‘Van mijn jeugd af ben ik doodbrakende’ (Psalm 88)

Groningen gothic graf

De Psalm van de dag vanuit De Abdij van Langweer is nummer 88, wat ons betreft de meest duistere van het hele boek der Psalmen. Hij eindigt namelijk ook zonder enige troost. Bij schrijven nu, en lezen door U, kan dit de gemoedstoestand zijn van miljoenen medemensen. Dat kan een praktische oorzaak hebben, die een geestelijke gemoedstoestand wordt. Maar het kan ook een geestelijke toestand zijn die zich materialiseert.

Het graf van de Roorda-familie in Hennaard

We citeren de Psalmist:

Want mijn ziel is verzadigd van ellende,
mijn leven raakt bijna het graf.

Ik word gerekend tot hen die in de kuil neerdalen,
ik ben geworden als een man zonder kracht,

afgezonderd onder de doden,
net als de gesneuvelden, die in het graf liggen:
aan hen denkt U niet meer!
Zíj zijn afgesneden van Uw hand.

U hebt mij in de onderste kuil gelegd,
in duistere oorden, in diepten.

Zelfs het grafbeeld sneuvelde

Praktisch?

Bijvoorbeeld omdat medemensen door de pathologische leugenaars Hugo de Jonge en Mark Rutte als mkb’er en kleinwinkelbedrijf van hun toekomst zijn beroofd op basis van de COVID-leugen en de Drosten-PCR-test. Of hun equivalenten over de grens. En meer in het algemeen de realisatie dat ‘het kwaad’ de macht lijkt te hebben in de wereld, dat de leugen regeert en Het Grote Geld zonder enig omzien naar mensen.

Ik hoorde van de judoleraar van mijn neefje die in 1 week afzonderlijk van elkaar drie directe geliefde naasten verloor. Nooit meer de oude, zo’n mentale klap overleef je niet. We vervolgen de Psalm:

Uw grimmigheid leunt op mij,
U hebt mij neergedrukt door al Uw golven. Sela

Mijn bekenden hebt U ver van mij verwijderd,
U hebt mij tot iets gruwelijks voor hen gemaakt;
ik ben opgesloten en kan er niet uit komen.

Mijn oog is treurig van ellende;
HEERE, ik roep tot U de hele dag,
ik strek mijn handen naar U uit.

Zou U wonderen doen aan de doden?
Of zouden gestorvenen opstaan en U loven? Sela

Zou er van Uw goedertierenheid in het graf verteld worden,
van Uw trouw in het verderf?

Zouden Uw wonderen bekend worden in de duisternis,
Uw gerechtigheid in het land van vergetelheid?

Ook als je van (Friese) adel bent kan je grafsteen verhuizen

Waar is God?

Die drie letters waarmee je in 1 keer het hele leven en alles dat er is een persoonsnaam geeft. Drie letters, waarmee je Het Verlangen uitspreekt naar rechtvaardigheid en heelheid, dat het universum niet onverschillig is maar moreel begaan, zelfs omziet naar dat nietige jij.

Je kunt ook van je jeugd af zwaarmoedig van geest zijn, om wat voor oorzaak dan ook. Dan kun je Fade to Black van Metallica spellen: Life it seems will fade away, drifting further everyday, getting lost within myself, nothing matters noone else, I have lost the will to live, simply nothing more to give, there is nothing more for me, leave the end to set me free….

Je kunt het leven dood redeneren en tot de conclusie komen dat dit alles er voor niets is. Dan valt het platform onder je geest weg en val je in het zwarte niets, eeuwig vallend. Dat is wat ‘God’ namelijk is: de grond waarop je geest kan staan. Geen God, geen geestelijke grond meer, behalve de gebroken aarde om in af te dalen.

Zelfs het grafbeeld is gesneuveld

We gaan verder met de Psalm:

Ik echter, ik roep tot U, HEERE,
mijn gebed komt U tegemoet in de morgen.

HEERE, waarom verstoot U mijn ziel?
Waarom verbergt U Uw aangezicht voor mij?

Van der jeugd af ben ik bedrukt en doodbrakende,
twijfelmoedig en ik draag uw vervaarnissen

Uw brandende toorn gaat over mij heen,
Uw verschrikkingen doen mij omkomen.

De hele dag omringen ze mij als water,
ze omsingelen mij, allemaal.

Geliefden en vrienden hebt U ver van mij verwijderd,
mijn bekenden zijn duisternis.

Nou, dat is nog eens wat je ‘het maandagmorgengevoel’ noemt 🙂 Al die loonslaven die met tegenzin naar ‘het werk’ en ‘de baas’ moeten, die op woensdag opgelucht verzuchten dat de week al doormidden is. Wat heb je dan een rotleven.

One Reply to “‘Van mijn jeugd af ben ik doodbrakende’ (Psalm 88)”

  1. “Je kunt het leven dood redeneren en tot de conclusie komen dat dit alles er voor niets is”.
    Je kunt het ook laten doen, zoals door een loodgieter, timmerman of tuinman, die jou dan tijdelijk tot ‘baas’ maakt. Het leven is echter geen schitterend ongeluk.
    Stel nu eens even, [Imagine] dat ‘onze’ ziel er maar 1 is, zoals miljarden lichaamscellen denken dat zij 1 zelf zijn. Dat wij niet allemaal een ziel hebben, die na het leven naar de hemel gaat. Nee, 1 ziel die geen tijd en ruimte kent, maar een andere dimensie. Dat zou een hoop verklaren binnen ons fysieke rijk.
    Het verklaart de incarnatie voordat wij ter wereld komen. De ziel kan op meerdere plaatsen tegelijk zijn of ongelijkertijd op eenzelfde plek. Vergelijk een 1 eiige tweeling. [volgens het Vaticaan spoelen wij aan wal, uit het vruchtwater van de moeder]
    Ook geeft het een verklaring, waarom het zo belangrijk is om te vergeven. De ziel kan in conflict komen, wanneer die opknalt tegen de boom der kennis van goed of kwaad. Vergeven doe je ook met de vruchten van de levensboom, anders verrot het hele zooitje. [gebod: Gij zult niet dood laten gaan]
    De stelling geeft tevens een verklaring voor de wederopstanding voor het einde der tijden. Wij verwarren bij het idee van levende zieltjes en de zielen die al in de hemel zijn. Met 1 ziel is het voorstelbaar om met z’n allen een te zijn. Samen vertrekken naar die andere dimensie; de hemel. Geen ruimte, geen tijd.
    Tot die tijd is het geloofwaardig dat God in ons allemaal is. Aannemelijk is dat duisternis overblijft waar het licht verdwijnt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *