In dit zaterdagse archiefverhaal dat ondergetekende 4 april 2009 publiceerde voor ingenieurstijdschrift ‘De Ingenieur’ bekijken we de rentabiliteit van geothermie. Het verhaal is nog steeds actueel, omdat in de Friese variant op de Regionale Energie Sabotage (RES) een grote rol voor geothermie is weggelegd als leverancier van warmte aan huishoudens, die de klimaatmaffia van gas los wil rukken. Voor ingenieurs (‘u vraagt wij draaien’) valt enkel winst te behalen bij aardwarmte-projecten, maar de economische haalbaarheid blijft omstreden.
Boorkosten
Tot vijf jaar geleden was winning van aardwarmte uit diepe aquifers in Nederland onbespreekbaar. Een kwestie van logica van de koude grond. Zelfs op 2000 meter diepte is bij ons de temperatuur van die warmwaterbronnen niet hoger dan 70 graden, 80 graden voor geluksvogels: zo blijkt uit de kaarten van TNO uit 2001.
De energieopbrengst uit warm water hangt volledig af van de temperatuurverschillen en het debiet, het volume per uur. En dat is bij ons zacht gezegd kleiner dan in Europees kampioen geothermie Toscane, waar hete stoom de grond uitspuit.
Toen kwam een zekere ex-vicepresident met een theorie over een verschroeiende aarde dankzij CO2. En hoewel de ondergrond niet veranderde ziet de wereld er nu anders uit. Plotseling verscheen geothermie als thema in de Troonrede, met dank aan Jacqueline Cramer en beleggingen in geothermie van de Oranjes.
En dus is de warmte onder onze voeten toch weer verleidelijk. Ook voor ingenieurs, die volop geld en werk krijgen via advisering en boorprojecten.
De hoeveelheid aanwezige warmte in de diepe ondergrond was nooit het struikelblok. 90.000 Petajoule zou volgens TNO het geothermisch potentieel zijn. ‘Genoeg voor 1 miljoen huizen’, kopten kranten. De warmte zit ook nog eens op de goede plaats. Aquifers bevinden zich in de zelfde zandsteenpaketten als olie en gas. Deze lagen bevinden zich onder een groot deel van Friesland, Noord en Zuid Holland, Drenthe en Groningen, ongeveer 40 procent van het landoppervlak.
Bij geothermie sneuvelde de economische haalbaarheid steeds op de boorkosten. Deze nemen exponentieel toe met de diepte, oplopend van 3 miljoen euro op 2000 meter tot 6 miljoen op 3000 meter.De boortechniek is dan ook bedacht voor het energierijke olie en gas, niet voor winning van lauw water. Een misboring, kosten 6,5 miljoen euro per doublet (injectie – en winingsput) zou een tuinder failliet maken. Zelfs bij een bulls eye-boring laat de investering zich zonder subsidie nauwelijks terugverdienen. Alleen tuinders die miljoenen kuub gas per jaar besparen kunnen, hebben kans op rendement.
Het bovengenoemde geothermisch potentieel, vertaald in ‘1 miljoen huizen’ geeft een erg rooskleurig beeld: het getal blijft een schatting van de hoeveelheid aanwezige warmte-energie in aquifers in zandsteenpakketten, en dus geen maat voor de hoeveelheid huizen die je kunt verwarmen.De oceaan bij de evenaar bevat ook een astronomisch energetisch potentieel, waarmee je de Zuidpool kunt ontdooien.
Maar in een economisch denkende wereld blijft de vraag, zelfs na komst van Al Gore: kun je het rendabel benutten?
Subsidie
In Nederland liepen in 2009 23 aanvragen voor opsporingsvergunningen naar warm water in de diepe ondergrond rond 2000 meter. Een opsporingsvergunning is een verleende concessie voor een boring in de diepe ondergrond. Het Ministerie van Economische Zaken bepaalt via het Staatstoezicht op de mijnen wie de concessies krijgt.
TNO keurt hierbij de ingediende aanvragen. Tot 3 jaar gelden werkte TNO ook als adviesbureau voor aardwarmte-exploratie bij gemeentes, zoals Den Haag. Maar vanwege mededingingsregels mag de overheid in dit traject niet meer concurreren met ingenieursbureaus. Anders zou TNO haar eigen aanvragen moeten keuren.
Het gat dat TNO liet, is snel opgevuld door andere bureaus. De eilanden Terschelling en Texel lieten IFtechnology en Ecofys onderzoek doen naar de haalbaarheid van aardwarmte. In tuindersregio’s in Zuid Holland, Noord Holland, de Koekoekspolder bij Kampen starten nu projecten voor diepe geothermie, als de vergunning verleend wordt.
Aanvragen lopen van zowel gemeentes, tuinders als combinaties van beide, maar ook woningcorporaties zoals bij Almere Hout Noord waar een nieuwe wijk verrijst.
Ons land krijgt zelfs haar eerste geothermische elektrische centrale. Het bedrijf Geo Thermie, gerund door een handelaar in zonnepanelen in het Drentse Barger-Compascuum wil op 5000 meter diepte boren, om warmte van 140 graden Celsius te winnen uit een diepe aquifer. Geo Thermie profiteert van een geografisch voordeel dat Zuid Hollandse tuinders ontberen.
Het bedrijf kan zijn stroom over de Duitse grens afzetten. Daar geldt een afnameplicht voor geothermische energie, en een energiesubsidie, de Einspeisevergutung van 15 cent per kilowattuur bij aardwarmtestroom, die kan oplopen tot 24 cent.
Winning van elektriciteit in de Nederlandse situatie is economisch onmogelijk, maar technisch haalbaar. Zo draait in Neustadt Gleve in Mecklenburg Vorpommern al tien jaar Duitsland’s eerste geothermische energiecentrale, onder ‘Hollandse’condities.
Als warmtebron fungeert een aquifer die op 2200 meter diepte een watertemperatuur heeft van 98 graden. De centrale levert 210 kilowatt aan elektrisch vermogen, genoeg om 4000 gloeilampen op te laten branden.
De centrale gebruikt een binair systeem om de warmte over te dragen. Het circuit met het warme water staat warmte af aan een tweede circuit met isobutaan. Dit isobutaan bereikt haar kookpunt al bij zeventig graden, en de energie bij het uitzetten van de damp drijft zo de turbine aan. Het gros van het opgepompte thermische vermogen van in totaal 11 Megawatt aan gewonnen warmte komt terecht in een netwerk voor stadsverwarming.
De meeste aardwarmtewinning in Nederland richt zich op deze Direct Use, dus directe benutting van het warme water voor verwarming via een warmtenet. Deze ‘stadsverwarming’is ook de insteek van studenten van de TU Delft. Zij vroegen een eigen opsporingsvergunning aan met ingenieursbureaus en Eneco in het Delft Aardwarmte Project (DAP).
Het doel van DAP ligt op 2000 meter diepte in Delft Zandsteen: Aquifers met temperaturen van 75 graden Celsius. De TU Delft zou dan zelf van de aardwarmte kunnen profiteren, de mijnbouwstudenten maken er een afstudeerproject van, en bedrijven als Eneco brachten 4 miljoen euro bij elkaar.
Het gebied in Delfland en het Westland is één van de regio’s in Nederland die er op kaarten van TNO uitspringt. Temperaturen van 70 tot 80 graden komen hier op 2000 meter diepte voor. De regio Zuid Holland is in 1989 grondig met 3D seismiek in kaart gebracht door de NAM, die in de zandsteenlagen naar olie en gas zocht. Voor onderzoeksinstellingen als de TU Delft zijn die data, inclusief alle ruis beschikbaar voor onderzoek.
Warme strijd
“Aardwarmte is hot maar geen windhandel”, zegt boormanager Ir. Dick Swart over de heersende run op het warme water. Swart is een Delftse mijnbouwalumnus en oude rot in de exploratie. Overal waar in Nederland een diep gat nodig is verschijnt Swart, ook bij Geo Thermie in Drenthe.
“Met die zin begin ik vaak mijn presentaties. Onder een aantal voorwaarden kun je aardwarmte zeker rendabel winnen. Kijk maar naar de tuinder Rik van de Bosch in Bleiswijk. Hij kan de 6,5 miljoen euro die zijn doublet kostte (winningsput en injectieput) vlot terugverdienen.”
Van de Bosch zijn 8,5 hectare glastuinbouw voor vleestomaten ligt boven een aquifer in Berkel/Rijswijkzand met water van 60 graden op 1700 meter diepte. Dat is een laag boven het Delft zandsteen. Swart boorde bij Van den Bosch vanuit één locatie twee boorgaten van 2500 meter. De productieput en injectieput kwamen dankzij diagonaal boren op 2045 meter afstand van elkaar te liggen.
Injectie van ‘gebruikt’ water is nodig om de massabalans in het reservoir gelijk te houden. Het gesteente was voldoende poreus en doorlatend om een debiet te halen van 160 kuub per uur. Van de Bosch zit dus bovenop de warmte en neemt alle warmte zelf continue af: Minimaal transportverlies en maximale benutting zijn de norm voor succes bij diepe geothermie.
Doorslaggevend is de vermeden gasrekening. Met de warmte uit een temperatuurverschil van 25 graden (de kastemperatuur is 35 graden) bij één kas, en 35 graden verschil bij de andere kas, benut Van de Bosch maximaal een warmtevermogen van 5 Megawatt. Volgens Swart zou de tuinder jaarlijks 5,2 miljoen kuub aardgas besparen .
De grootste besparing levert de riante subsidie die Van de Bosch ontving, 40 procent van de projectkosten. Het Ministerie van LNV verstrekt sinds 2006 aan zes startprojecten voor diepe geothermie bij tuinders een totale startsubsidie van ruim tien miljoen euro.
Als deze eind dit jaar zijn gerealiseerd zal het Ministerie van Economische zaken via het Platform Geothermie zorgen voor een vergelijkbaar subsidiebedrag, volgens Viktor van Heekeren van het Platform Geothermie. Een deel bestaat uit gebruikerssubsidie, en daarnaast komt volgens Van Heekeren een garantieregeling. Immers, bij een misboring zou een tuinder in één keer failliet kunnen raken. Blijkt binnen 3 tot 6 maanden dat de put te weinig warmte levert, dan springt de overheid in het gat.
De presentatie die Swart toont aan publiek, levert een rooskleuriger beeld dan de werkelijkheid. Dit erkent de boormanager ook bij navraag. Swart hanteerde een warmtewinst van 8 Megawatt, en een terugverdientijd van 6 jaar. Dit was berekend bij de hogere gasprijs van 35 cent, in 2009 27 cent en Swart vermeldde niet de subsidie.
Eenoog koning
Van de Bosch en de tuinders die miljoenen kuub aardgas besparen gelden als het zogenaamde ‘laag hangende fruit’. Zij worden in presentaties over geothermie meestal als succesvoorbeeld gepresenteerd. In vergelijking met stadskernen en woonwijken, waar transport en distributie voor verlies zorgt, ligt het rendement hier het hoogste. Hun voorbeeld werkt aanstekelijk. De Delftse DAP-studenten kregen dan ook onverwachte concurrentie.
De gemeentes Westland en Pijnacker-Nootdorp kaapten IFtechnology, contractnemer in het DAP-project, voor tegenonderzoek. Zij vroegen in het zelfde gebied als de DAP-studenten en de TU Delft de opsporingsvergunning aan. De boring van de eerste doublet die Swart met de studenten zou uitvoeren is daardoor nu met 13 weken vertraagd, de aanvraagtijd van de vergunning.
De TU Delft is nu in overleg met de gemeentes om te zorgen dat de wetenschappelijke ambities van de studenten en het project niet in de knel komen.
“En die gemeentes lieten zich nota bene adviseren door IFTechnology, het bureau dat bij ons in het DAP-consortium zat”, zegt Douglas Guilding, kartrekker van de mijnbouwkundige studenten in het DAP,“Onze partners zijn concurrent geworden. En die gemeentes willen nu de regie houden, op de drivers seat zitten. Een voordeel van zo’n afstudeerproject is dat je meteen de politieke realiteit leert kennen, die om meer draait dan leuke technische kennis.”
Overheidspersoneel en politici zijn vaak rijker bedeeld met idealisme dan kennis, zo zagen DAP-deelnemers. Dat vergroot ook bij aardwarmteprojecten de kans op een financiële strop. Want een warme aquifer in de diepe ondergrond onder je kas of dorp is nog maar het begin. Of deze rendabel winbaar is, hangt van complexe geologische processen af.
Tegelijk ontbrak bij overheden inzicht in de wetenschappelijke deugdelijkheid van rapportages. In het land der blinden is de geologische eenoog koning geworden. Want TNO met haar kennis van diepe geologie mag niet meer gemeentes en bedrijven adviseren in het voortraject, bij de keuring of diepe geothermie op de verkozen plaats haalbaar is.
Veel vroegere grondwaterspecialisten heten nu dankzij de aardwarmtehype plotseling ook specialist in diepe geologie. “We kregen rapporten onder ogen van geologisch vooronderzoek waar één en ander tekort schoot, als ik het voorzichtig uitdruk”, zegt geoloog Maarten-Jan Brolsma van geologisch bureau Panterra in Leidschendam. Het bureau, gerund door gepensioneerde Shell-geologen interpreteert seismische kaarten van de NAM in het Zuid Hollandse tuinbouwgebied.
“De diepe ondergrond werd door veel adviseurs van gemeentes en tuinders veel te simpel voorgesteld”, zegt Brolsma. “De doubletten waren soms zo dicht op elkaar gezet dat je al na twee jaar doorbraak krijgt en je hele reservoir waardeloos wordt. Dat heeft veel kwaad bloed gezet bij tuinders en gemeentes.”
Panterra gaf bij driekwart van de aanvragen een second opinion over de geologische adviezen van deze bureaus en struikelde over de onkunde. Hoewel Brolsma erkent dat hij reclame voor zichzelf maakt, bevestigen ook geologen van T&A; Survey de trend.
Diepe geologie is een ander vak dan de geologie van de ondiepe ondergrond boven 400 meter.In de bovengrond liggen sedimenten ordelijk op elkaar. Waterverplaatsing van a naar b in jong sediment zoals in de bovengrond, kun je dan modelleren in een uniform vlak met ongeveer het zelfde gedrag in watertransport en doorlatendheid.
De grondwaterexperts zijn hierin bedreven. Maar dat zelfde trucje op 2000 meter diepte toepassen is geologische onzin volgens Brolsma. Zelfs mijnbouwstudent Guilding haalde de fouten er uit. “Professionele bureaus noemden ze zich”, merkt hij op. “En zo’n fout advies kost wel weer een ton gemeenschapsgeld.”
In het Delft Zandsteen op 2000 meter diepte liggen oude strandwallen en stroomruggen van fossiel kust en riviergebied. Deze restanten zijn in de geologische tijd van miljoenen jaren opgeschud en verplaatst, op hun kop gezet. In de diepe ondergrond van Nederland liggen de aardlagen dus niet netjes op elkaar, zoals bij jong sediment.
Diepe aardlagen zijn sterk geplooid en bevatten breuken. Zit over de afstand van 2500 meter tussen geothermische winningsput en waterinjectieput een breuk, dan betekent dat einde winning. En dus een strop van minimaal 6 miljoen euro, voor de beoogde afnemer van warm water.
Een strop is zo gelegd. Behalve scheuren die de stroming van water tussen injectie en winninsput blokkeren, moet je zandsteenpakket voldoende poreus zijn en permeabel. Waterstransport vindt plaats via oude stroomruggen. Voor succesvolle diepe geothermie moet je betrouwbaar inschatten, of stroomruggen doorlopen, en of gesteentelagen met elkaar in verbinding staan.
Bevat je zandsteen veel kleideeltjes, dan raken de poriën voor transport sneller verstopt, en dus neemt de levensduur van de put af. Er kan gas en olie zitten en ook dan is het einde oefening wat betreft de warmwaterwinning. Goedkoop vooronderzoek is kortom duurkoop.
Daarnaast werkt de aardwarmtehype nadelig, nu gemeentes en tuinders in Zuid Holland over elkaar struikelen in de honger naar warm water. Een te kleine afstand tussen doubletten is funest voor rentabiliteit. Er kan interferentie optreden tussen boorputten, waarbij de ene put de waterstroom van de ander afleidt.
Deugdelijk vooronderzoek meet dus ook het effect van de boring van de buurman. Dankzij de controle door TNO bij de opsporingsvergunning, en bureaus als Panterra worden de grootste blunders voorkomen. Maar verschillende gemeentes gaven daarvoor al tonnen belastinggeld uit aan waardeloos vooronderzoek.
Limburgs zweet
Nog een gewetensvraag: Waarom zou je diepe zandsteenpakketten aanboren voor warm water, als verderop een energiecentrale haar warme koelwater moet lozen? Het warme afvalwater van één centrale van 1000 Megawatt voert ongeveer de helft van de totale verbrandingswarmte weer af via koelwater.
Dat is het warmtepotentieel van minimaal 100 Van de Bosschen. “Er bestaan nog plannen om 6 centrales bij te bouwen”, erkent ook Guilding. “Die kunnen hun warme water op de markt aanbieden tegen dumpprijzen. Dat zou de kansen voor aardwarmte decimeren.”
De bouw van meerdere grote gascentrales is per definitie nodig als backup, wanneer het kabinet werkelijk grootschalige windenergie op zee wil installeren. Deze moeten bijspringen bij dagen met minder wind, en continue standby staan, omdat windmolens gemiddeld per jaar op zee maar 3500 van de 8600 uur energie leveren. Meer windenergie kan zo de afhankelijkheid van gas zelfs vergroten.
Tuinders stappen alleen in projecten als de overheid zich garant stelt voor de risico’s, omdat één doublet met te weinig debiet al een strop van 6,5 miljoen euro geeft. Alleen wanneer Economische Zaken met de garantieregeling over de brug komt Bij de Koekoekspolder, waar in een tuinbouwgebied 8 doubletten verschijnen gaat dit om 66 miljoen euro, voor water van 65 graden.
Als de diepe ondergrond meewerkt, gas duurder wordt en alle tuinders meedoen zal de investering zich terug betalen. Zodra niet alle opgepompte warmte continue wordt benut keldert het rendement.
Nederland’s eerste aardwarmteproject in 2003 in Heerlen is afwijkend de 500 meter blijft als een financiële donderwolk boven de wethouder Riet de Wit hangen, zo erkent zij desgevraagd. “Bij iedere kans op misboring stond mijn positie op het spel, en het blijft nog steeds afwachten hoeveel energie het project opbrengt.”
De gemeente Heerlen ging uit van een terugverdientijd van 30 jaar. De terugverdientijd was berekend bij de hoge olie en gasprijzen van de afgelopen jaren. De EU financierde 2,5 miljoen euro van de opstartkosten van het project. Heerlen zelf legde vier miljoen euro bij.
Het mijnwaterproject voorziet in de winning van het warme water uit de mijngangen op 700 meter en op 200 meter. De diepe gangen zouden warm water leveren van 28 graden, de ondiepe koelwater van 16 graden. In 2006 startten de boringen van vijf putten in totaal richting mijngangen. In Heerlen moesten de boorkosten zo laag mogelijk blijven.
Swart, boormanager bij het mijnproject gebruikte dan ook het zogenaamde ‘pisbakkenstaal’, voor de buizen in het 700 meter diepe boorgat. Deze aanduiding staat voor de slechte kwaliteit, de buizen kunnen vlot doorroesten.
In oktober 2008 kwam de voltallige wereldpers, zelfs vanuit Australië naar Limburg om de officiële opening van ’s werelds eerste ‘mijnwater-energiecentrale’te verslaan. Oude mijnwerkers konden met tranen in de ogen weer zien hoe ‘hun’oude werkplek die in 1974 sloot weer energie leverde. Ditmaal geen kolen maar warm mijnwater. Een prachtig verhaal.
Maar nu de energiewinst. Deze koude winter kwam meteen de test. Het mijnwater van 28 graden Celsius alleen kon bij de 20 graden vorst van afgelopen winter de aangesloten gebouwen in Heerlen niet verwarmen. Er moest worden bijgestookt en een warmtepomp werd bijgeschakeld.
De in Heerlen werkzame projectingenieur van Cauberg-Huygen, Peter op’t Veld wil dan ook nog niet de getallen vrijgeven, van de gemeten energiewinsten en verliezen in de afgelopen januarimaand.Toch valt wel een inschatting te maken van de hoeveelheid energie die een geboorde put mijnwater netto oplevert, als de hoeveelheid water en temperatuur bekend zijn.
Na pompen met een zogenaamde multiplestage submersible pomp in het boorgat komt het mijnwater met een temperatuur van 28 graden Celsius aan de oppervlakte. De pomp is standaardgereedschap bij olieputten om water te onttrekken. Het energieverbruik van de pomp snoept de energiewinst terug met één graad. De eerste put leverde 80 kuub water per uur met een maximaal benutbaar warmteverschil van vier graden.
In vergelijking met fossiele energie is de energieterugverdientijd van mijnwater bijzonder hoog. Alleen al om de energie te compenseren die de 4000 pk boorpomp (ongeveer 3200 kilowatt) gebruikte om bij het boren het boorgruis te verwijderen, moet een mijnput met 80 kuub per uur meer dan een jaar lang warm water leveren, twee jaar als je de injectieput meerekent.
Wie op de zelfde diepte naar olie boort en een kleine bron aanboort van 400 barrels per uur is in een half uurtje klaar, om de verbruikte energie van de boorpomp te compenseren. Voorgaande geeft een erg ruwe indicatie, maar toont wel dat boortechniek uit de olie-industrie is ontwikkeld voor oliewinning: spul waarvan één kilogram het energie-equivalent levert van zes weken zware menselijke arbeid.
Er zijn nu nog eenvoudiger manieren om energie te winnen, dan via mijnwater. Er zit bijvoorbeeld nog een kolenvoorraad in onze eigen ondergrond waar we 200 jaar mee toe kunnen.
‘Sociale winst’
Wethouder De Wit noemt desgevraagd dat het mijnwater vooral ‘sociale winst’ oplevert, omdat het project de stadsbewoners en met haar gepensioneerde mijnwerkers bij elkaar bracht. Maar ook zij verwacht geen grote winsten, mede dankzij optredende transportverliezen richting afnemers.
“Iedere afnemer wil daarnaast ook het water op een temperatuur van eigen voorkeur hebben”, zegt De Wit. “De distributie van het water naar gebouwen is dan ook ingewikkelder dan op voorhand gedacht. Ook heeft water van 29 graden alleen een voldoende effect als je grote warmte en koeloppervlakken hebt, via vloer en plafondverwarming. ” Juist bij kantoren en gebouwen speelt het dekkingspercentage een grote rol. (zie kader)
Ook Swart, die de vijf putten in Heerlen boorde, erkent dat Heerlen economisch nooit uit zal kunnen. De kosten van het boren ten opzichte van de energie-opbrengst spelen hierbij een doorslaggevende rol. “In het Delft Aardwarmteproject focust nieuw onderzoek zich dan ook op nieuwe materialen voor boorbuizen waarmee je economische winst zou halen”, zegt Swart.
“We zouden composietbuizen kunnen gebruiken die een factor vijf lichter zijn dan staal. Daardoor hangt bij je boortoren minder gewicht aan je haak en volstaat een kleinere boortoren. In plaats van een 400 ton boortoren heb je dan nog 40 ton nodig. ”
De composietbuizen zouden ook minder corrosief zijn. Maar bij de heersende temperatuur van 70 graden en druk van 80 bar verslappen de meeste composieten. Ook trok DAP-partner en composietproducent Airborne zich al terug uit DAP, zo meldt technisch directeur Marcus Kremers. De DAP-plannen, die in de zomer van 2007 bij een mijnbouwborrel ontstonden lijken zo steeds meer scheuren te vertonen.
Als DAP de opsporingsvergunning krijgt in plaats van de nu concurrerende Delftse buurgemeentes, zou de eerste boring waarschijnlijk met staal plaatsvinden. De winst zou liggen in het gebruik van mantelbuisboring. “Dat betekent dat je in de eerste 60 meter met verbuizingen (buis waarin boorpijp hangt) werkt van 13 3/8 inch, breder dan bij conventioneel boren”, zegt Swart.
“Het boorgruis dat bij boren vrijkomt, kan dan makkelijker worden weggepompt. Dan zou je een boorpomp met minder vermogen kunnen gebruiken. In plaats van 4000 pk hydraulic horsepower zou je met twee maal 800 pk volstaan.”
Het formaat boortoren zou zo kleiner kunnen, een aanwinst in stedelijke omgeving waar de ruimte te kort schiet. Maar grote sprongen in kostenbesparing zal dit op korte termijn niet geven. Boortechniek naar aquifers is oude bewezen techniek die voorlopig niet revolutionair verandert, netals de temperatuur van de diepe ondergrond. Terwijl de boorkosten doorslaggevend zijn bij de terugverdientijd.
“Voor commerciële aardwarmtewinning moet je eigenlijk temperaturen van 140 graden aantreffen, dan kun je er stroom mee opwekken”, zegt Swart. “De enige plek in Nederland die deze condities benadert op redelijke diepte vindt je bij Vlieland, waar op 1800 meter diepte een vulkaanpiek uit de Jura zit. Maar wie ben ik om tegen de huidige trend in te gaan. Als men mij vraagt om te boren, dan doe ik dat. En tot nu toe ben ik daar steeds redelijk succesvol in geweest. ”
Volgens berekeningen van TNO zou aardwarmte nu twee maal zo duur zijn als verwarming met gas, onder ideale omstandigheden. Voor de gasprijs verdubbelt, moet er subsidie bij. Volgens Victor van Heekeren van het Platform Geothermie mag je aardwarmte dan ook niet vergelijken met fossiele brandstoffen. “Geothermie is de enige duurzame energiebron die niet voor een vaste subsidie in aanmerking komt, terwijl windenergie bijvoorbeeld 8 cent per kWh oplevert”, zegt hij. “Dat is absurd, en hoewel de subsidie niet zo hoog hoeft als bij de Duitsers is een gelijk speelveld voor geothermie wel rechtvaardig.”
Van Heekeren erkent dat geothermie verre van ideaal is. “Maar vertel mij wat voor alternatief je hebt”, zegt hij. “We gebruiken nu aardgas, een hoogwaardige energiebron met ontbrandingstemperatuur van 1000 graden als middel om huizen te verwarmen tot 20 graden.
Terwijl we op gasverbruik moeten bezuinigen. Vergeleken met andere vormen van duurzame energie is aardwarmte de beste optie. Het grote voordeel van aardwarmte is dat je continue energie kunt leveren voor lange tijd, bij wind en zon is dat uitgesloten.”
In het Westland is onlangs een 2e aardwarmtecentrale in gebruik genomen (https://www.triaswestland.nl/). Geleverd vermogen 40MWth. Kosten van de gele installatie om en nabij 30 miljoen, heb ik begrepen. Subsidie moet de boel overeind houden.
Het warme zoute water zorgt voor veel corrosieproblemen. Het is dan ook feitelijk een chemische fabriek. Zelfs de rooster van bordessen zijn van speciaal kunststof, anders rot het in no time weg.
Voor heel wat minder dan 30 miljoen kan je ook een flinke warmwaterketel neerzetten, waar je, naast wat onderhoud, 30 jaar geen omkijken naar hebt.
De overheid regeert….. in naam van Geld. Demoncratie viert hoogtij. Wie tegen is doet niet meer mee, linksom of rechtsom. Wanneer gaan de grieken de leningen terugbetalen MET rente? Kwartje van Kock, de lul. Nog meer voorbeelden? Pinokkio Rutte misschien of ligt dat te veel voor de hand. Laat ze, er is niet tegen te vechten. Laten we onze eigen maatschappij oprichten, weer één volk dat door rechschapenheid geleidt wordt.