Op de zondag geen profane boodschappen. Dan lezen we uit De Heilige Schrift, Het Boek zonder welke er geen Westerse Beschaving was geweest en zonder welke deze ook verdwijnt. Vandaag gaan we weer verder met de brief van de apostel Johannes, die hij schreef om zijn aanhangers een handvest te geven: Hoe herken je nu iemand die een leerling van Jezus is geworden?
Je komt er de typische scheiding in tegen tussen persoon en ‘gedrag.’ Je kunt de zonde haten maar niet de persoon die deze bedrijft. Die kern van het christendom roept in zichzelf ook weer vragen op. Want kun je dan niet iemand straffen die in zonde volhardt? Of moet je zelf toevlucht zoeken tot ‘het lijden’ en lijdzaam afwachten tot Jezus terugkomt…
Christen zijn is al 2000 jaar een vaag begrip
Het is zo makkelijk om in naam ‘christen’ te worden, als vorm van jodendom-light: Je hoeft alleen maar te zeggen dat je het bent en hoppa…Je slaat wat religieuze taal uit, en in een roes laat je jezelf even in een bad dompelen onder applaus van mensen die toch al zieltjes wilden winnen. Je bidt een beetje ter emotionele bevrediging.
Terwijl er in je gedrag en levensstijl niets verandert. En je toont geen enkel berouw voor wat je andere naasten in het verleden hebt aangedaan. Of erger, dat ‘berouw’ is niets dan een litanie van zelfmeelij, aandacht vragen. En geen bekering van hart en geest.
Qua geloofwaardigheid heeft het jodendom dan een streepje voor. Het is een religie met drempel, van hun hoef je het niet te worden. Hoeveel bekeerlingen tot het christendom zouden er bij komen, wanneer je ook je piemel zou moeten laten besnijden? Of wanneer je plots allerlei zaken niet mag eten.
In de tijd van Apostel Johannes speelde die vraag even goed, en dus moest hij die brief schrijven. Om orde op zaken te stellen. Hoe herken je dus een kersverse ‘christen’, de scheldnaam voor die joodse sekte waarvan leden de spijswetten niet meer hielden en zich niet langer lieten besnijden maar dopen:
1Zie, hoe groot is de liefde die de Vader ons gegeven heeft: dat wij kinderen van God worden genoemd. Daarom kent de wereld ons niet, omdat zij Hem niet kent.
2Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is.
En dan moet je bekering dus blijken uit je handelen.
3En ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, zoals Hij rein is.
4Ieder die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid; want de zonde is de wetteloosheid.
5En u weet dat Hij geopenbaard is om onze zonden weg te nemen; en zonde is er in Hem niet.
6Ieder die in Hem blijft, zondigt niet; ieder die zondigt, heeft Hem niet gezien en heeft Hem niet gekend.
Je kunt dus geen christen zijn en ongehuwd samenhokken, moorden, andermans vrouw begeren, stelen, vals getuigenis geven, de naam van God misbruiken, afgoden dienen zoals Gaia en een door mensen gesneden beeld als Het Klimaat. ‘De Wet’ klaagt je aan en gebed helpt je op weg. Al geloof ik dat ’trouwen voor De Staat’ – een juridisch dingetje- niet beslist de zonde opheft: God’s zegen moet er op rusten, dus moet je man-vrouw-relatie ingezegend zijn.
Je móet elkaar- ook met tegenzin- liefhebben
Leuk allemaal, dat gepraat van ‘God is Liefde’ en je moet elkaar liefhebben. Maar wat houdt dat dan in? Johannes stelt hier als kenmerk 1 dat je wil tot zondigen moet zijn vervallen. Je levensmotivatie is veranderd. Andere mensen zijn niet langer een middel tot eigen geluk geworden, maar een doel in zichzelf.
Wie volhardt in hatelijkheid, ook naar mensen die je nooit iets kwaads hebben gedaan, enkel uit afgunst of een gevoel van minderwaardigheid, die handelt uit een motivatie die niet van God is. Johannes gaat zelfs verder. Hij stelt dat wie zijn broeder of zuster haat een moordenaar is:
10Hieraan zijn de kinderen van God en de kinderen van de duivel te herkennen. Ieder die de rechtvaardigheid niet doet, is niet uit God, evenmin als hij die zijn broeder niet liefheeft.
11Want dit is de boodschap die u vanaf het begin gehoord hebt, dat wij elkaar moeten liefhebben;
12niet zoals Kaïn: hij was uit de boze en sloeg zijn broer dood. En waarom sloeg hij hem dood? Omdat zijn werken slecht waren en die van zijn broer rechtvaardig.
Volharden in hatelijkheid is niet van God
‘Moeten’ liefhebben staat hier cursief geschreven. Zelfs met tegenzin, zul je het onderscheid moeten maken tussen de zonde en de persoon die in jouw ogen die zonde begaat. Als deze al die zonde bedrijft, en je haat naar die persoon niet alleen voortkomt uit een vaag gevoel in jezelf.
Een vaag gevoel van eeuwige inferioriteit, of vermeend slachtofferschap, geloven eeuwig tekort te zijn gedaan door anderen is geen grond voor haat naar de ander. Het kan ook een teken zijn, dat je relatie met God de Vader niet op orde is. Want het diepe besef een kind van God te zijn be-eindigt gevoelens van inferioriteit. Je hoeft je zelfwaardering niet te halen uit je (ingebeelde) positie ten opzichte van de ander, uit competitie.
Johannes wijst de vinger dus allereerst naar binnen, niet naar ‘de ander’ die jou iets tekort zou hebben gedaan.
Jij bent het zelf die volhardt in hatelijkheid, ook zelfhaat is een zonde. Onvrede met hoe God je heeft gemaakt, en ondankbaarheid voor wat God je gaf. Haat kan een energiebron zijn, zo leerde ik van Michel Kirby, gitarist van een satanische Belgische hardcoreband, Length of Time.
Wanneer je iemand uit hatelijkheid ziet handelen, is het dus ook zaak dat je die hatelijkheid zelf niet met haat beantwoordt. Want haat zoekt tegenhaat als voedingsbodem om in hatelijkheid te volharden, als energiebron van satan:
13Verwonder u niet, mijn broeders, als de wereld u haat.
14Wij weten dat wij zijn overgegaan uit de dood in het leven, omdat wij de broeders liefhebben; wie zijn broeder niet liefheeft, blijft in de dood.
15Ieder die zijn broeder haat, is een moordenaar; en u weet dat geen moordenaar het eeuwige leven blijvend in zich heeft.16Hieraan leerden wij de liefde kennen, dat Hij voor ons Zijn leven heeft gegeven. Ook wij moeten voor de broeders het leven geven.
17Wie dan de goederen van de wereld heeft, en zijn broeder gebrek ziet lijden, maar zijn hart voor hem toesluit, hoe kan de liefde van God in hem blijven?
Volharden in (zelf)haat is dus niet van God maar van de satan, zoals zelfmoord uit zelfhaat dat ook is. Haat is moord, zo zegt Johannes. Zo kun je niet alleen voor jezelf maar ook voor anderen een hel fabriceren, waarbij je geen slachtoffer bent maar allereerst zelf dader.
Boosheid uit haat is ook van een geheel ander kaliber, dan door gerechtvaardigde woede gemotiveerd zijn.
Dat is boosheid die je energie geeft om onrecht recht te zetten. Zoals Jezus die met een zweep de tempel door ging. Jezus werd niet door broederhaat gedreven, maar Liefde voor de Allerhoogste tegen de corrumpering van zijn Tempel. Afgunst, slachtofferschap, al deze zaken zijn niet van God.
Liefhebben met de daad en in waarheid
De Johannesbrief houdt dus niet in dat je niet veel geld kunt verdienen door je werk, of succesvol mag zijn. Dat zou wat zijn, dan trekt het christendom alleen maar verliezers aan met lage ambitie. Maar wel, dat je herkenbaar bent in vrijgevigheid wanneer je het wel hebt. Hoe het ook zij: Je kunt geen christen zijn en herkenbaar zijn aan vrekkigheid, schraalheid. Een christen is vrijgevig.
Een andere vraag die de Johannes brief oproept: Mag je als christen dus niet iemand voor de bek slaan die dat verdient, of eens stevig terecht wijzen? Iemand die je een streek flikt en die daarvoor geen enkel berouw toont?
De vraag hoe je dergelijke zalvende retoriek omzet in een praktisch houdbaar christendom is al zo oud als dat geloof zelf.
Augustinus zou uiteindelijk ook voor christennaties gronden formuleren op basis waarvan ze oorlog konden bedrijven. Bijvoorbeeld om een zonde te straffen, zoals dat ook in het Oude Testament gebeurde. Dan straf je automatisch ook de personen, de bedrijvers en dan valt het onderscheid ‘zonde-persoon’ weg.
Ik vind dat een lastige, want je eigen (morele) oordeelsvermogen volledig aan de kant schuiven leidt even zeer tot wetteloosheid, als wanneer je overtuigd bent aan de goede kant te staan. Ondergetekende is een warm voorstander van het recht op zelfverdediging. En daar hoort ook The Right to Bear Arms bij uit de Second Amendment van de Amerikaanse Grondwet.
Wanneer we de brief verder lezen, zien we:
18Mijn lieve kinderen, laten wij niet liefhebben met het woord of met de tong, maar met de daad en in waarheid.
19En hieraan weten wij dat wij uit de waarheid zijn, en zo zullen wij ons hart voor Hem geruststellen.
20Want als ons hart ons veroordeelt, God is meer dan ons hart, en Hij weet alle dingen.
Gebed als (enige?) wapen?
Moet je weerloos toekijken, wanneer je in een tirannie verzeild raakt waarin De Staat je kinderen opeist? De huidige Nederlandse overheid is een bende van goddeloze dieven, moordenaars en leugenaars geworden, die kinderen ontvoert, mensen afperst, voorliegt en die oorlog hitst. Handel je dan ‘met de daad en in waarheid’, wanneer je passief toekijkt?
Wanneer je overheid met aanwijsbare personen- een bedrijver van ongerechtigheid is geworden, heb je dan niet de plicht deze ongerechtigheid te bestrijden? En tref je dan niet automatisch de bedrijvers van ongerechtigheid zelf?
Of moet je de toevlucht zoeken tot ‘het lijden’, dat je de ander toestaat om je kwaad te doen. En dat de aanblik van je eigen lijden een slag in hun gezicht mag zijn, een knauw in hun eigen geweten…
Maar wat als die ander geen geweten heeft? Of dat die ander zelfs meent het goede te doen? Is dat dan een test in je eigen godsvertrouwen, dat je geduldig moet wachten tot God het onrecht weg zal nemen. Dan zou alleen ‘gebed’ je wapen zijn, een hint die je uit het vervolg van de Johannes-brief kan halen:
21Geliefden! Als ons hart ons niet veroordeelt, hebben wij vrijmoedigheid om tot God te gaan
22 En wat wij ook maar bidden, ontvangen wij van Hem, omdat wij Zijn geboden in acht nemen en doen wat Hem welgevallig is.23En dit is Zijn gebod: dat wij geloven in de Naam van Zijn Zoon, Jezus Christus, en dat wij elkaar liefhebben, zoals Hij ons een gebod gegeven heeft.
24En wie Zijn geboden in acht neemt, blijft in Hem en Hij in hem. En hieraan weten wij dat Hij in ons blijft, namelijk aan de Geest, Die Hij ons gegeven heeft.
Maar wat houdt dat ‘in hem blijven’ concreet in bij crisissituaties? Inactie tegen onrecht, passiviteit kan evengoed door lafheid gemotiveerd zijn, niet door een groots godsvertrouwen, of engelengeduld. Bij mij roept de brief van Johannes dus vooral vragen op, die in twee millennia christendom niet zo 1 2 3 te beantwoorden zijn…
- Heb een goede zondag, en geniet nog even van de heldere lucht voor deze achter een waas van contrails verduisterd raakt
Niet alleen gebed maar ook kennis. De angel van leugen er uit halen. Friese Waarachtigheid Jezus wou de israelieten redden voor al deze elende. De volledige bekeering . alleen nog in geest en de letter en elk verhaal achter ons laten. Mischien was Jezus wel een Fries en een gezant van Freya om joden te redden? 😉
Deurgoan zou deze Saks zeggen
De bijbel en andere geloofs-werken (welke edities dan ook) blijven mensen wel lokken met pakkende kopteksten/passages/hoe het ook maar heet. Die zullen altijd wel actueel blijven, omdat vele geschriften wel oerwaarheid verkondigen, wat altijd wel ergens voor gebruikt kan worden. Ik noem het gewoon een
universeel iets waar je niet veel van kan afwijken. Van de zon.
Universeel zoals flora naar de gulden snede gevormd, en zo ook de mens. Door de zon en nog wat andere
meedoeners.
Haat is dan rotting door niet genoeg zonlicht of in het licht. Door bijvoorbeeld niet gehoord worden door mensen die al het zonlicht opeisen. In het klein al mensen die boom van buren omgezaagd willen zien.
Vanwege blaadjes (denk aan garnalen pellen commercial).
,,Je móet elkaar- ook met tegenzin- liefhebben”……ik denk dat dit wel een algemene mindset is van vele
Nederlanders. Want moet je maar eens kijken hoe tegenstanders en voorstanders van coronamaatregelen
elkaar niet de kop hebben afgehakt.
Vind je reaktie nihilistisch . En dat is nou net wat ons in deze situatie heeft gebracht , postmodern humanisme. Alles gereduceerd tot een paar emementare matrialistische invloeden. Nog even en dan zit je met de gebaken peren en universele mensenrechten en globale sdg’s . nee juist de deugden leer en regionale cultuur en historie. En de ander en jezelf op daarop toetsen!
Alles sal reg kom.