In dit zaterdagse archiefverhaal mijn publicatie voor Elsevier Weekblad van 16 oktober 2016.Invloedrijke academici riepen in Kaapstad een nieuw geologisch tijdvak uit dat de moderne tijd beschrijft, het Antropoceen.
Geologen protesteren tegen populistische inmenging in hun discipline. Dit voorjaar (2024) hebben ze dan ook definitief tegen adoptie van dit nieuwe tijdvak gestemd, zo meldde Science op 5 maart.
U leeft nu volgens geologen in het Holoceen. Die naam geven zij aan het warme tijdvak dat 11.700 jaar begon toen de laatste IJstijd ophield. De ijzige kou van het voorgaande Pleistoceen- tijdvak van ijstijden- beperkte de mens tot een jagersbestaan met Paleodieet.
Maar dankzij die laatste opwarming werd landbouw en groeiende beschaving mogelijk. De mens kon zo mondiaal ecosystemen veranderen. Als het aan paleo-bioloog Jan Zalasiewicz van Leicester University ligt- en een heel circuit van activisten- is ons Holoceen nu echter voorbij.
Zalasiewicz leidde zeven jaar lang een onderzoekscommissie van 37 academici, die bewijzen zocht voor de mondiale invloed van mensen op onze planeet. Op 1 september 2016 in Kaapstad op het International Geological Congress verklaarde die commissie zich unaniem voorstander van het uitroepen van een nieuw geologisch tijdvak. Het Antropoceen, tijdvak der mensen, te beginnen in 1950.
Menselijke invloeden werden toen mondiaal meetbaar dankzij de fallout van inmiddels 1500 atoomproeven. De mens zou daarnaast de evolutie van plant- en dier hebben veranderd, de atmosfeer met CO2 verrijkt, het klimaat veranderen en de stikstofkringloop verstoren. Is dat nog niet genoeg, Homo sapiens laat ook nog eens mondiaal zijn plastic slingeren.
Geologen protesteren echter tegen wat zij zien als populistische inmenging in hun discipline.
Sven Egenhoff van Colorado University noemt het Antropoceen in Der Spiegel een ‘carrière-springplank voor niet-geologen’. Omdat het vooral milieu-activisten zijn die lobbyden voor acceptatie van dit nieuwe tijdvak. Het Holoceen dankt haar bestaan als tijdvak al aan de snelle kolonisatie van de aarde door de mens, stellen geologen.
Zonder meetbare menselijke invloed, leefden we gewoon nog in een warme onderbreking van het ijzige Pleistoceen. Een seconde in de aardgeschiedenis die nauwelijks naam zou verdienen.
Ons eigen warme Holoceen nadert puur klimatologisch gezien al zijn houdbaarheidsdatum, en is niet uniek. In het 2 miljoen jaar durende ijstijdvak kwamen vele warme onderbrekingen voor. Die zogenaamde interglacialen duurden 5000 tot 15.000 duizend jaar.
Nadat de gletsjers van de Saalien-ijstijd de Veluwe en Wieringen opstuwden kwam het warme Eemien, vernoemd naar het riviertje de Eem bij het Gooi. Toen leefden zelfs nijlpaardjes in Zeeland. Na een warme piek die 5000 jaar duurde gleed de aarde langzaam terug in de ijzige koude van de laatste IJstijd, het Weichselien. Die duurde100 duizend jaar.
Die koude en warme periodes in het Pleistoceen eindigen allen op ‘ien’. Wil een periode voor de uitgang ‘ceen’-tijdvak- in aanmerking komen, dan schrikken geologen niet van een temperatuurschommeling. De meetbare verandering van ecosystemen op de hele aarde door de opkomst van de mens- in een geologische seconde van duizenden jaren- die was wel uniek.
Zo hield het Pleistoceen voor geologen op te bestaan. En dus begon het Holoceen: het warme tijdvak dat menselijke beschaving mogelijk maakte. Met ‘Antropoceen’ -tijdvak van mensen- zou je de menselijke invloed dus maar dubbel tellen.
Het andere verschil is dat veel geologen die opkomst van de mens zien als natuurlijk uitvloeisel van de aardgeschiedenis. Het moest zo zijn. Ecologen zien die opkomst juist als onnatuurlijke ‘verstoring’. Alsof de mens het paradijs onderbrak.
Dat populaire dogma krijgt vooralsnog veruit de meeste media-aandacht. Het schept haar eigen academische realiteit met een eigen wetenschappelijk journal Anthropocene. Er zijn onderzoeksgroepen met de naam ‘Antropoceen’.
De naam Antropoceen maakte stormachtig carrière, sinds introductie in 2000 door fysicus Paul Crutzen. Met Jan Zalasiewicz schreef Crutzen in 2010 in Environmental Science and Technology dat de mens een Zesde Massa-Uitsterven zou veroorzaken. Een aanleiding voor hen, om het Antropoceen uit te roepen.
De mens zou als geologische kracht vergelijkbaar zijn met de asteroïde-inslag die de dino’s deed uitsterven, wat geldt als vijfde ‘massa-uitsterven’. Die dramatische metafoor verdient echter relativering. Sinds 1500 stierf ongeveer 1 procent van alle beschreven soorten uit, waarvan 96 procent op eilandjes en in Australië. Om geologisch gezien voor massa-uitsterven in aanmerking te komen moet 70 procent uitsterven.
In Science schreef een team van invloedrijke academici in 2009 en 2015 dat de mens haar ‘planetaire grenzen’ zou overschrijden: het ‘stabiele’ Holoceen zou voor een labiel Antropoceen plaatsmaken. Bijvoorbeeld dankzij uitsterven van diersoorten.
Een apocalyptische speelfilm The Anthropocene, stelt bij een traag dreunende hartenklop: ‘Mensen veranderen de aarde nu meer dan alle natuurlijke krachten bij elkaar.’ De filmmakers willen vooral ‘bewustwording’ creëren. Dit ethisch-cultureel motief is ook leitmotif bij academische voorstanders.
Geologen John Holbrook en Whitney Autin oordelen daarom harder in Der Spiegel . Het Antropoceen zou de moderne academische tendens typeren om reclamekreten te gebruiken in plaats van deugdelijke wetenschappelijke termen. Zij zien geen wetenschappelijke grond.
Want als Darwin volgens biologen de mens al uit het centrum van de natuur weghaalde, en Copernicus (uitvinder heliocentrisch model, vaker toegeschreven aan Galileo) de aarde uit het centrum van het heelal. Waarom ‘de mens’ dan nu weer tot maat van alle aardse zaken maken?
Acht jaar discussie verder sinds mijn Elsevier-publicatie, is het Antropoceen dan dus definitief weggestemd door de geologen-gemeenschap. Het carrieretijdvak voor milieuactivisten is daarmee voorbij. Het duurt volgens Science minimaal tien jaar voor het begrip weer in stemming gebracht kan worden.
Steun Interessante Tijden: