Slavernijverleden van de Friezen, geen excuses…

In het Noord Friese dialect

In dit zaterdagse archiefverhaal mijn artikel voor De Andere Krant haar kerstnummer op 23 december 2022, over het Friese slavernijverleden. Het volk dat met haar leus ‘liever dood dan slaaf’ bekend staat als vrijheidsgezind, de Friezen, blijkt een omvangrijk slavernijverleden te kennen. Dat onthult studie van de Lex Frisionum, het door de Frankische bezetter op schrift gestelde Fries gewoonterecht uit de vroege Middeleeuwen. Mensen werden op grote schaal verhandeld, en vergoed als gebruiksvoorwerpen.

Vrije Fries

De beroemde leus- titel van mijn hoofdwerk over de Natuur van de Friezen, Liever dood dan Slaaf– gaat op schrift tenminste terug tot de dertiende eeuwse Fransiscaner monnik Bartholemeus Anglicus, die schreef: “Phriso pro libertate mortem appetit. ” Dat betekent: ‘De Friezen zijn Liever dood dan onvrij…’ Dat werd dan letterlijk zo bedoeld, in de zin van ‘strijdbaarheid’…

Vaak wordt bij een moderne vrijheidsopvatting, nu een recht op ‘gelijk(waardig)heid’ bedoeld, een mogelijkheid voor iedereen om zichzelf te ontwikkelen en met bestuurlijke zaken mee te beslissen. Die opvatting vinden we verwoord door actiegroepen als ‘Frij Fryslân’: “Frij Fryslân is een land waar mensen om elkaar geven. Waar respect voor elkaar, het leven en vrijheid een mooie balans vormen. Een land waar mensen samen beslissingen nemen en op elkaar en onze onbetaalbare natuur passen.”

Voor historische fundering van Friezen als democratisch volk, wordt door moderne vrijheidsgezinden vaak verwezen naar de praktijk van de Upstalsboom. Dit was een dertiende en veertiende-eeuws verbond van alle Friese stammen van West Friesland tot de Oost Friezen in huidig noord Duitsland. Jaarlijks met Pinksteren ontmoeten zij elkaar bij Aurich (Oost Friesland) op een ‘thing’, een rechtsvergadering. Dan werden onderlinge geschillen bijgelegd en staatszaken geregeld, door gekozen afgezanten van stammen.

Durk, een Oer-Fries uit 1 stuk in Burdaard

Ook kozen zij hun eigen rechters, zonder inmenging van buiten-Friese bisschoppen of grafen. Het gebruik van zo’n ‘Thing’, een vergadering van stamhoofden en afgezanten, gaat al terug tot de heidense tijd. Wie de Upstalsboom-locatie bezoekt- een grafheuvel van een heidense warlord- vindt daar ook de ‘Thing-strasse.’ In de nazi-tijd werd dat heidense verleden weer opgehemeld. Maar juist die als ‘vrij’ geromantiseerde heidense tijd werd gekenmerkt door een omvangrijk systeem van slavernij. Van vrouwen-emancipatie was al helemaal geen sprake. Heidense Friezinnen ontleenden hun status en rechten uitsluitend aan mannen.

Dat toont nadere studie van de Lex Frisionum. Dat is de codex van Fries gewoonterecht ‘tussen Sincfalam (Zeeuws Vlaanderen) en Weser’, die door monniken in dienst van Karel de Grote (746-813) eind achtste eeuw werd opgesteld. Die wetstekst noemt geldbedragen die je betaalt, wanneer je bijvoorbeeld iemand’s slaaf doodslaat. Er bleek sprake van een rigide standenmaatschappij van edelen, ‘vrijen’ en horigen. Je mate van vrijheid was op je geldelijke vermogen gebaseerd.

De vrije boeren en edelen (militaire klasse), werden het hoogste in geld gewaardeerd. Net als het vee van vrije boeren waren de slaven niet meer dan een gebruiksvoorwerp.

Friesische Freiheit, bij de Duitse Oost Friezen. Bij ons zie je in de publieke ruimte niet enig teken van die traditie

‘Andermans slaaf of lastdier’

Zo stelt een passage in de wetstekst in het hoofdstuk ‘Over het doden van andermans slaaf of lastdier’: “Als iemand de slaaf van een ander doodt, boet hij hem overeenkomstig de waarde waarop zijn meester hem schat. Evenzo zullen paarden en runderen, schapen, geiten, varkens en wat ook aan levende have tot gebruik de mens toebehoort, tot de hond toe, zo betaald worden als ze door hun eigenaar gewaardeerd worden; Of als [de dader] ontkent, zweert hij overeenkomstig wat de rechter opdraagt.”

Hier wordt een mens op gelijke wijze gewaardeerd tot iets ‘wat tot gebruik de mens toebehoort’. Eerder in de rechtstekst kun je al zien, hoe er tegen slaven werd aangekeken: “Als ergens een man, hetzij edele of vrije of horige of ook slaaf, de slaaf van een ander doodt, boet hij hem gelijk aan hoe hij wordt gewaardeerd [= getaxeerd], en zijn heer zweert met zijn eed dat dit de juiste prijs is geweest.” Bij een slaaf kon het schadebedrag zo hoog en laag zijn, als de gebruikswaarde. De andere standen kregen een eigen hoogte aan ‘weergeld’ als taxatiewaarde, dat de dader aan de nabestaanden was verschuldigd.

Hier zie je al dat het moderne democratische idee ver te zoeken was. Bij doodslag van de ene ‘edele’ door de andere edele was het schadebedrag voor nabestaanden gezet op tachtig ‘solidi.’(geldstukken) Maar hoe lager je stand, hoe minder je letterlijk waard werd. Slaat een edele een ‘vrij man’ dood, dan hoeft hij nog maar 53 solidi te betalen en bij een horige is dat weergeld al gekelderd tot 27 solidi. De waarde van je leven kelderde dus letterlijk naarmate je in een lagere stand terecht kwam.

Neuharlingersiel, Oost Friesland

Vrouwen werden alleen via de man als rechts-subject gezien, en via de man kregen ze hun maatschappelijke positie. Zo stelt de wetstekst ook, dat je als vrije vrouw je stand – en dus levenswaarde- kan verliezen wanneer je met een horige trouwt:

“Als een vrije vrouw een horige trouwt, niet wetend dat hij een horige is, en als hij later, om zijn persoonlijke stand, omdat hij een horige is, beschuldigd wordt, blijft zij, als ze zesvoudig kan zweren dat zij niet met hem geslapen heeft sinds zij vernam dat hij horige was, zelf vrij, en [eveneens] de kinderen die ze heeft voortgebracht. Als ze niet kan zweren, gaat ze met haar kinderen over naar de stand van haar man.”

De standenmaatschappij zou na kerstening blijven voorbestaan. Maar wat in de negende en tiende eeuw geleidelijk verdween op Friese bodem was de slavernij. De kerk vaardigde daartoe een verbod uit onder christenen. Dat vermeldt godsdienst-socioloog Rodney Stark in zijn laatste studie ‘Bearing False Witness: Debunking Centuries of anti-Catholic History.’

Toen de kerk ten opzichte van wereldlijke heersers – zoals Karel de Grote en nazaten- op het hoogtepunt van haar macht was, kon zij die regel afdwingen. Pas tegen de moderne tijd- zo beschrijft Stark- konden in naam katholieke naties als Spanje weer tot slavernij-praktijken overgaan, zoals bij de Indianen in Zuid Amerika. Dit kwam volgens Stark omdat het wereldlijk gezag na de Middeleeuwen dat van de kerk in macht overtrof.

Friese kampvechters in kerk Westerwijdwerd

Slavernij trof de Friezen enkel nog zo rond de tiende eeuw, wanneer zij door Vikingen werden buitgemaakt na een inval, en zelf verhandeld werden aan bijvoorbeeld Arabische slavendrijvers. De heidense Vikingen beheersten de handel in deze human resources, die ze buitmaakten door christelijke enclaves te overvallen, en slavische volkeren. Die verkochten ze bij de Arabieren, waarvoor in ‘Dirhams’ werden afgerekend. Daarbij waren met name slaven van Slavische komaf gewild. Die volkeren gaven hun naam aan ‘slavernij’.

De bodem van Zuid Zweden zit daarom nog vol met Dirhams, afkomstig van de handel in -vaak christelijke -slaven tussen Vikingen en de Arabieren. Vrijheid is dus geen menselijk recht. Kennis van historie kan moderne vrijheidsgezinden meer realisme geven bij hun streven naar autonomie. Het Friese vrijheidsbegrip is namelijk gebaseerd op strijdbaarheid, niet gelijkwaardigheid van mensen. Vrijheid betrof een met fysieke weerbaarheid verkregen levensstijl.

Wie zich militair niet kon weren, werd slaaf van een ander. Daarbij valt op, dat echte slavernij wel in de heidense tijd gebruikelijk was, maar verdween na kerstening. Nu zijn er enkel nog loonslaven, geregistreerd en gerekruteerd door de afdeling ‘menselijke voorraden’ (human resources) van bedrijven.

Ophelia op zijn Fries, tussen de pompebleden

  • Bestel mijn Meisterwerk ‘Liever dood dan Slaaf, een pelgrimstocht door de Friese Natuur op zoek naar Vrijheid’ via www.lieverdooddanslaaf.com 

One Reply to “Slavernijverleden van de Friezen, geen excuses…”

  1. Laten we vooral niet vergeten dat onze overspelige Friese vrouwen hun kinderen niet geen Fries meer leren maar uitsluitend Hollands met hun praten zodat ze voor ‘een betere kans op een goede baan’ tot slavernij onder de Hollandse kliek die Nederland in zijn greep houdt zijn gedoemd. Vervloekt zijn die overspelige Friese hoeren die ons nageslacht en daarmee onze toekomst, ons erfdeel, vernietigen. Autogenocide is gelijk aan abortus.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *