Het palingbestand in Nederland zou door een visverbod en een dure Vismigratierivier liefst moeten verdrievoudigen, voor de beleidsbureaucratie tevreden is.
Dat referentiebeeld in Nederland komt van de commissie Herman Eijsackers uit 2009, die het werk van Willem Dekker bij Imares (nu WMR) corrigeerde met een draagkrachtmodel.
In 2016 vroeg ik Willem Dekker al, wat hij over dat Eijsackers-rapport vond. Hij stelde in antwoord dat Eijsackers politiek bedreef, geen wetenschap. Maar hoe wetenschappelijk was Dekker zelf bezig?
Wat is je ijkpunt
Komende vrijdag 19:00 bij ons op Interessante Tijden TV komt de laatste visser van het Markermeer voor de camera, Patrick Schilder uit Volendam. Die ziet al hoe er op iedere overgebleven visser een tiental ambtenaren en ‘wetenschappers’ teert. Die wetenschap leunt op ruwe schattingen en draagkrachtmodellen.
Die modellen zijn geïnformeerde slagen in de lucht, waarop de beleidsbureaucratie vervolgens beslissingen baseert. De uitkomsten van die rekenmodellen kunnen- afhankelijk van de ingevoerde aannames- wel een factor 2,5 verschillen. Althans, bij paling volgens het rapport dat de Commissie Eijsackers in februari 2009 afleverde aan LNV-Minister Gerda Verburg.
Dus dat je aan iemand vraagt: Hoe hard reed je op die weg om vier uur? En die zegt dan ’tussen de 50 en 125 kilometer per uur.’ Terwijl je maar 1 snelheid reed om vier uur. En dat hoeft ook niet het gemiddelde te zijn tussen 50 en 125. En zo zwemmen dus ook nergens ‘gemiddelde’ palingen rond.
Toenmalig LNV-minister Gerda Verburg (CDA) benoemde Herman Eijsackers tot ‘chief science officer’ op het palingdossier op 1 juni 2009, samen met Krijn Poppe op het landbouwdossier. In maart hadden zij hun rapport met bijlagen afgeleverd, met medewerking van ecoloog Jaap van der Meer en Marcel Dicke.
Dekker geeft factor tien te hoge dichtheden
Hun eindrapport is niet meer vindbaar op het internet. Maar ik kon toch nog een kopie opsnorren. Eigenlijk het enige dat de Commissie Eijsackers deed, is een correctie op Imares/Willem Dekker leveren en zijn historische wensbeeld van zevenduizend ton uittrekkende schieraal (paairijpe vrouwtjes).
Ze voegen hun eigen modeloefening toe, aan het visserijmodel van Dekker. Ze corrigeren zijn historische streefbeeld met een draagkrachtmodel van ecoloog Jaap van der Meer (NIOZ/VU). Dekker zou ‘dichtheidsafhankelijke’ effecten moeten meerekenen aldus Van der Meer. Dat is niks anders dan aannemen, dat het ook een paling te druk kan worden bij teveel soortgenoten.
Er zit een plafond aan de hoeveelheid paling die in een water kan leven, anders groeien ze trager en zitten ze elkaar in de weg. Willem Dekker nam als referentie maximale vangsten in de historie op het IJsselmeer. Maar daarvoor corrigereert de Eijsackers-commissie met een draagkrachtmodel.
Uiteindelijk verschijnt dan een historisch wensbeeld op papier van ongeveer 4500 ton. Die referentie wordt dan de ‘natuurlijke’ populatie genoemd die in Nederlands referentiewater zou kunnen zwemmen. Op papier. Omdat de Europese Commissie voor het aalbeheerplan een ‘natuurlijk’ streefbeeld vraagt. Terwijl Eijsackers zelf schrijft dat je dat beeld voor Nederland eigenlijk niet kan geven.
Volgens Van der Meer, zou Dekker in zijn historische wensbeeld absurd hoge dichtheden paling veronderstellen. Wel 350 kilo per hectare of zelfs 960 kilo per hectare. Hij komt na correctie met zijn draagkrachtmodel op een ‘normale’ dichtheid van 25 kilo per hectare. Marcel Dicke toont dat dichtheden van honderden kilo’s per hectare bij paling alleen voorkomen in brak water vol muggenlarven.
- Oftewel: het was Willem Dekker die met zijn historisch model- gebaseerd op historische vangsten- veel te hoog aftikte. Bovendien stelt de Eijsackers-commissie vast, dat de Europese Commissie met een vraag naar een ‘natuurlijke referentie’ in Nederland niet opgaat.
De conclusie was dat Dekker te hoog zat, maar dat het beleid van de minister al prima was. Dus het rapport Eijsackers veranderde niets aan voorgenomen beleid van Gerda Verburg.
Maagdelijke bestanden in het door Mensen gemaakte Nederland
Het woord ‘pristiene’ stock kom je in het Eijsackers-rapport niet tegen. Dat moet alleen in voorafgaande discussies ter sprake zijn gekomen. Wel proberen ze een ‘natuurlijke’ referentie te maken van mogelijke dichteden in biomassa per hectare. Maar dan, ook met zo’n draagkrachtmodel er bij, Kun je in het door mensen gemaakte Nederland wel van ‘natuurlijke’ referentie spreken?
Dekker reageerde op 18 augustus 2016 om 11:58 per email. Volgens Dekker zou het concept pristiene stock (onbevist bestand zonder menselijke invloed) uit het Eijsackers-advies er zijn voor- je leest het echt- ‘voor de bewustwording.’ Voor beleidspropaganda, zo kun je dat opvatten:
De pristine stock, dat is een theoretisch concept, waar we in dit geval vrijwel niks aan hebben (wel voor de bewustwording! Wie kan zich nog een aalvisserij van duizenden tonnen indenken?).
Ik pleit daarom sinds jaar en dag voor een afdoende bescherming (dat zul je kwantitatief moeten invullen.Ik hoop ICES daar spoedig toe te kunnen bewegen), dat is een focus op een minimale overleving.
Eijsackers zou volgens Dekker politiek hebben bedreven.
Hoeveel overleeft er vandaag, in de praktijk? En is dat genoeg? Dat kan zowel theoretisch, als praktisch worden ingevuld, en kan eventueel in kleine proefprojecten heel concreet worden gemaakt. Ik weet niet of je destijds bij de Commissie Eijsackers bent geweest, de eerste commissie die een politiek oordeel moest uitspreken, onder het mom van wetenschap.
Ik heb daar in het openbaar gezegd, dat natuurlijk het herstel van de aalstand het uiteindelijke doel is, maar dat we concreet daar weinig mee kunnen – het is de verbeterde overleving, die de toekomst zal bepalen; niet het uiteindelijke doel, dat ver vooruit ligt, mogelijk pas bij onze kinds-kinderen.
En volgens hem zou de bijdrage van Jaap van der Meer een fantasie-oefening zijn geweest.
Eijsackers cs hebben mij dat horen zeggen in een openbare vergadering, maar zijn totaal doof geweest, en zijn vrolijk blijven door-fantaseren over pristine stocks en mogelijke dichtheidsafhankelijke beperkingen in een natuurlijke toestand die ze nooit gezien hebben en in hun leven ook nooit meer zullen zien. Een gemiste kans, en een misplaatst politiek oordeel
Aalbacadabra
De garnalenvissers zullen nu aanvoelen, waarom de LNV-beleidsbureaucratie met de Waddenacademie opnieuw een beroep deed op Herman Eijsackers, voor een ‘onafhankelijk’ expertoordeel. En wel samen met de notoire antivisserij-activist Tjisse van der Heide. Eijsackers doet – volgens Dekker- wat politiek van hem gevraagd wordt.
Of er van fatsoenlijke wetenschap sprake is mag betwijfeld worden. Aan de andere kant lijkt Dekker zelf ook onwetenschappelijk gedrag te hebben vertoond. Cooking the books, dus dat je een onrealistisch historisch streefbeeld opstelt. En mogelijk is er door zijn databewerking van glasaal-intrek bij Den Oever en onrechte een 95%-afname gemaakt.
Het belang van een onrealistisch historisch streefbeeld mag helder zijn, of je dat nu ‘pristien’ noemt, ‘natuurlijke referentie’
Wanneer je een niet controleerbaar fantasiebeeld met duizenden tonnen meer aal uit je mouw schudt, is er tot in de einder reden tot ‘meer onderzoek’ en herstelplannen. Eijsackers deed ten opzichte van Dekker een eigen modeloefening in het rekenmodel-zakje. Maar het gebrek aan realisme bleef bestaan. Of je nu een historisch wensbeeld als norm neemt (Dekker) of een ‘natuurlijk’ wensbeeld:
- Beide gaan niet meer op in een door Deltawerken verkleind Nederlands binnenwateroppervlak, met verveelvoudigde aalscholverpredatie, en fosfaatarmer water. Voor die twee laatste factoren corrigeert Eijsackers niet. Ze blijven een oncontroleerbaar wensbeeld als ‘beleidsnorm’ hanteren.
De factor aalscholver wordt wel genoemd, maar niet verwerkt in de uitkomsten. De factor ‘eutrofiering’ wordt wel benoemd, maar niet verwerkt in het streefbeeld. De conclusie werd vervolgens ‘het beleid verandert niet’. En zou houdt Eijsackers een aal-onderzoeksindustrie van WMR in leven op het verhaal ‘de paling sterft uit en er is meer onderzoek nodig.’die zich op de uitstervende paling in leven houdt.
Maar… waar ligt nu de wetenschappelijke verantwoordelijkheid van Willem Dekker zelf? Volgens Dekker zou hij bij Imares zijn weggepest, waarna hij in Zweden een academische positie innam. We zullen hier verder in duiken morgen.
Steun Interessante Tijden en maak ons werk mogelijk:
Dus eigenlijk allemaal een beetje gladder dan glad.
Op z’n Wagenings?