Het lijkt een verdord blaadje dat aan de brandnetel hangt, maar het IS een pop van een vlinder, volgens mij de Atalanta. Dat het een vlinderpop is zie je aan de zijden draadjes die de rups spon. De brandnetel is waardplant van de prachtige Atalanta en nog veel andere vlindersoorten als Kleine Vos die nu weer rond huis vliegen.
Ooit in de Alpen in de herfst boven de 2000 meter kwam ik zo’n Atalanta tegen.
Die was waarschijnlijk op trek, want de vlinders die je nu rond huis ziet vliegen wanneer je klimop hebt (ze leven van de nectar van oa klimop) die trekken naar Zuid Europa om te overwinteren.
Dat zal een Duitse vlinder zijn geweest, Heinz die in Italië probeert te komen. Op die reis sneuvelen er velen. En toch – ondanks de bodycount- kun je ‘m van mei tot oktober overal zien.
De mobiele soorten, de goede vliegers, die doen het veel beter dan de kwetsbare vlindersoorten die ook vaak zo’n nichterige naam hebben. Namen klinkend als Roze Design-beursje. Het ‘pimpernelblauwtje’ bijvoorbeeld, voor biologen met een Pim Fortuyn-hondje uit de hondenkapsalon met een strikje om de nek. En de darkroom-variant het ‘donker pimpernelblauwtje’. Daar is ook altijd weer wat mee…
Of: Neem het Veenhooibeestje, dat is wel het anusblekertje onder de Nederlandse vlinders. Het is nog een relict van koudere periodes. Wanneer de volgende ijstijd terugkomt, dan is ie weer als eerste aan de beurt. Maar nu moet hij even achter aan sluiten en Anschluss zoeken in de vlinder-scene.
Maar van Vlinderstichting moet de natuur blijven zoals in de koude Kleine IJstijd (tot 1850). En dus gebruikt het VeenHooiBeestJebovenop temperatuur- en vocht-eisen allerlei peperdure veenherstel-maatregelen. En dan blijft het nog slecht gaan, want je kunt het ze vrijwel nooit naar de zin maken.
Dit kwetsbare beestje zette de Vlinderstichting met nog 11 verliezers op zo’n alarmerende website, waar de tijd stil bleef staan: Tien voor 12.nu. Waarom van de 2000 soorten (motten, nacht- en dagvlinders) in ons land nu uitgerekend voor die 0,6 procent extra aandacht met negatieve discriminatie? Voor zo’n opgedofte mot uit Scandinavië.
Moet je zien wat voor gedoe zo’n vrij onbeduidend vlindertje gebruikt… een heel coordinatie-team dat met moderne communicatiemiddelen onderling contact houdt of alle habiteit-eisen exact vervuld zijn. En dan willen ze ‘m ook nog herintroduceren ‘in geschikte gebieden’. Gebieden die ze na langdurig tuinieren subsidiabel maakten.
Maar als dat vlindertje het beheer/design niet blieft is hij alsnog vertrokken.
Nee, dan de Atalanta. Daar heb je meer plezier van dan zeldzame en peperdure vlindertjes die je bijna nooit ziet. De Atalanta is zo’n ecomodernistisch dier, mooi van kleur, zeer mobiel en mede door die mobiliteit en voorkeur voor algemene waardplanten ook algemeen. Een bos brandnetels als waardplant, een klimop voor de nectar. En hupzodiegaat, de Atalanta doet niet zo..ja, zo moeilijk. En hoe warmer hoe beter, wat in warmer Nederland toch ook van pas komt zou je zeggen..
Een zelfde bij succes-vlinder de Gehakkelde Aurelia, brandnetels en opwarming en daar is hij al. Ieder jaar heb ik er lol van, beheerkosten nul euro.
Ik wil maar zeggen: wanneer je onbevooroordeeld naar zo’n brandnetel kijkt, dus eerste gewoon echt kijkt, dan ga je meer zien. Wat eerst onkruid lijkt en een dor blaadje waar je aan voorbij loopt, daar hangt dan een hele vlinder met eigen verhaal aan.
Ook die brandnetel is hartstikke bijzonder. Er kunnen zangvogeltjes als de nachtegaal tussen broeden. Je kunt soep van brandnetels maken, na ze 12 uur te drogen zodat de brandharen niet meer jeuken. En volgens mijn gids voor geneeskrachtige planten helpt ie ook nog tegen de bloedarmoede. Dus als je dat hebt: een uitkomst.
En zo’n Atalanta. In plaats van NIET meer te kijken omdat je hem vaak ziet, kun je ook beter kijken en ga je steeds meer in zo’n vlinder zien.