Biologie weer terug bij Aristoteles en christelijke deugd….

Ramon Lull in 1304, een hiërarchische ladder

De misschien wel laatste ‘echte’ academicus van Wageningen UR, Gerard Jagers op Akkerhuis werkt als klassieke ‘Natural Philosopher’ stug aan zijn eigen evolutietheorie, de Operatortheorie waar ook de niet levende natuur en de technosfeer in passen.

Hij bepleit een hiërarchische indeling die hij een ‘remake’ noemt van de Scala Naturae van Aristoteles en zijn Middeleeuwse navolgers als Thomas van Aquino, maar dan zonder God en de Engelen er in. Een ladder met stapsteentjes in complexiteit zou de natuur het beste beschrijven van levenloos tot levend.

Zijn pas bij Wageningen Academic Publishers verschenen publicatie “Science Bites’ is alvast een waardevolle bijdrage bij het elimineren van slordig denken over ‘het leven’. Goede wetenschap begint bij goed denkgereedschap en vooral: ‘eerlijkheid’, aldus Jagers. Dus zonder klassieke deugden bedrijf je geen zinvolle wetenschap.

De nu populaire stamboom van Darwin (en vooral Haeckel) rangschikt leven op ‘historiciteit’ van ‘soorten’, van aap tot Angelsaksische adel als apex. Terwijl een ‘soort’ als fysieke eenheid waarop selectie aangrijpt niet bestaat, net als een ‘populatie’. Een populatie drinkt niet, een olifant wel, er bestaan enkel individuen.  

Het handzame boekje met 22 bedrieglijk korte hoofdstukjes

Evolutie is geen proces (werkwoord) maar ‘patroon’ (resultaat)
Evolutie is geen PROCES, net als een werkwoord van ‘ ik evolueer, wij evolueren’ al wordt het wel steeds zo gebruikt. Zoals ‘de soort evolueerde’…. Maar ‘evolutie’ is een resultaat, een ‘patroon’ zoals Gerard Jagers dat beschrijft in Science Bites. Zijn boek geeft 22 bedrieglijk korte hoofdstukken over de grondslagen van het denken over het leven. In enkele bladzijden voldoende denkstof om een dagje op te ‘kauwen’.

De titel had mevrouw Jagers mooi met hem samen verzonnen. Het zijn wetenschappelijke bitterballen, voor de liefhebber die van doordenken houdt. Zijn publicatie is meer dan welkom, omdat hij het denken over grondslagen van biologie toegankelijk op scherp zet. Met rigoureuze logica terug naar de grondslagen, om af te vragen: WAT zien we nu eigenlijk..

De boom van het leven die Darwin als metafoor hanteerde kent iedereen. Maar volges Jagers op Akkerhuis is  het tijd voor een andere indeling, die de natuur (levend en niet-levend) beter beschrijft; zijn actor-operatortheorie. Omdat Darwins Boom van het leven bij nader inzien zo logisch niet in elkaar steekt, de fundamentele organisatie-eenheden als ‘soort’ maar ook ‘populatie’ voldoen niet.

Zoals je ook niet ‘een beetje zwanger’ kunt zijn, zo kun je met gebruik van Jagers op Akkerhuis zijn logische werk ook maar steeds uit 2 opties kiezen, wanneer je ‘de natuur’ wilt reduceren tot de kleinste functionele eenheid. Ja of nee, net als bij een computer die 0 of 1 geeft

En in die eenvoud zit de ‘schoonheid’.  Al werkt zijn theorie ook niet als VERKLARING voor het ontstaan van complexere levensvormen, maar als meer accurate BESCHRIJVING. Daarover zo meer, het hieronder afgebeelde ‘Into the Cool’ poogt wel te verklaren (met 2de hoofdwet thermodynamica).

Een stukje verwantschap in redenering…

Jagers Op Akkerhuis paste deze theorie van een hiërarchische ladder met fundamentele bouwsteentjes (organisatie-eenheden) ook al toe in een boekje over biodiversiteit, De Soortenstorm (2012). Om zo in de levende wereld ook ‘dode materie’ op te kunnen nemen. De technosfeer kun je met de theorie van Jagers op de biosfeer aansluiten. Inclusief de maaksels van mensen tot computers en gebouwen aan toe.

Daarin sluit Jagers op Akkerhuis mooi aan op het Next Nature project van Koert ‘Tesla met subsidie’ van Mensvoort.

Die opname is al even logisch. Waarom een Beverdam wel ‘natuur’ noemen, maar een Oosterscheldedam niet? Op basis van welk fundamenteel criterium beslis je tot opname of afwijzing? Dat de Deltawerken meer ingenieursvernuft vragen is nog geen reden om de mens en zijn maaksels buiten de natuur te zetten.

Hooguit staat die op hoger complexiteitsniveau, er is meer energie en organisatie nodig om deze te maken. Is ‘meer complexiteit’ dan de reden om iets tot ‘onnatuurlijk’ te maken? Of spontaniteit? Of als het maar ondoordacht is, is het ‘natuur’? Door een hiërarchie van ‘complexiteit’ juist als stapsteentje te nemen – zoals Jagers op Akkerhuis doet- ontsnap je aan die willekeur.

De Oosterscheldedam, ook natuur

…maar een beverdam wel ‘natuur’?

Evolutionaire afstand; dicht bij elkaar liggen is nog niet ‘uit elkaar ontstaan’
Nu eerst een stukje historie over het denken over evolutie in de biologie. Nieuwkomers doen er goed aan zich eerst het werk van Michael Ruse eigen te maken (bv The Evolution-Creation-struggle).

‘Niets in de biologie slaat ergens op, behalve in het licht van ‘de evolutie’, zo zou Theodosius Dhobzhanski gesteld hebben. Die was grondlegger van de neo-darwinistische revolutie in de jaren ’10-30. De biologie is een verzameling loshangende feitjes, zonder de verbindende theorie die Darwin aanbracht, gecombineerd met genetica. ( = neo-darwinisme).

Wat is de basis-karakteristiek van Darwin’s classificatie? Kort gezegd; op basis van HISTORISCHE afstamming zou iets van lagere organisatie tot iets van hogere organisatie leiden. De ‘Boom van het Leven’ (die ook Ernst Haeckel afbeeldde) is dus gerangschikt op historiciteit, wanneer ze zijn ontstaan.

Historiciteit en ‘complexiteit’ lopen hier gelijk op, met de Victoriaanse Engelsman als koloniale heerser als summum. En het mono-theisme als superieure vorm van godsdienst boven de rariteitenkabinetten van polytheïsme. (Darwin gebruikt dat ‘Supreme Being’-argument zelf)

Zelfs Alfred Russell Wallace, met Darwin mede-ontdekker van ‘variatie en natuurlijke selectie’ als vermeende motor van evolutie werd sceptisch over die ontdekking. Hij werd spiritist (iemand die seances houdt, geesten oproept) die ook zag dat je met kansberekening en naturalisme (materie verklaart alles) nog geen mechanisme hebt (een werkwoord), waarmee je het ontstaan van bijvoorbeeld complexe organen verklaart.

Darwin zelf wist ook dondersgoed dat hij het gradueel ontstaan van complexiteit niet verklaarde. Hij noemde in ‘The Origin of Species’ ‘het oog’ als twijfelobject. Als het niet in 1 keer werkt, heeft ’t ook geen evolutionair voordeel.

OP elkaar lijken is nog niet beslist ‘uit elkaar voortkomen’

Pas met Hugo de Vries en de introductie van genetica kwam Darwin’s theorie weer op de voorgrond, zo vlak na 1900.

Eind 19de eeuw waren het niet biologen, maar vooral politici en filosofen die met Darwin wegliepen. Omdat deze een niet christelijk wereldbeeld aan respectabel randje hielp. Zoals Herbert Spencer, waaraan we het aforisme ‘Survival of the Fittest’ danken. En Karl Marx natuurlijk met zijn Klassenstrijd, of Dolfie met zijn Rassenstrijd.

…Maar dan, ook met de introductie van genetica beschrijf je misschien wel de mate waarin organismen op elkaar lijken. Wat men in de cladistiek (genetische analyse van verwantschappen) ‘evolutionaire afstand’ noemt. Maar je hebt niet verklaard HOE soorten uit elkaar zouden zijn ontstaan. Hoe ze tot hogere organisatie konden opklimmen, het proces. Je beschrijft alleen het RESULTAAT van dat proces….

Dat Zoetermeer dicht bij Den Haag ligt, wil nog niet zeggen dat Zoetermeer uit Den Haag ontstond. Al is het niet uit te sluiten dat een stel Hagenezen uiteindelijk in Zoetermeer terecht kwam. Dus waarom en vooral hoe zou een mens dan uit een aap ontstaan, enkel omdat mensen er op lijken?

Loop maar eens door de Kalverstraat en je weet: de Neanderthaler is nooit uitgestorven. Al draagt een aap een gouden ring…

Neanderthal-museum in het Neandertal bij Dusseldorf

Proces is geen resultaat en resultaat geen proces
Darwin heeft dus nooit het PROCES, het werkwoord verklaard, dus hoe het gebeurt. De moderne biologie snapt ook, dat je met geleidelijke genetische mutatie niet tot hogere organisatie komt. Een aanpassing heeft immers enkel voordeel als hij direct werkt/gunstig is. Dus richt men zich op epigenetica, een soort Lamarckisme, de overerving van gunstige eigenschappen.(the acquirance of inhereted traits)

De mensen die Darwin’s theorie van ‘natuurlijke selectie’ zo ophemelen, je vraagt je wel eens af of ze doordachten wat het nu werkelijk betekent. Wat verklaart een tautologie nu als ‘de overlever overleeft’? De bierdrinker drinkt bier…Rondje bier.

Laat staan, hoe je met een tautologie uit levenloze materie een hogere organisatie kunt doen ontstaan, omdat binnen een ‘soort’ variatie bestaat. Variatie en ‘selectie’ zijn beide een ‘resultaat’, geen proces.

Of de vorming van een resultaat nu 1000 jaar duurt of 1 miljard jaar. Het is onwaarschijnlijk dat iets ingewikkelds dat uit lage organisatie ‘spontaan’ vormt zonder verklarend mechanisme, een kracht of ‘druk van onderen’ (bv energie, Gods geest over de wateren…). Waarom zou ‘zo lang mogelijke tijd’ een proces zijn dat complexiteit doet toenemen? Dat ‘miljoenen jaren evolutie’-gebabbel…

Alsof iets meer aannemelijk wordt, wanneer je de tijd voor verificatie van je zwakke bewering maar zo lang mogelijk oprekt.

Dus hoewel biologen heel wetenschapperig doen, zijn het eigenlijk gelovigen, ze nemen iets aan op zevenmijlslaarzen dat op zijn best nogal slecht is doordacht… Van de categorie ‘het moet wel zo gebeurd zijn, want we zien het resultaat van wat er gebeurd is’.

De evolutionaire stamboom die Ernst Haeckel ontwierp

Hoopvol monster
Dus, biologen weten niet hoe iets complex ontstaat, enkel DAT het ontstaat. Bijvoorbeeld hoe een vleermuis dan plots na die ene laatste mutatie in zijn genen, geheel toevallig een werkende sonar krijgt. Terwijl voorgaande generaties daarvoor dus met een soort onwerkzaam gezwel zouden rondvliegen, waar ze niets aan hadden. En ze konden nog geen motje vangen.

Dat is wat men dan het ‘hoopvolle monster’ noemt.

Een andere bekende metafoor ter relativering van de ‘kracht’ van natuurlijke selectie is de Boeing 747 die door een stormwind uit de dump van een sloopbedrijf zou ontstaan. DAT je in het fossielenarchief steeds een ontwikkeling ziet van meer complexe organismen (bv meercelligen, gespecialiseerde meercelligen met zenuwcellen en hersens) die soorten opvolgen met lagere organisatie, het is nog geen BEWIJS dat die dus uit elkaar zijn ontstaan.

