‘Door het oog van de naald’ (Lucas 25:18)

Locatie oude klooster Foswerd

Op de zondag geen profane boodschap uit De Abdij, maar een lezing uit de Heilige Schrift. Predikers van het Evangelie dienden geen bezittingen mee te nemen volgens Jezus in Lucas 9-10.  En ‘het is lichter dat een kemel (Kameel) ga door het oog van ene naald, dan dat een rijke ’t Koninkrijk God’s inga, zo stelt Lucas 25:18.

Uit zulke passages kwam de armoedegelofte van de Franciscaanse kloostertraditie.  Franciscus van Assisi (1181-1226) zou zelfs zijn broekriem niet meenemen, maar een touw om zijn pij knopen.

 Wie ‘bezeten is door zijn bezit’ kan de geestelijke strijd niet aan voor het Koninkrijk God’s. Maar Jezus was niet van de Gristenunie (= ‘grissen’, wegpikken), want hij dwingt ‘de rijke’ niet met (staats)geweld om zijn leer te volgen. 

De kloosterweg

Conflict tussen rijkdom en armoede-gelofte
Altijd heeft in de christelijke traditie een conflict bestaan tussen die armoede-gelofte en het evidente feit dat vele christenen juist erg op de centjes waren.  JP Morgan, de Amerikaanse miljardair-bankier beriep zich tot ieder’s verbazing op de Heere in zijn Testament die hem dat alles gegeven zou hebben.

Terwijl JP Morgan bij leven bekend stond als meedogenloos zakenman. Uit zijn huis van financiers is nu JP Morgan Chase ontstaan, de fusiebank met de Rockefeller-bank Chase. En daar is ‘christen’ Tony Blair nu adviseur, voor 2 miljoen pond per jaar.

Ook de Friese kloosters die vanaf de 12de eeuw in het vruchtbare zeekleiland werden gesticht, zoals Foswerd van de Benedictijnen, zouden in de late Middeleeuwen met hun rijkdom afgunst oproepen.

Op een gegeven moment hadden de kloosters in Friesland wel 15-20 procent van alle grond hier in bezit. Een aanleiding tot de gretigheid, waarmee het wereldse gezag in 1580 tot de Reformatie overging kan zijn: de Oranje maffiafamilie die hier de touwtjes in handen kreeg tot vandaag toe, had al dat bezit nodig om hun oorlogen te kunnen financieren.

Het klooster Foswerd is nog steeds een boerenhof.

Armoede is geen prestatie op zich
Dan nog, je hoeft niet lang in toespraken van Jezus te zoeken om zijn houding tegenover aards bezit te leren kennen. Hoe meer je gehecht bent aan aardse zaken, hoe minder je toe bent aan wat Hij het ‘Koninkrijk Gods’ noemt. Maar aan de andere kant, kun je ook valselijk beweren dat iemand die ‘arm’ is, daarom ook moreel beter zou zijn. Immers, armoede hoeft geen prestatie te zijn.

Sterker nog, in uitgangspositie was iedereen ooit even ‘arm’ of ‘rijk’. Vervolgens ontstaan dankzij verschillende talenten ook verschillende uitkomsten. Iedereen heeft de mogelijkheid op een gouden carriere als basketballer, maar niet iedereen wordt als Michael Jordan geboren. Je moet mogelijkheid dus niet met ‘recht’ verwarren.

En nijd naar ‘de rijke’ kan ook uit de zonde van Afgunst voortkomen, zodat je met de Partij van de Afgunst (PvdA) op andermans portemonnee aast met staatsgeweld. Pas wanneer je vrijwillig afstand doet van iets waaraan je gehecht bent, dan kun je dat als prestatie uitleggen.

Iemand die overal de kantjes er af loopt, die als beroep ‘uit je neus eten’ heeft, die zal ook niet rijk worden. Ben je dan spiritueel atleet? Laten we dus eens de Bijbel zelf lezen, wat Jezus zegt aan zijn discipelen.

Kloostervaart, Wanswert op achtergrond

‘De macht over alle duivelen’
Wat moesten deze doen, om op geloofwaardige wijze het Evangelie te prediken? Daartoe kijken we in Lucas 9 :1-6

En zijne twaalf discipelen samengeroepen hebbende, gaf hij hun de kracht en macht over alle duivelen, en om ziekten te genezen;

en zond ze heen om te prediken het Koninkrijk Gods, en de kranken gezond te maken.

En hij zeide tot hen: Neemt niets mede tot den weg, noch staven, noch male, noch brood, noch geld:

noch iemand van U zal twee rokken hebben. En in wat huis gij ook zult ingaan, blijft aldaar, en gaat vandaar uit.

En zoo wie u niet zullen ontvangen, uitgaande van die stad schudt ook het stof af van uwe voeten, tot een getuigenis tegen hen.

Deze oude zeearm parallel op de kloostervaart heet ‘de Traan’…

In hoofdstuk 10 (3-10) zien we bij een hernieuwde uitzending, een vergelijkbare opdracht van Jezus bij prediking van het Koninkrijk Gods:

Gaat henen: zie, ik zend u als lammeren in het midden der wolven.

Draagt geenen buidel, noch male, noch schoenen, en groet niemand op den weg.

En in wat huis gij zult ingaan, zegt eerst: Vrede zij dezen huize.

En indien aldaar een zoon des vredes is, zoo zal uw vrede op hem rusten; maar indien niet, zoo zal uw vrede tot u wederkeeren.

En blijft in dat huis, etende en drinkende hetgeen van hen voorgezet wordt; want de arbeider is zijn loon waardig.

Gaat niet over van het eene huis in het andere huis. En n wat stad gij zult ingaan en zij u ontvangen, eet hetgeen ulieden voorgezet wordt;

en geneest de kranken die daarin zijn, en zegt tot hen: het Koninkrijk Gods is nabij u gekomen.

Rijke aardappeloogst Hogebeintum

Niet bezeten zijn door andere prioriteiten
Hierin zie je dat die ‘neem niets mee’-geloften direct met geestelijke bediening te maken hebben. Wie het Koninkrijk God’s verkondigt, die moet dat allereerst al geloofwaardig kunnen overbrengen. Die moet niet in bezit zijn van andere prioriteiten dan God alleen.

Dan kun je zonder enig bezit op weg, en als bedelmonnik (Franciscus van Assisi) desondanks door anderen onderhouden worden. Omdat die mensen die de zelfde geestelijke honger delen, in jouw zien dat het je menens is. Je bent niet ‘bezeten’ door iets anders, en bent er dus niet om mensen geestelijk (en financieel) uit te zuigen.

Je gaat dus met het krediet van geloofwaardigheid op zak op pad. En dat is een krediet waarmee je bepaald niet lichtvaardig kunt omspringen. In Lucas 18:18-27 staat  dan de beroemde ‘Oog van de naald’-passage. De ‘overste’, anderen vertalen als ‘rijke jongeling’ die vraagt wat hij moet doen om het ‘eeuwige leven’ te ontvangen.

En Jezus zeide tot hem: Wat noemt gij mij goed? Niemand is goed dan een, namelijk God. Gij weet de geboden:

Gij zult geen overspel doen; gij zult niet dooden; gij zult niet stelen; gij zult geene valsche getuigenis geven; eer uwen vader en uwe moeder.

En hij (de ‘overste’/jongeling RZ) zeide: Alle deze dingen heb ik onderhouden van mijn jonkheid aan.

Doch Jezus dit hoorende, zeide tot hem: Nog een ding ontbreekt u: verkoop alles wat gij hebt en deel het onder de armen,

en gij zult eenen schat hebben in den hemel: en kom herwaarts, volg mij.

Maar als hij dit hoorde, werd hij geheel droevig, want hij was zeer rijk.

Jezus nu ziende dat hij geheel droevig geworden was, zeide: Hoe bezwaarlijk zullen degenen die goed hebben, in het Koninkrijk God’s ingaan.

want het is lichter dat een kemel (kameel RZ) ga door het oog van eene naald, dan dat en rijke in’t Koninkrijk God’s inga.

En die dit hoorden, zeiden: Wie kan dan zalig worden? En hij zeide: De dingen die onmogelijkheid zijn bij de menschen, zijn mogelijk bij God.

De Sint Nicolaaskerk van Blija

Met Maserati door de Hemelpoort
Dus of je met een dikke Maserati onder de kont de hemelpoort binnenrijdt? Als God een beetje van design en schoonheid houdt, van mensen die de kantjes er niet aflopen, waarom zou er dan niet een heel wagenpark met klassieke auto’s binnen mogen? Machtig mooi toch? Gebruik je bezit voor zelfverheerlijking, of voor het Koninkrijk God’s, geestelijke strijd tussen goed en kwaad?

We kennen immers ook nog de gelijkenis van de talenten uit Mattheus 25: 14-30. Dat degene die zijn talent onder de grond stopt, het veilig bewaart, die is slechter af bij de ‘meester’ (als beeld van God)  dan degene die ze vermeerdert. Hieraan kun je ook denken, wanneer je stelt dat ‘armoede geen prestatie is’. Wie talentloos is, die presteert ook niks.

Het hebben van een uitkering, je hand ophouden bij De Staat en verwachten dat De Staat de productieve klasse daarvoor met geweld zal beroven: dat kan geen morele, Bijbelse positie zijn. Het Socialisme.

Middeleeuws mooie ingang Hogebeintum

Goed geld en kwaad geld
Waar het in de passage van Lucas 18:18-26 vooral om lijkt te gaan is de hechting aan bezit. Wie op zijn geld blijft zitten, kan dat ook niet vermeerderen.

Wie het weggeeft krijgt daar andere zaken voor terug, die veel meer waardevol kunnen zijn. Net als de landadel in Friesland die grond aan de kloosters schonk, omdat die in de monniken de geestelijke strijders zagen. Iets waartoe zij zelf niet goed in staat waren. Maar goed, er moeten ook wereldlijke leiders zijn, boeren, bakkers. Ieder zijn talent.

En uit de meeropbrengst kun je dan ook weer ‘strijd voor het goede’ financieren, die enkel plaatsvindt via de weg van vrije wil. Jezus dwingt niemand met geweld, en dat lijkt een waterscheiding. Dat ‘geile van geven’ zie je bij alle ‘rijke stinkerds’. Die genieten van geven, wanneer ze daarvoor terugzien dat iemand daar iets goeds mee doet, van opbloeit of mee tot zijn recht komt.

Dus dat een bloeiende Abdij er dankzij jouw gaven, talenten op ander vlak en andere bankrekening toch kon komen. Daarin kun je ook een ‘gave gods’ zien, zo redeneer je met je Friese boerengeloof.

Als je al voor je dood het Koninkrijk God’s concreet wilt maken, dan is het dat wel, dat bezit het goede bewerkt. Er is genoeg geld op de wereld. Maar opgepot ligt dat op de verkeerde plaats waar het geen goed in beweging zet. Alsof je niet bewust bent van het bestaan van de geestelijke strijd waar Jezus over spreekt.

Dus dan is het ‘kwaad geld’, want je leeft dan alsof Leven geen zaak van leven en dood is. Het ligt ergens een nummer te zijn, zonder goed uit te richten. We zien immers, in de eerste uitzendingsrede van Jezus, dat hij spreekt over het aangaan van die geestelijke strijd.

gaf hij hun de kracht en macht over alle duivelen, en om ziekten te genezen;

en zond ze heen om te prediken het Koninkrijk Gods, en de kranken gezond te maken

Je aardse bezit heb je niets aan na je dood…

Geestelijke strijd aangaan
Wie de geestelijke strijd aangaat, die kan niet aan bezit gehecht zijn, want dan wordt hij ‘bezeten van bezit’. Die kan ook niet geloofwaardig zijn als geestelijk strijder. Maar daarom is het dus nog niet ‘slecht’ om veel te hebben, dat lees je niet in de Bijbel althans. In tegendeel, je ziet immers ook dat rijkdom en ‘zegening’ samen opgaan, zoals nadat God het leed dat hij Job aandeed compenseert.

Je kunt ook iemand zijn geweest die zijn talenten vermeerderde. Zolang je niet ‘in bezit van dat bezit’ bent, dan kun je het Koninkrijk God’s binnengaan.

En zo heeft de christelijke traditie al 2000 jaar lang een gewoonte van filantropie. Pas door opkomst van De Staat die de productieve klasse meer dan 50 procent van hun verdiensten afpakt, is ‘filantropie’ ook in accent veranderd. Het werd een discipline, die via ‘ngo’s (niet gekozen organisaties) het politieke proces poogt te beïnvloeden.

Omdat ‘het politieke proces’ het Koninkrijk God’s op aarde leert te vestigen, met De Staat als God’s plaatsvervanger.

Zalige Zadeldak Hogebeintum

Echter, wie ‘De Staat’ gebruikt om zichzelf te verrijken en om een ander te bestelen voor eigen wensenlijstjes, zoals de godslasteraars van de Christenunie, die is overduidelijk niet bezig met de bouw van het Koninkrijk God’s. Die helpt de vestiging van De Leviathan, satan. Die bedrijft dan geen ‘filantropie’ meer, maar misantropie.

Want zie, dat Jezus geen fysieke dwang toepast op de ‘rijke’. Hij heeft zelf de keuze. Anders zou het ook geen geestelijke keuze meer zijn, maar een politieke. En het mag duidelijk zijn dat het Koninkrijk God’s geen politiek rijk is. Heb een goede zondag.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *