Op De Abt van Starum, een zeilschip dat van Makkum naar Staveren vaarde ontmoetten we voor het eerst Jan Ott, de (Engelse) vertaler van het Oera Linda (Over de Linden)-manuscript. Van deze kenner van het oud-Fries en oud-Saksisch ontleen ik de term ‘Subsidie-Fries’ voor het krampachtig met overheidsgeld re-animeren van modern Fries in het openbare leven.
Subsidiespultsje na een motie van de provinciale staten
Met subsidie-Fries bedoelt ondergetekende dat je ver-Friezingen verzint van Nederlandse woorden, die je moet opzoeken in een woordenboek. En daar ga je dan heel puristisch over doen. Zodat een penningmeester ‘pongbehearder’ wordt, en duurzaam ‘dworsom’.
Of dat je ambtelijke stukken in het modern-Fries vertaalt met subsidie, en dat de lezers direct de Nederlandse vertaling opsporen. Omdat het zo moeizaam leest. Of dat je bij de rechtbank een bordje ‘praet mar Frysk’ hangt, terwijl de rechter- D66-import- geen woord Fries spreken kan, en ook niet enige aanstalten maakt dat ooit te willen leren.
Maar het bordje en de aanbeveling ‘je mag Fries praten in de rechtbank’, die zijn er toch maar mooi met subsidie na een provinciale motie gekomen. Leuk voor toerisme in cultuurmuseum Friesland.
De Friese beweging die begin vorige eeuw ontstond, is uitsluitend op ‘het Fries’ gefocust als kern van Friese identiteit en cultuur. Lekker met elkaar in het Frysk pruttelje. Zo verdedigen ze vandaag in culturele zin, waar ze gisteren nog op tegen waren, alles in terugtrekkende beweging met een sneer naar ‘Den Haag’, klagend dat de jeugd wegtrekt.
Vanuit die verdedigende houding, inspireer je niemand om de taal te waarderen.
Want je gaat een taal spreken, vanwege de associaties die deze oproept. Bijvoorbeeld met positieve belevenissen in je leven. Of met de natuur en mentaliteit die je graag ziet, waarop mijn Meisterwerk is gefocust, ‘Liever dood dan Slaaf, een pelgrimstocht door de Friese natuur op zoek naar vrijheid’.
Overheid als cultuurdrager
Mentaliteit is universeel aansprekend, natuur ook, met taal maak je kunstmatig grenzen tussen mensen die elkaar op waarde hadden kunnen schatten. Omdat ze iets met elkaar delen, dat ze gemeenschappelijk gestalte geven willen.
Associeer je het modern Fries met maaiveld-mentaliteit, die tweeslachtigheid waarin je grootheidswaan combineert met sociale rancune naar mensen die een grotere woordenschat hebben dan een koe, dat voorop lopen in meelopen (zie Randstad, wij ssssaain nog veel meer ssssirkulaair dan jullie)
…Waarom zou je dan modern met subsidie gestimuleerd Fries WILLEN spreken, als het die associaties oproept? Iets waar subsidie bij moet, is eigenlijk al overleden. Net als subsidie-kunst, een pisbakkenstalen installatie ‘zonder titel’ van een officieel afgestudeerde ‘kunstenaar’, opgekocht door gemeentelijke overheden vanwege de Wet Inkomen Kunstenaars-regeling, die afgeschaft werd.
Wanneer de overheid- net als in de DDR- de belangrijkste cultuurdrager wordt, dan is die cultuur zo dood als een Grutte Pier. Net als wanneer markt-ideologie van neoliberalen dicteert wat ‘mooi’ moet zijn. Liberalisme en socialisme hebben met hun godheid, De Staat en haar financier, De Mammon, dan ook nooit hoge kunst voortgebracht.
Omdat het stromingen zijn die slechts parasiteren op Westerse cultuur. (klassieke filosofie en christendom) Meer dan ‘bi jorself‘ kan de popcultuur ook niet uitkramen. Vergelijk dat twee-dimensionale gedoe dan eens met het drama van de Johannes Passion en het Evangelie.
Vruchten en noten
Het is altijd een verademing met mensen te mogen spreken, die van een terrein veel meer weten dan jij zelf, zodat je geboeid kunt luisteren. Zoals over de oorsprong en betekenis van woorden in het Nederlandse en Fries. Dat ‘vreugde en genot’ verwijzen naar vruchten en noten in het oud-Diets, 1 van de vele voorbeelden van ‘dat wist ik nog niet’-ervaring die je met Jan Ott kunt hebben als vertaler van het Oera Linda-manuscript.
We kwamen terecht bij de zelfde drukkerij in Easterein als waar Ott zijn werk liet drukken, echte betrokken Friezen die een topproduct voor je leveren met betrokkenheid voor het eindresultaat. De goede Friezen vind je dus nog overal.
De meeste woorden hebben uiteindelijk een verwijzing naar de natuur en het lichaam als bron van betekenis. Het oud-Fries, Saksisch en Deens leken zoveel op elkaar, dat die volken elkaar verstonden. Jan Ott weet daar echt alles van.
Ott vertaalde het vanwege discussies over echtheid omstreden Oera Linda-manuscript in het Engels, de alternatieve historie van het Friese volk van Frya’s bloet. Hij verkocht al zeker duizend exemplaren, vooral naar Amerika waar zulke alternatieve historie op waarde wordt geschat.
Volgens Ott is het door de complexiteit van het werk onwaarschijnlijk, dat de gangbare verklaring voor het ontstaan van toepassing is. Namelijk dat predikant Francois Haverschmidt (in Foudgum, beter bekend als de dichter Piet Paaltjens) met Eeltsje Halbertsma en Cornelis Over de Linden dit hele manuscript bij elkaar heeft verzonnen, in het Oud-Fries.
Frya’s bloet
De inzet van het Oera Linda-boek heeft alvast een groot raakvlak met de boodschap van mijn eigen ‘Liever dood dan Slaaf’. Dat de mentaliteit van een volk alles bepalend is voor haar overleving als culturele entiteit. Niet of je nu correct Frysk pruttelt met wat subsidie. Maar het karakter dat je kweekt.
De aanbeveling van Asha Logos (pseudoniem) op de achterflap zegt al genoeg, over het beschreven Friese volk van Frya’s bloet, dat mensen verbande die niet haar vrije mentaliteit hoog in het vaandel hielden:
It is said that complexity is the way of the intelligent and simplicity is the way of the wise. This is a work containing wisdom, of a type sorely needed in a world so taken with what it believes to be intelligence.
It seems to be the tale of a deeply rooted, unswerving, noble and just people, for whom acting in a noble and just manner was far more than some performative facade for the sake for those looking on. It seemed to be intrinsic to their character and nature, the core of their individual and collective being.
Voor je 25ste trouwen of verbannen worden
Zo lees je dan in vroeg-Middeleeuws Fries op bladzijde 71 drie kernvoorschriften, waarop reguleringen van dat volk zijn gebaseerd.
De eerste luidt:
ALLERA MANNA.LIK WET THAT I SIN BIHOF MOT. MEN WARTH AMMAN SI BIHOF UNTHALDEN SA NET NEN MAN HWAT ER SKIL DVA VMBE SIN LIF TO BIHALDANDE
Iedereen moet zijn behoeften kunnen voldoen, worden deze tegengehouden dan weet je niet wat diegene doen kan om zijn leven te behouden.
ALLE ELTE MINNISKA WERTHAT DRONGEN A BARN TO TEJANDE. WARTH THAT WERTH. SA NET NIMMAN WATH ARGES THEROF KVME.
Alle gezonde mensen voelen het verlangen om kinderen op te voeden. Als dat gehinderd wordt, niemand weet wat voor kwaad daar dan van komt.
ALREK WET THAT.I FRY AND VNFORLETH WIL LEVA. AND THAT ORE THAT EK WILLE
Everyone knows that he wants to live free and unhindered, and that others wish the same.
Dat klinkt ook een beetje als liberaal John Stuart Mill uit de 19de eeuw, de zelfde eeuw dat het manuscript ‘ontdekt’ werd. Maar vervolgens lees je nogal on-liberale opvattingen, zoals dat je voor je 25ste getrouwd moet zijn of anders verbannen moet worden.
Toch zit daar wel iets in. Een man alleen is een vies gezicht.
En horning mith basterde blod
Als deze persoon dan ‘onwettige seksuele relaties’ (HORDOM) aangaat zal hij moeten vluchten, omdat deze dan aan de wraak is blootgesteld van de beledigde familie. Hoezo Me-too?
Wie twee maal steelt wordt verbannen naar de tin-mijnen. En zo hadden de mensen van Frya’s bloet nog meer reguleringen aldus de Oera Linda, die de mentaliteit en het Frya’s bloet zuiver moesten houden. Iemand die een lafhartige daad verricht, zoals het in brand steken van anderman’s huis kan geen ‘Frya’s bloet’ hebben:
NIS NEN FRIA.S. HI IS EN HORNING MITH BASTERDE BLOD.
Bij een heterdaadje mag de getroffene deze bastaard zelf in het vuur werpen. Dat heet lik-op-stuk-beleid.
Hij die met subsidie heel ‘geef’ Frysk spreekt, maar die vervolgens een met regenboog vervuilde Friese vlag op hangt nis nen Fria.S. Hi is en horning mith basterde blod.
Zo zouden we concluderen, wanneer we op zijn Oera Linda’s de moderne tijd oordelen.
Verloedering is ook een natuurlijk fenomeen. De opbloei van alles wat verrot is in de mensen maatschappij is een noodzaak voor het compost-klaar maken van het dross.