Uw Rechtse Hippie bezocht met zijn christenhond Trudy Pieterburen, iedereen kent die naam dankzij de zeehonden-dierentuin die Lenie ’thart Hart hier uitbaatte onder de naam ‘Zeehondencreche’, tot ze er uit werd gewerkt. Nu heet de dierentuin Zeehondencentrum. Honderden zeehonden vangen ze per jaar uit het wild, om die voor 9 euro 50 pp aan publiek ten toon te stellen, 6 euro voor kinderen.
Ook kun je vanaf 35 eu/jr ‘donateur’ van die honderden wildvang-zeehonden per jaar worden, zodat het Zeehondencentrum een fonkelnieuw wagenpark van tenminste 3 bestelbusjes en 4 combi’s aan de praat kan houden van het ‘Seal Rescue Team’: zeehondenvangers, die uitrukken na een telefoontje van bellers om de huilers soldaat te maken.
In Nederland heb je twee soorten natuurregels: een papieren strop rond traditioneel natuurgebruik van vissers, boeren, burgers en buitenlui. Dan moet je 500 meter afstand van zeehonden houden om ze niet ’te verstoren’. En ‘eigen’ regels, wanneer je de natuurbelevings-industrie bestaansrecht geeft.
Natuur die je met rust laat levert niets op, alle gereken met ‘ecosysteemdiensten’ ten spijt.
Dus moet je omwegen verzinnen om wel die natuurvisie overeind te houden van ‘onaanraakbare niet te verstoren natuur’. Natuur als kwetsbaar broos vaatwerk, die niet zonder hulp kan van dierenbeschermers, en natuurlijk ein de loos ‘meer onderzoek’, zodat jij op plaatsen komt op publieke kosten die voor anderen gesloten zijn. Zodat je de Piersma-reviewed literatuur verrijkt met het pluizen van lepelaarkeutels en met satelliet-gezenderde zeehonden.
En daar brei je tegelijk met de nodige marketing en lobby je eigen excuus rond. Dan gelden andere regels en is het uit het wild vangen van zeehonden plots natuur- en dierenbescherming.
Waar de leek die zelfs maar een dood stuk zeehond (wie heeft er voor mij een mooie schedel!) meeneemt al strafbaar is, volgens de Flora en Faunawet (artikel 13 als ik me niet vergis, ging op in de Natuurbeschermingswet)
‘Unhappinezz’
Met zeehondjes voldoe je in een emotionele behoefte. Dankzij het feminisme krijgen steeds meer Westerse vrouwen niet of nauwelijks nog kinderen, maar de moedergevoelens moeten ergens naar toe. Dus trouwen ze met Vadertje Staat, gaan ze linkse partijen stemmen en overdreven sentimenteel met dieren doen.
En ze gaan hun onderdrukte schoonmaakdriften projecteren op de buitenwereld, ‘het milieu’, het strand oppoetsen met ‘Beach Cleanup’ en de zee zuiveren van plastic, de atmosfeer reinigen. Zie ook het borduurwerk dat Post-Menopauzale Trouw/Dagblad van het Noorden-abonnementjes in het Wadden-bezoekerscentrum van Pieterburen breiden.
Ach gossie:
Door kostenstijging in levensonderhoud hebben vrouwen ook geen tijd meer voor kinderen, die dumpen ze dan in werktijd op ‘de creche’, want zonder tweeverdienen kun je geen huis betalen. En het schuldgevoel compenseren ze dan met kado’s en consumptie: kinderen worden zo prinsjes en prinsesjes, sneeuwvlokjes, die bij het woord ‘nee’ meteen in een persoonlijke crisis belanden.
Zodat die ook weer extreme dierenliefhebbers worden, want een (gedomesticeerd) dier kan geen ‘nee’ zeggen tegen al die opgedrongen affectie. Dan laten ze ‘m ‘inslapen’…
Laat staan al die (post-)Menopauzale Happinezz-abonnementjes met kat, en boeddhabeeld op de WC die gedichten schrijven over zichzelf, met de veel interessantere buitenwereld slechts als decor. Ze hangen nu ook in de Petruskerk van Pieterburen. Je denkt wel eens: als ik het blad Unhappinezz begin, zou ik dan geen miljoenenoplage krijgen, al die verloren Westerse zielen die God uit hun leven verloren?
Of hebben mensen de moed en eerlijkheid niet meer om dat letterlijk uit te spreken, als sterfelijk wormenvoer met de dood in de ogen?
Je zou in plaats van Dierenambulance beter de Bierenambulance beginnen: eerste hulp bij dorst. Iedereen kent ’t wel, zo’n moment waarop het gezellig is en dan zijn de winkels dicht en is de drank verdampt. Of je drinkt zelf wat genietbiertjes, en bent te bescheiden geweest bij de inkoop. Je komt in die ‘winning mood’ en dan het melancholische moment, dat laatste bodempje in het flesje. Dan zou de Bierenambulance uitkomst bieden.
Dan dien je natuurlijk wel Postcode Loterij-subsidie te krijgen en donateurs, want je wilt een landelijke dienst met vrijwilligers aan de praat houden met dure bestelbusjes.
Een zelfde service als bij de Dierenambulance, voor als t’er ‘een poesje in de boom zit dieter nie meer uit durf’…. . Dus: waarom geen mens in nood helpen met de Bierenambulance… Je zou zelfs een politieke partij kunnen oprichten, die deze nood tot vervelens toe in Kamervragen kan agenderen.
Nou ja, terug naar de zeehondjes. Daarnaast vinden kleine kinderen dieren natuurlijk machtig boeiend. Mensen willen vanaf de vroegste jeugd dieren zien en ze het liefste aanraken.
Dat geldt overigens ook voor al die roofvogelaars die in nesten klimmen om kuikens te ringen. Ze willen dieren ‘bemachtigen’ als jager-verzamelaars. Je breit er een randje van ‘wetenschappelijk onderzoek’ omheen, en zo maak je voor jezelf legaal waar anderen slechts op afstand mogen toezien. Slim bekeken.
Cashcow
Zonder zeehondjes zou Pieterburen misschien een dood gat zijn. Maar nu is het in het hoogseizoen een levend toerismecentrum, op de zeeklei in het Hoge Land van ‘het Niets’ boven Groningen. Met ook vele buitenlandse bezoekers er bij, die echt niet alleen voor het Wadlopen komen of voor het Pieterpad. Dat is de pelgrimsroute die loopt van Pieterburen naar de Sint Pieterkerk van Maastricht.
Intensieve zeehonden-houderij is een cashcow
In alle opzichten lijkt Groningen haar gebieds-marketing veel leuker op te pakken dan Friesland met ‘visit Groningen’, overal wapperen ook Groninger vlaggen in de dorpsstraten van grotendeels door rollators bevolkte uitsterf-dorpen. Zonder toerisme en uitstervende boerenstand zou er niets meer zijn hier, terwijl de overheid met de meest incompetente LNV-minister ooit- Carola Schouten- tegelijk onze visserij muilkorft samen met door haar Ministerie van LNV overgesubsidieerde milieuclubs.
Bescherming nergens meer voor nodig
De zeehondpopulatie, inclusief grote neef de grijze zeehond, vertienvoudigde sinds de jaren ’80 en eet nu bijna alle (grotere) vis op in de Waddenzee en Noordzeekustzone, volgens schattingen tenminste 40 procent van de visbiomassa per jaar. De grijze zeehonden baren in de winter hun pups met witte vacht. Is het dan stormachtig, dan kunnen de grote zandplaten overspoelen waar op die pups liggen.
Dat maakte ondergetekende in 2014 nog mee bij bezoek aan Terschelling. De pups spoelden aan op het strand, en bleven gewoon tussen de toeristen liggen.
Met de moeder vlakbij op wacht. Anderen verzopen gewoon. Je ziet hoe ontzettend snel de natuur kan herstellen, wanneer je dieren niet lukraak uitroeit, en in het leefgebied geen gif in dumpt (PCB’s, DDT, persistente chemicaliën die in lage concentraties biogene en toxische effecten hebben, ‘De Pil’ lijkt mij daar ook binnen te vallen).
Lenie ’t Hart is een prima mens die ook met de vissers is begaan, ze stuurde me ook nog het proefschrift toe van haar schoonzoon, die als piloot in de tussenuurtjes promoveerde op de zeehonden en de historie van zeehondenjacht. Dankzij ’t Hart kwam zeehondenbescherming nationaal op het netvlies. Je kunt natuurlijk vervolgens discussiëren hoe lang je daarmee door moet gaan.
Streekproduct
Al sinds 2005 in HP de Tijd pleit uw Rechtse Hippie voor de oogst van zeehonden als Wadden-streekproduct. Tot in de jaren ’50 werden de zeehondjes nog bejaagd. Je kunt er prachtige bontmutsen en etuis van maken, of een mooie winterjas. Echt streekproduct. Zeehondenspek is daarnaast een delicatesse voor honden, Trudy zou er gek op zijn. En de schedels zijn prachtige Wadden-souvenirs voor iedere jager-verzamelaar.
Maar vooralsnog lijkt het lucratiever om zeehondenbont gewoon ‘op te vangen’: de knuffelindustrie zal per jaar meer opleveren dan wanneer je bijvoorbeeld 10-20 procent van de populatie via jacht oogst. De verlaagde predatiedruk op vis zal hoe dan ook ook goed zijn voor de visstand op het Wad.
Effectiever dan zo’n peperdure Vismigratierivier, dat zeehonden- en aalscholverrestaurant voor 100 miljoen euro, en verminking van de Afsluitdijk als monument uit 1932.
Een financieel jaarverslag van het Zeehondencentrum – wie heeft dat voor mij?- zou onthullen dat er miljoenen in omgaan. Krijgen ze ook nog publiek geld als steun, het zij via de gemeente, provincie of het Rijk?
Je zou ook een deal met het Zeehondencentrum kunnen sluiten. Dat zij die pups eerst vangen en ten toon stellen aan vrouwen en kleine kinderen. En dat je ze daarna slacht om er bontjassen van te maken.
Of zeg ik dan iets heel verkeerds? 🙂 Als je wel miljoenen varkens slacht per jaar, waarom dan niet een paar duizend scharrel-zeehondjes? Zo’n vrije uitloop-huiler, waar je dan warme pantoffels van maakt, of grijze zeehondenvel voor het haardvuur om kinderen op te verwekken.
En die kinderen neem je dan weer mee naar het Zeehondencentrum in Pieterburen. Win Win!