Gang is NIET alles….

Getrainde valk kiest het luchtruim. Met zendertje, zodat je ‘m terug kan vinden als hij kilometers wegvliegt

Bij ’s werelds snelste dier, de slechtvalk zou je verwachten dat het lot van zijn beoogde maaltijd van te voren al vaststaat. Maar zijn prooidieren blijken met die snelheid wel raad te weten, zo blijkt uit ’s werelds grootste veldstudie naar jachttacieken bij de slechtvalk van Candadese Nederlander Dick Dekker. Op zijn decennialange veldwerk promoveerde Dekker bij Ron Ydenberg aan Wageningen Universiteit (2009). De valk moet het net als in oorlog van bedrog en verrassing hebben.

Bonte strandlopers gaan zwenken in reactie op aanval roofvogel, je ziet afwisselend hun lichte buik en donkere rug

De slechtvalk staat wereldwijd bekend om zijn spectaculaire jachtvlucht op vliegende vogels. Op You Tube kunt u een indruk krijgen van zijn vliegkunst bij een door National Geographic gefilmde aanvalsvlucht. De tamme valk Frightfull suist hier met parachutist Ken Franklin omlaag.

De valk duikt met ruim 360 kilometer per uur van kilometers hoogte naar beneden, veel sneller dan Franklin in vrije val haalt.

De valk neemt namelijk een aërodynamische kogelvorm aan. Bij het schakelen van verticale torpedovlucht naar de horizontale aanvalsvlucht voor contact met prooi, doorstaat zij valversnellingen van meer dan 20 maal de zwaartekracht. Dat is ruim twee maal de kracht die een F16 piloot moet doorstaan. Over de vliegkunsten van de valk kunnen dus geen twijfels bestaan.

Maar gang is niet alles bij de jacht op prooi, zo blijkt uit het proefschrift van de Nederlandse Canadees Dick Dekker. Hij achtervolgde bijna een halve eeuw jagende valken in Canada en twee jaar in Friesland, en turfde bijna 4000 jachtvluchten. Op 18 februari 2009 promoveerde Dekker in Wageningen op zijn veldstudie naar de jachttactiek van de slechtvalk.

Zijn studie vormt tot vandaag ’s werelds grootste verzameling veldgegevens van jagende valken.

Slechtvalk tarsel

De beroemde jachtvogel van Middeleeuwse koningen, lijkt na nuchter waarnemen een klein beetje van zijn voetstuk te vallen. Zijn jachtsucces houdt namelijk niet over. Slechtvalken op doortrek in het Canadese Alberta haalden in 674 jachtvluchten op watervogels slechts een jachtsucces van 7,7 procent.

In meer dan 1 op de tien aanvalsvluchten ontkomt de prooi dus. Dat getal kwam overeen met de studie van de Zwitserse ornitholoog Rudebeck in de vijftiger jaren vorige eeuw, en is normaal voor veel roofdieren. De Zwitser kreeg zelfs kritiek van teleurgestelde Britse valkenexperts, zijn metingen zouden niet kloppen.

Pelgrimsvalk

Toch presteren valken soms beter, afhankelijk van prooisoort, plaats en ervaring. Bij valken die op bonte strandlopers joegen langs de kust van British Columbia lag het succes iets hoger. Na waarneming van 652 jachtvluchten telde Dekker een succes van 14,4 procent. Jongere valken die dat jaar uit het ei waren gekropen scoren 9,8 procent succes en de volwassenen kwamen weg met 29,8 procent. Een broedpaar in Alberta zag in de loop van zeven jaar haar jachtsucces stijgen van 21,9 procent naar 39,3. Ervaring komt met de jaren.

…verstoorde vogels vliegen op, mogelijk een valk want ze gingen ook als ‘baitball’ vliegen

Rode Koningin, wapenwedloop tussen roofdier en prooi
Maar wat maakt de ene valk nu succesvol bij de jacht en de ander niet? Alleen snelheid is niet voldoende, zo zag Dekker steeds.

Prooivogels als eenden en strandlopers zitten ook niet stil. Zij ontwikkelen hun eigen tactieken om de jagende valk te ontduiken. In de ecologie staat die wapenwedloop bekend als de ‘Rode Koningin’-hypothese, vernoemd naar het sprookje van Alice in Wonderland. In Alice in Wonderland blijft Alice hardlopen, terwijl de Rode Koningin haar vast houdt.

Zo komt ze niet vooruit, hoe snel ze haar benen ook beweegt.

Deze parabel gebruiken ecologen ook bij de wapenwedloop tussen roofdier en prooi, en heet een Rode Koningin. Rover en prooi houden elkaar bezig in de evolutie zonder lang in het voordeel te blijven.Vergroten roofdieren met verschillende jachttactieken hun jachtsucces, dan ontwikkelen prooidieren weer een mechanisme tegen predatie en omgekeerd.

De bonte strandloper heeft NL als zuidrand broedgebied, maar is algemeen doortrekker

Het is dus logisch dat ook ‘snelheid’ in zichzelf geen definitieve sleutel tot jachtsucces geeft. Een voorbeeld is bijvoorbeeld het snelste zoogdier, het jachtluipaard. Die kunnen wel 100 kilometer per uur rennen. Ooit in het tijdvak van de ijstijden (Pleistoceen) leefden die jachtluipaarden ook in Amerika.

Hun prooi daar was de Amerikaanse antiloop (Antilocapra americana), wat de Amerikanen Pronghorn noemen.

Die kan in reactie op zijn reeds millennia uitgestorven belager nog steeds overdreven hard rennen. Terwijl er dus al geen enkele predator meer is die de snelheid kan halen. Wat uiteindelijk dus de doorslag geeft in de ‘strijd om het bestaan’, is dus niet zozeer 1 ‘wapen’ waarop de ander een verdediging kan ontwikkelen. Maar het verrassingselement, net als in oorlog en volgens sommigen ook ‘De Liefde’ waarin alles is geoorloofd.

En zo werkt die wedloop ook bij de valk en zijn prooien. De valken vingen steeds de prooi die zich liet verrassen, of het buitenbeentje. De oplettende eend duikt in het water of de dekking en laat de rover met lege klauwen achter.

Kanoetstrandlopers reageren op aanvallende valk

Het werkelijke wapen- ook van snelheid en een vrije val uit grote hoogte- is dus ook ‘verrassing’. De klassieke snelle torpedovlucht is dan ook maar één tactiek uit de trukendoos van de valk, die de kans op overrompeling vergroot. Wanneer ze net als een leeuw op de Serengeti van dekking gebruik kunnen maken, kiezen valken voor een lage sluipvlucht.

De valken die met zo’n sluipvlucht strandlopers aanvielen vlak aan de kustlijn, schoten in 44 procent van de aanvallen raak. Net als bij een cavalarie-charge door ridders vanaf een heuveltop is hij dan in het voordeel.

Op een open moddervlakte kon de valk nog zo snel vliegen, zijn succes kwam gemiddeld niet boven de 11 procent. Weg verrassing. Je kunt sommige roofvogels als sperwers ook een imitatievlucht zien doen van een andere vogel, dat ze als duif of gaai fladderen.

Zo zag ondergetekende.

Tarsel slechtvalk

Net als bij voetbal, telt ook in de natuur uiteindelijk alleen het resultaat, hoe lelijk ‘resultaatvoetbal’ ook kan zijn. Om vogeljager te worden als de slechtvalk, ontwikkelde hij zijn trukendoos, met die manier van jagen vond hij zijn zogenaamde ‘niche’: de nog niet door concurrentie bezette beroepen om voedsel te winnen.

Ook roofdieren kunnen dus in schoonheid sterven, terwijl de tegenpartij laf de hekken sluit en de nul houdt. De anaconda die weken onder water slaapt tot de prooi voorbij zwemt, kan het langer op aarde uitzingen dan de valk die allerlei spectaculaire kunstgrepen toepast.

Slechtvalk, jaagt op goudplevieren en steltlopers die dan hoog in de lucht samenklonteren

De tactiek die werkt is goed, of deze is gebaseerd op snelheid, sluwheid of saaiheid. Misschien dat bacterien daarom wel langer op aarde overleven, kakkerlakken en mieren dan de fauna die mensen aanspreekt, de gewervelden met bewonderenswaardige eigenschappen: omdat je daar iets van jezelf in herkent, je verlangen.

Mede doordat de valk tot de verbeelding spreekt is het ook ’s werelds best bestudeerde roofvogel, en Dekker is één liefhebber in een lange rij. Hij betaalde zelfs het grootste deel van zijn veldwerk uit eigen zak om de valk maar te kunnen volgen. Zijn loon “Als ik mijn verrekijker richt op een valk in felle achtervolging van duif of eend hoog in de lucht, kan ik het niet laten om hardop te juichen”, stelt Dekker. “Ik kan er niet genoeg van krijgen.”

De slechtvalk broedt in het centrum van Leeuwarden

Zulke spiritueel gedreven natuuronderzoekers- geboeid door ‘Het Mysterie’- tref je tegenwoordig nog maar weinig. Het onderzoekskapitalisme regeert, zwetskousen als Tjisse van der Heide & Han Ollf, drijvend op alarmistische verhaaltjes, of nietsonthullende ‘model-‘studies van ‘systeemanalyse. Die Milieusysteemanalyse (Wim de Vries, Rik Leemans, Jan Rotmans cs) lijkt veel op de gecomputeriseerde variant op de Steen der Wijzen van Harry Potter.

Geen natuuronderzoek maar een manier om macht te vergaren via mystificatie, betovering van toehoorders en gelovigen om ze te onderwerpen aan een totalitaire utopie. Dekker trok de natuur in om van haar te leren, zonder te willen beheersen of domineren. Voor Dekker kun je dus niets dan bewondering koesteren.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *