Germaantje de voorste willen zijn…

La Cambe, Duitse oorlogsgraven

De naam ‘Germaan’ is net als Hermanos te vertalen als ‘broeders’. Dus waar komt het idee vandaan dat er zoiets bestaat als een Germaans Volk? Dan moeten we te rade gaan bij Publius Cornelius Tacitus (56-117), de Romeinse etnograaf wiens werk over ‘Germania’ door kloosterbibliotheken (Corvey in Teutoburgerwald aan de Weser) en kopieerwerk van monniken bewaard bleef. Maar wat zijn die ‘Germanen’ dan voor volk, en wat was hun eenheid dan?

Hermanns Denkmall 1870: Een Heidense variant op de Christus bij Rio de Janeiro, de God van de Katholieken.

Tacitus door Abdij van Corvey bewaard, maar door Paus gestolen
De webzijde History of Information van Jeremy Norman geeft aan hoe kwetsbaar en belangrijk de overlevering van manuscripten is, en de zorgvuldigheid waarmee mensen hun overschrijfwerk doen. Stel dat ze er eigen verzinsels in stoppen, hoe weet je dan of je met een authentieke tekst te maken hebt.

The first six books of the Annals survived in a single manuscript written in Germany about 1000, probably in the Benedictine Abbey of Fulda. This manuscript was later at Corvey Abbey, and is now in Florence at the Biblioteca Medicea Laurenziana

Paus Leo zou het manuscript in 1515 uiteindelijk hebben ‘geleend’ van de Abdij van Corvey, die het oudste manuscript had bewaard. Na het verzoek van die Abdij om die schat terug te sturen liet de Paus een kopie maken en terugsturen. Zijn ‘geleende’ exemplaar hield de paus zelf en dat wordt nu dus in Florence bewaard.

Romeinse geschriften kregen door de opkomst van het Humanisme in de kloosterwereld in de late Middeleeuwen plots meer aandacht. Dus zo kwam ook de geschiedschrijving van Tacitus onder de aandacht van mensen als Maarten Luther, de kloosterling van de Reformatie en tegenstander van ‘atheist’/Humanist Desiderius Erasmus.

Van Luther stamt de naam ‘Hermann’ als naam voor legeraanvoerder Arminius, die de Romeinen in het Teutoburgerwald in het jaar 7 zou hebben verslagen als leider van Germaanse opstandelingen. Zodat Keizer Augustus had uitgeroepen ‘waar zijn mijn legioenen’. Daarnaar werd Hermann’s Denkmal in het Teutoburger Wald vernoemd.

(Fort Saalburg Limes Romeinen) Foto uit mijn Meisterwerk ‘Liever dood dan Slaaf

‘Niet vermengd met andere stammen’
Van Tacitus komt het idee, dat de Germanen door hun geografische afzondering door wouden en gebergten een ‘zuiver ras’ zijn gebleven. Zo schrijft hij in Germania:

De Germanen zijn autochtoon, ben ik geneigd te geloven, en hebben zich helemaal niet vermengd met andere stammen door vriendschappelijke contacten. Migranten kwamen vroeger namelijk nooit over land maar via de zee.

En de onafzienbare en zogezegd vijandige oceaan wordt maar zelden aangedaan door schepen uit ons deel van de wereld. Nog afgezien van het gevaar van de ruige en onbekende zee: wie zou Azie of Afrika of Italie willen verlaten en naar Germanie gaan met dat woeste landschap, ruwe klimaat en treurige inrichting en aanblik?

Of het moet je vaderland zijn.

De God Tuisto
Oeroude liederen zouden hun enige vorm van historische overlevering zijn. Tacitus beschrijft dat zij een god Tuisto kenden die uit de aarde zou zijn ontsproten, en Mannus (mens) zou de stichter van hun volk zijn geweest, die weer drie zonen had. En die zouden de stamvaders van drie Germaanse volken zijn, Ingaevones, Hermiones en Istaevones.

Tacitus beschrijft dat deze stammen zichzelf Germanen gingen noemen:

De aanduiding Germanie zou evenwel recent zijn, pas sinds kort in gebruik. De eersten die de Rijn overstaken en de Galliers verdreven heten nu Tungri, maar werden destijds ‘Germanen’ genoemd. De naam van een stam dus, niet van een volk, heeft zich geleidelijk doorgezet.

Eerst gaven de overwinnaars hun naam aan alle stammen, ter afschrikking. En toen dat zo bedacht was, ging men zich Germanen noemen.

Eikenloof, het Germaanse symbool voor de overwinnaars net als Lauwerkransen bij de Romeinen

Franken uit Overijssel
De Franken waren ook Germaanse stammen die mogelijk tot in huidig Overijssel hebben geleefd als “Salische Franken’. Die hebben dus uiteindelijk de Keltische Galliers overwonnen. Zodat Frankrijk later vernoemd werd naar een Germaanse stam, die weer een Latijnse (Lazio, dus Romeinse) taal adopteerde, dankzij langduriger Romeinse invloeden nadat die zich achter de Rijn hadden teruggetrokken.

De Oost Franken, dat werden de Duitsers, die in het Engels als Germans voortleven. Je kent die naam verder nog als Jerrycan, het benzineblik van Duitse soldaten.

De vorming van huidig Europa kun je vervolgens weer niet zien, zonder de strijd tussen broeders, de Oost Franken (Duitsers) tegen de West Franken (Fransen) die al teruggaat tot de broeder-twist tussen de zoons van Karel de Grote.

Genetische verwantschap- ‘broeder’ (hermanos) zijn, is dus bepaald geen reden om elkaar vreedzaam te bejegenen. Tacitus beschrijft juist dat broedertwist de norm was. Hier komt het ‘verdeel en heers’ principe ook vandaan.

Je kunt sterk op elkaar lijken, en elkaar alsnog in de baardharen vliegen. De volgende passage uit Tacitus, heb ik ook opgenomen in hoofdstuk 3 van mijn Meisterwerk ‘Liever dood dan Slaaf’:

Zelf sluit ik mij aan bij de opvatting dat de Germanen niet door huwelijken met andere volken zijn aangetast maar een geheel eigen volk vormen, zuiver van ras, nergens mee te vergelijken. Vandaar ook dat hun lichamelijke kenmerken, voor zover mogelijk in zo’n groot volk, identiek zijn:

woeste blauwe ogen, roodblond haar, fors postuur. Hun kracht zit alleen in de aanval, tegen lang en hard werk kunnen ze minder goed. Hitte en dorst kunnen ze absoluut niet verdragen, maar aan honger en kou zijn ze door klimaat en bodemgesteldheid goed gewend.

Romeinse wachter

Herwaardering Tacitus en haar gevolgen
De gevolgen van de herwaardering van Tacitus na 1500 in het academische leven, voor zelfidentificatie van Noordwest Europeanen zijn vervolgens uiteenlopend. De Duitsers gingen mede dankzij Luther als ‘Germanen’ aan de haal met Arminius/Hermann, die door Tacitus werd beschreven.

Het idee van een onaangetast raszuiver volk, zou later ook zijn politieke consequenties krijgen.

Door een ongelukkig toeval zou het oudste stamvolk van de Nederlanders, de Friisi in de volksoverlevering na 1500 vervangen worden door de Batavieren die Tacitus beschreef. Omdat de Hollanders (vroegere West Friezen) de Friezen van de troon stoten als het leidend zeevarend handelsvolk, eigenlijk al rond het jaar 1100 toen ‘Holland’ voor het eerst als naam voor West Frisia op papier verscheen.

Dus gingen ze zich in de VOC-tijd niet met de Friezen identificeren maar de Batavieren. Omdat je niet vernoemd wilt worden naar een voormalige concurrent, die je in 1345 nog de Zuiderzee in dreef bij Warns. Huidig Jakarta werd vervolgens niet Frisia genoemd maar Batavia.

De Romeinen waren meesterlijke ingenieurs die al beton toepastten

De Japanners (met wie de Hollanders handel dreven op Deshima en Nagasaki) zouden die Nederlanders net zo afschilderen als Tacitus deed, als roodharige  barbaren. Je kunt ook zulke roodbaardige afbeeldingen zien in het Siebolthuis in Leiden, als ik me niet vergis. Dat duidt dus op genetische consistentie, hoe buitenstaanders Nederlanders zien en andere ‘Germaanse’ volken.

De Japanners vonden zichzelf ook veel beschaafder dan ons, net als de Romeinen. In de Franse tijd ging het hier ‘Bataafsche Republiek’ heten. Mijn vertaling van Tacitus door Vincent Hunink (2015, Atheneum, Polak en Van Gennep) begint met een Romeins spotdicht van Martialis:

Een geintje van de pottenbakker ben ik: masker van een rossige Bataaf. Jij zult om mijn gelaat wel moeten lachen…kinderen jaag ik de stuipen op het lijf.

Had Tacitus meer van zulke spotdichten gebruikt, dan was er hier in de Franse tijd dus mogelijk geen Bataafsche Republiek gesticht, maar had het de Vrije Republiek Frisia geheten. Je gaat de taal spreken en neemt gewoontes over van mensen waarmee je geassocieerd wilt worden.

Trudy de Romeinse Leeuw

Contact met de Mediterrannee
Een veel aardiger nieuw perspectief zou zijn, wanneer er in het Oera Linda manuscript een kern van waarheid zit. Dat de Friezen (deels) afstammen van een volksplanting van overzee

Volgens legendes in Tacitus zijn tijd zou zowel Hercules de Germanen hebben bezocht als Odysseus, op 1 van zijn ontdekkingstochten. Die zou – de burcht Asciburgium hebben gesticht aan de ‘linker Rijnoever’.

Zulke verhalen duiden op contact met het Mediterrane via de zee, al voordat de Romeinen hier aankwamen. Dat idee komt overeen met de legende uit de Oera Linda, van de prins Friso die nog met Alexander de Grote meevocht, voor hij met zijn nazaten de boot nam en vanuit de Mediterranee zich in Frisia zou vestigen in 313 voor de jaartelling. Daar zou hij dan Stavoren hebben gesticht.

Foenisische zeevolken worden ook beschreven met rode baarden, en ze hadden hier gemakkelijk naar toe kunnen varen. Dus stel dat daar toch onze genetische bron ligt? Wie het weet of leuke info heeft mag het hieronder zeggen!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *