CO2-belasting viert vijftigste verjaardag…

De publicatie voor IIASA

In juni 1975, ik was net geboren en de aarde koelde nog af, publiceerde de econoom William Nordhaus voor het IIASA in Laxenburg de eerste publicatie over CO2-belasting, “Can we Control Carbion Dioxide“. In die publicatie staat dat er in 1970 exact 666 gigaton koolstof zou circuleren in de atmosfeer volgens ‘metingen’. (vage schattingen vol aannames)

Nordhaus was ‘redelijk optimistisch’ dat met het verrekenen van een ‘schaduwprijs’ van 130 dollar per ton CO2 ( bij een 1970-dollar die 8,25 keer meer waard was dan die van 2025) een overstap zou plaatsvinden naar alternatieve energiebronnen. Daaronder verstond hij Uranium, oftewel kernenergie.

De kosten van producten zouden met 11 procent stijgen door die CO2-belasting en rond 2020 zou al een verschuiving in gebruik van energiebronnen plaatsvinden. In 2018 kreeg Nordhaus de Nobelprijs voor zijn DICE-klimaatcasinomodel.

Schaduwprijs heet nu ‘social cost of carbon’

Rond 2020 verschuiving energiebronnen
Nordhaus zou in 2018 de Nobelprijs voor de economie krijgen voor zijn gereken met hete lucht. Hij maakt ingewikkelde rekenmodellen als DICE ( = dobbelstenen, de mens dobbelt wél), waaruit een getal voor CO2-beprijzing rolt dat heel wetenschappelijk lijkt, tot achter de komma nauwkeurig.

Nordhaus concludeerde al in 1975, dat CO2-beprijzing een haalbare en betaalbare manier zou zijn om van fossiele brandstoffen af te stappen:

To summarize, we have indicated what the efficient program for meeting certain carbon dioxide standards is in a long-term energy model. These indicate that for reasonable standards (limited to between a 50 percent and a 200 percent increase in the atmospheric concentration) the program appears feasible.

De wereld zou nog tot 2020 op de oude voet verder kunnen, en dan zou de grote overstap naar andere brandstoffen moeten plaatsvinden.

Moreover, it is a program which requires no changes in the energy allocation for the first two 25 year periods, and only in the third period, centering on 2020,do modifications in the allocation take place. These modifications take the form of reducing the fossil fuel use in the non-electric sector, and replacing it with non-fossil fuels.

Kostenstijging van slechts 11 procent

Bovendien zouden de kosten reuze meevallen

Moreover, it appears that the efficient programs have rather high implicit shadow prices on carbon dioxide emissions but that the total effect on energy prices and the total cost of meeting the energy bundle of goods is relatively small.

It appears that a rise in the final price level for energy goods of in the order of 10 percent is the range of estimates for the three programs investigated here. Subject to the limitations of the model used here, then, we can be relatively optimistic about the technical feasibility of control of atmospheric carbon dioxide.

In 1970 zou precies 666 gigaton koolstof in de atmosfeer circuleren, volgens ‘metingen’ (…)

Dollar keldert in waarde sinds loslaten goudstandaard
Die berekeningen uit 1970 waren schattingen bij de waarde van een dollar in 1970. Een moderne dollar heeft nu nog maar 12 procent van de waarde- in koopkracht- van wat die in 1970 was. Omdat de FED steeds dollars bleef bijdrukken en zo inflatie veroorzaakte, liefst 8 procent in 2022.

De Zwitserse vermogensbeheerder voor Amerikaanse cliënten, LFA stelt dat de inflatie in koopkracht ten opzichte van 1970 liefst 95 procent was. Met een dollar uit 1913 kon je 26 keer zoveel kopen als met een dollar uit 2020.

You’ll own nothing and make the FED happy.

Dollar blijft in waarde kelderen tov 1970

De CPI Inflation Calculator stelt dat je met een dollar uit 1970 nu voor dik 8 dollar aan spullen kan kopen. Het loslaten van de goudstandaard heeft de waardevastheid van de dollar dus bepaald geen goed gedaan. Zou je Nordhaus zijn 130 dollar per ton koolstof naar nu vertalen, dan heb je het dus over 8×130 = 1040 dollar per ton koolstof-belasting in 2025.

Het is dus opmerkelijk voor een econoom dat hij voor zijn CO2-beprijzing in 1975 geen inflatieprojectie doorvoerde. Dus een schatting voor hoeveel de dollar waard zou zijn in 2095. Daarmee lijkt CO2-beprijzing extra goedkoop in 1975.

Klimaatcasino (DICE) van William Nordhaus ook lesprogramma van Leiden Universiteit voor MBO-scholieren

Econoom die geen inflatieprojectie verrekent
Als de inflatie van de dollar zo hard doorzet als nu (een factor 8,25 in 55 jaar), zou je in 2095 nog wel 15-20 keer zoveel moeten betalen dan die 130 dollar per ton. Dus zo goedkoop als de 130 dollar voor ons nu lijkt- evenveel als wat de Nederlandse emissieautoriteit voorspiegelt vanaf 2032- is het in werkelijkheid niet.