Terwijl Darwin niet meer biedt dan een stochastisch proces dat de uitkomst is, niet de oorzaak. ‘natuurlijke’ selectie, wat is het ook meer dan ‘spontane’ selectie. Bovendien, die selectie bij levende wezens moet op hun fenotype (uiterlijk) inwerken, en dan heb je al helemaal nog niet verklaard hoe dat inwerken op ’t fenotype naar genetica door vertaalt. ‘Vorm’ is ook een eigenschap, zoals ook Rupert Sheldrake beschrijft in ‘A new Science of Life’.

Sheldrake poogt met zijn theorie van Morphic Resonance een uitweg te vinden in het dode spoor waar de biologie eigenlijk al een halve eeuw zit. Biologie beschrijft, maar verklaart ontstaan van leven niet.

Bijna overal kom je die verwarring tegen; een RESULTAAT (natuurlijke selectie) wordt verward met een PROCES, een werkwoord. Zowel natuurlijke ( = spontane) selectie als variatie zijn beide een resultaat, geen proces. Twee maal 1 resultaat maakt nog geen proces.

De Scala Naturae van Dicadus Valades (1579), helemaal boven in God en de Engelen, afbeelding vind je ook bij Jagers op Akkerhuis

En onderin de onderwereld-wezens van de hel

Natura Facit Saltus (De natuur maakt WEL sprongen)
Terecht dat Jagers op Akkerhuis in hoofdstuk 6 (natura facit saltus) een ander nijpend probleem aankaart. Was de aanname bij Darwin, dat de natuur geen sprongen maakt (Natura non facit saltus), modern onderzoek betwijfelt die aanname. Dus natura facit saltus. Tegelijk blijkt dat veel organismen en hele groepen plots vanzelf opduiken (De Burgess Shale), dus helemaal niet gradueel, geleidelijk zoals Darwin met geologen als Charles Lyell dacht.

Geoloog Lyell hanteerde overigens ook de ‘Scala Naturae’, en stelde dat tussen die verschillende stapjes (fossielen met verschillende organisatiegraad) nog ‘missing links’ zouden bestaan. Volgens mij is hij de eerste die deze term gebruikt; ‘missing link’.

Vanuit darwiniaans oogpunt, heeft complexer organisatie van een organisme ook niet beslist zin. Wie zijn er nu meer succesvol als ‘overlever’? De zelfde blauwalgen die de eerste zuurstof maakten in de oeraarde, die bestaan nu nog steeds. Een proces van degeneratie kan evenveel zin hebben. Dat je langer overleeft als soort wanneer je juist weer simpel wordt.

Zie daartoe ook ‘The Beak of the Finch’ over het werk van Peter en Rosemary Grant op de Galapagos-eilanden aan de Darwinvinken. Wat meer zijn die verschillende snavelvormen, dan directe aanpassingen aan andere voedselomstandigheden? Die darwinvinken tonen meer wat biologen ‘fenotypische plasticiteit’ noemen, zoals je ook je gedrag aanpast bij andere omstandigheden.

Het beste kunnen ecologen gewoon weer dieren tekenen zoals Ernst Haeckel dat deed…

Zodra die omstandigheden veranderen, dan kan die snavelvorm ook weer veranderen. Het is geen reden die zelfde vorm vast te houden, laat staan om een nieuwe eigenschap te ontwikkelen.

Intelligent zijn en je voor meer interesseren dan Goede Tijden Slechte Tijden biedt je geen enkel fitness-voordeel, je kunt beter tokkie zijn. Dan krijg je veel meer kinderen en het geluk is met de dommen.  Je verbaast je er kortom over, met welke polsstok biologen over zulke gedachtengaten springen zonder een drijvende kracht te beschrijven.

Dus snapt de lezer het nu? (Natuurlijke = spontane) selectie van variatie is geen drijvende kracht, hooguit een stochastisch resultaat. Wat overleeft dat overleeft.

So What?

Darwin’s theorie verklaart niks, behalve de behoefte van moderne Westerlingen aan een Goddeloos wereldbeeld. Ook Jagers op Akkerhuis ontkomt hier niet aan bij zijn terugkeer tot Aristoteles, die tenminste ‘De Goden’ nog in zijn Scala Naturae opnam.

