500 jaar na de Reformatie door Luther en Calvijn, en hun verzet tegen de Katholieke Aflaten-handel, bloeit nu de handel in CO2-Aflaten voor Klimaatzonde. Een kennis moest voor de overtocht met Wagenborg naar Ameland al verplicht een CO2-aflaat kopen.
Het zijn Interessante Tijden!
Nu de Groene Staatskerk haar Heidense tentakels uitspreidt, duiken we vandaag met Johannes Calvijn de Reformatie weer in dankzij een nieuw ontvangen boek. In een opvolgende aflevering zullen we ook Luther bespreken om een gat in het beroerde massa-onderwijs te dichten dat mijn generatie ‘genoot’.
Dat van opvolgende generaties is nog erger, die weten He Le Maal niets meer… Alsof men onze cultuur wil uitwissen… Interessante Tijden wil die cultuur juist helpen restaureren, en dan begin je natuurlijk bij jezelf.
Nederlanders beroepen zich op een ‘Calvinistische’ aard. Maar slechts weinigen weten wat dat nu is. Want vrijwel niemand weet eigenlijk wie Johannes Calvijn (1509-1564) nu was. Daaronder behoort ook ondergetekende als gereformeerd opgegroeide 40’er, die op zijn 8ste naar zijn ouders stapte en stelde: “God bestaat niet heh’..
Niet veel later gingen we ook niet meer naar de kerk, en zo werden wij exemplarisch voor secularisatie.
We kennen Calvijn vooral uit halve media- en onderwijsgeruchten: als de wat zuinig kijkende langbaard, een stoicijn, recht in de leer en ketterverbrander. Iemand die tegen alle vormen van genot zou zijn.
Met ‘Calvijn, een mens dient God’ van hoogleraar kerkgeschiedenis Herman Selderhuis kun je korte metten maken met een omissie in je massa-onderwijs in een ochtend.
Dat je iets meer dan bijna helemaal niets weet, van die meest invloedrijke hervormer voor de Lage Landen, in de tijd waarin de Groene Kerk met haar Planeet-verering tot Staatsgodsdienst wordt via de Klimaatwet.
Selderhuis schetst een persoons-beeld van Calvijn op basis van zijn persoonlijke correspondentie. Een wat mij betreft in het oog springend levensfeit: hoewel tijdgenoten, Luther en Calvijn hebben elkaar nooit ontmoet of direct met elkaar gecorrespondeerd. Wel las Luther waarderend het Latijnse werk van Calvijn, en kun je Calvijn als een ‘fan’ zien van Luther, bewonderaar.
Maar Luther was Duitser en de Fransoos Calvijn sprak geen Duits.
Ook hield Melanchton (uit Frankfurt)- de hervormer waarmee Calvijn bevriend was- een brief van Calvijn aan Luther achter: omdat die te bot geformuleerd zou zijn. En met die anekdote kun je ongeveer samenvatten hoe Calvijn werd gezien. Gerespecteerd maar eh ja, hoe zeg je dat: af en toe een beetje ’te’, behalve tevreden…
De Lof der Botheid
Calvijn zou zich als de blaffende Herdershond van God opstellen, die zijn schaapjes voor gevaar hoedt en ze grommend en blaffend bij elkaar drijft.
Calvijn was dus van de botte bijl, iemand die overal kritiek op leverde. Iemand die fel uithaalt bij het schrijven, mensen hard kan aanvallen. Hij kon iets bot en zonder franje of omhalen opschrijven, hoe hij vond dat het zit, zelfs goede vrienden haalde hij om geloofs-dwalingen onderuit.
Maar Calvijn was vooral uit op duidelijkheid. Hij kon niet tegen oneerlijkheid, en zag franje als nodeloze aankleding. Goh, waar herkennen mijn lezers dat van?
Was Erasmus (1466-1536) van de Lof der Zotheid, ironische spot op de Katholieke Kerk, Calvijn dus de Lof der Botheid.
Beide waren wel Humanisten die een tik van de Renaiscance hadden gekregen: herwaardering van de (Heidense) Klassieken van Plato tot Seneca. Maar waar Erasmus meer intellectuele eigen-geiler bleef die door zijn vrienden van D66 gerespecteerd wilde blijven, daar zou Calvijn zich juist met Luther van die mentaliteit afzetten.
Calvijn heette eigenlijk Jean Cauvin. Maar hij Latiniseerde die naam, toen hij dankzij komaf en studie zich meer status aanmat: Ionnis Calvinus. Een wetenschappelijke artiestennaam die van academisch zelfbewustzijn getuigt.
Zo’n artiestennaam aannemen deed Joachim Neumann overigens ook, toen hij als 17de-eeuws Protestants liedschrijver een soort evangelische rockster-status kreeg. Dit dankzij de kraker ‘Lof zij de Heer’ uit de Gezangen-bundel. Neumann ‘vergriekste’ zijn naam tot ‘Joachim Neander’ (nieuwe mens) en zo werd het dal van de eerste oermensen (Neandertal) naar een evangelist vernoemd.
De Nieuwe-Mens-dal-oermensen. Calvijn was niet zo van de Gezangen, dat was voor de Duitse tak van de hervormings-beweging. Hij hield het bij de Psalmen.
Duidelijkheid boven alles
Maar zo in de omgang voor wie ‘m kende, dan was het werkpaard Calvijn zo beroerd nog niet, hoewel een tikje opvliegend. Dat temperament kun je als fanatisme uitleggen, maar zo zag Calvijn dat zelf niet. Hij was hooguit duidelijk, en sloot geen compromis met datgene waarin hij geloofde. Hij bleef een lul gewoon een lul noemen.
Hij was ook niet soft, had discipline en zo zijn we hier ook: van de ‘schop onder je reet’-methode.
Dat opvliegende karakter had Luther trouwens ook, dat was een echte heethoofd, meer nog dan Calvijn. Die laatste stond meer onder invloed van het Romeinse stoïcisme als Humanist. Het beheersen van je gevoel.
Dus wat massamedia met hun zjoernaliesten aan ‘Calvinisme’ plachten toe te dichten van gevoels-beheersing en soberheid, dat zou je dus eerder tot die Romeinse stroming van stoïcisme herleiden. Iets heidens bijna. Wanneer zjoernaliesten wat meer (historische) kennis hadden gehad, dan hadden ze het Calvinisme dus niet steeds afgebrand maar verheerlijkt als ze wisten dat Stoïcisme niet christelijk was.
Omdat dat linkse tuig van journalisme al 50 jaar over alles dat christelijk is heen zeikt, die progressieve nep-intellectuelen die zich met een voorhoede identificeren.
Aan zelfbeheersing had Luther een broertje dood. En wie daar nog aan twijfelt, die leze Luther zijn schotschrift ‘Die Juden und Ihr Lugen‘…. Dat ie ’t niet zo op de Joden had, die hervormer. Bij Calvijn was van die Jodenhaat niet veel te zien, hoewel daar best een grond voor bestaat.
Wat de Joden als door JHWH uitverkoren Herrenvolk over het Gojim schrijven (U en mij) in hun Talmoed, dat is ook niet al te positief.
Verwerping Celibaat, en toch geen Womanizer
Luther was monnik maar trouwde later alsnog. Calvijn was nooit monnik, maar leefde het grootste deel van zijn leven technisch gezien wel zo.
Ik ben net als Calvijn ook bepaald geen vrouwen-man, vind het maar materialistische, onbetrouwbare, egocentrische en infantiele wezens, uitzonderingen bevestigen die regel.
En kan dan juist lachen om Calvijn: dat hij bij de enige keer dat hij kort (4 jaar) getrouwd was, met de Weduwe Idelette van Buren, na haar overlijden opmerkte dat ze een goede vrouw was…omdat ze ‘m bij zijn werk nooit gehinderd had.
Dat is toch humor… Toch zou je Calvijn zeker niet als misogyn omschrijven, hij was juist een theologisch huwelijks-advocaat.
Leven met tegenzin
Ook Calvijn zijn levensloop lijkt gekenmerkt door frisse tegenzin. Hij wilde liever wat rustig studeren en (theologische) wetenschap bedrijven. Maar wat Calvijn als Goddelijke roeping zag, opgelegd door ‘Het Gezag’- dat dreef hem naar functies waar hij eigenlijk helemaal geen trek in had. Zowel in studiekeuze als de keuze van woonplaats.
Calvijn was een katholieke kapelaan met een juridische opleiding. Hij studeerde even aan het College de Montaigu waar ook Erasmus studeerde. Als bron van ziekten en slecht eten bekend als ‘het college der luizen’.
Als tiener bekwaamde hij zich zo al in Latijn, Grieks en Hebreeuws om de klassieken in originele bron te lezen. Daar kwam hij in aanraking met het (undercover in omloop geraakte )werk van hervormers Luther en Melanchthon.
Maar net toen hij was klaargestoomd voor de theologie, droeg zijn vader hem op om Rechten te studeren.
En gehoorzaam aan het vaderlijk gezag boven hem gesteld, volgde Calvijn met tegenzin het bevel van zijn vader op.
Een trekje dat Calvijn zou behouden, zodat hij met protest de belangrijkste wendingen in zijn leven aanvaardde. Zijn Rechten-studie stond sterk onder invloed van het Humanisme zoals dat met de Renaissance uit Italië was komen overwaaien. Dus veel Grieken lezen en Romeinen (heidenen!) van Aristoteles tot Seneca, en dat alleen vanuit de originele bron.
De Institutie
Door het schrijven van de eerste versie van de Institutie (1533) – HET theologisch-juridisch schotschrift van het Protestantisme- al op zijn 24ste jaar, was de Fransoos al een levende legende. En zodra hij als Kapelaan uit de kast kwam als Gereformeerde, was er voor Calvijn in Katholiek Frankrijk geen houden meer aan.
Hij moest vluchten, wilde naar Basel, de Zwitserse stad die al in 1529 met Rome had gebroken. Maar Calvijn werd als inmiddels beroemde theoloog zonder theologische graad (1536) min of meer gedwongen om zich in Geneve te vestigen. Daar zochten ze net een reformator als predikant, omdat Geneve met Bern samen ook los van het bisschoppelijk gezag wilde komen.
Als broekie van 27 stelde Calvijn toen in Geneve de kerkenraad in, een min of meer democratisch samengesteld geestelijk gezag waarin iedereen gelijk heet als ‘broeders’. Een orgaan dat tot de dag van vandaag nog in protestantse kringen bestaat, in groot contrast met de pauselijke hierarchie bij de katholieken.
Je ziet overigens ook dat de Reformatie een anarchistische ondertoon had. Het stadje Geneve met haar 12 duizend inwoners, daarvan wilde de gegoede burgerij vooral van pauselijke en bisschoppelijke bemoeienis af. Met de Reformatie hadden ze nu een ‘Holier than Thou’– excuus van kerkhervorming bij de kop.
Hollandse directheid
Met zijn wijze van spreken en schrijven, om zonder omhaal te zeggen hoe Calvijn vindt dat het zit, dat zou je toch als ‘Hollands’ typeren.
De Hollandse directheid, waarom wij in het buitenland en met name bij de Engelsen bekend staan maar ook bij de Belgen. Die melden alles wat meer omfloerst, waar de Hollander als Olifant in de porseleinkast komt binnenstormen.
Waarbij die Hollander bij die botheid dan ook nog een vorm van hogere ethiek meent te verkopen. Alsof goede manieren eigenlijk een vorm van hypocrisie zijn, opsmuk en franje. Zo kun je ook de aard van Calvijn typeren, zoals Selderhuis ‘m neerzet.
Niet de reformator Luther, maar vooral Calvijn werd met zijn Institutie vader van de Reformatorischen in Nederland. Wat vreemd lijkt, als je ziet dat hij in leven met niemand in Nederland over theologie correspondeerde. Hoe dat kan, word bij Selderhuis ook niet duidelijk. Misschien door de invloed van Franse Hugenoten, die als protestanten uit Calvijn zijn geboorteland moesten vluchten?
Vele Franse gereformeerden vluchten uit Frankrijk, een beetje zoals volgens Calvijn zijn opdracht: dat je als gereformeerde geen katholieke mis meer kon bijwonen, als vorm van afgodendienst. Je kon Frankrijk zien als Egypte. En de Koning als de Farao, waaraan Gods volk moest ontvluchten.
Het Duistere Mensbeeld
Het mensbeeld van Calvijn is ook herkenbaar, lekker somber en duister. Hij is als Johnny Cash in het zwart gekleed, en je kunt ’t zo mee zingen:
I’m a Pilgrim, and a stranger, travelling though, this wearisome land, I got a home in, that Yonder City, oh Lord, and it’s not, not made by man.
De overeenkomst is natuurlijk niet vreemd, als je weet dat de Pilgrim Fathers die de Amerikaans-protestantse mentaliteit vormden erfgenamen zijn van Calvijn.
Calvijn leefde als pelgrim, die thuis was wanneer hij onderweg was. Hij moest al snel Geneve verlaten. Omdat de rijke burgerij liever Calvijn kwijt was, dan dat zij de steun van de burgerij van Bern zouden verliezen in het pact tegen mogelijke aanvallen van de Franse koning.
Je was als Christen dus als de Israelieten in Egypte en later de woestijn, onderweg naar een Beloofd Land, zonder dat mogelijk bij leven te zien. Ook kon je de wil van God nooit goed zien, en dit citaat van Calvijn trof mij:
God zet ons overal valstrikken op, graaft kuilen, werpt allerlei blokkades op onze weg en laat ons tenslotte bij de afgrond uitkomen
En dit citaat (blz 43)
Wij mensen zijn net als droog gras, we kunnen elk moment te gronde gaan, de dood is dichtbij, ja het is eigenlijk alsof we al in het graf wonen
En de existentiële angst die tegelijk leidt tot de Levensernst die je bij de Reformatorische traditie terugvindt:
Het verlaten van de moederschoot is de entree tot duizend doden. Het leven vliegt voorbij en nauwelijks zijn we geboren of we moeten alweer sterven. Als je nou eens omhoog kijkt, hoeveel gevaren dreigen wel niet van die kant? Maar kijk je naar de grond, hoeveel dodelijk vergif vind je daar? Hoeveel wilde en verscheurende beesten? Hoeveel slangen?
Hoeveel zwaarden, valkuilen, struikelblokken, ravijnen, instortende gebouwen, stenen en speren waarmee men gooit? Kortom je kunt geen stap zetten zonder tien doden tegen te komen.
Calvijn was dus geen feestnummer of Carpe-Diem-positivo. Hoewel juist een vorm van feest en pessimisme goed samengaan.
Wanneer je met andere mensen samen bent waarmee je ook geen toneel hoeft te spelen, kun je juist intense vreugde ervaren. Liefst mensen die ook van een lekker hapje en drankje houden, niet De Blauwe Knoop (protestante abolitionisten)
In plaats van dat je tot Gemaskerd Bal gedwongen bent, van geforceerde leut.
Niet harteloos en gevoelloos
Maar Calvijn was ook niet de gevoelloze ketterverbrander die is overgeleverd. Dat was ook het enige wapenfeit dat mij nog vaag bekend was: dat Calvijn in Geneve mensen naar de brandstapel zou hebben verwezen. Het ging hier om de Godloochenaar Michael Servet (1511-1553), een Spaanse dokter.
Calvijn was na een tijd in Straatsburg weer in Geneve teruggekeerd. Calvijn had totaal geen zin om Servet te zien, maar die kwam hem expres opzoeken. In het katholieke rijk van Karel V stond de doodstraf op iedereen die de Goddelijke drievuldigheid ontkende.
Servet stond nog een trapje lager, die noemde God een driekoppig monster. Het in je midden hebben van zo’n Atheist zou een stad als Geneve dus in de problemen brengen. Dus Calvijn veegde zijn gat met Servet. Zijn secretaris herkende hem toen die een preek van Calvijn bezocht. Die leverde hem uit aan de wereldlijke autoriteiten.
En daar ging Servet als brandhout voor de hel op de brandstapel. Zo ging dat in die tijd.
Leven als Brandhout voor de Hel
En oh ja, dan is er nog die geestelijke smet van Calvijn, de Predestinatie-leer. Kort samengevat: God kiest de zijnen. Ook al denk je zelf te geloven, het kan best zijn dat je niet uitverkoren bent en alsnog brandhout voor de Hel bent. Volgens Selderhuis is Calvijn daarmee verkeerd uitgelegd. Als ik Selderhuis zijn interpretatie goed begrijp, dan moet je ‘Predestinatie’ zien als levensleer.
Dat je niet de hel VOOR je hebt tijdens je leven, maar ACHTER je als motivatie om vooral op de goede weg te blijven.
Bovendien, Calvijn’s opvatting stemt overeen met moderne inzichten over de menselijke geest. Je weet helemaal niet wat je kiest, bent gedetermineerd door je genen, de meeste mensen hebben geen flauw idee wat ze zelf denken of geloven, wie ze zelf zijn, als dat ‘zelf’ al bestaat. En veel van wat ze geloven is ze maar aangepraat via propaganda.
Moderne protestanten lezen dagblad Trouw, een neo-communistisch propaganda-blaadje dat ze tot marxist met gristen-sausje maakt. De predikant van Langweer, Aart Veldhuizen is daar een voorbeeld van.
Dus dan is het toch mooi dat God ondanks alles de zijnen kent, en Karl Marx was daar alvast niet 1 van. Dus alle Dagblad Trouw-abonnees stuurt hij naar de Hel.
Maar ach:wie Openbaringen leest, die weet dat er maar 144 duizend uitverkorenen in de Hemel passen, evenveel als in de stad Groningen waar al niets boven gaat. Daarnaast zegt men ‘In de Hemel is geen Bier, daarom drinken wij het hier’.
Kan dat dan wel de hemel zijn?
Dat je de hele dag in de Hemel in je witte gewaad God maar moet toezingen, ‘lofprijzen’ hoe Goed die wel is. Alsof God met een minderwaardigheids-complex kampt, dat Hij steeds weer moet horen dat hij er desondanks toch Mag Zijn. Hoeveel onder invloed moet je zijn, voor je dat de hele dag leuk vindt…
Dan toch liever ‘Hallelujah’ van Leonard Cohen;
It’s not somebody who’s seen the light
It’s a cold and it’s a broken Hallelujah
Mag ik dan ook geloven dat God mijn Hollandse directheid op dit vlak vergeeft?
detail– het is de Openbaring van Johannes, niet Openbaringen.