“Want een kind is ons geboren…” (Jesaja 9:5)

Verwoeste moskee in de Golan, het land van Efraim en Menasse die door de Assyriërs als stammen ophielden te bestaan..

Op de zondag geen profane boodschappen. Dan lezen we uit De Heilige Schrift, Het Boek waarop de Westerse cultuur eeuwenlang was gebaseerd. Vandaag gaan we verder ploegen door Jesaja, het bijbelboek van de profeet waarop het christendom is gevestigd door de Evangelisten en de apostel Paulus.

Vandaag lezen we de misschien wel meest invloedrijke zinnetjes ooit op schrift gezet, waardoor een complete wereldreligie kon ontstaan, het christendom met haar eigen tijdrekening. Terwijl maar de vraag is of Jesaja- predikend rond 730 voor de christelijke jaartelling- dat ooit zo bedoeld had.

Hij predikte over de Assyriërs, die zou HEERE als werktuig gebruiken om zijn afvallige volk te verdelgen, waarna restauratie zou volgen met een ‘Vredesvorst’, en dus niet over de Romeinen, in de tijd waar de Evangelisten de Immanuel plaatsten, verwijzend naar Jesaja.

. bloeiende bloemenzee op de Golan

‘De heerschappij van de koning van Assyrië’
Zoals vorige afleveringen getoond, richtte Jesaja zich tot de belegerde koningen van Juda in het jaar 730-700 voor de christelijke jaartelling. Dat is vlak voordat de twaalf stammen van Israël een militaire ramp treft. De Assyriërs vallen binnen en zullen Jeruzalem rond het jaar 700 belegeren. Ze vagen de tien noordelijke stammen weg, die ophouden te bestaan, maar Jeruzalem van de stam Juda blijft nog bestaan.

Een eeuw later – rond -580-vallen de Babyloniërs binnen in Jeruzalem en ze verwoesten de tempel. Jesaja legt die komende gebeurtenissen uit als straf voor goddeloosheid, waarna een restauratie zal volgen. Tegen koning Achaz van Juda vertelt Jesaja (7:11)dat de restauratie zichtbaar wordt, wanneer er een kind wordt geboren – ‘geboren uit een maagd’ (dus jonge vrouw, dat hoeft geen seksloze vrouw te zijn) dat zich voedt met boter (melk) en honing.

Op die ene zin baseerde de katholieke kerk haar ‘maagd Maria’-beeld.

Maar het lijkt onlogisch, wanneer Jesaja predikt tegen een rond 720 levende koning, dat hij de restauratie zal herkennen aan de geboorte van een boter en honing etende jongeling, wanneer Achaz zelf niet meer in leven zal zijn. Jesaja 7:16 en 17 vermeldt het tijdstip van de geboorte van die jongeling aldus:

16Voorzeker, voordat de jongen in staat is het kwade te verwerpen en het goede te kiezen, zal het land verlaten zijn, namelijk het land van de twee koningen voor wie u in angst verkeert.
17De HEERE zal over u, over uw volk en over het huis van uw vader dagen doen komen zoals er niet gekomen zijn vanaf de dag dat Efraïm zich van Juda afscheidde, namelijk de heerschappij van de koning van Assyrië!

Tempelberg

‘de buit voor de koning van Assyrië dragen
Eén van die twee koningen is koning Rezin van Damascus/Syrië, die probeert om Jeruzalem te belegeren, niet te verwarren met de Assyriërs uit Noord Irak, de Akkadiërs. Dus op het moment dat ook Rezin zijn biezen heeft gepakt, omdat de Assyriërs hebben huisgehouden, wanneer het land ontvolkt is, DAN komt die Immanuel. En niet ergens zevenhonderd jaar later, wanneer Israël alwéér bezet is geraakt, dan door de Romeinen.

Waarom zou een profeet ook zaken prediken tegen mensen, die deze woorden zelf nooit in vervulling zien gaan? Jesaja predikt over de komst van de Assyriërs eind achtste en begin zevende eeuw. Ook Jesaja 8 gaat verder over die ingrijpende verovering door de Assyriërs, dat dit de tijd is waarin het Kind wordt geboren uit ‘een maagd’, boter en honing etend.

1Verder zei de HEERE tegen mij: Neem u een groot schrijfbord en schrijf daarop, voor iedereen leesbaar:8:1 voor iedereen leesbaar van een sterveling. Maher Sjalal Chasj Baz.8:1 (Maher Sjalal Chasj Baz betekent: Snelroof Vlugge Buit.)

2Toen nam ik voor mijzelf betrouwbare getuigen: Uria, de priester, en Zacharia, de zoon van Jeberechja.

3Ik was tot de profetes genaderd, zij werd zwanger en baarde een zoon. Toen zei de HEERE tegen mij: Geef hem de naam Maher Sjalal Chasj Baz. (snelle roof, snelle buit)

4Want voordat het jongetje papa of mama zal kunnen roepen, zal men het vermogen van Damascus en de buit van Samaria vóór de koning van Assyrië dragen.

‘geboren uit een maagd’-Jesaja 7:11

‘de volle breedte van uw land, Immanuël’
De Assyriers zullen dus Rezin verpletteren en het land van het dan al geboren kind Immanuel (god met ons) innemen, om het godsgericht over Israël uit te voeren. Dat gebeurt in de tijd dat die Immanuel al leeft:

6Omdat dit volk versmaadt de zacht stromende wateren van Siloah, en er vreugde is bij Rezin en de zoon van Remalia,
7daarom, zie, doet de Heere over hen opkomen de machtige, geweldige wateren van de rivier de Eufraat, namelijk de koning van Assyrië met al zijn luister.

Deze zal buiten al zijn stroombeddingen treden, en over al zijn oevers heenstromen.
8Hij dringt door tot in Juda, overspoelt het, trekt er doorheen, hij reikt tot aan de hals, en zijn uitgebreide vleugels zullen de volle breedte van Uw land innemen, Immanuel!

Die militaire ellende zal Israël overkomen tot religieuze tuchtiging, zo kun je in Jesaja 8:20 lezen. En die tuchtiging is nodig voor de komende Restauratie.

Het is DAN, dat die Immanuel van Jesaja zijn rol zal spelen, die ‘gezalfde’ uit het ‘huis van David’, dus na de verplettering door de Assyriërs begin 700 voor de jaartelling. Niettemin staat in de christelijke bijbel vervolgens dat Jesaja 8:23 en Jesaja 9 ‘de geboorte van de Messias’ aankondigen:

23Voorzeker, er zal geen donkerheid blijven voor het land waarin benauwdheid is.

Zoals Hij in vroeger tijd minachting heeft gebracht over het land van Zebulon en over het land van Naftali, zo zal Hij in later tijd eer bewijzen aan de Weg van de zee, de overkant van de Jordaan, Galilea waar de heidenvolken wonen.

Het gros van de Golan is miliair terrein

‘opdat vervuld zou worden wat doo de profeet Jesaja gesproken werd’…(Mattheus 4)
Galilea, ‘waar de heidenvolken wonen’, dat kun je historisch duiden als het door de Assyriërs overrompelde Noord Israël (het land van de stammen Zebulon, Naftali, Dan, waar deze heidenvolken (Assyriërs) dan bezettingsmacht zijn geworden. De tien stammen waaronder Zebulon assimileren met de Assyriërs, lossen op in de geschiedenis, en werden zo vanuit Judees perspectief zelf gojim, ‘anderen’, heidenvolken.

Niettemin maakte de Evangelist Mattheus (4:12-17) daar ruim zeven eeuwen later dít van, verwijzend naar Jesaja:

Toen Jezus gehoord had dat Johannes overgeleverd was, keerde Hij terug naar Galilea.
13Hij verliet Nazareth en ging wonen in Kapernaüm, dat aan de zee lag, in het gebied van Zebulon en Naftali,
14opdat vervuld zou worden wat door de profeet Jesaja gesproken werd toen hij zei:

15 Land Zebulon en land Naftali, gebied aan de weg naar de zee en over de Jordaan, Galilea van de volken,

16het volk dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien; en voor hen die zaten in het land en de schaduw van de dood, is een licht opgegaan.
17Van toen af begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.

Maar laten we nu teruggaan naar Jesaja zelf, die dus predikt tegen koningen die de komst van de Assyriers wordt voorzegd. Waarna het land een woestenij wordt, en tijdens die woestenij-fase is de Immanuel dan al opgestaan die boter en honing etend de restauratie van het huis van Juda bewerkt (Jesaja 9:1):

1Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien. Zij die wonen in het land van de schaduw van de dood, over hen zal een licht schijnen.

Kapernaum Galilea, van belang dankzij Jesaja 8

‘Aan de uitbreiding van deze heerschappij en vrede zal geen einde komen’
En dan verwijst Jesaja weer naar het geboren kind, waarover hij Achaz (in het jaar 730 voor de jaartelling) en nazaten al vertelde, dat is geboren wanneer de puinhopen en woestenij van de Assyriers nog zichtbaar zijn:

5Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder.

En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.

6Aan de uitbreiding van deze heerschappij en aan de vrede zal geen einde komen op de troon van David en over zijn koninkrijk, om het te grondvesten en het te ondersteunen door recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid.

De na-ijver van de HEERE van de legermachten zal dit doen.

En vervolgens gaat Jesaja weer door over de plaag die de huidige koning van Juda en dus Jeruzalem treft, koning Rezin van Damascus die zijn stad probeert in te nemen, en de stammen van Noord Israel waarmee Juda in onmin leefde. Die zullen inderdaad ophouden te bestaan, wanneer- nogmaals- de Assyriers komen huishouden. Jesaja heeft het hier dus niet over de Romeinen in Jezus zijn tijd, maar praat over gebeurtenissen die al zeven eeuwen eerder plaatsvinden.

Zie maar bij Jesaja 9:10-11:

10Want de HEERE zal de tegenstanders van Rezin tegen hem opzetten en Hij zal zijn vijanden ophitsen:
11de Syriërs vanuit het oosten en de Filistijnen vanuit het westen, zodat zij Israël verslinden met heel hun mond.

Herkomst Assyriers, die onder Sargon van Akkad hun macht uitbreiden tot de val in 632BC

‘Wee Assyrië, de roede van Mijn toorn’
Damascus, de stad van Rezin zou ook door de Assyriers overrompeld worden. En zie verderop bij Jesaja 9:18-19 dat hij beschrijft hoe Menasse en Efraïm, dus Noord Israël met haar van Juda afgescheiden stammen getroffen worden:

18Door de verbolgenheid van de HEERE van de legermachten zal het land zwartgeblakerd worden en het volk zal als voedsel worden voor het vuur. De een zal de ander niet sparen.

19Hapt men naar rechts, toch lijdt men honger; eet men naar links, toch wordt men niet verzadigd. Eenieder zal het vlees van zijn eigen arm eten:
20Manasse van Efraïm, Efraïm van Manasse; en die samen zijn tegen Juda.Bij dit alles keert Zijn toorn zich niet af; nog is Zijn hand tegen hen uitgestrekt.

Het is dus in DIE tijd, zeven eeuwen eerder dan waar de evangelist Mattheus hem plaatst, dat Jesaja de Immanuel plaatst, het boter en honing etende kind, dat de stam Juda weer tot aanvoerder van geheel Israel zal maken, met Jeruzalem als hoofdstad, wanneer het land in zak en as er bij ligt.

Jesaja noemt Efraïm en Menassa ‘en die samen zijn tegen Juda’. In Jesaja 10:5-6 lees je dan nogmaals dat Assyrië het werktuig van HEERE is om zijn volk te tuchtigen, ‘de roede van mijn toorn’, bedoeld om alle ongelovigen uit te roeien.

Wee Assyrië, de roede van Mijn toorn; en Mijn gramschap is een stok in hun hand.

6Op een huichelachtig volk zal Ik hem afsturen; tegen het volk waarop Ik verbolgen ben, zal Ik hem bevel geven om roof te plegen, om buit te roven, en om het te vertrappen als slijk op straat.

..De Israelische Alpen: Mount Hermon

“de koning van Assyrië en de glans van zijn hooghartige oogopslag zal vergelden”
Op het hoogtepunt van de macht van de Assyriërs onder de dynastie van Sargon (632) zouden ze zelfs Egypte overrompelen. Maar in het jaar 602 was het met hun macht gedaan. Maar Jesaja weet dus al, dat die macht tijdelijk zal zijn, omdat ook de macht van de Sargon-dynastie uitsluitend aan HEERE te danken is (Jesaja 10:12):

12Het zal gebeuren, zodra de Heere heel Zijn werk op de berg Sion en in Jeruzalem voltooid heeft, dat Ik de vrucht van de trots van de koning van Assyrië en de glans van zijn hooghartige oogopslag zal vergelden.

Is die macht ingeknot, dan zal een klein restant van de nakomelingen van Jacob weer terugkeren volgens Jesaja 10; 20-24, hij stelt letterlijk ‘OP DIE DAG’:

20 Op die dag zal het gebeuren dat het overblijfsel van Israël en wie van het huis van Jakob ontkomen zijn, niet langer zullen steunen op hem die hen geslagen heeft, maar zij zullen steunen op de HEERE, de Heilige van Israël, in trouw.

21Dat overblijfsel zal terugkeren, het overblijfsel van Jakob, naar de sterke God. Israël, al is uw volk als het zand van de zee, toch zal maar een overblijfsel daarvan terugkeren; tot verdelging is vast besloten; het stroomt over van gerechtigheid.

23Ja, een vernietigend einde – en dat is vast besloten – gaat de Heere, de HEERE van de legermachten, in het midden van heel het land ten uitvoer brengen.
24Daarom, zo zegt de Heere, de HEERE van de legermachten: Wees niet bevreesd, Mijn volk dat in Sion woont, voor Assyrië, wanneer het u met de staf zal slaan of zijn stok tegen u zal opheffen, zoals Hij eens bij Egypte deed.

25Want nog een klein moment – en dan is de gramschap voorbij en zal Mijn toorn zich richten op hún vernietiging.

Trudy de Romeinse Leeuw in Trier, West Romeinse rijk (tot 408)

Jesaja predikt dus niet over Romeinen in de tijd van Jezus-  zoals de Evangelisten doen voorkomen-, maar over de Assyriërs die het godsoordeel uitvoeren, waarna ze zelf ook ten onder zullen gaan.

Dat is in het jaar 632BC, en dan zou die Immanuel opstaan als vredesvorst. Terwijl vervolgens de Babyloniërs huishielden (582 BC), toen kwam Alexander de Grote (334BC) op bezoek in het gerestaureerde tempelstaatje Juda. En vervolgens de Romeinen die de herbouwde tempel in het jaar 68 zouden verwoesten. Dat is zeven eeuwen nadat de Assyriërs hun macht al verloren hadden, waarop die Immanuel had moeten opstaan van Jesaja – geboren uit een jonge vrouw (maagd) die als jongeling boter en honing zou eten, zodat hij herkenbaar zou zijn voor tijdgenoten.

Punt van informatie: De moderne Assyriërs, die Aramees spreken, wonen in Noord Irak en Syrie, zij zijn een christelijke restpopulatie in een ge-islamiseerde omgeving. Heb een goede zondag.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *