De foto van de dag komt eens niet uit eigen camera, maar uit de satelliet van de NOAA. Dat is de Amerikaanse kruising tussen NIOZ en Rijkswaterstaat, maar dan wetenschappelijker.
Je ziet hoe 100 miljoen ton woestijnstof per jaar uit de Sahara de oceanen over waait. Dat stof is onmisbaar voor de biologische productie in zee door plankton (en daarmee dus ook voor de vis-productie), want het bevat ijzer. Naast fosfaat en stikstof hebben algen en plankton ijzer nodig om te groeien.
Zo kan het voorkomen in sommige vruchtbare oceaan-regio’s – opwellingszones waar fosfaat bovenkomt- dat ’t plankton toch niet in de turbostand van productie kan schieten door ijzertekort.
Maar… Dat woestijnstof kan ook het bleken van koraal veroorzaken dat klimaat-activisten aan mensen toeschrijven. Immers, met meer ijzer uit de Sahara in Caribisch zeewater (met genoeg fosfaat) gaan algen harder bloeien en die extra algen verstikken dan het koraal…
Geo-Engineering
Omgekeerd zijn er nu ook mensen die dit zelfde ijzerstof-mechanisme willen gebruiken voor Geo-Engineering. Dat is het op grote schaal draaien aan de aarde-thermostaat om verdere opwarming van de aarde te voorkomen.
Mocht je toch plots een soort trampoline-effect krijgen (positieve feedback, een ecologisch gaspedaal) in het klimaat-systeem, dus dat de aarde niet bescheiden opwarmt (1-2 graadjes, ruim binnen natuurlijke variatie Holoceen) maar plots 4-6 graden. Dan heb je een noodrem nodig. Ook Bill Gates geeft nu onderzoek-subsidie in die noodrem-richting genaamd Geo-Engineering.
Het is een beetje jammer dat in de oceaan zoveel plankton ligt te trappelen om harder te groeien, daar in die opwellings-zones waar fosfaat bovenkomt. Maar toch komt het plankton daar niet tot haar ware potentie vanwege ijzertekort. De groei is dan niet (zoals meestal in de zee) fosfaat-gelimiteerd maar ijzer-gelimiteerd. (Liebig’s law of the minimum)
Je zou dan dus ijzer-houdend stof op grote schaal kunnen lozen, en dan zou je zo een extra gigaton per jaar extra CO2 of meer uit de atmosfeer slurpen. Dat is al meer dan 5 maal de CO2-uitstoot van ons kikkerlandje.
De visserij-biologen Dolf Boddeke en chemicus Paul Hagel bedachten met die zelfde insteek het Boddeke-Hagelplan, maar dan om de visproductie op te hogen in de Noordzee.
Want de groei van plankton in de Noordzee is fosfaat-gelimiteerd. Dus als je er maar de juiste verhouding stikstof-fosfaat herstelt (16:1, de zogenaamde Redfield Ratio) gaat je biologische productie omhoog, EN dus de vis-stand.
Want de visproductie in de wereldzeeen is direct gekoppeld aan die vruchtbare zee-delen waar je genoeg ijzer en fosfaat hebt. Zie ook deze FAO-bespreking waar Boddeke en Hagel geciteerd worden. Zoals de opwellings-zones waar fosfaat uit de diepzee boven borrelt. Dat zijn de plekken waar de grote vangfabrieken van Parlevliet alle Ansjovis en Sardientjes vandaan stofzuigeren voor de wereld-diepvries en de vismeel-industrie.
Dat schijnt heel ‘duurzaam’ te zijn 🙂
De meeneem-boodschap van deze observatie is: de natuur zoals je die aantreft hoeft niet in een ‘optimum’ te functioneren. De tropische zee is vaak fosfaat-gelimiteerd, om een hele simpele reden. Het plankton heeft ’t gehele jaar door genoeg licht en warmte voor biologische productie. Dus ‘eten’ ze daarbij ook het opgeloste fosfaat uit het water.
Sterft ’t af, dan zinkt die organische stof naar de zeebodem. In onze contreien is de zee fosfaat-rijker omdat de biologische productie in de winter omlaag dendert. Dan kan het fosfaatgehalte weer opkrikken. Fosfaat-toevoeging voor visproductie is natuurlijk geen paarden-middel. Want je moet wel continue-toevoer van vers zeewater houden. Zoals de FAO Boddeke en Hagel citeert:
Such nutrient discharges, if in moderation and if contamination by toxic wastes could be excluded, may enhance biological production in some fishery resources (Boddeke and Hagel, 1991; Caddy, 1993a).
However, nutrient enrichment inshore and imbalance of nutritive elements also lead to unusual and dense phytoplanktonic blooms which, on decomposition affect benthis and demersal species and produce unaesthetic conditions close to the points of discharge, thus adversely affecting coastal activities such as tourism; the Adriatic Sea (a semi-enclosed “sub-system” of the Mediterranean) is a good example (see Vollenweider et al., 1992).
Tot de dag van vandaag blijven NIOZ-activisten als Katja Phillippart, Theunis Piersma en Tjisse van der Heide deze basale biologie ontkennen. Zij leverden inspiratie voor het woord ‘ecoloog’ als werkwoord: Ik lieg, hij loog, wij ecologen. Mensen die de ballon van een mythisch ‘optimum’ in de lucht willen houden als alle ‘verstoring’ maar verdwijnt.
Terwijl het leven verstoring IS, en zonder verstoring niet zou bestaan.