“Ik heb dorst!…” (Johannes 19:28)

Zadeldakje in het Noord Friese Doogebel (Dagebull)

Op de zondag geen profane boodschappen. Dan bestuderen we De Heilige Schrift, Het Boek zonder welke je de Westerse beschaving niet kent.

We gaan verder in het Johannes-Evangelie en krijgen een brok in de keel bij het verhaal van Jezus’ veroordeling door Pilatus, de verloochening door Petrus en opvolgende kruisiging met moeder Maria als getuige.

De Evangelist Johannes hanteert twee Psalm-verwijzingen, die een intens gevoel van godverlatenheid beschrijven. Dat gevoel kent iedereen die zich niet kan neerleggen bij de moderniteit, zodat je denkt ‘gelukkig is er bier’…

Het Lam dat de toorn van God afwendt voor wie zijn offer aanvaarden

De Kruisiging van het Paaslam
We gaan al richting Pasen dus behandelen we vandaag Johannes 18 en 19: De kruisiging van Jezus. Je krijgt letterlijk een brok in de keel, wanneer je leest hoe ze deze onschuldige man Jezus mishandelen, vernederen en vervolgens de marteldood geven. Heer Jezus, moest dat nu beslist? De Evangelist Johannes haalt de passage aan, waarin de soldaten dobbelen om de kleren van Jezus.

Dat is een rechtstreekse verwijzing naar de op 1 na meest eenzame Psalm uit de Bijbel, nummer 22:

17Want honden hebben mij omsingeld, een horde kwaaddoeners heeft mij omgeven; zij hebben mijn handen en mijn voeten doorboord.
18Al mijn beenderen zou ik kunnen tellen; en zij, zij zien het aan, zij kijken naar mij.
19Zij verdelen mijn kleding onder elkaar en werpen het lot om mijn gewaad.

De passage dat ze na Jezus dood zijn beenderen niet breken, die verwijst direct naar de Passchaverordening van Mozes in Exodus 12:

43En de HEERE zei tegen Mozes en Aäron: Dit is de verordening voor het Pascha: geen enkele vreemdeling mag ervan eten.
44Maar elke slaaf die u van iemand met geld gekocht hebt, mag ervan eten, zodra u hem besneden hebt.

45Geen vreemdeling en dagloner mag ervan eten.
46In één huis moet het gegeten worden. U mag van het vlees niets uit het huis naar buiten brengen, en u mag er geen been van breken.

Eucharistie, brood en wijn als lichaam en bloed van Christus.

Mij Dorst!
Wie had dat ooit geweten? Zo snap je plots de symboliek, die ook in het Avondmaal van de Kerk verpakt zit. Jezus de Zoon zijn vlees is nu immers het Passcha-offer waarvan geen been gebroken mag worden. Dus worden zijn beenderen aan het kruis niet gebroken, terwijl dat lot zijn buren wel treft. Maar wat een akelige eenzaamheid moet Jezus daarbij doorstaan.

Het meest tot tranen roerende is wel, hoe Jezus pijn lijdt met nagels door handen en voeten. En hoe zijn moeder Maria dan aan het kruis staat.

25En bij het kruis van Jezus stonden Zijn moeder, de zuster van Zijn moeder, en Maria, de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena.
26Toen nu Jezus Zijn moeder zag en de discipel die Hij liefhad, bij haar zag staan, zei Hij tegen Zijn moeder: Vrouw, zie, uw zoon.

De pijn dat je elkaar verliest, dat de Moeder het sterven van haar Zoon moet aanschouwen. En dat bovenop de pijn van het Lijden zelf.

27Daarna zei Hij tegen de discipel: Zie, uw moeder. En vanaf dat moment nam de discipel haar in zijn huis.
28Hierna zei Jezus, omdat Hij wist dat nu alles volbracht was, opdat het Schriftwoord vervuld zou worden: Ik heb dorst!
29Er stond dan een kruik vol zure wijn en ze vulden een spons met zure wijn, omwikkelden die met hysop en brachten die aan Zijn mond.

30Toen Jezus dan de zure wijn genomen had, zei Hij: Het is volbracht! En Hij boog het hoofd en gaf de geest.

De Hel bestaat…

De meest droevige Psalm 69: godverlatenheid
De vervulling van het Schriftwoord waar de Evangelist Johannes over schrijft, is de meest eenzame Psalm uit de Bijbel, die ook de albumtitel werd van een Metalband Ministry: Psalm Sixty Nine:

2Verlos mij, o God, want het water is tot aan de ziel gekomen.
3Ik ben gezonken in bodemloze modder, waarin men niet kan staan; ik ben gekomen in de waterdiepten en de vloed overspoelt mij.

4Ik ben moe van mijn roepen, mijn keel is ontstoken; mijn ogen zijn bezweken, omdat ik steeds hoop op mijn God.

Dat is het gevoel waar de Evangelist naar verwijst. Zonder reden veracht worden, mensen die om onbegrijpelijke oorzaak zich van je afkeren. En vervolgens komt verderop ook de Zure Wijn passage:

20Ú kent mijn smaad en mijn schaamte en mijn schande;
allen die mij benauwen, zijn U bekend.

21Smaad heeft mijn hart gebroken en ik ben zeer zwak;
ik heb gewacht op medeleven, maar het is er niet,
op troosters, maar ik heb ze niet gevonden.

22Ja, zij hebben mij gal als mijn voedsel gegeven,
in mijn dorst hebben zij mij zure wijn laten drinken.

23Laat hun tafel voor hen tot een strik worden
en voor hun gasten tot een val.

Groningen Gothic

Psalm 22: Mij God waarom hebt U mij verlaten
In Johannes 19:24 zien we al hoe Psalm 22 is aangehaald, over het verloten van de kleren:

Zij verdelen mijn kleding onder elkaar en werpen het lot om mijn gewaad.

Dat is opnieuw een verwijzing naar dat zelfde gevoel van Godverlatenheid. Maar bij Johannes wordt die Psalm niet aangehaald wanneer Jezus sterft. Dat gebeurt wel in het Markus-Evangelie. Daar citeert Jezus zelf Psalm 22 voor hij de geest geeft:

34En op het negende uur riep Jezus met luide stem: ELOÏ, ELOÏ, LAMA SABACHTANI, dat is vertaald: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?
35En sommigen van hen die daarbij stonden en dit hoorden, zeiden: Zie, Hij roept Elia.

En dan fietst Markus de zure wijn-passage er in. Markus legt de nadruk op vreemde omstanders, niet zijn meelijdende moeder en Maria Magdalena maar onbekenden van Jezus. Markus zegt er niet bij dat ‘zure wijn’ een verwijzing is naar de godverlatenheid uit Psalm 69. Maar dat is deze dus wel.

Rochefort: Het leven als Eenzame ( = monnik) maakt je dorstig

Voorhangsel scheurt bij Markus en Mattheus na sterven
Bij Markus scheurt het voorhangsel NA het sterven van Jezus. Hier roept Jezus alleen met ‘luide stem’ zonder een Psalm te citeren:

36En er snelde iemand toe, vulde een spons met zure wijn, stak die op een rietstok en gaf Hem te drinken, en hij zei: Houd op, laten wij zien of Elia komt om Hem er af te nemen.
37En roepend met luide stem gaf Jezus de geest.
38En het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeën, van boven tot beneden.

Bij Mattheus 27 citeert Jezus ook de godverlaten Psalm 22, terwijl omstanders Hem bespotten in Psalm 22-stijl, en ze vragen of hij misschien de profeet Elia aanroept. Jezus roept met luide stem, maar citeert geen specifieke Psalm voor hij sterft.

43Hij heeft op God vertrouwd; laat Die Hem nu verlossen als Hij Hem welgezind is, want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon.
44Hetzelfde verweten Hem ook de misdadigers die met Hem gekruisigd waren.

45En vanaf het zesde uur kwam er duisternis over heel de aarde, tot het negende uur toe.
46Ongeveer op het negende uur riep Jezus met een luide stem: Eli, Eli, lama sabachtani? Dat betekent: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?

Vervolgens komt bij Mattheus de zure-wijn-passage.  En het voorhangsel scheurt NA Jezus’ dood, nadat hij ‘met luide stem‘ schreeuwt en de geest geeft.

Tjamsweer, Groningen Gothic

Lukas laat voorhangsel al voor sterven scheuren, en laat Jezus Psalm 31 citeren
Bij Lukas verwijst Jezus weer naar een andere Psalm (31) voor hij de geest geeft. Ook opmerkelijk: Bij Lukas scheurt EERST het voorhangsel, VOORdat Jezus sterft:

44En het was ongeveer het zesde uur en er kwam duisternis over heel de aarde tot het negende uur toe.
45En de zon werd verduisterd en het voorhangsel van de tempel scheurde middendoor.
46En Jezus riep met luide stem en zei: Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest. En toen Hij dat gezegd had, gaf Hij de geest.

Die Psalm 31 zit weer geheel anders in elkaar. Die getuigt juist van godsvertrouwen.

6In Uw hand beveel ik mijn geest; U hebt mij verlost, HEERE, getrouwe God!
7Ik haat hen die nietige afgoden vereren. Ík vertrouw op de HEERE.

8Ik zal mij verheugen en verblijden in Uw goedertierenheid, want U hebt mijn ellende gezien
en mijn ziel in benauwdheden gekend.
9U hebt mij niet overgeleverd in de hand van de vijand, maar mijn voeten in de ruimte doen staan.

Het Kruis als symbool van het Westen

Door de Hel naar Verlossing
Wanneer je losse zinnetjes uit de Bijbel citeert, is er altijd wel iets van je gading te vinden. Maar lees de context verder, en de betekenis kan plots veranderen. Want wanneer je aan een kruis hangt na aan je vijanden te zijn overgeleverd: Hoe kun je het ‘citaat’ van Psalm 31 dan nog interpreteren?

Zo geven vier Evangelisten dus een ander getuigenis over wat Jezus voor en tijdens sterven nu zei. Bij Johannes ‘het is volbracht’, zo van ‘het verlossingswerk zit er op’. Bij Lukas citeert Jezus Psalm 31 ‘in uw hand beveel ik mijn geest’ voor Hij sterft. Een uiting van Godsvertrouwen, dus het omgekeerde van verlatenheid.

Bij Mattheus en Markus citeert Jezus eerst Psalm 22 haar eerste klacht ‘Mijn God waarom hebt U mij verlaten’. Vervolgens na deze uiting van diepste eenzaamheid, sterft de Heiland met een luide stem. Heeft Hij dan met luide stem nog gauw even Psalm 34 aangehaald, dat het Verlossingswerk er op zat?

Dat zou dan op een plotse omslag in geestestoestand duiden. Van de diepste verlatenheid naar de eenwording met de Vader, die Hem niet aan De Vijand overliet. Laten we niet te zeer kniesoren over de rafelranden en redacties van een tweeduizend jaar oud boek met tientallen redacteuren.

Bijbelvast, iedere zondag

De beweging is bij alle Evangelisten gelijk. Jezus ging letterlijk door de ergste hel die mensen kunnen ervaren, die van geestelijke pijn, de ontkenning van je waarde als Mens die bij de meesten tot krankzinnigheid zou leiden. Dat de bodem onder je geest vandaan valt en dat je enkel nog achterover kan vallen in een eindeloos zwart gat.

Voor Hij tot De Vader kwam. Die Arme Lieve Jezus, je zou ‘m willen omhelzen.

Heb een Goede Zondag, en doe een duit in de collectezak als je de weekpreek waardeerde:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *