Sinds 1800 nam het bosareaal in Nederland gestadig toe, tot ongeveer (men weet niet precies hoeveel) 350-370 duizend hectare bos rond 2000. De combinatie van natuurherstel-subsidies (boskap aangekleed met Natura 2000-doelen) en Nederlands klimaatbeleid geeft een trendbreuk. Het Vakblad Natuur Bos en Landschap beweert nu namelijk met het voormalige Alterra (nu Wageningen Environmental Research) dat ons bosoppervlak afgelopen 4 jaar afnam.
We lezen:
Het bosoppervlak in Nederland nam van ongeveer 362 duizend ha in 1990 toe naar bijna 376 duizend ha in 2013 (tabel 1). In 2017 was het areaal echter nog maar 365 duizend ha, een afname van 10.850 ha ten opzichte van 2013, ruim 2.700 ha per jaar.
Deze netto afname bestaat uit enerzijds een bruto afname van het bestaande bosareaal met ruim 20 duizend ha (5.000 ha per jaar) en daarnaast een bruto toename van ruim 9 duizend ha (2.250 ha per jaar) nieuw aangeplant bos (tabel 2).
Wie de aard van klimaatbeleid kent en de ‘bio-based’ economy (‘Terug naar de Middeleeuwen’ verkocht als innovatie) laat zich hier niet door verrassen. Met LIFE+ subsidies, en SNL-subsidies vullen fondsenwervende groot-grondbezitters als Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer hun miljoenen-budgetten aan. Het liefst door bos weg te kappen, dat ze dan aan een biomassa-centrale kunnen verkopen.
Zo meldde Natuurmonumenten net dat ze bos kappen bij het Fochtelooerveen ‘voor de reptielen’. Dan krijgen ze natuurherstel-subsidie voor ordinaire boskap, en kunnen ze tegelijk het hout verpatsen aan een gesubsidieerde klimaat-centrale.
Zo vangen ze dubbel geld: en voor houtverkoop, en voor zogenaamde ‘natuurontwikkeling’. Daarnaast kappen overheden steeds meer bomen voor ‘de veiligheid’ en andere excuses om de begroting met houtkap sluitend te krijgen.
De cijfers die Mart Jan Schelhaas publiceert voor Wageningen UR dien je overigens met voorzichtigheid te benaderen. De 376 duizend hectare zijn gebaseerd op de Zesde Bos-inventarisatie van Wageningen UR.
Alleen al voor het bosbezit van Staatsbosbeheer gaf men toen een onzekerheids-marge van 98-104.000 hectare. Men weet in werkelijkheid niet hoeveel bos er is, en doet een schatting. Echter, kijk je met een iets andere telmethode per provincie in die zelfde bos-inventarisatie: dan zie je dat ze (per provincie opgeteld) op 353.329 hectare bos komen.
Dat wijkt weinig af van de bos-inventarisatie waar Probos nog mee kwam in 2012:
Officieel heeft Nederland 359.845 ha bos, maar niemand weet of dit getal correct is. Het officiële getal komt voort uit de bossenkaart die rond de eeuwwisseling is gemaakt. Deze bossenkaart was bedoeld als basiskaart voor het Meetnet Functie Vervulling Bos (MFV), oftewel de vijfde bosstatistiek.
Moraal van het verhaal: zelfs in een ontwikkeld land als Nederland heeft men geen flauw idee hoeveel bos er is. De kans is wel groot dat het areaal dus afneemt, omdat er perverse subsidie-prikkels voor boskap bestaan. Terwijl grondprijzen te hoog zijn, om bos-aanplant rendabel te maken.
Want als je 50 duizend euro per hectare aan grond betaalt (agrarische grondprijs), dan krijg je die 50 mille met wat boompje-plant nooit rendabel terug. Daarom zijn alleen nog op de arme (zand-)gronden van Nederland bossen aanwezig. Op de rijke gronden hebben we landbouw, omdat dit meer oplevert dan wat boompjes.
Het onderzoek van Wageningen UR, of het nu voormalig Alterra is of Imares dien je daarnaast met een zak zout te nemen. Die clubs zijn zo belangen-verstrengeld- bijvoorbeeld met de overheidsbureaucratie- dat dit onderzoek van Marten Schelhaas ook een soort lobby/sollicitatie kan zijn naar subsidie.
Of het bevat een politieke boodschap, alsof ze bos gebruiken om overheids-beleid voor Agenda 2030 (klimaat) academisch cachet te geven. Modern academisch onderzoek betaald door overheden is zelden nog betrouwbaar. De stellige beweringen van Schelhaas lijken alvast onwaar. Toch kan het best waar zijn dat door perverse overheids-prikkels het bosareaal afneemt.