
Zadeldakje Ginnum
Op de zondag geen profane boodschappen. Dan lezen we uit De Heilige Schrift, Het Boek zonder welke er geen Westerse beschaving was. Vandaag lezen we de Romeinen-brief hoofdstuk 2 van de Apostel Paulus.
Die legt daar een kiem voor het slopen van tradities als ‘uiterlijke’ zaken. Daardoor werd het een traditie in het christendom om tradities te slopen.
Traditionele tastbare gebruiken hielden het Joodse Volk in twee millennia diaspora juist bijeen, terwijl christenen versplinterden in ontelbare sektes. Dus wat kunnen Joodafgunstigen (antisemieten) van de Joden juist leren, wanneer je enkel met je kop onder water hoeft en amen zegt om ‘christen’ genoemd te worden…

Zalige Zadeldak Hogebeintum
Daders van de Wet gerechtvaardigd
Paulus sloopte vele gebruiken uit de Wet uit het Joodse geloof om zijn missie onder ‘de heidenen’ – Romeinen en Grieken- succesvol te maken. In de Romeinenbrief lezen we daarvoor een rechtvaardiging. In Romeinen 2 zien we hoe Paulus uitlegt dat het DOEN van de Wet telt, niet het HEBBEN van de Wet:
12Want zij die zonder wet gezondigd hebben, zullen ook zonder wet verloren gaan, en zij die onder de wet gezondigd hebben, zullen door de wet geoordeeld worden.
13Niet de hoorders van de wet zijn immers rechtvaardig voor God, maar de daders van de wet zullen gerechtvaardigd worden.
Ook Paulus ging liever om met een oprechte heiden dan een hypochristen:
14Want wanneer heidenen, die de wet niet hebben, van nature doen wat de wet zegt, zijn zij, hoewel zij de wet niet hebben, zichzelf tot wet.
15Zij tonen dat het werk van de wet geschreven is in hun hart. Daar getuigt ook hun geweten van, en hun gedachten onderling beschuldigen of ook verontschuldigen elkaar.
16Zo zal het gaan op de dag wanneer God de verborgen dingen van de mensen zal oordelen door Jezus Christus, overeenkomstig mijn Evangelie.

De Middeleeuws mooie zadeldak van Marsum met zwanenbloemen
“Door uw toedoen gelasterd door de Heidenen”
Het punt van Paulus is dat je met het hebben van de Wet de kennis dus hebt hoe het zou moeten. Maar het hebben van de kennis werkt juist als extra last en aanklacht, omdat je beter zou moeten weten bij alles dat je doet:
17Zie, u wordt Jood genoemd. U steunt op de wet en roemt in God,
18en kent Zijn wil en onderscheidt wat wezenlijk is, omdat u uit de wet bent onderwezen.19En u bent van uzelf overtuigd dat u een gids voor de blinden bent, een licht voor hen die in duisternis zijn,
20een opvoeder van onverstandigen, een leermeester van jonge kinderen, omdat u in de wet de belichaming van de kennis en van de waarheid hebt.
21U dan die een ander onderwijst, onderwijst u uzelf niet? U die predikt dat men niet stelen mag, steelt u zelf?
Dit betoog eindigt Paulus met de bekende verzuchting van Toon Hermans, dat God’s personeel op aarde het geloof onaantrekkelijk kan maken. In Romeinen 2:23/24 stelt Paulus;
U die in de wet roemt, onteert u God door de overtreding van de wet?
24Want de Naam van God wordt, zoals geschreven is, door uw toedoen gelasterd onder de heidenen.

Kerk en zadeldak Slochteren, dit beeld kwam door de selectie
Hij die Jood in het verborgene is
In de opvolgende passage gooit Paulus de Besnijdenis namelijk uit De Wet, op eigen titel. Omdat het een uiterlijk gebruik is, zichtbaar voor mensen. Maar dat geeft je nog geen voorspraak voor God:
Want de besnijdenis heeft wel nut als u de wet houdt, maar als u een overtreder van de wet bent, is uw besneden zijn tot onbesneden zijngeworden.
Als dan een onbesnedene de verordeningen van de wet in acht neemt, zal zijn onbesneden zijn dan niet tot besnijdenis gerekend worden?En zal hij die overeenkomstig de natuur onbesneden is, maar die de wet volbrengt, u dan niet oordelen, die mét de letter van de wet en de besnijdenis een overtreder van de wet bent?
Wel gebruikt Paulus de term ‘Jood’ hier als morele eretitel:
Want niet híj is Jood die het in het openbaar is, en niet dát is besnijdenis die in het openbaar in het vlees plaatsvindt,
maar híj is Jood die het in het verborgene is, en dát is besnijdenis, die van het hart is, naar de geest, niet naar de letter. Zijn lof is niet uit mensen maar uit God.

Zalige zadeldak Jorwerd bij voorjaar
Tradities houden een Volk bijeen
De winst die Paulus bracht, is dat Joden zich niet op hun etniciteit en tradities kunnen beroepen om zich ‘uitverkoren’ te vinden. Ze worden net zo geoordeeld als wij, ook met de Wet. Ze zijn geen Betere Mensen door hun geboorte. Hoewel Romeinen 3, vers 1 en 2 ook die aanspraak verzacht. Ze zijn wel het volk dat De Wet als eerste werd toevertrouwd.
Wat heeft de Jood dan voor op anderen? Of wat is het voordeel van het besneden zijn?
Veel, in alle opzichten. Want in de eerste plaats zijn hun de woorden van God toevertrouwd.
Vandaag stellen we wel de vraag: Wat is het ‘houden van de Wet’ naast de welbekende tien geboden. Paulus gooide bij zijn bekeerlingen de besnijdenis over boord, terwijl dit een voorschrift uit de Joodse Wet is. Offers in de Tempel gingen over boord. Ook de Spijswetten werden stevig verdund.
Je kunt daarin zo ver gaan tot er weinig meer over blijft dan ‘lief zijn voor elkaar’, dat je goede bedoelingen zaligmakend zijn en niet concrete fysieke daden of inspanningen. Tot je door één of ander meiske dat zich ‘pastor’ ging noemen (op welk gezag, volgens welke toetssteen) in een sloot of zee ondergedompeld kan worden et voila, je ‘bent’ christen.

Zadeldak Bozum als vuurtoren
Terecht kunnen Joden dan stellen dat het wel erg gemakkelijk is om ‘christen’ te zijn. Je hoeft het enkel van jezelf te vinden samen met anderen die dat geloven, en je hoort er bij. Al snel is er geen enkele traditie of gebruik buiten ‘jezelf’ waaraan je toetsen kunt: hoort dit er wel of niet bij. Iedereen is een winnaar.
Daar tegenover zie je juist dat de Joden met hun uiterlijke gebruiken, feesten en de Thora tegen alle verdrukking in, ook in Diaspora een eenheid wisten te blijven. Als er nu één volk is, dat er in slaagde Volk te blijven, zijn dat de Joden. En dat is te danken aan het houden van hun tradities, overleveringen.
Daarmee hielden ze zich ‘apart van de rest’, het Goyim, als steen van aanstoot voor de rest tot de dag van vandaag. In plaats van Joodafgunstig (antisemitisch) te zijn kun je van de Joden juist leren, zoals hoe je als volk en geloof herkenbaar kunt blijven in het Aardse.
Er is een grens in de mate waarin je gebruiken en tradities kunt verwateren. Want voor je het weet ben je alles en iedereen, en dus niemand geworden. Dan los je op als niks in de geschiedenis, met al je goede bedoelingen
– Doe een duit in de collectezak van Interessante Tijden, wanneer je hier iets van opstak dat je kunt waarderen.