Monniken bouwden en verenigden modern Friesland

Benedictijner Abdij de Achelse Kluis. Gevestigd in het moeras van de Tongelreep, dat ze ontgonnen

Bij toeval stuitten we op een nieuw wetenschappelijk boek ‘Landscapes or Seascapes’- the History of the coastal environment in  the North Sea Area Reconsidered’. Een prachtige en degelijke gids om onze reis door de natuurlijke historie te vervolgen van Groot Friesland van West Friesland tot Noord Friesland (in Duitsland, Sleeswijk Holstein), zoals vorige week bij Dokkumer Nieuwe Zijlen, maar eerder Romo (DK) en de Sylt (DE).

Monnikenweg richting Kimswerd

Vandaag weer het Friese kloosterverleden en de grote bijdrage die monniken leverden in de 12de en vooral 13de eeuw aan de vorming van het Friese landschap via bedijking, inpoldering, drainage en waterwerken om de wildernis tot Grazige Weiden te temmen conform Psalm 23.

Dankzij de bijdrage die Leidse hoogleraar Friese (middeleeuwse) geschiedenis Johannes Mol aan Landscapes and Seascapes, hebben we weer wat puzzelstukjes erbij gekregen om het landschap beter te lezen.

Mol betoogt daarin dat de rol die monniken speelden bij de domesticatie van de zeeklei-wildernis van Friesland tot vruchtbare gronden veel groter is dan na-oorlogse historici (incluis hijzelf) aanvankelijk dachten.

De literatuur voor vandaag

Twee ordes speelden een hoofdrol, de Cistercienzers met hun grijze pijen (‘schiere monniken’) en de Norbertijnen met hun witte pijen waar ook ‘Wittewierum’ naar is vernoemd. Dat waren hervormingsbewegingen van de laat 12de eeuw, die zich conform de woestijntradities (teruggaand tot de Heilige Antonius in de 5de eeuw) in de resterende wildernis terugtrokken, om in soberheid te leven, een bestaan van arbeid en gebed (Ora et Labora)

IN Friesland was nog wildernis op de grens van zee en land, dus de titel ‘landscapes or seascapes’ is bijzonder treffend. Een beetje zoals hieronder bij Fryslan Butendyks.

Koeien Fryslan Butendyks, zo kunnen de monniksweiden er ook hebben bijgelegen. Het waren ook veehandelaren

Met hun lekenbroeders (zeg maar ‘monnik in opleiding’) kregen ze een lap grond in bezit in het zeekleiland, en via ontginning en bedijking maakten ze daar vruchtbare veeweides van. Het waren ook grote veefokkers en handelaren, die Friese monniken. Zo werden ze uiteindelijk steeds rijker, ook omdat ze van zowel adel als geestverwanten ‘crowdfunding’ kregen.

Dat je bij wijze van liefdadigheid niet zo’n Postcode Loterij-NGO steunt met z’n ‘biodiversiteit’, subsidie-ecologen van de PvdA-of-erger en noodlijdende girodieren, maar dus een stel Friese monniken ondersteunt die de woestenij tussen zee en land tot vruchtbaar land temmen.

Overzicht van alle kloosters

Die nieuwe kloosters werden uit oude kloosters meer in het zuiden gesticht, zoals het Klooster Affligem (1094) van de Benedictijnen dat we enkele jaren terug bezochten. De reguliere bierdrinker kent die naam van Affligem-bier, dat nu door Heineken grootschalig op de markt wordt gebracht.

De Abdij van Affligem, 1000 jaar oud; een muur er omheen om je van de chaos buiten af te sluiten

Friesland bestond nog uit Oostergo, oostelijk van de Middelzee, en Westergo. In Oostergo vestigden de Norbertijnen (met witte pij) het klooster Mariengaarde, dat langs de Elfsteden-Fietsroute ligt. Dat bezochten we deze zomer voor het eerst. Dat lag aan de oostkant van die Middelzee, die toen al dichtslibte. De monniken hielpen daar dan een handje bij.

Van Klaarkamp is niets meer te zien

De Mariengaarderweg

Verderop in Oostergo lag Klaarkamp bij Rinsumageest (vlakbij Dokkum, vorig jaar bezocht) dat in 1191 werd gesticht door de Cistercienzer monniken. Die stichten ook het klooster Bloemkamp in 1192. Die stichten op hun beurt weer het Nijeklooster aan de overzijde van de Middelzee, waarnaar nog steeds een straat en bushalte naar is vernoemd.

Mol zijn naam stond al op een boek dat we vonden bij het mini-museumpje van de boer op wiens land Bloemkamp stond. Dat staat aan het Sint Odolfuspad bij het vroegere Klooster Bloemkamp (Hartwerd, bij Bolsward).

