Dat Heidense Friezen bij Dokkum (toen ‘Docking’) in 754 de reeds hoog-bejaarde Bonifatius doodsloegen is algemeen bekend. Maar dat de veel beschreven ‘Friese Vrijheid’ later mede door de Roomse geestelijkheid werd versterkt: wie wist dat?
Daarom trekken we vandaag door het oude klooster-landschap, zeekleiland van mijn Friese voorvaderen bij Dokkum.
Daar verschenen de eerste kloosters- vele tientallen- die ‘crowdfunding’ verzorgden voor de verdedigings-oorlogen van de christenheid tegen de agressieve Islam die vanaf de 7de eeuw al aan de Europese poorten drong. Verdedigings-oorlogen die pas vanaf de 18de eeuw ‘kruistochten’ gingen heten.
Terwijl de Islam Rome bedreigde, kreeg je vanaf de 9de eeuw ook aanvallen van Heidense Noormannen. Pas na hun kerstening hielden die aanvallen op.
Het lijkt geen toeval dat de bloei van kloosters en kerken pas vanaf de 11de eeuw op gang komt op de Groningse (Aduard, Kruisweg) en Friese klei (Bloemkamp Hartwerd, Claarkamp Rinsumageest). Daar bloeiden ze tot hun wrede einde na de Reformatie (1580)
Karels-privilege
In de Middeleeuwen waren de Friezen nog vrij als veeboeren, handelaren en zeevaarders, wiens munten in de 10de en 11de eeuw van Rome tot in Noord Noorwegen werden gevonden. Maar die politieke (niet individuele) vrijheid kwam niet vanzelf.
Friese vrijheid betekent: Buiten de verre Karolingische keizers in Aken, hadden ze meestal geen lokale leenheren, graven die belastingen konden heffen zonder dat ze heftige tegenstand ondervonden.
Wanneer die adellijke ondermannen en hun ambtenarij aanspraak op Fries leenheerschap maakten, waren ze niet erg succesvol.
Dit beroep op ‘alleen de Keizer als leenheer’ was het zogenaamde Karels-privilege dat de Friezen van Karel de Grote (9de eeuw na kerstening Friezen) zouden hebben ontvangen. Dat privilege komt ook in de context van de kruistochten nog eens terug.
De geografie vormde Friese vrijheid
Dat afgedwongen privilege lijkt deels te danken aan het ontoegankelijke zeekleiland: alleen per schip kon je de Friezen knechten, en voor je aan land komt moet je eerst door de ondiepten waden van het getijdenlandschap. Je kunt die zee en vrije horizon dus ook een vrijheids-landschap noemen.
Iedere potentaat met leger maakt een winst-verliesrekening. Wat krijg je terug voor al te rigide handhaving van je gezag?
Nadat Karel Martel op straf-expeditie de heidense Friezen uit Utrecht knikkerde in de 8ste eeuw (de tijd dat Bonifatius is vermoord). En nadat missionarissen als Liudger (uit de Utrechtse Vecht-streek0 hun bekeringswerk deden, ontpopten de Friezen zich in de vroege 9de eeuw al tot devote katholieken.
Zo ontstond de verbintenis van de Friezen met Karel de Grote zijn Roomse Rijk, dat hij vanuit Aken bestuurde. Het loont om meer studie van dat Karels-privilege te maken, maar we volstaan nu met de constatering dat Karel de Friezen een zeker zelf-beschikkingsrecht verleende.
Wel lees je dat de keizer soms belasting-rechten uitbesteedde aan adelijke ondermannen. Die veel geroemde ‘Friese vrijheid’ kwam pas eind 15de eeuw definitief ten einde. Dus toen de Middeleeuwen afliepen.
Roomse vrijheden via de Landvrede
De Roomse Kerk speelde als andere ‘vrije’ macht los van leenheren een grote rol bij handhaving van die Friese vrijheid. Die bemoeide zich met de Friezen vanuit Utrecht en Munster. De geestelijke macht werkte als buffer met de wereldlijke macht, en als beschavende, stabiliserende factor.
Buiten de aanspraken om die Graven maakten, bemoeiden die geestelijken zich met de rechtspraak. Dit om de zogenaamde ‘landvrede’ te handhaven; dat niet de familie van getroffenen (door bv geweld) wraak nam. Maar dat de (geestelijke) gemeenschap, een bestuur van leken en geestelijken als ‘gemeente’ tegen deze ‘vredesbreker’ optrad.
Zo verdween de grafelijke macht verder naar de achtergrond, en bleef alleen op afstand de keizer over.
Bovendien brachten de kloosters met hun ontginningen en bedijkingen ook een zekere welvaart. De deze week beschreven Friese dichter-wetenschapper Obe Postma noemde die bedijkingen ‘machtiger dan de Pyramide-bouw’, qua schaal, kunstigheid en omvang.
Diverse vooraanstaande Friezen traden in de 11de en 12de eeuw dan ook tot de nieuw gestichte kloosters toe.
Dat leer ik uit ‘Oorsprong en geschiedenis van de Friezen’ van SJ Van der Molen. En dus zoeken we naar de Roomse sporen die monniken achterlieten in het Friese zeekleiland, met hun motto Ora et Labora.
Op een eerste oppervlakkige verkennings-tocht naar sporen van het Friese Kloosterland rond Dokkum, deed ik Rinsumageest aan. Daar lag ooit het in 1105 gestichte klooster Claarkamp, bij de Dokkumer Ee dat na de Reformatie in 1580 werd opgeheven en vernield.
Van dat klooster is helemaal niets meer te zien, nadat het in 1582 werd verlaten en vernietigd werd: gebruikt als steenmijn voor andere gebouwen. Het enige gebouw dat in de buurt daarvan aan die tijd herinnert is de nabijgelegen ‘kloosterkapel’ van Sibrandahuis.
Misschien dat de abdijkerk van Claarkamp van binnen een beetje leek op deze abdij:
Die Dokkumer ‘Ee’ is de Friese variant op het Groninger Reitdiep dat bij Zoutkamp in de Lauwerszee uitmondde:, een getijden-arm als monding van een rivier. Die Ee zie je hier door Birdaard kronkelen. Of ‘Ee’ het zelfde is als Aa zoals de Drentse Aa die in Groningen samenvloeit tot Reitdiep: het zou zomaar kunnen.
Bartlehiem is natuurlijk ook reuze beroemd. Dat schaats-knooppunt aan de Dokkumer Ee werd in 1170 als het nonnenklooster Bethlehem gesticht, dus midden in de tijd dat de christenen hun gebieden en heilige plaatsen op de Moslims probeerden te heroveren:
Verder was Friesland toen opgedeeld in Oostergo en Westergo door de Middelzee, de grotere variant op een Ee. Die Middelzee was de monding van de Boorne, en ook zo ontstaan, steeds verder uitgesleten. Hier zie je de Boorne nog, met op de achtergrond Oldeboorn:
De beste kruisvaarders: Friezen
Er bestond een nauwe band tussen de Roomse kerk en de Friezen, die zich tot strijdvaardige kruis-ridders ontwikkelden. Niet alleen dat, in Rome staat sinds 1147 een Friese Kerk, gebouwd op fundamenten van een 9de eeuwse kerk, de aan Sint Michael gewijde S Michele e Magno.
Op die plaats in Rome stond voor die tijd al sinds de 9de eeuw een kerk van Roomse Friezen, een kolonie van Friese handels-vaarders.
De toeristengids op internet vermeldt, dat de Moslims (Saracenen, Barbarijse piraten) in de 9de eeuw Rome kwamen plunderen. Bedenk dat Ali Baba en zijn 40 rovers sinds de 7de eeuw al het gehele Byzantijnse christelijke rijk rond de Middellandse zee veroverden.
En dat de zelfde Karel Martel – voorloper van Karel de Grote met zijn Heilige Roomse Rijk- die de Friese heidense Koning Redbad een lesje leerde, ook die mohammedanen bij Tours in Frankrijk tegenhield in 746.
Zo had hij als Frankisch christelijk heerser dus met 2 fronten te maken, een reden om zenuwachtig te worden. Dat plaatst de geforceerde bekering van Germaanse stammen ook in ander licht.
Het had weinig gescheeld, of West Europa was dan via gewelddadige verovering door Islamieten tot Kalifaat gemaakt. Je kunt dus stellen dat het schuldbewuste gezeur over de ‘kruistochten’ een vorm van geschieds-vervalsing is.
Die vervalsing kwam zowel vanuit anti-katholiek sentiment voort, als bij ‘progressief’-liberalen vandaan. Mensen die alle godsdienst als achterlijk willen afschilderen, omdat ze het meest waanzinnige bijgeloof koesteren; het geloof in jezelf.
Deus Vult: God wil dat de Friezen die Islam uit christelijk gebied verjagen
Wie dat een confronterende stelling vindt: Wist U, dat de Moslims zelfs Rome belaagden in 845 als piraten? Dat brengt het idee van ‘kruistochten’ toch in een ander historisch perspectief, dan wat SJ Van der Molen een ‘aanval op de Islam’ noemt.
De Friezen hielpen in 845 met andere Romeinen de aanval van ‘De Religie van Vrede’- de Islam (onderwerping)- afslaan die de heilige stad van het Roomse Rijk belaagden. Dus NA de machts-overname van Karel de Grote uit Aken, die het Roomse Rijk verenigde. En nadat Karel dus het Karel-privilege aan de Friezen zou hebben gegeven.
Waarna die ‘Friezen om utens‘ deze plek in Rome met stadsmuren omringden. Niettemin plunderden de moslims eerst in 845 de christelijke heiligdommen, waaronder de plaats waar Petrus zou zijn begraven (Sint Pieter).
Kruistocht met crowdfunding
Dus geen wonder dat de heldhaftige vrije en Roomse Friezen als kruisvaarders de Moslims uit Lissabon verjoegen in 1147, na inzegening in de Friese kloosters bij Hallum en Rinsumageest.
Die Moslims kregen gewoon hun verdiende loon van de Friezen bij de kruistochten. Dan praten we over de tweede ‘kruistocht’, een poging om de Moslims uit eerder nog christelijk grondgebied te drijven, zoals Spanje, Sicilie, delen van Italie en natuurlijk Palestina. Laatst-genoemde dankt haar naam aan de Romeinse keizer Hadrianus uit de 2de eeuw (van Hadrians Wall)
Palestina was gewoon voormalig christelijk/Romeins land, dat door de Saracenen in de 7de eeuw onder de voet was gelopen.
Bij de derde kruistocht trokken de Friezen in 1197 onder bisschop Hartwig van Bremen naar Palestina om het te heroveren op de alsmaar aanvallende Islam.
SJ Van der Molen beschrijft dat de Benedictijner kloosters Bloemkamp (bij Hartwerd/Bolsward) en Feldwerd (bij Delfzijl) via Crowdfunding in 1224 een schip kochten voor de Friese kruishelden.
Toen gingen ze op weg na de bezielende preek van Olivier, scholaster van de Dom van Keulen. Olivier schreef over de Friezen (blz 125) deze brief van aanbeveling:
Want zij hebben voor Damiate een grote nederigheid, milddadigheid, gehoorzaamheid en stoutmoedigheid laten blijken; zij zijn verschrikkelijk tegen de Saracenen geweest en wel bemind bij de christenen.
In 1254 riep koning Louis IX de Friezen op voor een kruistocht, waarbij hij ze herinnerde aan het Karels-privilege. Het Friese vrijheids-recht vereiste dus ook een tegenprestatie.
In 1269 trokken nog eens 50 schepen met Friezen op om bij Tunis de Moslims hun verdiende loon te geven. De Koning Louis overleed voortijds, maar de Graaf van Luxemburg nam het bevel over. SJ Vander Molen citeert een niet nader verklaarde bron die stelt:
De Friezen, zeer ongeduldig naar hun aard, wilden dadelijk ten strijde trekken tegen de heidenen die in ontelbare menigte de vlakte tussen Tunis en de legerplaats der christenen bezet hielden.
En de graaf van Luxemburg kon hen ternauwernood in bedwang houden tot hij zijn krijgsmacht had opgesteld en de wachtdienst en de verdediging naar zijn inzichten geregeld had.
Als de Friezen de stormaanval inzetten:
Door deze stormaanval op de heidenen sloegen zij op de vlucht en toen er een grote menigte gevallen was, namen de meesten de wijk naar een naburig water dat daar uit de grote zee Tunis binnenvloeide. En daar verdronken er evenveel als er vielen door hun zwaard.
Zo behaalden de Friezen daar en waarlijk roemrijke overwinning.
Friese Vrijheids-strijd weinig met Grutte Pier van doen
De ‘kruistochten’ kregen die naam pas in de 18de eeuw, toen Protestanten en atheisten alles dat katholiek was met ‘achterlijk’ wilden vergelijken.
Met de opkomst van het Romantische nationalisme in de 19de eeuw werd wel de ‘Friese vrijheid’ verheerlijkt, obscure boeren met een groot zwaard als Grutte Pier. Een zwaard dat volgens SJ Van der Molen een Duitse ‘Zweihander’ zou zijn.
Men verleent in die Romantische Bloed en Bodem-traditie (waaruit ook het Friese volkslied in 1871 ontstond) een soort heidens-Germaans luchtje aan de besprekingen bij de zogenaamde Opstalboom (bij Aurich in Ost-Friesland) waar zij in de 13de eeuw hun rechts-geschillen bespraken.
In de 19de eeuw verscheen bij Aurich ook een monument in die heidens-Romantische context. Dan ging men raciale kenmerken benadrukken, werd die vrijheidsdrang een genetisch trekje van een Herrenvolk.
Maar de verbintenis van Friese vrijheid met het Rooms katholicisme hoor je veel minder over: Het Karel-privilege, met als tegenprestatie af en toe even wat Moslims klop geven, die steeds als Piraten het christelijke rijk binnenvielen.
Een taak die de Friezen met bijzondere motivatie uitvoerden.
Dat Karel-privilege vroeg dus om tegenprestaties. Maar het stond wel steeds onder druk. Steeds probeerden graven wel aanspraak te maken op een soort plunder-recht bij de Friezen, maar erg succesvol waren ze niet.
Dat feit is nog eens onderstreept toen onze voorouders de Hollandse graaf Willem van Holland en Jan van Henegouwen doodden/in zee dreven in 1345, wat als ‘Die Reyse up die Vriesen’ in de grafelijke rekeningen stond. De graaf werd vanuit de Abdij van Sint Odulf en Staveren overrompeld.
Dat ging later De Slag bij Warns heten, waar Fries nationalisten die stenen negerzoen plantten.(zie boven)
Sint Odulf is een Friese missionaris die in 855 overleed. Het klooster van Sint Odulf lag in wat nu het IJsselmeer heet. In de late Middeleeuwen breidde die Zuiderzee zich steeds verder uit. Voor de Elisabeth-vloed was het nog een landstreek met een meer, het Aelmere.
Kortom, het katholicisme en de kloosters hadden een veel grotere vormende invloed op Friese geschiedenis en vrijheids-drang dan ik eerder wist, en U dus waarschijnlijk ook. Dus wanneer je als Fries nog eens in Rome verzeild raakt, dan moet je toch zeker de Friezenkerk eens bezoeken.
In de tussentijd kun je door Friesland nog het Sint Odolfuspad lopen. Dat is nu onderdeel (gemaakt)van de Pelgrimgroute naar Santiago (Sint Jacob) van Compostela. Je komt dan ondermeer langs de Alde Toer die aan de Middelzee lag, 1 van de meest tot de verbeelding sprekende Fryslan Gothic-plaatsen die ik ken.
En met die historie gewapend kijk je vervolgens ook weer anders naar het landschap. Daarin ga je plots veel meer ‘zien’. Terwijl al die kale weilanden zonder die kennis objectief gezien het zelfde zijn: het blijft een landschap voor gevorderden, dat je moet leren lezen.
Misschien bestaat die objectiviteit dus wel niet, zijn er alleen ‘lagen van zien’ wanneer je in kennis groeit.
En ik altijd maar denken dat Friesland protestants was. Zo zie je maar weer, de heersende macht herschrijft de geschiedenis. Zoals ook nu weer gebeurt. Mooie foto’s hoor, ik ben dol op die kerkjes.
Dat van Michael die de drakendoder zou zijn… is het niet zo dat dat St. Joris ( St. George) was? En dat Sint Michael als aartsengel de aanvoerder van G.d’s leger is?
Hier in het stadje waar ik woon is een rotonde met in het midden een beeld van Sint Joris die te paard een kronkelende draak in de bek steekt. Hoewel een rotonde is er ook een hoek, en op die hoek is een klooster gevestigd, ooit een kilometer buiten de stad, nu omringd door toeristische nieuwbouw – een klooster gewijd aan Sint Georgi (orthodox zijn ze hier). Elk zomerseizoen (dit als wellicht onnodige toevoeging aan dit bericht) wordt in de plaatselijke kerk een relikwie getoond. Er kronkelt zich dan gedurende twee/drie weken elke dag een rij om kaarsjes te branden, de hand er op te leggen, het kleinood te kussen, vorig jaar was dat (een deel van) Sint Bogoroditsa. Wellicht heeft de wil tot openlijk en met deemoedige trots tonen deel uit te maken van de kerk te maken met de tientallen jaren waarin de kerk in communistisch Oost-Europa min of meer verboden was. Hoewel in Bulgarije dat nimmer zo expliciet was vanwege het feit dat de kloosters forten tegen het mohammedanisme waren, zij bewaarden de cultuur. En om na 500 jaar knechting door de Ottomanen juist die (kerk-)cultuur te vernietigen was wellicht wat te kort door de bocht geweest.
@Maarten, hartelijk dank, de drakendoder is idd Sint Joris
En je argument is waardevol: een kerk die tezeer het ‘baasje’ speelt riep de Reformatie en de Franse Revolutie over zich af
Nergens zie je zoveel kloostermoppen als in Fryslan!
Altijd wat te lachen met die monniken 🙂