De theorie die wij hier onderzoeken is, dat ze met CO2 een nieuwe dekking zoeken onder een nieuwe wereldmunt. Dus dat er na de ‘goudstandaard’ en de Oliedollar nu een CO2-dollar komt, of ‘de CO2-standaard’, met CO2-obligaties als onderpand. Daarom duiken we nu even in het werk van Nordhaus.

Oplopende CO2-heffing volgens emissie-autoriteit

Zijn specialiteit in 1975 en die van het IIASA in het algemeen, was om politieke en morele vraagstukken te verpakken in complexe rekenmodellen, omgord met voor leken ondoorgrondelijke wiskunde. Zo verbouw je een morele vraag tot een louter technische kwestie die slechts door ingewijden is begrepen. En daarvoor bestaat ook enkel een technische oplossing, die een technocraat doorvoert zonder democratisch beraad.

Of ben je tegen ‘de’ wetenschap, gij gekozen proleet?

De Nobelprijslezing in 2018 van Nordhaus

Van IIASA naar IPCC
Zijn rekenmodel uit 1975 telt wel 1860 economische variabelen, die hij met een algoritme omzet in zijn glazen bol. Net als World3 van de Club van Rome deed Nordhaus niet meer dan een geïnformeerde slag in het donker. IIASA was de voorloper van klimaatpanel IPCC.  Met complexe rekenmodellen verhul je als econoom, dat je eigenlijk net zoveel weet als iedere leek. Maar dan met academisch gezag ervoor.

Niemand weet immers hoe het leven zal zijn in het jaar 2100 of zelfs maar 2050.

Op zijn best zit je er met zo’n complex econometrisch model steeds nauwkeuriger helemaal naast. Niettemin zette zijn publicatie zo de toon van de enige aanpak die Klimaatpanel IPCC en de Verenigde Naties zouden aanprijzen; het is CO2 en dat moet beprijsd worden.

Nordhaus zou de rest van zijn academische leven zo doorgaan, tot hij in 2018 de Nobelprijs voor de economie kreeg. De prijs die als eerste aan Jan Tinbergen was uitgereikt in 1969, ook een econometrist. Zijn Nobelprijs-lezing kun je hier inzien.

De popularisering van Nordhaus zijn werk

Van Shadow Price naar Social Cost of Carbon
De ‘shadow prices’ uit 1975 waren inmiddels van naam veranderd. Die heten nu Social Cost of Carbon, de andere term is ‘externalities’. De definitie volgens Nordhaus luidt:

This term designates the economic cost caused by an additional ton of carbon dioxide emissions (or more succinctly carbon) or its equivalent.

In a more precise definition, it is the change in the discounted value of the utility of consumption per unit of additional emissions, denominated in terms of current consumption.

In the language of mathematical programming, the SCC is the shadow price of carbon emissions along a reference path of output, emissions, and climate change.

Daar is ook de schaduwprijs uit 1975 weer..

..met politieke en fiscale gevolgen

Van RICE naar DICE
Nordhaus zou een rekenmodel ontwikkelen om de maatschappelijk onkosten van een ton CO2 te berekenen. Daarvoor ontwikkelde hij het DICE-model (Dynamic Integrated model of Climate and the Economy), een dobbelsteen als in een Casino.

Uit berekeningen met dat klimaatcasino-model in 2013 zou volgen dat ‘sociale kosten van koolstof’ liefst 18,6 dollar (let op het cijfer achter de komma dat exactheid suggereert) per ton CO2 zou zijn. (bij de dollarwaarde van 2005) En die kosten zouden 3 procent per jaar stijgen.

Dat is een opschaling van de 12 dollar per ton CO2 die hij berekende met zijn RICE-model in 2012. In 2017 in het artikel ‘Revisiting the Social Cost of Carbon‘ in PNAS komt Nordhaus via zijn DICE-model op 31 dollar per ton CO2 bij 2010-dollars.

Anybody’s guess, maar dan in getallen uitgedrukt. En getallen wekken de indruk van exactheid, bij mensen die niet weten hoe wetenschappers werken.

Ook in het Nederlands vertaald

De naam van het model zelf, DICE, dobbelstenen, is veelzeggender dan de uitkomsten die dat model genereert. Het betekent dat hij niets meer doet dan een geïnformeerde gok. Hij helpt zo een concept inkleden met Nobelprijswinnend gezag: Het is CO2 en daarvoor moet je betalen.

Niet voor niets heette zijn voor de massa geschreven boek over DICE ook ‘Klimaatcasino’.

Met de ontvangst van zijn Nobelprijs krijgen zijn CO2-beprijzingen het sociaal gezag, waarmee ze in beleid gegoten kunnen worden. Hoe waardevol is zo’n prijs? Al Gore kreeg hem ook. Dat zegt genoeg. Van politiek belang is dat op 1 januari dit jaar in Nederland meer sectoren onder het emissiehandelsysteem gingen vallen.

Zo worden stapsgewijs de klimaatduimschroeven op de economie aangedraaid.

Steun de voortgang van mijn onderzoek met een donatie klein of groot:

3 Replies to “CO2-belasting viert vijftigste verjaardag…”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *