Op de zondag geen profane boodschappen. Dan lezen we uit de Heilige Schrift, de literaire en geestelijke basis onder de Westerse (voormalige) beschaving.
We vervolgen onze Koningen-cyclus weer met Salomo, die de Tempel bouwt, en die de tempel met een smeking aan God en offer van 22 duizend runderen inwijdt.
Dit hoogtepunt van materiële rijkdom, geestelijke en militaire macht van Israel in de Bijbel, is tegelijk de opmaat tot verval. De vele groupies van Salomo- duizend maar liefst- die verleiden hem tot de afgodendienst van de volken waaruit hij ze gewinkeld heeft.
Zo groot als een Albert Heijn
In onze vorige aflevering over het boek Koningen, zagen we hoe Salomo met ‘cederen van de Libanon’ de tempelbouw aanving. In 1 Koningen 6 lezen we dat de bouw van het voorhof begint ‘in het vierhonderd en tachtigste jaar na de uitgang er kinderen Israels uit Egypte, in het vierde jaar van het koninkrijk Salomo’s over Israel, in de maand Ziv (deze is de tweede maand)
Precieze tijd en plaatsaanduidingen zijn kenmerkend voor de Bijbel. Er staat niet ‘er was eens’… De Bijbel claimt historische accuratesse, tijd en plaats doen er toe. Terwijl in de moderne tijd daar nu juist de meeste vragen over rijzen.
Zoals psycholoog Jordan Peterson al het moderne gevoel verwoorde bij zijn hernieuwde poging tot Bijbel lezen ‘ waarom moet je nu een reeks leugens slikken om bij de waarheid te komen?’…
In Koningen 6 krijg je dan een zeer gedetailleerde beschrijving van de bouw en inrichting. De tempel zou zestig ellen lang zijn, twintig ellen breed en dertig ellen hoog. Een ‘el’ is traditioneel ongeveer 70 centimeter.
Dus dan was de tempel even groot als een middelgrote Albert Heijn, de voertempel voor de boodschappende Nederlander. Maar dan met een hoger plafond, of kent iemand een AH met een 21 meter hoog plafond?
Zijn eigen huis vol blingbling
Ook zou het met ‘volmaakte steen’ gebouwd zijn, net als bij die perfect sluitende pyramide-stenen. ‘zoodat geene hameren noch bijlen of eenig ijzeren gereedschap gehoord werd in het Huis, als het gebouwd werd’.
In de ‘aanspraakplaats’ (dat zal de plaats voor de Ark van het Verbond zijn) komen Cherubs (beelden van Engelen) die zeven meter hoog zijn, van ‘olie-achtig hout’, en vervolgens overgoten met goud. De totale bouw duurt zeven jaar.
Vervolgens laat Salomo voor zichzelf en voor een vrouw van hem, een dochter van een Egyptische Farao een huis bouwen. Daarmee zijn de bouwlieden in hoofdstuk 7 zoet. Een grote opsomming volgt dan van de rijkdom die je moet bezitten aan het beste hout en edelmetalen.
Het hoofdstuk eindigt met de blingbling, die Salomo in de tempel laat brengen.
‘de heerlijkheid des Heeren had het huis gevuld’
Vervolgens krijg je in hoofdstuk 8 het feest van de inzegening. De priesters zetten de Ark van het Verbond op zijn plek, dus met de twee stenen tafelen waarop het geestelijk contract met De Heere staat.
1 Koningen 8:9-11 beschrijft hoe vervolgens De Heere de tempel intrekt, zodat de priesters er niet meer kunnen staan, alsof ze er net een brandje gestookt hadden. Vervolgens concludeert Salomo dan dat de operatie ‘geef de Heere een huis’ is geslaagd. Het toppunt van zijn (geestelijke) macht is dan bereikt, want als Salomo iets fout zou hebben gedaan dan zou de Heere dat niet doen:
Daar was niets in de Ark dan alleen de twee stenen tafelen die Mozes bij Horeb daarin gelegd had, als de Heere een verbond maakt met de kinderen Israel’s toen zij uit Egypteland uitgetogen waren.
En het geschiedde als de Priesters uit het heilige uitgingen, dat eene wolk het Huis des Heeren vervulde; en de Priesteren konden niet staan om te dienen vanwege de wolk; want de heerlijkheid des Heeren had het huis des Heeren vervuld.
Toen zeide Salomo: de Heere heeft gezegd dat Hij in donkerheid zou wonen. Ik heb immers een Huis gebouwd U ter woonstede, eene vaste plaats tot uwe eeuwige woning. Daarna wendde de Koning zijn aangezicht om, en zegende de gansche gemeente Israel’s; en de gansche gemeente Israel’s stond.
Priesterkoning Salomo
De Koning neemt hier tegelijk een priesterrol in, net als de Kalief bij de Islam. In zestig verzen lezen we vervolgens hoe hij de gunst van de Heere afsmeekt, en het lot van het volk Israel 1 op 1 verbindt aan de goedgunstigheid van die Heere. Dat die alsjeblieft de gebeden wil verhoren die uit dit Huis opgaan.
Zoals in vers 29-30
Dat uwe oogen pen zijn nacht en dag over dit Huis, over deze plaats, van dewelke Gij gezegd hebt: Mijn naam (reputatie RZ) zal daar zijn: om te horen naar het gebed hetwelk uw knecht bidden zal in deze plaats.
Hoor dan naar de smeking uws knechts en uws volks Israel, die in deze plaats zullen bidden; en Gij, hoor in de plaats uwer woning, in den hemel, ja hoor en vergeef.
Alle plagen die een volk kunne teisteren, daar wordt een direct verband gelegd met de kastijding door God: ‘als Gij hun geplaagd zult hebben’…
Een voorzegging van de Babylonische Ballingschap (of met voorkennis terug geschreven) vinden we in vers 46-47, waarin een direct verband tussen ‘gezondigd hebben’ en ‘overgeleverd aan vijanden’ wordt gelegd, Net als bij andere ziekten en plagen die het volk kunnen treffen (vers 37) van pest, korenbrand, honingdauw, sprinkhanen kevers…
Kortom misoogsten en hongersnood.
Een akkoordje met de Allerhoogste
De hele bede van Salomo gaat dus van 1 axioma uit. Hun Heere is niet zomaar een wispelturige natuurkracht, hij is tot rede te brengen, je kunt er mee onderhandelen en argumenteren, op het contract wijzen. Iets dat van twee kanten komt.
Hij eindigt met de woorden (vers 57-60):
De Heere onze God zij met ons gelijk als Hij geweest is met onze vaderen; Hij verlate ons niet en begeve ons niet, neigende tot Zich ons hart, om in alle zijne wegen te wandelen, en om te houden zijn geboden en zijn inzettingen en zijne rechten, welke Hij onze vaderen geboden heeft.
En dat deze mijne woorden, waarmeede ik voor de Heere gesmeekt heb, mogen nabij voor den Heere onze God zijn, dag en nacht; opdat Hij het recht zijns knechts uitvoere en het recht zijns volks Israel, elkeen dagelijks op zijn dag;
opdat alle volkeren der aarde weten dat de Heere die God is, niemand meer en ulieder hart volkomen zij met den Heere onzen God, om te wandelen in zjne inzettingen, en zijne geboden te houden gelijk te dezen dage.
Mega-Barbecue
Na dit alles komt het offerfeest. Liefst 22 duizend runderen gaan op de barbecue en honderdtwintig duizend schapen. Hoofdstuk 9 bevat vervolgens de omschrijving van het toppunt van Salomo’s geestelijke macht, twintig jaar lang.
Hoe de Farao hem een dochter aanbiedt als appeasement-huwelijk, en hoe alle kinderen van volken die de Joden niet hadden uitgeroeid (‘dat overgebleven was’) tot slaaf werden gemaakt ’tot op dezen dag’.
Maar dit hoofdstuk begint met een sinistere waarschuwing van de Heere, die Shlomo op Zijn kant van het contract wijst (9:6-10):
Maar zoo gijlieden u ten eenenmale afkeeren zult, gij en uwe kinderen, van Mij na te volgen, en niet houden zult mijne inzettingen, die ik voor het aangezicht gegeven heb, maar henen gaan en andere goden dienenen voor dezelve nederbuigen zult:
zoo zal ik Israel uitroeien van het land dat Ik hun gegeven heb, en dit Huis hetwelk Ik mijnen naam geheiligd heb, zal Ik van mijn aangezicht wegwerpen, en Israel zal tot een spreekwoord en spotrede zijn onder alle volkeren
en aangaande dit Huis dat verheven zal zijn geweest, al wie hetzelve zal voorbijgaan, zal zich ontzetten en fluiten: Waarom heeft de Heere alzoo gedaan aan dit land en aan dit Huis?
En men zal zeggen: Omdat zij den Heere hunnen God verlaten hebben….
Duizend vrouwen, dat kan nooit goed gaan
Veel lol zullen die Israelieten dus niet van hun tempel hebben en status van uitverkoren volk. In hoofdstuk 10 komt de Koningin van Sheba langs die de wijsheid van Salomo op de proef stelt. Hij zou overladen worden met goud, en de rijkdom zou letterlijk per drie jaar met scheepsladingen zijn binnengekomen.
Vervolgens stelt de Bijbel:
Alzoo werd de Koning Salomo grooter dan alle Koningen der aarde in rijkdom en wijsheid; en de gansche aarde zocht het aangezicht Salomo’s om zijne wijsheid te horen die God in zijn hart gegeven had.
In hoofdstuk 11 blijkt de roem Salomo al naar het hoofd te zijn gestegen. Met name zijn kleine hoofd blijkt onverzadigbaar, net als Mick Jagger en Tiger Woods. Vooral wanneer hij ouder wordt, kan Salomo die groupies geestelijk niet meer de baas.
En dan voel je het onheil dus al komen:
En hij had zevenhonderd vrouwen, Vorstinnen, en driehonderd bijwijven, en zijne vrouwen neigden zijn hart.
Want het geschiedde in de tijd van Salomo’s ouderdom, dat zijne vrouwen zijn hart achter andere goden neigden, dat zijn hart niet volkomen met den Heere zijnen God was, gelijk het hart zijns vaders David,
Je ziet het ze doen, net zo lang aan Salomo’s kop pijpzeiken tot ie denkt ‘ach vooruit, 1 keertje’… Maar geef 1 keer toe, en dan is dat de opmaat voor algehele overname, zoals ‘het weer’ via barstjes in de muur langzaam scheuren erodeert.
Tot je die tragische sukkel wordt van het moderne ‘onderhandelingshuishouden’ (echtscheiding in notendop), die je dagelijks in de Appie Heijn kan zien, achter z’n wijf aan sjokkend, geknecht door emotionele chantage. De gecapituleerde Westerse man.
Vrijmetselaars
En zo zal dat onwaarschijnlijk grote en rijke koninkrijk dus al vlot zo instorten, dat de archeologie er niets van kon terugvinden. Alsof het nooit bestaan had, behalve dan in Bijbelse verhalen.
Verhalen die eigenlijk vooral getuigen van wat voor onbetrouwbare club schlemielen het volk Israel in de geschiedenis was. Steeds maar weer De Heere de rug toekeren.
Altijd levend als ballingen, luis in de pels bij andere volken die wel militaire macht hadden, zoals de Egyptenaren en de Babyloniers, Assyriers. Maar hun rijken zijn allen ingestort, en de mentale, geestelijke boodschap die bleef via Het Woord tot de dag van vandaag invloed houden.
Denk alleen al aan de Vrijmetselaars, die zijn ge-inspireerd op de tempelbouw waarin hun mentoren als bouwlieden actief zouden zijn geweest. Of de Tempeliers, de militaire orde die pelgrims naar Jeruzalem moest beschermen, de eerste uitgevers van papiergeld.
Dus dan kun je wel op het eerste gehoor de wijsneus uithangen, door de Bijbel af te doen als historische onzin. Maar de kracht van Het Woord, daarmee valt niet te sollen. Die werkt dwars door ruimte en tijd. En zo komen we op de eerdere opmerking deze week, dat Godsdienst ‘Onzin met hoofdletter’ is.
- Je hebt een instituut nodig dat het onbevattelijke benoembaar maakt. Het Woord doet dat. Zonder Het Woord ben je sprakeloos, of je doet in eigen woorden een onbeholpen poging, die het particuliere geneuzel zelden overstijgt.
- Denk aan de tenenkrullende rouwadvertenties van god-lozen: ‘jaai was zo blaai baai maai, nu ben jaai fraai‘ of een citaat van een popliedje er bij ‘you are my sunshine’, dat mensen heel ‘authentiek’ willen doen. (terwijl iedereen ongeveer hetzelfde is, maar de 1 is hooguit wat dommer dan de ander) En dus kun je elkaar geestelijk ook niet meer verstaan, want wat heb ik met andermans wansmaak en geestelijke leegte van doen.
- In plaats van een degelijke Psalm die door ruimte en tijd galmt, die niet authentiek maar universeel kan zijn. Mijn grafschrift moet ook een vers uit Psalm 23 zijn, naar de traditie der voorvaderen..
Heb een goede zondag.
De drie is een goddelijk scheppingsgetal. Zo bevonden zich in de Arks des verbonds ook drie voorwerpen : de stenen tafelen, een gouden kelk met manna en de staf van Aäron. Mooi om over na te denken wat die voorwerpen met elkaar te maken hebben.
Lagen die gouden aambeien van de Filistijnen er toen ook al in of was dat later?
Salomo komt uit een militaire familie waar “peace through strength” hoog in het vaandel staat. Even googlen doet uitkomen bij een Military Wikia waar te lezen is dat zowel Hadrianus (build that wall) als Ronald Reagan (tear down this wall) dit concept voorstaan. Ook Donald Trump (build that wall) schijnt een fan te zijn.
Een beruchte 13th triber de Germanofoob en Christenhater Bernard Baruch, adviseur (oorlogsfluisteraar) van Roosevelt schijnt zelfs een boekje te hebben uitgegeven met die titel.
Salomo wordt wel vaker gezien als een type of voorafschaduwing van de komende ante-Christ of anti-Christ en ook hier kunnen we hem weer op een dergelijke verbeelding betrappen.
Even los van het feit dat God hen verboden had terug te keren naar het land van farao waar Hij hen uit bevrijdt had lijkt het me helemaal van de po gesleurd met de dochter van deze buitenlandse wapenhandelaar te trouwen om zo met lucratieve dealtjes paarden en wagens uit Egypte te halen waarvan God duidelijk in zijn Woord gezegd heeft dat je daar niet op moet vertrouwen maar op Hem. Deze ‘Vredesvorst’ is niet een voorafbeelding van de Messias lijkt me maar meer een voorafschildering van de Pax Romana of de komende Pax Satana tegens wiers tijdbalk we nu bijna onze kop stoten.
Vergeet ook niet dat onder de regering van Salomo de belastingdruk ook enorm was, dit duidt met de grootst mogelijke duiding op een feminiem/progressief/gedemocratiseerd regiem waarbij het vrouwelijke (het zwakke/van God-afleidende/Eva-geslacht) ten onrechte werd verhoogd/ge-eerd. Het vrouwelijk vereist immers veel aandacht en heel veel onderhoud, heeft enorm veel ergens vandaan genomen geld nodig voor allerlei frutselarijen die er in een mannenwereld, de wereld van de Bijbel (de vrouw is er maar 1-2% in aan het woord), totaal niet toe doen.
De carbon-footprint van de vrouw, met haar 1000-jurken en ‘niets om aan te trekken’ ligt immers duizenden procenten hoger dan bij degene aan wie zij als ‘dienster’ door de Almachtige is geschonken. Het mannelijke zit 30 jaar op dezelfde eikenhouten meubels en bikt pas na 10 jaar zijn eerste onderbroek van het achterste omdat hij een minder ‘doorschoten’ tweede exemplaar van een exact dezelfde ouderwetsheid heeft verkregen uit het nalatenschap van een oudere broer die onlangs werd doodgereden met Corona.
Maar dit slecht ter zijde. Het lijkt mij duidelijk dat er heel veel belastinggeld of gemeenschapsgeld (ik noem het altijd ‘aan de gemeenschap onttrokken geld’) richting allerlei ‘godsdiensten voor vrouwen’ of ‘(bij-)afgoderijen’ gegaan is, zoals dat ook vandaag de dag weer aan de orde is in het politieke. Al die vrouwen van Salomo zullen ook allemaal wel een overheidsbaantje hebben gehad, zo gaat dat vaak. Dan is een land gauw kapot. Wil je iets slopen, dan zet je er een vrouw op. Het land viel na Salomo dan ook snel in duigen.
Het is een ramp voor het land wanneer vrouwen en kinderen er de baas zijn. Dan zullen vreemdelingen over u heersen. Mijn hoop is alleen dat nu de 2 afgescheurde stukken in het Noorden van het land komen te liggen, dat Fryslãn en Groningen onder koning Rypke zullen doorstarten. Een eerder door mij bedachte ‘Theo-cratie’ olv Mr. Hiddema kunnen we ondertussen wel vergeten. Deze gaat geen regionale come-back in het “Heitelãn” meer maken. De ‘onderste’ tien provinciën/10 stammen beschouw ik al enige decennia als totaal ‘verloren’ en mogen wat mij wel zonder ons verder ‘opgaan’ in het incestueuze en heidense Brusselse EU.
Gods zegen.
Doe mij ook wat van hetgeen u drinkt. Deze diepe zielenroerselen intrigeren mij danig.
Een wel heel ander denkbeeld over de wijze Salomo. Preekt u wel eens ergens? Het zet ook de Roomse Mariaverering in 1 klap in een totaal ander daglicht 🙂 . Of is nachtlicht beter?
Preken doe ik niet, ik barst vaak van verontwaardiging 1,5 uur achter elkaar uit mijn voegen.
Maar voorlopig even niet, ik moet nog herstellen van mijn laatste steniging.
Harre krammele, tóch nog vergeten te melden dat ik eens gemeend heb een héél erg hoog plafond gezien te hebben, toen ik de slijterij van een supermarkt eens voor de 2e maal diezelfde dag bezocht had omdat de fles Weduwe Joustra op was geraakt. Maar volgens mij was dat de Nieuwe Weme in Heerenveen vele, vele jaren geleden en niet een AH.
Maar ik drink al jaren niet meer dus lang-uit gestroffeld en ‘omhoogstarend’ in de drankenafdeling naar de vleesafdeling 60 meter verderop’ zult u mij niet meer aantreffen. Toch mis ik zo nu en dan mijn drankje en sigaartje nog wel eens…maar ik heb nogal de neiging verslaafd te raken, dus ik blijf er maar liever af. Nu bak ik midden in de nacht nog wel eens een karbonaadje op….tja, je moet toch wat…lekker eten geeft ook troost.