De rechters van het gerechtshof in Leeuwarden onder voorzitterschap van mr MC Fuhler tonen in hun vonnis bij het instandhouden van de valse beschuldiging van ‘bedreiging’ een duidelijke partijdigheid, voorkeur voor de gevoelens/interpretaties van Bouwe de Boer en zijn ‘persoonlijke levenssfeer’, de publiek betaalde lobbyist voor de provinciale klimaatmaffia (Freonen fan Fossylfrij Fryslan).
Hun oordeel rust niet op een verifierbaar feit maar louter op inbeelding en persoonlijke ontboezemingen, en vooringenomen sympathie voor het ‘slachtoffer’ Bouwe de Boer geldt als uitgangspunt van hun keuzes, uitsluitend omdat hij ook voor hun overheid werkt. Daarom wraak ik in deze brief – tevens aangetekend per post verstuurd- Mr. Fuhler, en haar even partijdige collegae Mr. F. Van der Maden en Mr. G.A. Versteeg.
Persoonlijke levenssfeer en lichamelijke integriteit journalist geschonden
Hun aantoonbaar corrupte lobbyist voor de Noordelijke klimaatmaffia in publieke dienst, Bouwe de B. en hun (in 2012 genationaliseerde) Politie treden mijn persoonlijke levenssfeer met gewelddadige arrestaties (30 januari 2020, 14 april 2021) met voeten, maken zelfs inbreuk op de integriteit van mijn lichaam door mijn DNA op te eisen via een geweldsactie.
Voor woordkunst op internet, in een journalistiek onderzoeksartikel. Die agressieve en disproportionele opstelling van staatszijde jegens een vakkundig journalist was in het geheel niet nodig.
Dat moeten Fuhler, Van der Maden en GA Versteeg ook kunnen weten, gezien mijn blanco strafblad, een feit dat zij bij herhaling wel in het vonnis vermelden. Dat het oordeel van Politierechter Monique Dijkstra op 11 mei te zwaar was, zodat dus onrechtmatig DNA van mij is afgenomen middels geweldsactie op 14 april dient hierbij meegewogen te worden.
Tevens dient meegewogen te worden dat ik als kundig en ervaren onderzoeksjournalist, 17 jaar lid van de Vereniging Wetenschapsjournalisten Nederland en de Vereniging voor Vrije Journalisten dit artikel schreef, met het publiek belang in het oogmerk (integriteit publiek bestuur). Nergens is dat feit benoemd, terwijl gevoelens en inbeeldingen over woordkunstige passages/bijzaken de basis voor het oordeel vormen.
Fuhler, Versteeg en Van der Maden noemen tweemaal het ‘journalistieke karakter’ van de artikelen. Zonder mij als journalist in functie te benoemen. Zij tonen niet enige motivatie om de status van het belang van journalistiek werk voor een functionerende rechtstaat in overweging te nemen.
Zij wekken de verdenking dat alleen journaille dat een goedkeuringsstempel van de overheid krijgt op bescherming kan rekenen, als ‘journalist’ aangemerkt zal worden.
Nergens omschrijven zij mij als journalist in functie, die voor zijn werk is opgepakt. Net als politierechter Monique Dijkstra doen Fuhler, Versteeg en Van der Maden dus bewust moeite mij niet als ‘journalist’ aan te merken. Deze casus kan dan aanmerkelijk anders geinterpreteerd worden, namelijk als staatsagressie jegens journalistiek, die schrijft zonder goedkeuringsstempel van staatsmacht.
Negeren van feiten voor vooringenomen oordeel
Een vreedzaam gesprek met een (taal)politie van ‘was die verwensing in het artikel nu nodig’ had ook gekund. Nergens is aangetoond of bewezen dat de persoon Bouwe de Boer mij persoonlijk bezighield, en dat ik zelfs geweld tegen die lobbyist in publieke dienst zou willen plegen. Dat blijkt ook uit de context in het artikel, waarin ik de Bijbel citerend (Vergeef hen Heer zij weten niet wat zij doen) verklaar dat ik Bouwe onbelangrijk vind als persoon.
Bij mijn gewelddadige arrestatie had ik dan ook geen flauw idee wie ik ‘bedreigd’ kon hebben.
Dit feit negeren de partijdige D66’ers/rechters volledig. Van de kant van ambtenarij dient dus niet enig relativeringsvermogen of incasseringsvermogen verlangd te kunnen worden, zo wordt de jurisprudentie met dit vonnis . Een gevoel bij een ambtenaar jegens een burger of journalist is door Fuhler, Vander Maden en Versteeg, en hun a priori sympathie voor de ambtenaar als ‘slachtoffer’ is tot strafbaar feit verheven.
Ook menen de rechters voor mij als persoon te kunnen oordelen. Ik heb geen begrip voor Bouwe’s tere gevoelens EN/want ik heb hem niet bedreigd.
Voor mij zijn de passages gewoon woordkunst, niet meer dan een taalkwestie, een eindredactioneel dingetje dat geheel los van de persoon Bouwe de Boer staat, die ik nooit heb ontmoet, gesproken of wat ook. Noch heb ik naderhand enig contact gezocht, omdat dit als bedreigend geinterpreteerd zou kunnen worden, waar de ‘rechters’ in de ondervraging hintten dat IK het contact had moeten zoeken, zodat zij een zachter oordeel zouden hebben geveld.
Wij hebben de hele zitting op band opgenomen.
Verdachte heeft zich in november 2019 schuldig gemaakt aan bedreiging van aangever B. de Boer. Door zich bedreigend uit te laten richting De Boer heeft verdachte inbreuk gemaakt op diens persoonlijke levenssfeer. Verdachte heeft daarmee een grens overschreden, wat als gevolg heeft dat hij daarvan de strafrechtelijke consequenties moet dragen.
Verdachte heeft ter terechtzitting van het hof weliswaar verklaard dat de wijze waarop hij zich heeft uitgelaten een redactionele kwestie is, maar heeft ook begrip getoond voor het feit dat hij een grens is overgegaan door het artikel waarin de tenlastegelegde woorden en de foto zijn opgenomen van zijn website te halen.
Daarmee heeft verdachte enige mate van besef getoond (….???? RZ) voor de impact die het incident op De Boer heeft gehad. Voorts blijkt uit de stukken in het dossier dat het slachtoffer zich gehoord wenst te voelen door middel van een veroordeling van verdachte (????!!!! RZ), maar niet uit is op speciale preventie in de vorm van een zware bestraffing.
Feitelijke onjuistheid
Er staan zelfs aperte leugens in het vonnis en warrige gelegenheidsargumenten, die het vooropgezette oordeel van Fuhler cs (hij moet toch een strafblad krijgen)moet onderbouwen. Ik heb het artikel ‘Astroturfer Bouwe de Boer verbouwt Friese landschap’ nooit van mijn website gehaald, en dat oordeel toont het gebrek aan professionaliteit van Fuhler, Versteeg en Van der Maden.
Wel heb ik de gewraakte passages verwijderd. Omdat de officier van justitie dat volgens mijn toenmalig advocaat Mr Evert van der Meer (11 mei 2020) anders zou interpreteren als ‘instandhouding van bedreiging.’
Na arrestatie had ik op 1 februari al een taalkundig opgeschoond artikel geplaatst, dat nog steeds op de website staat: Astroturfer Bouwe de Boer verbouwt Friese Landschap, opgeschoond vanwege de reeds door mij aangegeven eindredactionele kwesties, waarover ik in mij Verklaring al stelde, Herman Finkers aanhalend:
‘dat heeft zo’n jongen toch niet nodig’.
De inhoud van het artikel sprak al voor zich. Dus Fuhler, Versteeg en Van der Maaden menen in mijn huid te kunnen kruipen voor onderbouwing van hun reeds vooringenomen oordeel. Terwijl ze voor hun oordeel onwelgevallige feiten negeren. Hun persoonlijke ontboezemingen over mijn motivaties staan vervolgens aan de basis van veroordeling.
Voor de aantoonbaar corrupte ambtenaar Bouwe de Boer heeft mijn artikel niet enige feitelijk verifieerbare consequenties.
Hij krijgt gewoon een publiek salaris doorbetaald als lobbyist voor de Friese klimaatmaffia (VNO-NCW Noord), kan gewoon 4 maanden met zijn vrouw op vakantie naar Portugal, en hij moet gewoon niet janken met zijn gigawoning aan het water aan de Kanadeeskestrjitte 13 in Akkrum. Bouwe zit gebakken door zijn rol als publiek lobbyist voor privaat gewin van de provinciale klimaatmaffia.
Dat demoniseren van mijn persoon deed Bouwe wel met medewerking van NRC Handelsblad. Nadat de politie mij had gemolesteerd, klaagde hij ‘uit angst voor meer bedreigingen’ niet meer te willen reageren. Maar Bouwe de Boer had dus wel gereageerd had, want anders had de auteur Karel Smouter die quote niet kunnen opnemen in die D66-krant voor het linkse establishment.
Fuhler, Van der Maaden, en GA Versteeg wekken zo de indruk dat zij middels instructies van boven handelen, die in lijn liggen met het handelen van het Ministerie van Veiligheid onder Ferd Grapperhaus.
Oordeel in lijn overheidsstrategie tegen oppositie zittende macht
Dat ministerie criminaliseert (onderbouwde) oppositie bij (onderdelen van) overheidsbeleid, dossieropbouw tegen ‘lastige’ personen, wat het Openbaar Ministerie ‘ondermijning’ noemt en wat via het RIEC/LIEC (‘informatie en expertice centrum’) en het NCTV (oppositie van bv boeren demoniseren tot terrorisme) gestalte krijgt.
Ferd Grapperhaus en zijn NCTV labelen onderbouwde argumentatie als ‘anti-overheidspropaganda’, terwijl mensen als ik slechts een overheid wensen die niet corrupt is maar integer.
Het RIEC/LIEC is een niet democratisch controleerbaar overlegorgaan van ‘Justitie’ en gemeentes (regioburgemeesters), waarbij de scheiding der machten is opgeheven, en waar rechters bij officieren van justitie aanschuiven. Mijn verdenking van partijdigheid is dus op aanwijsbare feiten gebaseerd, aantoonbare corruptie bij de overheid en een overheid die zich niet aan de wet houdt, een gepolitiseerd justitie-apparaat en een gepolitiseerde rechtspraak.
Zonder enig feit te vermelden, zijn inbeeldingen, interpretaties en gevoelens voldoende om mij een strafbaar ‘feit’ (artikel 285) in de schoenen te schuiven, terwijl ze door de valse beschuldiging van ‘bedreiging’ als ‘feit’ te handhaven inclusief voorwaardelijke straf, een genoegdoening zoeken voor de gekwetste gevoelens van de met voorkeur behandelde Bouwe de Boer, die ze als ‘slachtoffer’ portretteren.
Terwijl Bouwe de Boer nooit enig gevaar liep, tenzij een Dokkumer verwensing op het internet een fysiek gevaar kan zijn. Dat De Boer zo zwak van gestel is, dat hij bij wat Dokkumer straattaal al flauw valt.(?)
Voor mij waren de gevolgen zeer ernstig, ik ben al twee maal op gewelddadige wijze mishandeld door de politie dankzij Bouwe’s zeer spoedig door OM-officier Pieter van Rest in arrestatiebevel omgezette aangifte, een voorkeursbehandeling die een burger bij daadwerkelijke geweldpleging nooit krijgt.
Als mishandelde burger moet je maar digitaal aangifte doen, en dat belandt dan in de Bermuda Driehoek van de genationaliseerde politie met haar kastjes en muren.
Feiten negeren, gevoelens en inbeelding tot ‘feit’ verklaren
Feiten die deze inbeeldingen en particuliere ontboezemingen van de rechters weerleggen, zoals door mijn raadsman Gerard Spong negeren zij volledig.
Een keihard taalkundig feit van een taalwetenschapper, de Dokkumer verwensing ‘fut doadskoppe’ (krijg de kolere) mag je niet letterlijk vertalen, maar dat doen deze partijdige importers wel, waarbij mevrouw Fuhler bovendien een dedain voor de (nuances van de) Friese taal aan de dag legde. De valse beschuldiging van Fuhler, Van der Maaden en Versteeg aan mijn adres hangt volledig aan hun weigering om dit feit in hun beoordeling mee te nemen.
Fuhler vond de Friese taal zo moeilijk uit te spreken. (‘Vierstrastrjitte, oh daar struikel ik zo overjjjj, die naam) Dus is zij ook onbekwaam om hier op objectieve wijze een oordeel te geven over een kwestie waarbij de juiste interpretatie van Friese straattaal in het geding is, de verwensing is geen ‘bedreiging’ met geweld dat de dood ten gevolge kan hebben.
De partijdigheid bleek verder uit de opstelling van de rechters bij behandeling van het vonnis op 18 juni, toen ze zich als een soort officieren van justitie/aanklagers opstelden. Alsof bij voorbaat al vaststond dat er een strafmaat gehandhaafd moest worden. Alsof de door mij gewraakte rechters van mij nog even wat uitspraken wilden vissen die men in eigen voordeel kon interpreteren/uit verband rukken.
- Concluderend zijn dus gevoelens, interpretaties en inbeeldingen van de rechters’ als sympathisanten met De Boer- afdoende om mij valselijk te kunnen beschuldigen, en om partij voor personeel van hun aantoonbaar corrupte overheid te kunnen kiezen, tegen een onderzoeksjournalist die corruptie van deze publiek betaalde lobbyist voor privaat gewin van de provinciale klimaatmaffia aan de kaak stelt.
Genoegdoening of inzet gevaarlijk hellend vlak
Ik ben op onbeschofte en gewelddadige wijze bejegend door een aantoonbaar corrupte overheid, en eis daarvoor genoegdoening. Nergens in het vonnis is benoemd dat ik dit artikel als onderzoeksjournalist schreef met een publiek belang (intregriteit publiek bestuur) als oogmerk, waarbij artikel 9 en 10 EVRM in het geding zijn.
Nergens heeft het hof deze belangrijke artikelen ook maar in afweging genomen.
Voor de rechtstaat is onderzoeksjournalistiek zoals in het artikel bedreven onmisbaar. In plaats daarvan gebruikt het Hof de Red Herring-methode. Afleiden van de inhoud door op Friese verwensingen zout te leggen, deze bewust letterlijk te interpreteren omdat bij de correcte figuurlijke interpretatie iedere grond vervalt voor ‘bedreiging’ met dodelijk geweld.
En door mij bewust niet als journalist (beroep) te benoemen, maar houder van ‘een website’ met ‘journalistiek karakter’.
Niet ik maar Bouwe de Boer dient aan een strafrechtelijk onderzoek onderworpen te worden wegens aantoonbaar misbruik van zijn publieke functie voor het gewin van een private lobby, die van de VNO NCW Noord in CO2-jasje (Freonen fan Fossylfrij Fryslan, een particuliere stichting op ambtelijk adres).
Op 19 augustus 2019 heb ik bij de Raad van State al mijn vertrouwen opgezegd in de Nederlandse rechtstaat, na 3 jaar in een Wet openbaarheid bestuur (Wob)-zaak door de overheid te zijn tegengewerkt. Het gedrag van deze rechters versterkt de visie dat de rechterlijke macht hun leugenachtige en corrupte overheid haar eigen straatje slechts schoon wil vegen.
- Daarom wraak ik de rechters Fuhler, Van der Maden en Versteeg, zij ondermijnen met hun partijdige en onprofessionele werkwijze de rechtstaat.
Op grond van hun vonnis is niet enige objectiviteit te verwachten van het Nederlandse recht, persoonlijke inbeelding, gevoelens, feitelijke onjuistheden, het negeren van taalkundige feiten en particuliere ontboezemingen zijn afdoende om een journalist te criminaliseren die middels zijn werk de integriteit van publiek bestuur aankaart.
Enkele jaren gelden heb ik, met gegronde redenen, een voorzitter van de huurcommissie gewraakt. Deze pieppo’s doen wettelijk bindende uitspraken en kunnen voor een zitting worden gewraakt.
Men beweerde het aangetekend verzonden wrakingsverzoek niet te hebben ontvangen
en heeft de zitting laten doorgaan en buiten mij om ten nadele van mij beslist.
Omdat het ging om de negende aangetekende brief van mij waarop de huurcommissie niet had gereageerd en meerdere andere onregelmatigheden, was de nationale ombudsman (niet te vertrouwen) reeds betrokken bij de zaak.
Sorry, foutje, bedankt was alles wat ik kreeg. Men heeft zelfs de kosten voor het aangetekend versturen niet willen vergoeden.
Maar niet geschoten is altijd mis.
Vrouwtje fuhler heeft verdachte nevenbetrekkingen en precies die positie om de boel onder de pet te houden.
Het is algemeen bekend dat er de laatste jaren bij de thuiszorgbedrijven mensen werken die de cliënten beroven en dat deze werknemers nadat er klachten tegen hun zijn ingediend geen probleem hebben om bij een ander bedrijf weer aan de slag te gaan.
De klacht vervangt immers de aangifte.
De achternaam van de betreffende voorzitter van de hc begint ook met een B.
Zou er een psychologische achtergrond achter sommige corruptie zitten?
Jij als Zeilmaker hebt daar natuurlijk geen last van.