Op de eeuwenoude begraafplaats van (Oud) Beets ligt Jonkheer Augustinus (‘Aucke’) Lycklama a Nijeholt, lid van de Gedeputeerde Staten (1670- 1744) en zijn familie. Bovenaan de grafheuvel staat zijn graf, een massieve driehoek met doodshoofden en zandloper er op.
Of je nu van Adel bent of een Tokkie, iedereen wacht een zelfde lot, wanneer de man met de zeis komt. In dat opzicht is De Dood vrij Socialistisch ingesteld. Zij nivelleert.
Alleen bij leven kunnen mensen verschillend zijn van aard en waarde. Wanneer de wormen aan je knagen is iedereen gelijkwaardig.
Een nog levende afstammeling is de Leidse Uroloog (plasser-kundige) Prof.dr. Guus Lycklama a Nijeholt van het Leids Medisch Centrum.
Wanneer je moeite met pissen hebt, Pissed Off bent zeg maar, dan is Guus de man voor je. Dus prijs je iedere maal gelukkig dat je zonder moeite plassen kunt. Er zijn mensen bij wie dat een kwelling is. En die hebben daarom doorgeleerde plaskundigen nodig als Guus met de adellijke Friese achternaam.
Eeuwenlang- tot de tak met adelijke titel uitstierf in 1917– maakte deze familie in Friesland de dienst uit met de Van Harinckxma’s, Van Eijsinga’s, de Van Lynden-familie en andere notabelen.
Omringd door ijzeren punthek- waakt een treurende doodsengel uit de 18de eeuw, tenminste als dit de Clara is die in onderstaande stamboom past. Die engel in Oud Beets treurt dan over het graf van de op 25 jarige leeftijd overleden Clara Tjallinga Abbinga van Humalda.
Zij is moeder van Binnert Philip van Eijsinga.
Diens dochter trouwde met Johan Anne Lycklema a Nijeholt, de burgermeester van Opsterland. Uit dat huwelijk werden 7 kinderen geboren. Waaronder Jonkheer Augustinus Lycklama (1842- 1906). Die bewoonde landgoed Lauswolt bij Beetsterzwaag. Hij bouwde de villa die nu Hotel Lauswolt heet.
In Beetsterzwaag staat nog het Lycklamahuis met De Tropische Kas. De Adel verzamelde vaak exotische planten voor Hortussen.
Een andere Lycklama die nog door levende mensen in een Amsterdamse stichting ‘vereerd’ wordt is de avonturier Tinco Lycklama a Nijeholt. (1837-1900)
Er hing een magische en rustieke sfeer op dit Fryske dodenakkertje, dat ik bij neergaande zon wilde vastleggen. Een soort Fryslan Gothique, wat ook bij de periode van de 18de en 19de eeuw past toen de graven verrezen waarin de doden werden gehesen.
Toen verdrong de Romantiek (tijdperk van individuele beleving) in cultuur-uitingen langzaam de Verlichting (tijdperk van ‘de Rede’, algemeen geldige abstracties). Je vindt zulk soort treurende engelen uit de 18de en vooral 19de eeuw op meer dodenakkers, zoals Friedhof Ohlsdorf in Hamburg: kijk de reportage ‘Over de Doden niets dan Oehoe‘
Veel Romantiek verwijst naar De Dood. En naar erotiek, Le Petit Mort zoals Sekstremist Georges Bataille (Eroticisme) het orgasme noemde: de geslachtelijke vereniging en daarop volgende ‘kleine dood’. Overweldiging door iets groters/ongrijpbaarders dan je verstand, de jacht op onbegrensdheid.
Eroticisme zou datgene aan het seksuele van mensen zijn, wat de menselijke ‘Daad’ van dierlijke copulatiedrang onderscheidt.
Ik zag mijn Terrier Trudy- ze is een soort She-Male – het ook als vrouwtje met een ander teefje oraal proberen op straat als LBGT-activiste. Ze was loops, en onder invloed van biochemie doen anders onschuldige hondjes dan de meest obscene dingen.
Maar dat soort seksuele transgressie was dus niet wat Bataille bedoelde met ‘eroticisme’, als navolger van demonisch bezeten sadist Markies de Sade ( = ‘sadisme’). En wat Romantische dan wel Gothic-auteurs (Donker-Romantisch genre, waar de ‘horror’ ook uit voortkwam zoals Bram Stoker’s Dracula) bedoelen, die mix van verlangen en angst (voor de vergankelijkheid).
In de Victoriaanse Gothic kreeg De Dood en de Melancholie een erotisch tintje, zwelgen in vergankelijkheid. Schilderijen als van Dante Gabriel Rosetti tonen stervende jonge vrouwen (zijn geliefde), met een zelfde gelaat als de engel hierboven. Alsof kleine en grote dood samenvallen.
Britse Victorianen als Richard Burton reisden net als de flamboyante Bohemien Tinco Lycklama (1865-68) naar de Orient, Perzië (1001 Nacht) en India. Burton kwam met de Kama Soetra terug. Je kunt daar meer over lezen in ‘Pleasure Bound, Victorian Sex Rebels and the New Eroticism‘ van Deborah Lutz.
De dood stond toen – zonder moderne medische zorg- ook dichter bij het leven: 4 van Tinco Lycklama’s broers en zussen overleden al op jonge leeftijd.
Wanneer je geloof uit de vergelijking haalt zoals Bataille deed door zijn katholicisme af te werpen, dan hou je vaak seksuele obsessie/transgressie over. Althans, bij mensen die onderzoekend van aard zijn en grenzen willen verleggen. En die verder gaan tot ze in het Absolute Niets terecht komen.
Behoud je die traditie, dan heb je ook zaken als eerbied en andere ‘ongrijpbare’ maar wezenlijke verlangens die je als mens van het dier onderscheiden.
Waardoor je een ‘ziel’ hebt naast geest (gedachten) en lichaam, en ook een soort ‘drie-eenheid’ bent. Net als de Vader-Zoon-Heilige Geest-eenheid uit de christelijke eschatologie. In de Russische orthodoxie en de koormuziek van Rachmaninov vind je dat. Het christelijk geloof poogt er naar te grijpen, zonder het bij leven ooit te vangen.
Was het verlangde grijpbaar, dan was het verlangen ook begrensd, uitputtelijk als alle aardse zaken.
Zodra je het wilt definiëren ontglipt het je. Zoals God ook niet in de wind was, toen Mozes JHWH ‘ontmoette’. Religieuze ervaringen zijn ook vaak beschreven als erotisch verlangen en vorm van ‘samensmelting’. Met Salomo’s seksgedichten in Hooglied (Bijbel) die later door Protestantse theologen met rode oortjes als ‘geestelijk’ werden uitgelegd. Die borsten als dansende hertenjongen 🙂
Ik wist niet dat Jezus tieten had. Maar het verlangen naar God en een geidealiseerde Godin lijkt hoe dan ook op elkaar.
In het aardse krijg je van dat ‘Hogere Verlangen’ meestal maar een soms wat banale afspiegeling, zoals Fjodor Dostojewski ook beschrijft in de Gebroeders Karamazov. De als heilige vereerde Starets (hoge orthodox-geestelijke) overlijdt en iedereen hoopt op een wonder, alsof hij een engeltje zal worden. Maar vrijwel meteen begint zijn opgebaarde lijk in de kerk enorm te stinken.
Aan het naastgelegen huis bij het graf van de Lycklama’s in Beets, hangt een complete Jezus zonder kruis op ware grootte. En de familie des Huizes heet Kaastra. Dus, dat je aanbelt bij een familie met zo’n eetbare en ook een beetje stinkende naam, en je kunt de tenengeur van een gekruisigde Jezus bijna naast je ruiken.
Dat vond ik dan toch weer humor. Maar het kan best zijn, dat niet iedereen die humor zal begrijpen. 🙂
De familie Lycklama à Nijeholt kende vrije denkers en dwarse doeners. Zoals de telg Pieter, overleden op 28 december 2016. Pieter was dierenarts en gaf adviezen en schreef geneesmiddelen voor, op een manier zoals zoveel dierenartsen in zijn tijd deden. Maar het leverde hem problemen op, omdat hij als ‘strijder voor de boeren’ zich er openlijk mee profileerde. Dat was voor zijn ‘collega’s’ en de dames en heren van de Nederlandse Vegetarische Waren Autoriteit een doorn in het oog. Dat resulteerde uiteindelijk in een uitzetting van het ambt als dierenarts http://tuchtrecht.overheid.nl/ECLI_NL_TDIVBC_2005_6