Hoofdredacteur van Landschap, Jos Dekker viert zijn zure feestje bij het recenseren van ‘Ecomodernisme, het nieuwe denken over groen en groei (Nieuw Amsterdam 2017)’.
Dat is ‘m gegund. Ook ik maakte vroeger regelmatig EERST een karikatuur van de positie van opponenten, om vervolgens die tekstuele Frankenstein af te schieten.Maar wat wil uw ecomodernist van Interessante Tijden nu ECHT met de natuur. En waar kunnen we wel zonder?
Alle aandacht is welkom, ook negatieve aandacht.
Vooralsnog kregen de natuur-hoofdstukken nauwelijks aandacht omdat het valse groen (klimaat en zuurzaamheid) alle politieke aandacht opeist. Wat mij betreft verruilen we echter de ‘draagvlak-campagne’ en de beleidsbureaucratie voor het tuincentrum met planten (niet tegels) de hark en schoffel, liefst met grote muur er omheen.
De (Abdij)tuin is het eigen groene ideaal, zo oud als de beschaving zelf
Niets nieuws onder de zon
Zoals econoom Thomas Sowell ironisch opmerkte; niets is zo oud als het idee ‘dit is nieuw’. Ook is hij zo wijs op te merken dat het idee ‘dit plan gaat alles veranderen’ bijzonder schadelijk kan zijn. Er is geen zilveren kogel waarmee je wereldwijd alles oplost.
Ook in de Bijbel lees je al dat er ‘niets nieuws onder de zon’ is. Ecomodernisme is natuurlijk niet ‘nieuw’, het geloof in menselijke inventiviteit gecombineerd met een bereidwillige mentaliteit en wat minder overheid. Wel kan die combinatie vernieuwend werken, wanneer zij in een verkokerde, subsidie-verslaafde en ideologisch vastgelopen beweging meer invloed krijgt.
Of gewoon daarnaast natuurlijk. Want ervaring leert dat binnen de huidige ‘groene’ beweging 1 ding opvalt. Het zijn geen leuke mensen. Het liefste ga je er helemaal niet mee om, en doe je het eigen ding. Maar omdat de strategie van de wederpartij is ‘ons aan U opdringen met overheidsgeweld’ (dan worden ’t Stakeholders‘) moet je er toch een repliek op verzinnen.
En weten waar je zelf staat is alvast een begin, in plaats van dat je gedwongen wordt vanuit hun frame (verbale houdgreep) de natuur-discussie te voeren. (Kennis-niveau) Daarnaast stellen we de vraag van economisch rendement van natuurbeleid. Want, vaak geldt ook: hoe meer centrale aansturing, hoe minder efficiënt.
Dus als er 17 miljoen mensen in Nederland zijn met eigen creativiteit en eigen grond (hoe klein ook, tot de plantenbak aan toe), krijg je betere ideeën over natuur en milieu wanneer een uitdijend apparaat van ambtenarij (daartoe reken ik ook academie-ecologie) de regie krijgt over andermans grond?
De Rots der Morele Superioriteit, brrr
Via een Deltaplan Biodiversiteit krijgen grondgebruikers weer de bemoeienis opgedrongen van marketing-organisaties en hun academie-ambtenarij, die claimen de natuur te beschermen met een ‘Kwartiermaker Biodiversiteit’. Zonder dat dit bureaucratisch abces ooit een rendements-toetsing wordt opgelegd; wat is er met alle publieke miljarden voor jullie organisaties nu bereikt?
Clubs die onderling gecoordineerd met hun ‘Groene 11’ en bevriende ambtenaar-ecologen eerst de campagne op elkaar afstemden; voor maximale politieke stampij. Om dan een greep uit de publieke geldpot te rechtvaardigen.
Je ziet ’t ook bij de op subsidie en loterijgeld opgepompte Rewilding-beweging. Zij zijn ‘De’ wetenschap (wat ecologen met subsidie), versus het klootjesvolk dat ongevraagd HUN natuurideaal opgedrongen krijgt in eigen achtertuin (zoals de bisons van Maashorst) op publieke kosten.
Dat ze nog eens ‘helder en duidelijk’ moeten uitleggen dat die dom zijn. Wanneer zij met EIGEN geld (dus geen subsidie) op eigen grond dit realiseerden. Prima. Als ze de dinosaurus willen terugfokken en loslaten, dan vinden Ecomodernisten dat ook OK. Als ze hun ideaal maar niet aan anderen opdringen en dan ook nog op publieke kosten. Die wildertreurnis met oerkoe en ganzenplaag, je moet er van houden.
Die zompige trapveldjes en platgegraasde golfcourses met bordje ‘Kwetsbaar, Verboden’ er bij.
Willen weten hoe ’t zit
Ecomodernisten gaan van wetenschap uit gedefinieerd als ‘bewijs, observatie en logica’. De auteurs van ons boek zijn van alle gezindten, van onredelijk links tot orthodox rechts. Met veel van wat mede-modernisten schrijven ben ik ’t niet beslist eens. En dat hoeft gelukkig ook niet. Wel weet ik van iedereen dat ’t met de basishouding goed zit; ze WILLEN weten hoe ’t zit, en hebben ook ’t verstand om zo vervolgens hun positie te onderbouwen.
A Concern for Truth.
Ecomodernisten kiezen de (luidruchtige) tuin als ideaal. En als iemand op eigen grond een mammoet-reservaat wil maken met oerdieren; dan is dat ook prima. Met grottenleeuwen, hyena’s, als je daar ’t geld en de ruimte voor hebt; leuk! In Amerika of Siberie (Pleistocene Park) moet daar vast ergens plek voor zijn.
Ook de Serengeti Hollandaise van Frans Vera (Oostvaardersplassen), die savanne onder zeeniveau hebben we niets op tegen. Als je bij onderbouwing voor je kadaverdiscipline maar wel zuiver redeneert. Waar je eerder beweert dat je natuur soortenrijker wordt…. in plaats van dat je gestaag alle kleine vogels en kleine zoogdieren elimineert door overbegrazing.
Anything goes, in het tijdvak van de mens heeft het artificiele onderscheid mens/natuur per definitie weinig zin (meer).
Waarmee je niet stelt; DUS ben je tegen de schijn van wildernis. Ik pleit voor de volledige Rewilding van het bosbezit van Natuurmonumenten, dat ze er niets meer oogsten, of ingrijpen, in plaats van bos kappen voor SNL-subsidie.
Versus ‘Beter dan Gij’…
Anders ligt ’t wanneer mensen zich bij voorbaat afsluiten, omdat ze al geloven dat ze ‘Beter dan Gij’ zijn in moraal en vermeende beschaving. Dan krijg je Bullshit, volgens de Harry G Frankfurt-defintie. Het maakt niet uit of iets ‘waar’ is, als je er maar mee wegkomt. In Dekker herkennen we die houding bij bespreking van de natuurhoofdstukken:
Veel kritiek is gestoeld op een karikatuur van de groene beweging en komt over als een gevecht tegen zelf-gecreëerde windmolens. Neem bijvoorbeeld de kritiek van Zeilmaker, een van de zeven auteurs, op de traditionele natuurbescherming.(Karikatuur 1; ik wil de traditionele natuurbescherming juist deels weer terug)
Zeilmaker zet zich af tegen de roep om echte of wilde natuur.(Karikatuur 2; ik vind wilde natuur prachtig, maar betwist het idee dat dit DE natuur zou zijn, zoals Dekker dat gelooft) Het wildernisideaal is een vorm van escapisme, gaat gepaard met religieuze en beschavingsmotieven en is schatplichtig aan foute ideologieën als het nazisme. De natuur zelf heeft er weinig aan, aldus de auteur.
Op het wildernisideaal is inderdaad kritiek mogelijk, maar de suggestie dat dit het leidende natuur-ideaal is, klopt niet (dat zeg ik ook niet Karikatuur 3), in ieder geval niet voor Nederland. En voor veel natuurliefhebbers zijn foute motieven irrelevant.(…Men wil het liever niet weten, maar dat maakt het niet minder pregnant RZ)
In een volgend hoofdstuk bekritiseert Zeilmaker verschillende definities van biodiversiteit. Zo verwijt hij het PBL wetenschappelijk gesjoemel om een door beleidsmakers gewenst beeld van de ontwik- keling van de biodiversiteit te schetsen.
Ook hier geldt weer: kritiek is mogelijk, zeker op biodiversiteitsmaten. ((Karikatuur 4; ik ‘verwijt’ niet, ik constateer maar Dekker is te arrogant en lui om zich er in te verdiepen, en beklimt de rots der morele superioriteit om intellectuele luiheid als ‘redelijker positie’ te verkopen)
Maar wat te denken van Zeilmakers eigen definitie van biodiversiteit als ‘pleziernatuur’: “de mate waarin je met eigen middelen op eigen ter- rein een eigen stapsteentje maakt in een ecologisch netwerk”. Niet echt een serieus alternatief voor wie zich zorgen maakt. (wat schiet natuurlijke rijkdom en variatie op met ‘je zorgen maken’ en van natuur bestaan tientallen definities RZ)
Zeilmaker zet zich krachtig af tegen professionele natuurbeschermers ( = professionele marketeers, wat heeft de natuur aan reclame? RZ) en grote (inter) nationale organisaties met hun dik verdienende directies. Hij heeft meer vertrouwen in het gezonde verstand van vissers, boeren en burgers, in tuinieren (pleziernatuur) en stadsnatuur.
Daar is niks mis mee maar het is ook niet nieuw. Stadsnatuur krijgt al decennia aandacht van natuurclubs. En zo kan ik nog wel even doorgaan over deze Don Quichot.
Een traditie van ’tuin’ zou oud als de beschaving
De tragische held van Cervantes is zeker een nastrevens-waardig ideaal, hij vraagt wel goede verstaanders. Ik herstel juist een oud ideaal, de tuin in ere, het Paradijs als ommuurde tuin waar je eigen voorwaarden schept. De Abdijtuin staat model, die zelf weer in een lange traditie staat zo oud als de beschaving zelf. Een vloeiende overgang tussen ‘cul-tuur en ‘na’-tuur die uiteindelijk slechts in onze geest bestaat.
Liever een schoffel en hark dan een ‘draagvlak-campagne’; de basis is dat je er zelf plezier in hebt. En economisch gewin mag niet het leitmotif zijn, zoals bij Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Meer Jac.P.Thijsse dan Marc Bonus van den Tweel.
Zorgen voor je eigen kleine stukje aarde, of dat nu 1 are is of duizenden hectare. Of je moestuintje van de Appie Heijn, als je maar haalbare ambities hebt. Met als motivatie dat je zo meer aandacht voor Het Leven krijgt, er zo gezonder in staat, weg van de massamedia en die mobiele telefoon-terreur. Noem het de Benedictus-optie voor natuur.
Dat is pleziernatuur; iets dat je blij maakt bij de tragiek van het bestaan als sterfelijke zondaar. Omdat de menselijke conditie toch al somber is, kunnen we hier prima zonder links liberaal gejammer over ‘landschapspijn’ en ‘je zorgen maken’, als kleine kinderen/vrouwen die zeuren om hun subsidie-snoepgoed. Emotionele en morele chantage. Omdat ze anders gaan krijsen en huilen.
Een pak voor de broek, dat verdienen ze. En Zuurzaamheid? Nee, dan liever de Puurzaamheid zoals die van Gulpener Bierbrouwerij. Met een abdijbiertje erbij, gezellig!
De Stekker uit het Genre Dekker
Werkelijke ‘diversiteit’ in het landschap ontstaat door een veelheid visies, en vooral; de vrijheid die op eigen grond samen te stellen. Die vrijheid raakt beknot door lastenverzwaringen, waaraan ‘groen’ beleid in grote mate debet is, althans bij boeren. Dat die roep om vrijheid (in eigen verantwoordelijkheid) velen angstig maakt die van het bestaande subsidie/loterijgeld-model bestaan, het spat bij Dekker van de pagina’s
Voorwaarde is dan wel dat je structurele lastenVERLICHTING invoert, zodat iedereen geld overhoudt om het tuincentrum leeg te kopen met bloemen en planten voor de bijtjes en de vogeltjes. Wat de 1 mooi vindt, dat vindt de ander weer niks. Nou, dat geeft niet; dan doe je het zelf weer anders.
Iedereen die dat leuk vindt, kan meteen meedoen zonder mij daarvan op de hoogte te stellen. Dat je geen tegeltuin voor de onderhoudsarme hersenpan schept, maar je eigen paradijsje. Dus stel ik ook ’toon mij uw tuin, en ik zeg u wie U bent’. Eigenlijk zit mijn insteek weinig verwijderd van Verlichtings-socialisten (waar Jac P Thijsse ook toe behoorde), die via natuureducatie het volk vaker achter de televisie en mobiel vandaan wilde krijgen.
Mijn buurman heeft me nu op groen al ingehaald na eerder in een tegelvlakte te bivakkeren; de Abdij-filosofie is dus al een succes, ook wanneer verder niemand mee doet.
In de hoofdstukken over natuur schets ik een kijkrichting om uit de houdgreep van alarmisme los te komen alsof ‘je zorgen maken’ een morele positie is. Die bangmakerij over de toekomst is wel het verdienmodel van fondsenwervende stichtingen – meestal aan het subsidie- en Postcode Loterij-infuus- die claimen ‘de’ natuur te beschermen.
Zoals Natuurmonumenten, maar ook de vereniging tot behoud van de Waddenvereniging. Die laatste club bestaat al meer dan 50 jaar. En na meer dan 50 jaar roepen ze nog steeds dat de Waddenzee er historisch slecht voorstaat. Wat zegt dat over het succes van de eigen gevolgde strategie?
Wat is het rendement van alle geweeklaag?
Wat is het rendement van de 1,2 miljard euro natuurbestedingen per jaar en alle alarmistische geweeklaag over ‘rode lijst’-soorten? Dat kunnen ze niet overleggen. Wij moeten ze geloven op basis van hun beleden morele superioriteit en marketing-gedram. Zodra een bewindspersoon, Henk Bleker de bezem er door haalt, is ‘wij zijn moreel superieur’ de reflex.
Vervolgens kan het PBL via wetenschappelijk gesjoemel een hockeystick-grafiek voor biodiversiteit maken. En pretenderen dat een zelf geconstrueerde ‘achteruitgang’ van containerbegrip ‘biodiversiteit’ plots is gekeerd door het opkopen van boerengrond voor de EHS. Door ‘biodiversiteit’ gelijk te stellen aan ‘oppervlak wat wij tot natuur bestempelen’.
Wat schiet de natuurlijke rijkdom in Nederland nu op met wetenschappelijk gesjoemel? De 40-50 miljoen euro gemeenschapsgeld die Natuurmonumenten nu per jaar aan 80 fte marketing-personeel, lobby en politiek verdampt… kan die niet beter besteed aan het verfraaien van stedelijk gebied, biodiverse bedrijfsterreinen, dat je niet uit zuinigheid je stadsgroen kapt?
Is politiek gedram en onwetenschappelijk mediagedram wat je dan ‘professionele natuurbescherming’ noemt. Of geraffineerde volksverlakkerij?
Je haalt de Germaan wel uit ’t bos, maar het bos niet uit de Germanen
Ik pleit voor naamsverandering tot Natuurlijke Historie, in de plaats van het 19de eeuwse begrip ‘ecologie’ dat proto-nazi Ernst Haeckel uitvond. En haar ‘Enduring Myth’, de mythe van ‘het natuurlijke evenwicht’. Alsof ‘de’ natuur zou optimaliseren tot soortenrijk ideaal, een geoliede machine wanneer je die mensenrein maakt. Dat zou de enige ‘echte’ natuur zijn, de rest daar een aftreksel van.
Mismoedige klaagzangen als ‘in Nederland is geen ECHTE’ natuur zijn allen varianten op dit denkpatroon.
Natuurlijk staat het iedereen vrij dit Duits idealisme aan te hangen. Uiteindelijk kun je de Germaan wel uit het bos halen, maar het bos niet uit de Germanen. Maar herken het tenminste bij jezelf. Vervolgens staat het iedereen vrij zijn favoriete natuur te realiseren.
Wie een mensenrein paradijs wil aanleggen volgens het Wildernis-ideaal, die heeft mijn zegen. Je mag dat ook mooier en beter vinden. Als je maar niet roept dat dit ‘wetenschappelijker’ zou zijn, versmald tot wat academisch ingeklede ecologen-verhaaltjes. Er zitten altijd enkele aanspraken verborgen onder hun uitingen.
1. Daarvan is dat er zoiets als ‘de’ natuur bestaat, de ECHTE, een ‘systeem’ dat je zou kunnen optimaliseren door de mens te minimaliseren.
2. En daaronder beweert men vervolgens ‘de’ wetenschap in pacht te hebben versmald tot de soft science van ecologie.
Er zijn gelukkig nogal wat meer wetenschappelijke disciplines die een helder licht kunnen werpen op de vaak diarree-dunne verhaaltjes van ecologen, van archeologie en historie tot antropologie en filosofie, chemie, natuurkunde.
Alle bosbezit van Staatsbosbeheer tot wildernis
Maar wildernis, dat vinden we prachtig; ik pleit voor rewilding van het volledige bosbezit van Staatsbosbeheer. Nu is slechts 1 procent van het bos in Nederland vrij van menselijk ingrijpen, dat ’t zich spontaan kan ontwikkelen sinds 1987; de bosreservaten. Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer kappen, zagen, en hakken dat ’t een lieve lust is als verlengstukken van de beleidsbureaucratie en haar energiebeleid.
Zo trekt Staatsbosbeheer een 86 miljoen euro winsten per jaar uit haar terreinen, en nog eens een gelijk bedrag aan subsidies. Dat je zoals Staatsbosbeheer in je subsidiekachel in Purmerend jaarlijks meer dan duizend hectare bos opstookt, en claimt dat dit ‘voor het klimaat’ is. Voor de subsidie. Of windturbines in je Robbenoordbos zet.
De huidige natuurbeweging is moreel en technisch failliet, een verlengstuk van een beleidsbureaucratie zonder enig oog voor de natuurlijke historie van Nederland. Zij dient met wortel en tak uitgeroeid uit ons midden, zodat een nieuwe beweging op de as van de vorige kan bloeien. Met vooral meer leukere oprechte mensen.
En minder opportunistische geldgraaiers/marketeers- aangevuld met rooibosteefjes en wollensoksuelen- waarmee per definitie niet te praten valt, omdat ze ergens op de Moral Higher Ground bivakkeren.