Friese Kerkuilenman kon lullen én poetsen…

…kerkuilveren in Texels boerderij-atelier

In de Takketering, pardon Takkeling, het ledenblad van de Werkgroep Roofvogels Nederland besteedt roofvogelgoeroe Rob Bijlsma op eervolle wijze aandacht aan Johan de Jong. Die in 1941 geboren Mr. Kerkuil van Nederland overleed afgelopen december, en is sinds mijn jeugd een icoon geweest van (Friese) vogelbescherming. 

Van een kwakkelende populatie van slechts een honderdtal uilen na de winter van 1979, groeide de uil uit tot een spookachtig succesdier, waarvan nu weer duizenden paren broeden. Het is dus zeker niet overal treurnis troef in onder asfalt, asielzoekers en beton bedolven Nederland.

… aan de schijt uit de zoldering kun je zien dat de kerkuil hier huist

Schijt aan alles
Bij Tom Zwitser op zijn boerderij bij Aduard huisde ook zo’n prachtig spookdier, voor de nieuwe dakbedekking kwam, om de nieuwste Mercedes, Bentley en RAM Fourwheeldrive en fitnessapparatuur te beschermen tegen de uilenschijt. Niet iedereen is blij met zo’n uil in huis, want ze bedelven je hele schuur onder een witte kalklaag van uilenstront.

Maar wat daar tegenover staat: Een wit spook dat in de schemering muisstil vliegend door de lucht rond je huis danst. Die vlucht zoals uilen dat doen. De kerkuil is de meest uilige van alle uilen met de ultieme uilskuikens als jongen. En tel als boer uit je winst, een doorgewinterde knaagdierbestrijder in huis, als een soort vliegende kat in het donker.

De Jong bracht 36 jaar lang voor de Friese omroep het vogelnieuws, waar ondergetekende naar luisterde: Wat is er weer waargenomen en gezien in de natuur. Zodat je er ook op af wilde. De Jong was een echte Fries, van het kaliber Lullen én Poetsen. Het 1 sluit het ander niet uit, wanneer je gelul een menigte kan enthousiasmeren voor natuurbescherming, in concerto met je daden.

Mede dankzij Johan de Jong zijn voorbeeld, gingen wij in de vroege jaren ’80 als ventjes ook uilenballen pluizen, kijken wat voor muizenschedeltjes en vogeltjes je vond in de braakballen van naburige ransuilen op het PZ-terrein.

….hoornaars bij het kerkuilen-gat

Ondergetekende was lid van Vogelbescherming Nederland sinds het eerste Vogelaartje, toen deze vereniging uit Zeist nog geen gecorrumpeerde en leugenachtige marketingmachine was. Maar een club voor gedreven natuurbeschermers met boegbeelden als baardmannetje Nico de Haan. De oude stempel.

Dankzij De Jong zijn praktische aanpak met de door hem aangedreven stichting Kerkuilenwerkgroep Nederland, werden overal op boerenhoven en in geschikte gebouwen nestkasten geplaatst. Hij vroeg ook aandacht voor uilen als verkeerslachtoffer. In de bermen van B-wegen en vooral de brede bermen van snelwegen huizen veel muizen, en de uil kan zomaar een aanvaring krijgen met voorbijzoevende auto’s.

Zelfportret met kerkuil van Texels kunstenaar, de charismatische dieren zijn vaak door kunstschilders verbeeld

De uilen worden door muizenrijke wegbermen aangetrokken, en gaan voor en na de jacht op de hectometerpaaltjes zitten. Dan worden ze bijvoorbeeld meegezogen in de slipstream van een vrachtauto en sneuvelen ze onder de opvolgende auto. In de periode dat De Jong onderzoek deed in Friesland van 1996 tot 2007 vonden ze 996 dode uilen, waarvan in de laatste jaren bijna 60 procent van alle terug gemelde dode uilen door verkeer was gesneuveld.

Aanleg van de Centrale As door kerkuilenhemel de Noordelijke Friese Wouden zal het aantal verkeersslachtoffers ongetwijfeld hebben opgeplust.

Voor aanleg Centrale As, het zelfde laantje bij Veenwouden…

Zitrollers op hectometerpaaltjes
Een praktische oplossing die De Jong verzon, was het uilwerende hectometerpaaltje op knelpunten met veel slachtoffers. Zoals bij het klaverblad van Beetsterzwaag langs de A7. Wanneer je op zo’n hectometerpaaltje een zitroller plaatst, kan de uil er niet op zitten. Daarnaast kun je hogere palen plaatsen, waar de uilen veilig voor verkeer kunnen zitten. Als ze lager dan 2 meter over de weg vliegen is het ‘bam’, maar met een twee meter hoge zitpaal is de kans groter dat ze ook veilig hoogte houden.

Nog steeds zou volgens dit onderzoek voor Rijkswaterstaat in Noord Holland van ecoloog Jasja Dekker liefst de helft van alle uilenjongen sneuvelen in het verkeer. Langs de A7 bij Middenmeer in de Wieringermeer zijn nu van dat soort zitpalen te zien. Nog niet eerder geweten wat die mysterieuze objecten waren?

Het zijn vindingen van de kerkuilenman pur sang, Johan de Jong.

Een beetje lullig, dat er alsnog tijdens die proef in de Wieringermeer met uilwerende hectometerpalen vrij veel uilen bleven sneuvelen. Dat kwam omdat 2019 een goed muizenjaar was, dan vliegen er veel meer jonge uilen uit die vervolgens sneuvelen in het verkeer. Maar ja, je moet wat proberen, als verkeer de grootste doodsoorzaak is van je favoriete beest.

Als zulke dieren je levensvreugde geven, wil je er wat voor doen. Dat is ook de zin van natuurbescherming: Natuur, alles dat groeit en bloeit helpt mensen aan levensvreugde, en de natuur oordeelt niet, liegt niet. Charismatische dieren bescherming, dat is wat natuurbescherming meestal is. Wie wil er nu een malariamuskiet beschermen…

Zelfde locatie na aanleg Centrale As

Wat het succes van de Kerkuilenwerkgroep heeft kunnen versterken is allereerst het charisma van die dieren. Het zijn misschien wel de mooiste vogels, die ook door kunstschilders worden uitgebeeld. Wat verder hielp, dat is de klimaatveraangenaming die intrad sinds de jaren ’80 afgelopen eeuw in Nederland. De kerkuil heeft een broertje dood aan sneeuwwinters. Met steeds mildere winters gaat het ze voor de wind.

In een strenge winter sneuvelen ze bij bosjes, zoals die van 1979 en de kerkuilenhel van ’63. Laten we hopen dat de klimaatveraangenaming doorzet.

Dringt ook nestkasten van kerkuilen binnen om de jongen te doden..

Een nieuwe dreiging voor het broedsucces, ook voor met veel houtje-touwtjewerk behouden weidevogels, dat is het succes van een ander beest dat stormachtig in opkomst was in de zelfde periode.

De Steenmarter, het plaagdier van menig huis en boerderij, dat in de nestkast inbreekt en alle jongen doodt. Die vreten in de weilanden nu ook de met veel moeite beschermde eieren en kuikens van weidevogels op. Bij mij hier in Langweer werd 1 van de legkippen al door zo’n mormel onthoofd. Dus zijn er al marter-proof kerkuilkasten in omloop.

Je blijft kortom bezig als natuurbeschermer, wat in Nederlands cultuurland vaak betekent: Tegengaan wat de natuur van nature doet. Met De Jong verwisselt alweer een natuurbeschermer oude stempel het tijdelijke met het eeuwige. Met wat er aan personeel bij die Postcode Loterij-maffia overblijft, al die communicatiemedewerkers, afgestudeerd in klassieke leuterkunde en fondsenwerving, mennudjurs: dat stemt weinig hoopvol.

De echte bescherming komt van enthousiastelingen die er niet van hoeven te leven, maar wel voor willen leven. Dat is ook zo vertederend aan de Werkgroep Roofvogels Nederland, en aan hun goeroe Rob Bijlsma. Ze houden er echt van, het is niet nep maar gemeend.

One Reply to “Friese Kerkuilenman kon lullen én poetsen…”

  1. Postbode van der Wal uit Drachten was eind zeventigerjaren ook zeer actief. In zijn vrije tijd de boeren langs gaan en vragen of er plaats was voor een uilen kast.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *