aanbidden, ‘en zeeotters kwamen uit zee en vergezelden hem in aanbidding’. Engelsen reisden naar Canterbury, Glastonbury, Walsingham waar relieken van heiligen in kathedralen en abdijen lagen.
Santiago de Compostela was tot de aanval van Protestanten op La Coruna (1587) een populair pelgrimsoord, tot de relieken- het gebeente van Sint Jacob- dat jaar zoek raakten. Pas 1879 werd zijn gebeente weer teruggevonden, om in 1884 onder het Altaar teruggezet te worden.

Wutachschlucht, ‘alles stroomt’ dit is de bron van de Donau
Het katholicisme kent vele geneeskrachtige bronnen en heilige plaatsen, zoals de heilige berg Croagh Patrick in Ierland. En de Maria-grotjes als in West Vleteren, waar gelovigen de moedergod Maria ‘danken voor een bekomen gunst’. Overal via wonderen en heiligen raakten plaatsen ‘bezield’, als erfenis van paganistische voorgangers met hun ‘grotto’s en heilige eiken. Het katholicisme ontdeed locaties van hun heidense betekenis, en absorbeerde de heilige plaatsen in het christelijk pantheon.
Een rijke cultuur van pelgrimage naar die plaatsen bloeide, die overigens ook in het Hindoeïsme en Boeddhisme gangbaar is. Die plaatsen behielden zo vaak hun natuurlijke rijkdom. Zo tonen bijvoorbeeld de bosjes rond Ethiopisch Orthodoxe Kerken, de enige plekken die niet ontbost werden in dat Oost Afrikaanse land.
Het Protestantisme legde al deze religieuze ‘standaard’-praktijken in Noordwest Europa echter op het hakblok van ‘Sola Scriptura’ van Melanchton, het maatje van Luther. Alleen De Schrift, de theorie van geloof, uitgelegd door theologen was nog geldig. Luther (1520) verketterde alles buiten de Bijbel – waaronder pelgrimage- als ‘idolatrie.’

De Kloof waar de Donaubron zich uitsleet
Kloosters werden- net als later na de (atheïstische) Franse (1789) en Leninistische (1917) Revoluties- gesloten of verwoest. Pelgrimage werd ‘Verboten’. De Protestantse Revolutionair Oliver Cromwell (1538) verwoorde die strenge zuiveringsgeest in Engeland als volgt:
“De mensen moeten niet hun vertrouwen en verering baseren op producten van de menselijke fantasie buiten De Schrift; zoals op pelgrimsreis gaan, geld aanbieden, kaarsen branden bij iconen…” Alle heilige plaatsen werden vernietigd, kerkelijk bezit werd door koning Henry geconfisqueerd. In Nederland zou die operatie in 1580 volgen, nadat beeldenstormers eerder die eeuw al kerken vandaliseerden.
Het Protestantisme veroorzaakte vervolgens het atheïsme, dat Westerse academici nog steeds vaak associeren met ‘het wetenschappelijke wereldbeeld’. Dat beschrijft bioloog en Anglicaans christen Rupert Sheldrake (1944) in ‘Science and Spiritual Practices, Reconnecting through Direct Experience’. (2018)
Het boek bevat zijn aanval op de filosofie van materialisme, het atheïstische wereldbeeld dat ‘geest’ tot chemie in de hersenen is te reduceren. Ook levert hij een poging om 7 spirituele gebruiken in ere te herstellen, van meditatie, natuurstudie, het uiten van dankbaarheid en samenzang tot pelgrimage.

Waterval met kunstmatige oorsprong die niettemin natuurlijk oogt
In ‘The Science Delusion’ (2016) beschreef Sheldrake al hoe atheïsme- de 18de eeuwse filosofie van Materialisme- nog steeds het academisch discours bepaalt. Als biologiestudent in Cambridge werd hij atheïst, wat ‘de norm’ was in het Britse academische leven. Maar werk als promovendus in plantenbiologie (1974) in India, en meditatie bij goeroes in Ashrams veranderde zijn houding.
Zijn Hindoe-leraar stelde ‘Alle paden leiden tot God. Je komt van een christelijke familie dus dien je het christelijke pad te volgen’. En dus werd hij christen, mediterend met de mantra uit het Orthodoxe christendom, het ‘Jezus-gebed’.
Van Aristoteles tot Thomas van Aquino waren alle levende wezens, planten, dieren en mensen ’bezield’ (anima), stelt de bioloog. En dus in zekere zin ‘verbonden’ met elkaar. Dankzij Rene Descartes in de 17de eeuw werd niet-menselijk leven, de natuur al ‘machine’, automata.

Grijpende takken met mos
Een eeuw na Descartes legde Julian Offray de la Mettrie ook die menselijke ziel op het Materialistische hakblok (‘l Homme Machine (1747)’, de mens werd machine, ‘ziel’ werd ‘lichaam’. Het Latijnse vrouwelijke woord ’Natura’ zou vervolgens enkel te reduceren zijn tot ’materie’, waarvan het vrouwelijke ‘Mater’ ( = moeder) de stam is..
Uit die denkwijze volgt de opvatting dat ‘bewustzijn’ tot de hersenpan beperkt is, hersenchemie. Deze filosofie regeert tot vandaag in academieland, pillenpsychiatrie en haar praatcircuit. Dat Materialisme (atheïsme) zou echter een stiefmoederlijke reductie van de realiteit zijn, zo argumenteert de bioloog. ‘Atheïsme zou van een gezondheidswaarschuwing voorzien moeten worden’, stelt Sheldrake.
De plantenbioloog geeft in ‘Science and Spiritual Practices’ een bespreking van academische studies die een positief welzijnseffect zouden aantonen van 7 soorten spirituele oefeningen. Of het nu gaat om samen zingen, pelgrimage of meditatie. Gewoontes die ooit standaard waren in alle grotere geestelijke tradities van christendom tot hindoeïsme, ze hebben positieve gezondheidseffecten. Ook als ‘placebo’, door enkel te geloven dat ze effect hebben. Kortom, ‘geloof’ werkt altijd.

Onaangetast Fijnsparrenbos in de Wutachschlucht
Pelgrimage, en het bezoek van heilige plaatsen, Sheldrake maakte er na een bezoek aan India opnieuw een sport van, vergezeld van zijn adoptiezoon Merlin. Maar dan bij voorheen christelijke heilige plaatsen in Engeland als Canterbury. Een andere ‘spirituele praktijk’ die Sheldrake voorschrijft; ‘verbinding zoeken met de levende niet-menselijke wereld’. En zelfs ‘verbinding met planten’.
Kortom: ‘Bloemen houden van mensen’. Tuincentra wisten uit ervaring al wat Sheldrake nu van geestelijk randje voorziet. Eerbied voor een ‘bezielde natuur’, zou iets van ‘God’ doen ervaren dat Protestantisme verwoestte.
Dat ‘iets’ – die bezieling- heet in de Chinese filosofie de levensenergie ‘Chi’, in India ‘Prana’. In de Westerse moderne filosofie komt de Levenswil van Arthur Schopenhauer dicht in die buurt, al lijkt Heraclitus zijn adagio ‘Alles Stroomt’ eveneens verwant. Een motto dat bijgaande foto’s van de Duitse Wutachschlucht verbeelden in het Zwarte Woud: de ‘Kloof van de Woedende Stroom’. Dieractivist Schopenhauer las dan ook gretig in de Upanishaden, de Hindoe-geschriften die Sheldrake als plantkundige bioloog in India op zijn beurt bestudeerde.

Met mos overgroeid
Sheldrake zijn esoterische benadering van biologie is zacht gezegd omstreden. Maar zijn kritiek op atheïsme en haar wetenschappelijke pretenties is gangbaar in conservatieve kringen. Een voorbeeld is de vileine wijze waarop Amerikaans polemist David Berlinski, fysicus en wiskundige in ‘The Devil’s Delusion’ (2008) gehakt maakt van Sam Harris, Richard Dawkins en hun beroep op ’wetenschappelijk’ gelijk.
In praktische zin krijgt Sheldrake ’s kritiek op het ‘ongezonde’ atheïsme bevestiging. Atheïst Alain de Botton begon in Londen zelfs een eigen kerk voor gelijkgezinden, uit het besef iets belangrijks te missen. Sam Harris bedrijft ondertussen boeddhistische meditatie.
In 2015 werden al een kwart miljoen pelgrims te voet of fiets geregistreerd naar Santiago de Compostela. Dertig jaar eerder waren dat 1000 pioniers. Het bloed kruipt dus waar het niet gaan kan. Het gat, dat het sloopwerk achterliet van Protestantse Bijbeltijgers, dat vullen mensen vervolgens met alternatieven.
Waar ‘verklaring’ en ‘theorie’ de dagelijkse gang van zaken dicteren, zoeken Westerlingen religie die ‘ervaring’ centraal stelt. Van New Age, Yoga en Boeddhisme, tot de Intratuin-Boeddha met Zenmeubelair, in trek bij mensen met grote televisie en kleine geest.

De Wolfschlucht (Eifel) bij hogere waterstand
“Hoewel pelgrimage onderdrukt werd in Protestantse landen en door revolutionaire regeringen, de drang om heilige plaatsen te bezoeken werd niet uitgeblust’, stelt Sheldrake. ‘Binnen tweehonderd jaar na het verbod op pelgrimage in Engeland (door revolutionair Oliver Cromwell 1538), hadden de Engelsen al ‘toerisme’ uitgevonden, nu een enorme industrie met een omzet van 2.2 biljoen dollar.’…
De kinderen van Britse Adel gingen vanaf de 18de eeuw op Grand Tour, naar steden als Rome om cultuur te snuiven. Om met die ervaring verrijkt het zakelijke leven thuis aan te kunnen. Van die ‘tour’ is ‘tourism’ afgeleid.
Toerisme lijkt vaak op een gefrustreerde vorm van pelgrimage, zo schrijft Sheldrake. ‘Velen gaan nog steeds naar de vroegere heilige plaatsen, zoals de grote kathedralen. Nu gaan ze daar niet naar toe om te bidden en offers aan te bieden. Velen hebben nu het gevoel dat ze als moderne seculiere mensen moeten gedragen, enkel in cultuurhistorie geïnteresseerd. Met gidsen die ze volstoppen met historische details die ze het ene oor in en het andere uit gaan.’
Ook de Romantiek is deels ontstaan als reactie op Protestantisme. En uit die Romantische stroming ontstond de moderne natuurbescherming en milieubeweging. Daarin vervangt ‘de natuur’ de kerk als wijze om de ziel te ‘zuiveren’. Vind je in de kerk alleen ‘Theorie’, De Schrift, dan zoek je de bezieling buiten de bebouwde kom.

De Wolfschlucht, hier gaat je Germanenhart sneller kloppen, er loopt ook een ‘Germanenbrucke’
In het Protestantse Noord Amerika zette Ralf Waldo Emerson met zijn essay Nature (1834) de toon voor het bezoek van de natuur als ‘kerk’. Dat je de natuur niet louter ter exploitatie beziet of bezoekt. De term ‘kathedraal’ voor een ongerept bos duikt al op in zijn werk. Diverse moderne nationale parken van Australië tot Amerika dragen nu de term ‘cathedral’ in de naam.
Emerson gaf het stokje door aan Henry David Thoreau. Die schrijver trok zich terug in de blokhut van Emerson bij ‘Walden Pond’. Zijn verslag van dat verblijf in afzondering als natuur aanbiddende heremiet, ‘Walden, or life in the Woods’, werd een startschot van de moderne natuurbescherming. Ook de oprichter van Natuurmonumenten, Jac P. Thijsse werd door Thoreau beïnvloed. In Wildheid zou het behoud van de wereld liggen, zo schreef Thoreau in zijn essay “Walking”, over natuur als pelgrimsplaats.
Een schrijverstraditie ontstond van mensen als John Muir, die met zijn bergwandelaars van de Sierraclub op bergschoenen in de wilde natuur de zuivering van hun ziel zochten. Al gauw werd ‘Moeder Natuur’ de vervanging van de Protestantse Vader. Het ecotoerisme was zo geboren, je terugtrekken in de wilde natuur om als wedergeborene terug te keren.

OP naar de Wolfschlucht, hoe Germaans-Romantisch wil je het hebben…Het bordje was vorig jaar helaas plots verdwenen
De Romantische Duitsers zaten ook niet stil. In concerto met de Amerikanen, ontwikkelde zich bij de Oosterburen een ware ‘Indianen-rage’, de Nobele Wilden waarover Karl May schreef. Je krijgt de Germanen uit het bos, maar het bos niet uit de Germanen. Een vitalistische natuurmystiek ontstond, waarbij de Chi uit de Oosterse filosofie een andere naam kreeg; De Vril. Ook de nazi’s deden onderzoek naar het aanwenden van die natuurlijke ‘oerkracht’, energie.
Bij de Amerikanen ging de bescherming van bisons en ‘nationale parken’ door White Anglo Saxon Protestants als Madison Grant en Teddy Roosevelt gelijk op met eugenetica en rassenleer. De Duitsers draafden daar op eigen wijze in door, met hun ‘Swastika’, afgeleid van het Hindoe-woord ‘Svastis’ dat ‘welzijn’ betekent.
Een pre-christelijk symbool, dat theosofen als Madame Blavatsky herintroduceerden in ‘Isis Ontsluierd’ (1871) en ‘De Geheime Doctrine’ (1878). De eerstgenoemde titel is geleend van een gedicht van de Duitse Romantisch filosoof Friedrich Schiller.

Freiherr Franz von Vera bij zijn Nazi-koeien (Heckrunderen). Laat je ze wegrotten dan heet je ‘visionair ecoloog’
Rijksjagermeester Hermann Goering herintroduceerde met de gebroeders Heck de oerrunderen, die nu nog in het Nederlandse natuurpark Oostvaardersplassen rondlopen: Heckrunderen. De ecologische stroming binnen het nazisme kwam dus niet uit de lucht vallen, maar was een Westers product, via fusie met Oosters denken.
De Duitsers hadden in 1935 de eerste relatief strenge natuurbeschermingswet van Europa om eigen ‘nationale parken’ veilig te stellen. Het modern klinkende ‘People and Planet’-motto werd al door biocentrisch filosoof Ludwig Klages (1913) tot Bergrede verwerkt: Mensch und Erde, voorgedragen voor de jeugdbeweging op de Hohe Meissner, (achter Kassel) de Duitse variant op de heilige Hindoe-berg ‘Meru’.
Klages droeg een grote klaagzang voor aan Duitse padvinders, over wat het christendom en ‘De Verlichting’ aan natuur hadden verwoest. Zijn Bergrede werd het oprichtingsmanifest van de Duitse variant op Groen Links in 1980, de ‘Grunen’. Natuurkathedralen als de op de foto’s afgebeelde Wutachschlucht in het Zwarte Woud, daar kon de Wanderer, zwervende natuurpelgrim Germaantje de Voorste in zichzelf hervinden.

De Pelgrimskapel
Nog steeds zijn een aantal ‘Germaan-Shamanen’ als auteur populair, met name in New Age kringen. Zoals Viktor Schauberger, die de Chi van de natuur geloofde aan te kunnen wenden voor een perpetuum mobile, vrij beschikbare energie.
Ook de populaire auteur uit de Duitse Eifel die met bomen communiceert, Peter Wohlleben past in die meer holistische en vitalistische denkwijze. De adoptiezoon van Rupert Sheldrake, Merlin, ook hij werd plantenbioloog. Hij onderzoekt nu- op gelijke wijze als Wohlleben- waarop bomen met elkaar ‘praten’, via het ‘Wood Wide Web’, het netwerk van schimmeldraden dat bomen verbindt.

Waar vind je zulke velden nog: Dudeldorf Zuidelijke Eifel met knoopkruid en
De voorgaande ‘groene historie in zevenmijlslaarzen’ is niet alleen incompleet. Zij geeft al een hint, op de kritiek die iedere klassieke christen op Sheldrake kan uiten. En op alle deeltijd-indianen uit de New Age-stal als Deepak Chopra die met zijn werk weglopen. Wil hij nu de christelijke traditie herstellen, nadat Protestanten het kind met badwater weggooiden? Of doceert hij een vorm van theosofie (in alle religies winkelen, net als New Age) met christelijk sausje?
‘Ik denk dat er twee antwoorden op die vraag zijn’, reageert Sheldrake per email. “De eerste is dat Christus niet alleen Jezus van Nazareth is, maar ook de Logos, het fundamentele principe waardoor alle dingen zijn gemaakt. Die Logos is deel van de Heilige Drie-eenheid, en dat Drievuldige vind je ook terug in andere religieuze tradities. Je kunt dat te theosofisch vinden, maar dat probleem maak ik me niet zo’n zorgen over.’

Pelgrimspad Santiago de Compostella
Het christendom is volgens Sheldrake echter niet ‘gelijk’ aan de rest. “De tweede kant van die vraag is meer specifiek. Wanneer je ‘De Vader’ aanroept, impliceer je een gewaarwording dat je een zoon of kind bent. Een vader-kind-relatie hebben in relatie tot God is een weg waarvan Jezus pionier was. Dat is niet de manier waarop Hindoes zich tot God verhouden of Moslims, waar Onderwerping het paradigma is.’
Maar ‘God’ kan dus op meer manieren waargenomen worden, omdat religieuze tradities metaforen en modellen overleveren. ‘Vader is niet synoniem met God maar een model om een relatie te vormen. Het moet wel metaforisch zijn, een model voor relatie, want het kan geen gender-identiteit in biologische zin zijn. Die opvatting kan mensen afschrikken of helaas aanmoedigen om mensen buiten te sluiten, maar dat is de manier waarop ik het zie.”
- Steun Interessante Tijden voor het maken van natuurhistorische reportages als deze