De eerste maal dat Atheïsme een staats-filosofie werd en christenvervolging een staats-aangelegenheid was de Franse Revolutie (1789). Op school leerden wij dat die revolutie iets geweldigs was, vrijheid, gelijkheid en broederschap. Gratis eten. Wereldvrede. Een schoon klimaat.
Maar dat het Franse revolutionaire leger alle kloosters dichtsmeet, priesters en monniken vermoordde, kerken vernielde, christenen vervolgde, daar hoorden we niets over.
Dat ’terrorisme’, Le Terreur juist bij de Franse Revolutie werd uitgevonden, het koppen snellen van revolutie-saboteurs, daar kom je pas later achter.
Van Francois-Auguste Chateaubriand kwam in ‘Le Genie du Christianisme‘, in reactie op die revolutie deze geniale analyse van de menselijke geest.
Wie niet in God gelooft, gaat alles geloven.
Die Franse revolutie met koppensneller Robespierre had een zelfde inspirator als de milieubeweging: Jean Jaques Rousseau, die ‘de natuurlijke mens’ verheerlijkte, het particuliere gevoel als maat van alle dingen.
Die natuurlijke mens moest alle banden met het verleden (cultuur, geloof) doorsnijden om weer ‘natuurlijk’ te worden.
Geinspireerd op Rousseau liepen communisten ook in boerenkiel, en vervolgden ze de ‘bourgouis‘: de boer/proletarier werd ge-idealiseerd als ‘meer natuurlijk.
De revolutionairen van Generatie ’68 – wat sommigen het Cultuur-Marxisme noemen- brachten vooral de zachte terreur. Het gevoel- dat wat je zelf meent te vinden op enig moment, dus iets subjectiefs- werd gelijk aan ‘je identiteit’.
Zij versmalden verder de inhoudelijke bandbreedte waarbinnen discussie mag plaatsvinden. Die werd bijzonder nauw, voor je kop er af gaat in figuurlijke zin.
Die nauwe bandbreedte werd in Nederland zelfs het eerste artikel van de Grondwet (1983). Oorspronkelijk in 1815 was het gelijkheids-beginsel bedoeld om de standen-maatschappij van repliek te dienen.
Maar in 1983- als nasleep van de ’68-revolutionairen verschoof de ‘bescherming van persoon en goederen‘ naar particuliere en biologische karakteristieken als geslacht, ‘ras’ en nu ook ‘geaardheid’. Iemand’s subjectieve (zelf-)perceptie is zo heilig verklaard.
Niet of iets waar is op basis van observatie telt nog. Maar of wat jij zegt of ziet aanstoot geeft, een ‘gevoel’ kwetst. Het begrip ’tolerantie’ verschuift zo van ‘incasseringsvermogen’ naar ‘lange tenen-bescherming, van individuele verantwoordelijkheid naar (subjectieve) groeps-identiteiten.
Dus eigenlijk weer een afschaffing van de individuele verantwoordelijkheid. Waarbij De Staat de moraal dicteert. Want BZ-minister De Gaay Fortman stelde:
Niet slechts het ongelijk behandelen c.q. beschouwen, maar het als ‘onvolwaardig’ behandelen c.q. beschouwen bepaalt of er sprake is van discriminatie.
Voorts wordt aangenomen dat van discriminatie slechts sprake is bij onderscheid op grond van bepaalde criteria die fundamenteel zijn aan de persoonlijkheid.
Een definitie van discriminatie is het verbinden van nadelige consequenties aan groepsattributen, in die zin dat men op grond van zodanige attributen concludeert tot het ontbreken van eigenschappen welke een ongelijke behandeling met medeburgers zouden moeten rechtvaardigen.’
Het gaat derhalve om groepsgebonden eigenschappen waarvan men niet of slechts ten nadele van de eigen persoonlijkheid afstand kan doen, zoals ras, geslacht, godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, seksuele oriëntatie.
Non-discriminatie is wel een heel wollig eufemisme voor: je mag niet waarnemen wat je ziet, De Staat waakt over de zielige moraal-opportunisten van het moment.
Je krijgt zo een rare mix van Rousseau (de mens is ‘van nature’ goed) en de meer objectief-historische opvatting van Oude Testament tot Shakespear en alle moderne wereldliteratuur- dat mensen geneigd zijn elkaar kwaad te doen.
Nu is het ‘sommige mensen zijn van nature goed’, maar blanke heteroseksuele patriarchale fasistiese meneren zijn van nature geneigd tot alle kwaad. Wie in welke groep past, dat bepaalt de De Staat.
Slachtoffer-verheerlijking lijkt zo op een vorm van natuuraanbidding. Het particuliere ‘gevoel’ van het ‘slachtoffer’ (= je ‘natuur’, instinct, seksualiteit) verabsoluteren als maat van alle dingen, je etniciteit.
De zogenaamde Deug-artikelen die de Generatie ’68 in haar revolutie had verworven, dat zootje drugsgebruikers dat vervolgens haar zakken vulde..
Die revolutionairen van ’68, het zijn maar slordige denkers, als ze al denken tussen de drugs, openbare homo-orgies (Anal Pride) en de echtscheidingen door.
Of mag ik dat van D66 niet zeggen? Die atheistische Doods-cultus die over ‘ongewenst leven’ en ‘voltooid leven’ zegt te kunnen beslissen, met voor iedere vraag des levens een technische oplossing en De Staat als wens-maschien..
Atheisme. het leidt steeds weer tot Staat-theisme: De Staat als God’s plaatsvervanger.
Daarvan ga je toch bibberen. De Atheïstische Staat (niet te verwarren met scheiding kerk en staat) is de grootste lijkenmachine van de afgelopen eeuwen. Niet voor niets hebben de Amerikanen daarom hun Second Amendment: The Right to Bear Arms.
Mocht de staat een tirannie worden, dan heeft de burger recht op zelfverdediging, aldus Jefferson cs in de 18de eeuw. Geert Wilders pleitte in 2006 al voor afschaffing van Artikel 1. Fortuyn opperde iets soortgelijks.
Uiteraard dient gelijke behandeling in gelijke gevallen overeind te blijven, maar dan zou je met de grondwet van 1815 kunnen volstaan.
Wat heb je aan een wetsartikel dat onderscheid in slachtoffer-groepen maakt om het individu op moraliteit te kunnen beleren. Waarbij de Staat die geïnstitutionaliseerde discriminatie en persoonlijke subjectiviteit als juridische meetlat ‘non-discriminatie’ noemt.
Een open deur richting een Muilkorf-staat. Daarom, die Chateaubriand had het goed gezien: wie niet in God gelooft, gaat alles geloven.
De Wil tot Macht en intimidatie vervangt bij revolutionaire subjectiviteit het Verlangen om Waarheid te kennen en contemplatie. De Lieve Vrede moet hier en nu direct op Aarde afgedwongen, meestal met (burger)oorlog tot gevolg.
Maar zolang we welvarend zijn hebben we daar voorlopig nog weinig last van.