Evolutie en biologie waren altijd de basis van alle interesse van uw Rechtse Hippie

Dual Closure als fundamentele bouwsteen naar fysiek bestaande ‘dingen’
Als je dus constateert; er zijn verschillende gradaties van complexiteit in de natuur, van quark, atoom, eencellige tot meercellige plant tot mens en verder, organisatiegraad (net als ‘organisme’), hoe rangschik je die dan op basis van welke eigenschappen? Dus op een betere manier dan de ‘boom van het leven’ met ‘soorten’. Evolutie werkt niet op een ‘soort’ maar individu. Maar wat is dan het meest basale bouwsteentje?

Kun je iets wel een ‘eigenschap’ noemen, of iets dat ‘echt bestaat’ in fysieke zin? Neem een ‘soort’; een individuele olifant drinkt wel bij een drinkpoel, maar een ‘soort’ of populatie niet. Dat zijn mentale categorieen. Een soort evolueert dus ook niet, want een soort is geen fysieke entiteit. En evolutie is geen werkwoord maar resultaat van variatie en selectie.

Dus, wat is een eigenschap waarmee je een hoofdgroep herkent? Hier herintroduceert Jagers op Akkerhuis twee basale bouwsteentjes, die op elk organisatieniveau terugkeren en die als ‘drie-eenheid’ met elkaar verbonden zijn. Een omhulsel (bv membraan) en een proces (closed loop), die van elkaar afhankelijk zijn. Die onderlinge afhankelijkheid is dan de ‘dual closure’.

Neem bijvoorbeeld de celwand van een cel, die niet gevormd kan worden zonder processen binnen de cel. Maar die celwand maakt op zijn beurt ook die processen weer mogelijk. Zo heb je dus een basaal bouwsteentje, dat je op elk organisatieniveau in een hierarchie van complexiteit kan laten terugkeren. En zo voorkom je vervolgens ook logische inconsistentie in je nieuwe schema van evolutie (als resultaat): dat van een complexiteits-ladder van ‘laag’ (een quark) naar ‘hoog’. (bv een mens)

Aldus Jagers Op Akkerhuis.

De tuin van de Abdij van Orval, als voorafspiegeling van het Paradijs

Terug naar Aristoteles, maar dan meer dynamisch
In hoofdstuk 8, verdedigt Akkerhuis dan het oeroude idee van ‘The Great Chain of Being’ zoals hierboven afgebeeld, waar Aristoteles en Middeleeuwse navolgers als Thomas van Aquino nog de Goden en Engelen aan toevoegden. Met onderaan de onderwereld. Veel biologen gooiden die ketting weg als baby met het badwater, want zoals ze toegeven (blz 58):

  1. The Classic Chain is not based on mechanisms, but on some form of idealism
  2. gods and angels cannot be reconciled with a naturalistic approach (….)
  3. the classification of the great chain is static. Stasis conflicts with current ideas about evolution.

Zoals bij de bespreking van het werk van Rupert Sheldrake al aangestipt: juist dat naturalisme kan wel eens de oorzaak zijn van stasis in de biologie, het denken over ontstaan van leven. Met alleen ‘materie’ verklaar je processen niet. En bovendien kan immers materie in energie veranderen en andersom. (E = MC2) De realiteit zit aanmerkelijk meer mystiek in elkaar dan men vanaf de 17de eeuw ging denken.

Ook Jagers Op Akkerhuis levert nu misschien een meer logische BEschrijving van de natuur naar hiërarchie in complexiteit. Logische organisatie-eenheden met ‘Dual Closure’ als universeel kenmerk, zodat je verschijnselen meer logisch geldig kunt groeperen. Dus gewoon ordinaire ‘patroonherkenning’. Wat computers met artificial intelligence ook doen.

Maar beschrijven (het resultaat herkennen) is nog niet ‘verklaren’…(het proces ontrafelen)

Het eigen ‘Nieuw Droevendaal’ heet De Abdij

En dan; hoe vaag is het begrip ‘complexiteit’ zelf. Behalve dan, dat je zoals Op Akkerhuis stelt ‘niet kunt ontkennen dat een meercellige plant van hogere organisatie is dan een eencellige bacterie’. Nog steeds heb je niet verklaard hoe je van de ene stap in de complexiteitsladder een trapje hoger komt.

Ja, iets met energie. Zie daartoe ook ‘Into the Cool’ van Erik D. Schneider en Dorian Sagan, die op Erwin Schrodinger teruggrijpen, zijn ‘What is Life’ (1948). Om je vinger achter die vraag te krijgen, dat is toch DE reden waarom je voor de studie van biologie kiest, ja van natuurwetenschap?

We weten het potverdorie gewoon niet. En dus grijpen wetenschappers- waaronder de Wageningse biosoof- maar weer terug op Aristoteles, een oude Griek van 2500 jaar geleden. En zo komen we bij ‘Sciencebite 16, Internal Criteria for Doing Science’ (blz 104) bij Jagers Op Akkerhuis ook op een weerlegging van zijn eigen naturalistische criterium.

Mariagrotje Abdij van Affligem: 1000 jaar oud en nu toerisme-object

Want meer dan de zoektocht naar ‘fysiek bestaande’ categorieën, is wetenschap ten diepste een spirituele oefening met een moreel uitgangspunt. Jagers Op Akkerhuis selecteert tien criteria waar goede wetenschaps-beoefening aan moet voldoen. De eerste daarvan is een klassieke, of eigenlijk meer ‘christelijke’ deugd: eerlijkheid.

  • Personal attitude. One should be critical and honest about one’s practical and theoretical work.

Waarom zou je eerlijk zijn bij wetenschapsbeoefening, behalve wanneer aan het naturalistische een morele, spirituele categorie vooraf gaat? Alleen omdat je anders bang bent dat je ‘peer reviewers’ je betrappen? Het loont vandaag de dag immers meer om volgens de mode te schrijven, dan om eerlijk te zijn…

De replicatiecrisis in de wetenschap- meer dan de helft van ’t gepubliceerde is domweg onwaar, gesjoemel- die bevestigt de urgentie van Jagers op Akkerhuis zijn observatie. Je kunt ‘God’ – de morele basis van het universum in de Westerse traditie- niet uit je Scala Naturae gooien, zonder ook op lagere niveaus de gevolgen gepresenteerd te krijgen.

2 Replies to “Biologie weer terug bij Aristoteles en christelijke deugd….”

  1. De verwaring ontstaat door te stellen dat er ook leveloos materiaal bestaat, iets wat het boeddhisme al door zag .
    De schaal van waar op je iets waarneemt in combinatie met tijd maakt al veel duidelijk.
    Inmens groot als ons sterrenstelsel of inmens klein als atomen het is allemaal met elkaar verbonden en fractaal.
    Het lijkt mij dan ook geen optie om de zon of de aarde als levenloze materie te beschouwen ,het is allemaal onderdeel van een zeg maar godelijke compositie net als de mens.
    In simatic de resonantie van geluid en materie zie je overduidelijk dat iedere frequentie zijn eigen vorm heeft, er is geen plaats voor een tussen vorm dus geen evolutie.
    Zo overstijgt het godelijke principe het weteschaplijk bijgeloof .
    Of zo iets ik lul ook zo maar wat.
    Gr aard

  2. Goed om dit onderwerp eens bij de horens te vatten. Zelf heb ik het meest gehad aan het werk van Jos Verhulst. zoek ‘jos verhulst’ in Boeken bij bol.com bijvoorbeeld. Verhulst bouwt voort op de ideeën van Louis Bolk en komt tot een boeiende en eigenzinnige visie op evolutie die ver is verwijderd van het darwinisme. Hoe meer ik het doordenk, hoe enthousiaster ik erover wordt. Van het “oorspronkelijke” darwinisme is sowieso eigenlijk weinig over, zie bijvoorbeeld Eugene Koonin tijdens het darwinjaar (The fate of the central tenets of (neo)Darwinism in the post-genomic eraa): https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC2784144/

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *