Aan ‘gewone’ vogels kun je het meeste plezier beleven, want ze zijn algemeen en dus zie je ze tenminste. De monsterlijkheid van meeuwen bijvoorbeeld, die kun je goed bestuderen aan boord van een viskotter als ze zich op de resten werpen die na de sortering over boord gaan.
Meeuwen zijn lucht-acrobaten, hun vlucht stond nog model voor de ontwerper van het eerste Delta-vliegtuig, de Berlijnse ingenieur en machinebouwer Otto von Lilienthal. Die bestudeerde op het strand van de Baltische Zee de meeuwenvlucht en de vlucht van ooievaars op het platteland om een vlieg-maschien te bouwen. Daarover schreef hij in 1889 ‘Der Vogelflug als Grundlage der Fliegekunst
Zodat hij met nauwkeurig bestuderen van de opbouw van vogelvleugels, en hoe ze de krachten verdelen zijn eigen delta-vlieger ontwierp. Daarmee starte Lilienthal vanaf een heuvel van 30 meter hoog bij Berlijn.
De notabelen van Berlijn stonden dan bij de heuvel te kijken, hoe de voetjes van Von Lilienthal in start van de heuvel los kwamen. Dat ging een heleboel keren goed, maar uiteindelijk verongelukte hij.
Ik heb ook een cursus Deltavliegen gedaan, op het strand bij Oostvoorne, op de Maasvlakte en later in de buurt van Coevorden. Dat je van de heuvel afrent, met zo’n tuig van 25 kilo op je rug. En dan als je hart genoeg rent tilt de luchtstroom je op en ben je los…
Voor NRC Handelsblad beschreef ik die capriolen nog in 2004. Ach ja, je probeert alles uit…
Ik start mijn aanloop op een beginnersduin van vijf meter hoog, en als een jonge albatros ren ik onwennig wind vangend richting zee. Plotseling loop ik niet meer. Een kracht buiten mij om tilt mijn lichaam op als een baby uit een badje, ik zweef en laat mijn benen hangen.
Even neemt de euforie bezit van mijn stembanden, dan verstoort de werkelijkheid van de snel naderende zee de roes. Waggelend en onhandig kom ik neer mee natte gymschoenen en een voldane grijns op mijn gezicht. Enkele seconden langer, kan mijn luchtdoop niet geduurd hebben, als ik mijn medebeginners vergelijkbare vluchtjes zie maken.
Tijd om weer het duin op te klimmen voor de volgende sprong.
Deltavliegen is gevaarlijker dan het zogenaamde ‘parapenten’, dat je met een parachute van een berg af springt. Toen ik nog een cursus Deltavliegen in Coevorden deed hadden ze zo’n lier aan een Diesel-generator die je dan de lucht in trok. Maar als je dan die lier niet op tijd goed loskoppelt, kun je zomaar neerkletteren en je rug breken.
Voor een hobby, dan is dat de moeite niet waard.
Het Parapenten kent dat soort gedoe niet, je springt van een berg af van 1000 meter en zweeft lekker naar beneden. Zo’n cursus deed ik later in het Franse Gap. Dan start je eerst van een lage heuvel van ongeveer 70 meter. Vervolgens van 300 meter, dan 500 meter en als kers op de taart de 1000 meter.
Zodra je los komt, ga je gewoon zingen; vanaf de 1000-meterhelling weet ik nog dat ik ‘Whole Lotta Love’ van Led Zeppelin uitkrijste. Omdat je toch wel even met de nodige hoogtevrees op zo’n ravijnrand staat, voor je springt.
Je hangt vervolgens wel veel stabieler in de lucht en zit gewoon lekker rechtop, terwijl je bij Deltavliegen recht vooruit in een zak zit opgesloten.
De Delta, is een driehoek, waarover je het eigen gewicht moet verdelen om te sturen, veel onstabieler. In de beginjaren van de popularisatie van Deltavliegen, de jaren ’70 had je tientallen dodelijke ongelukken per jaar. Terwijl je bij Parapenten gewoon aan koordjes trekt, zogenaamde ‘risers’, aan je linker en rechterkant waarmee je de parachute aantrekt.
Trek je die allebeide kanten strak aan, dan rem je af.
Een Deltavlieger gaat wel veel sneller natuurlijk dan zo’n parapenter, 140 kilometer per uur hoeft geen uitzondering te zijn. Je kunt ook parachute-springen. Dat heb ik ook gedaan bij Paraclub Flevo. Dat was na het zien van een filmpje van een parachute-springer die zijn valk ‘Frightfull’ had geleerd met hem naar beneden te vliegen. Dat filmpje kun je hier zien:
Toen ik zag hoe die parachute-springer met zijn valk naar beneden racete belde ik direct de Paraclub op: dat wil je dan ook meemaken, als een valk naar beneden roetsjen. Dat was met een zogenaamde ’tandemsprong’, dat je zelf niet een cursus hoeft te doen maar aan iemand vast op ongeveer 3,5 km hoogte naar beneden gaat. De volmaakte stilte daar boven in de lucht is bijzonder.
Twee keer gedaan, de 2de keer was al een beetje saai omdat je wist wat komen ging. Dan kun je beter zelf leren sky-diven.
Ach ja, je wilt wel eens wat…