Tulpenmanie 2.0, Nederland Klimaatgidsland

Waarin een klein land groot kan/wil zijn 🙂

Angst, sociale druk en hebzucht blazen marktbubbels op tot de realiteit ze doorprikt, zo schrijft Charles Mackay(1841) in Extraordinary Popular Delusions and the Madness of Crowds. Daarin behandelt Mackay als voorbeeld van kostbare massa-psychoses de Hollandse Tulpen-manie uit de Gouden Eeuw, ook wel de Bollengekte genoemd.

De uit Turkije afkomstige tulp- vernoemd naar de tulband- werd vanaf 1600 populair handelsobject, nadat Carolus Clusius ‘m in de Leidse Hortus Botanicus had gecultiveerd. Franse hofdames droegen een gekleurde tulp tussen de tieten, de kleurige tulp werd een rage-object.

Uit angst de boot te missen op de tulpen-markt, gedreven door hebzucht en door speculatie-woede, betaalde een handelaar in 1634 voor 40 tulpenbollen 100 duizend gulden. (100den miljoenen euro’s nu) De reele economie werd door iedereen even tijdelijk vergeten, alles draaide om de tulp.

Noord Oost Polder nu epi-centrum tulpenteelt

Het is de moeite waard om Mackay hier volledig te citeren.

In 1634, the rage among the Dutch to possess them was so great that the ordinary industry of the country was neglected, and the population, even to its lowest dregs, embarked in the tulip trade. As the mania increased, prices augmented, until, in the year 1635, many persons were known to invest a fortune of 100,000 florins in the purchase of forty roots.

It then became necessary to sell them by their weight in perits, a small weight less than a grain.

A tulip of the species called Admiral Liefken, weighing 400 perits, was worth 4400 florins; an Admiral Von der Eyk, weighing 446 perits, was worth 1260 florins; a shilder of 106 perits was worth 1615 florins; a viceroy of 400 perits, 3000 florins, and, most precious of all, a Semper Augustus, weighing 200 perits, was thought to be very cheap at 5500 florins.

The latter was much sought after, and even an inferior bulb might command a price of 2000 florins. It is related that, at one time, early in 1636, there were only two roots of this description to be had in all Holland, and those not of the best.

One was in the possession of a dealer in Amsterdam, and the other in Harlaem. So anxious were the speculators to obtain them that one person offered the fee-simple of twelve acres of building ground for the Harlaem tulip. That of Amsterdam was bought for 4600 florins, a new carriage, two grey horses, and a complete suit of harness.

De marktwaarde van een tulp werd (kunstmatig) even hoog als die van een kudde van 40 vetgemeste ossen (bv de tulp genaamd Admiraal van der Eijk). Die waarde bestond louter op basis van sociale druk (net als bij moderne kunst), mensen hadden elkaar gek gemaakt.

De prijs van een tulp reflecteerde niet de vraag naar een reele levensbehoefte. Iets dat mensen echt nodig hadden voor hun leven als een paard- en wagen of een huis, een waarde-toevoegend goed uit de reële economie.

Ter illustratie van de relatieve waarde door sociale toekenning, beschrijft Mackay een nietsvermoedende Britse botanist (plantkundige) die – op bezoek bij een Nederlandse handelaar- een tulp pelt als een ui om ‘m te tekenen, denkende een daad voor de wetenschap te verrichten.

Tot consternatie van zijn gastheer

“Hundert tausend duyvel,” said the Dutchman; “it’s an Admiral Van der Eyck.” “Thank you,” replied the traveller, taking out his note-book to make a memorandum of the same; “are these admirals common in your country?”

“Death and the devil,” said the Dutchman, seizing the astonished man of science by the collar; “come before the syndic, and you shall see.” In spite of his remonstrances, the traveller was led through the streets, followed by a mob of persons.

When brought into the presence of the magistrate, he learned, to his consternation, that the root upon which he had been experimentalizing was worth four thousand florins; and, notwithstanding all he could urge in extenuation, he was lodged in prison until he found securities for the payment of this sum.

De prijsopdrijving kon natuurlijk niet voortduren.

At last, however, the more prudent began to see that this folly could not last for ever. Rich people no longer bought the flowers to keep them in their gardens, but to sell them again at cent. per cent. profit.

It was seen that somebody must lose fearfully in the end. As this conviction spread, prices fell, and never rose again. Confidence was destroyed, and a universal panic seized upon the dealers.

Zo snel als de prijzen waren gestegen, zo kwakten ze in bij de Krach van november 1636. De overheid kon geen soelaas bieden voor de gedupeerden die hun volledige fortuin kwijtraakten. De Tulpenmanie had een jarenlange nawerking op de Nederlandse economie.

Those who were unlucky enough to have had stores of tulips on hand at the time of the sudden reaction were left to bear their ruin as philosophically as they could; those who had made profits were allowed to keep them; but the commerce of the country suffered a severe shock, from which it was many years ere it recovered.

Moraal van Mackay’s verhaal: Het is meer regel dan uitzondering dat mensen onder groepsdruk hun verstand verliezen en tot destructief gedrag overgaan, wat de beleden motivatie ook mag zijn.

The tulip next appeared, all over gay,
But wanton, full of pride, and full of play;
The world can’t show a dye but here has place;
Nay, by new mixtures, she can change her face;
Purple and gold are both beneath her care—
The richest needlework she loves to wear;
Her only study is to please the eye,
And to outshine the rest in finery.”

One Reply to “Tulpenmanie 2.0, Nederland Klimaatgidsland”

  1. En nu lijden we onder een windmolen manie?
    Iedere lagere school leerling rekent met zijn zakjapanner zo uit dat het niet kan wat de groene maffia wil tenzij wij bereid zijn over enige tijd weer met een knuppel op jacht te gaan en als het wild op is slaan we met diezelfde knuppel elkaar de hersens in, tel uit je winst!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *