Geheel buiten medeweten van boze burgers, plebejers en hardwerkunduh mensuh, vindt al 15 jaar een heftige academische discussie plaats over de vraag; hoe kon plots een 1200 jaar lange/korte koude periode rond 12.900 jaar terug aanvangen, zodat hele culturen werden weggevaagd? De Younger Dryas Impact Hypothesis (2007) geeft de schuld aan een meteoriet (ET Extra Terrestrial), maar het bewijs bleef tot recent omstreden.
De aftrap voor die impacthypothese werd gegeven door RB Firestone in de PNAS. In het kort luidt hun rampscenario als volgt:
We propose that one or more large, low-density ET objects exploded over northern North America, partially destabilizing the Laurentide Ice Sheet and triggering YD cooling. The shock wave, thermal pulse, and event-related environmental effects (e.g., extensive biomass burning and food limitations) contributed to end-Pleistocene megafaunal extinctions and adaptive shifts among PaleoAmericans in North America.
Het kon dus zelfs een meteorietenregen zijn. Die duwde een grote ijskap opzij de oceaan in, zodat die bijdroeg aan een stevige afkoeling. Terwijl dankzij het einde der ijstijden net een klimaatveraangenaming ingezet was. Die explosies van meteorieten zouden overal bosbranden veroorzaken.
Daar waren culturen als die van de Clovis-mensen in Noord Amerika bepaald niet blij mee. En ook een hele reeks lelijke beesten die men ‘pleistocene megafauna noemt’ legden het loodje in een massa-uitsterven.
Hun bewijsvoering ging als volgt
Clovis-age sites in North American are overlain by a thin, discrete layer with varying peak abundances of (i) magnetic grains with iridium, (ii) magnetic microspherules, (iii) charcoal, (iv) soot, (v) carbon spherules, (vi) glass-like carbon containing nanodiamonds, and (vii) fullerenes with ET helium, all of which are evidence for an ET impact and associated biomass burning at ≈12.9 ka.
Hier staat zoiets als: we vonden koolstof die op massieve bosbranden duidt, die we in verband brengen met zo’n Extra Terrestrial Impact. Dat zou verder blijken uit iridium-rijke bodemlaagjes (die vind je ook bij de KT-grens, tussen Krijt en Tertiair, toen de dino’s door een komeetinslag zouden zijn uitgeroeid). En uit zogenaamde nano-diamantjes, die men ook associeert met zo’n impact.
Hoe dan ook, er was bewijs verzameld voor een mega-natuurramp die het mogelijk maakte om een kleine 13 duizend jaar terug mondiale impact te hebben. Een soort ‘Great Reset’ door moeder natuur haar eigen toedoen, die zelfs in mensenheugenis kan hebben plaatsgevonden. Kon dit de ramp zijn, die alle culturen in zonvloedverhalen weergeven?
Je bewijsvoering zuigt
Alleen bij D66’ers bestaat zoiets als ‘de’ wetenschap, namelijk die selectie die een club politici en de overheid goed past. IN het echt is wetenschap georganiseerde tegenspraak. Dus kwam 2010 al een ‘requiem’-paper uit in Earth Science Reviews van concurrerende aardwetenschappers met hun geheel eigen kijk op de wereld van dertienduizend jaar geleden. Zulke concurrerende vakgroepen kunnen elkaar bijna letterlijk de universitaire tent uitvechten.
Nicholas Pinter schreef, dat de onderzoekers net iets te graag wilden vinden wat ze wilden zien. Alsof je een concentratie van impactdeeltjes vindt, die in werkelijkheid van heel andere bronnen over veel langere tijd kunnen komen, dan van 1 inslag:
Results here also show considerable subjectivity in the reported sampling methods that may explain the purported YD spherule concentration peaks. Fire is a pervasive earth-surface process, and reanalyses of the original YD sites and of coeval records show episodic fire on the landscape through the latest Pleistocene, with no unique fire event at the onset of the YD.
Lastly, with YD impact proponents increasingly retreating to nanodiamonds (cubic, hexagonal [lonsdaleite], and the proposed n-diamond) as evidence of impact, those data have been called into question.
The presence of lonsdaleite was reported as proof of impact-related shock processes, but the evidence presented was inconsistent with lonsdaleite and consistent instead with polycrystalline aggregates of graphene and graphane mixtures that are ubiquitous in carbon forms isolated from sediments ranging from modern to pre-YD age.
De timing ligt er twee eeuwen naast
Geologen van Leiden Universiteit en Utrecht deden ook hun duit in het Dryas-zakje. Wij hebben bij Geldrop de zogenaamde ‘Laag van Usselo’ waarover geologe Annelies van Hoesel haar promotie-onderzoek hield in 2012. Zij vond ook geen keihard bewijs van een meteorietinslag precies rond 12.900. Alsof je daar een moderne ‘KT’-grens zou hebben in mensenheugenis, maar dan eigenlijk een Pleistoceen-Holoceen-overgang.
In de Geulhemmergroeve vind je zo’n overgang van ongeveer 65 miljoen jaar terug, met zwarte klei. Hoge koolgehaltes zijn indicaties, dat er een massieve brand was van bossen en ander plantaardig spul. Alsof je toen al een Rutte-kabinet had, dat subsidies verstrekt om bos als ‘biomassa’ te stoken in bomencrematoria. Als daar verhoogde concentraties ruimtestof in zit (iridium) heb je een aanwijzing voor een bom uit de ruimte.
Dat ook 12.900 jaar zo’n ET insloeg zou dan zou moeten blijken uit nanodiamantjes.
Volgens Van Hoesel zou alleen geperst kwarts een echte aanwijzing zijn, dat wordt gevormd als een meteoriet in een kwartsrijke aardlaag lekker hard binnenkomt. Maar dat vond ze niet in Braboland. Wel vond ze de aanwijzing van massieve bosbranden rond die tijd, maar dat was twee eeuwen later dan de veronderstelde impact van 12.900.
In 2014 deed Van Hoesel daarom haar eigen plasje- een ‘critical review‘- over de Younger Dryas Impact Hypothese in Quaternary Science Reviews. Haar boodschap was de zelfde als van haar promotie. Er zit een tijdgat van twee eeuwen tussen de veronderstelde impact en de bosbranden in ons Brabantse aardlaagje.
Maar ‘questions remain’, oftewel, er is nog voor vele jaren reden om onderzoek te doen en daarvoor geld aan te vragen. Afgelopen jaar vond Martin Sweatman in Earth Science Reviews echter, dat de nee-zeggers hun bewijsvoering de theorie alles behalve weerspreekt.
Je hebt niet beslist 1 grote inslag nodig voor de theorie, het konden er ook meerdere zijn over langere tijd. En dan zou er in 2016 maar 1 publicatie zijn met tegensprekend bewijs, de rest past dan bij wat ruimere lezing toch lekker in de mondiale catastrofe-theorie uit 2007. EN dus noemt Laurence Powell in Science Progess in januari dit jaar 1 van de vele voorbeelden van ’te vlot’ weggeworpen theorieen die uiteindelijk wel ‘waar’ blijken te zijn.
Vroeger bepaalt nu je kijk op het heden
De half geinteresseerde leek kan zich nu afvragen: waarom doen die academici zo moeilijk over 13 duizend jaar terug, tenzij het hun broodwinning is om dat tot in lengte van dagen te doen? De meeneemboodschap heeft te maken, met de periode waarin de belangrijke wetenschappelijke theorieen als het evolutionisme van Darwin en de discipline van geologie werden gevormd.
Die gaan uit van een geleidelijke verandering (gradualisme), niet van plotse catastrofes en sprongen die plotse veranderingen in soortensamenstelling en habitats veroorzaken. Alsof je primitief begint en geleidelijk steeds hoger uit komt. Dat vooruitgangsdenken hoeft echter niet natuurwetenschappelijk te zijn, het kan ook een filosofie zijn die we nog ontlenen aan 19de-eeuwse Victorianen en andere ‘Verlichting’-erfgenamen.
Een hele andere tijdlijn is dan mogelijk van de ontwikkeling van mensen, soorten en culturen. Namelijk niet een geleidelijk opgaande lijn, maar een tijdlijn met veel vaker een soort Great Reset die alle ontwikkeling van eerder weer mijlenver terug zet. Met een megazondvloed als die van 12.900 heb je dan ook de mogelijkheid, dat toen hogere culturen werden weggevaagd.
Waarna ‘de beschaving’ van de landbouwende mens weer helemaal opnieuw moest beginnen in het Midden Oosten.
Je kunt daarover ook meer lezen in mijn Magnum Opus, Liever dood dan Slaaf, een Pelgrimstocht door de Friese Natuur op zoek naar Vrijheid. Het is toch een opwindende gedachte, dat de wereld van 13 duizend jaar terug na lezing nooit meer het zelfde zal zijn! Je blik op jezelf en het heden kan fundamenteel veranderen wanneer het verleden anders blijkt te zijn dan gedacht.
Een meteoriet is wel een hele spectaculaire verklaring voor de afkoeling in het jongere Dryas. Ik begrijp dat de meest aannemelijke verklaring het leeglopen van een meer met (smelt)water in de Atlantische oceaan is. Daardoor zwakte de warme golfstroom af en werd het tijdelijk (toch al gauw 1200 jaar als ik de grafiek zie) kouder.
De opwarming die het einde van deze periode markeerde was op een goed moment 7 graden in 50 jaar wanneer je dit middelt over gansch den aardkloot. Aanzienlijk meer die miniverandering de afgelopen 150 jaar die door moet gaan voor de ‘climate change’.
Ik begrijp ook dat er ook een lezing van de geschiedenis is waarin de landbouw juist is uitgevonden of versnelt werd als reactie op deze verandering in leefomstandigheden. Een hoop grote lelijke beesten zijn uitgestorven schrijf je, met de mens ging het in die tijd ook niet zo heel goed.
Zonder de uitvinding van de landbouw waren we mogelijk uitgestorven. Dat laatste is dan een gedachte die bij mij opkwam tijdens het lezen hierover. Het is ook lastig wetenschappelijk uit te pluizen want het schrift waarmee deze verre voorouders het voor ons konen vastleggen was nog niet uitgevonden. Wel fascinerend in elk geval.