Dat klooster staat bekend en aangegeven als Oldeclooster, en was een Cistercienzer Abdij met een hectare of 1500 aan landbezit langs de zeearmen van de Marne en de Middelzee. Die zeearmen bedijkten ze en draineerden ze, om er vruchtbare weidegrond van te maken.

Bloemkamp bij Hartwerd = Oldeclooster, op driesprong met de Middelzeeweg

Wat rest van de Middelzee, de Zwette

Aan de overzijde van de Middelzee bij Dearsum. Nijeklooster, de afdeling voor de nonnen

Het is onvoorstelbaar hoeveel namen in Friesland nog aan het kloosterverleden herinneren van Monnikenweg tot Klooster-Lidlum. Zelfs 450 jaar nadat hun bezittingen werden gestolen en/of verwoest voor de Reformatie. Zo vonden we ook deze ‘Monnikenweg’ bij Achlum, vlak aan de Slachte richting Kimswerd. Op de landkaart die Mol in zijn artikel aanhaalt kun je bij Achlum een Nonnenklooster zien, dat uit Ludingakerke bij Harlingen werd gesticht.

Ook van Mol, moet ik nog aanschaffen, hier bij het museum van Bloemkamp en maquette

Waar Ludingakerke dan precies lag, geen flauw idee, dat moeten we dan nog opzoeken. Het was een orde van Augustijnen. Vele concurrerende ordes bouwden dus door contributies en de vruchten van hun land een vermogen op. Je zoekt een nog onbetwist plekje uit, dat nog door stormvloed en overstroming werd bedreigd. En maakt daar dan een ‘grazige weide’ van als in Psalm 23. Zoals monniken de geest cultiveerden gaven ze ook het land vorm.

In Friesland kwamen op de landerijen van die kloosters ook zogenaamde Monnikhuizen, waar dan die lekenbroeders woonden, ook wel Gangria genoemd.

Pinjumer Halsband. De lage dijkjes beschermden tegen overstroming in de zomer. In najaarsstormen sloeg vruchtbaar sediment achter de dijken en zo hoogde het weiland steeds verder op

Zo lees je ook in het artikel hoe het Klooster Klaarkamp haar bezittingen steeds verder noordwaarts uitbreidt, via ontginning, bedijking en afwatering. Langs de rivier de Paesens, die toen bij het huidige Paesens-Moddergat uitmondde in de Waddenzee. Op die landerijen vind je dan de gangria van Betherwirde, het Germerhuys, het Munnickhuys Nes, en het nonnenklooster van Sion bij Nijawier

Die moeten we nog in beeld brengen.

Hier stond- oh ironie- het nonnenklooster van Achlum

1345, de Furor Frisiae
Van de hand van Johannes Mol komt ook dit artikel over de rol die de voornoemde kloosters speelden bij de vereniging van Friesland, met de Slag bij Warns (1345) als keerpunt. Toen hakte een Friezenleger een Hollandse invasievloot in de pan bij Stavoren. Er schijnen nog adelijke families bij elkaar te komen, nazaten van gesneuvelde edelen waar dit verlies uit 26 september 1345 nog steeds een pijnlijke vernedering is.

Graaf Willem IV sneuvelde, Otto II van Arkel Asperen, Claas Oom van Arkel, Hendrik van Brederode, Floris I van Haamstede en 3 van de 4 heren van Montfoort. De Furor Frisiae, spot er niet mee…

..slot bij Santpoort, Brederode, waarvan de baas in 1345 in Fryslan sneuvelde

Aanvankelijk waren Bloemkamp (Westergo) en Mariengaarde (Oostergo) relatief Willem-gezind. Maar dat veranderde toen Willem IV hun overzeese kloosterbezittingen van ongeveer 750 hectare in West Friesland (bij Enkhuizen) in beslag nam. En hun visrechten voor de Friese kust. Willem’s doel was dat de Abten van die kloosters dan druk op het lokale bestuur zouden zetten, om zich vooral niet tegen Willem’s heerschappij te verzetten.

Willem was een onstuimige kruisvaarder, die ook nog met Duitse Ridderordes samen vocht tegen de nog Heidense Pruisen. (zie mijn bezoek aan Kap Arkona op Rugen, het laatste Slavisch-Heidense heiligdom)

Die Heidense Pruisen zouden ze volledig uitroeien, waarna de Duitse ridderordes zelf die naam aannamen. Willem was nog op bedevaart in het Heilige Land geweest. En nu zou hij die weerbarstige Westergo-Friezen (westelijk van de Middelzee) er even onder krijgen. Maar zijn confiscatie van kloosterbezit was dus 1 van de vele tactische blunders.

Voor het eerst in 1942 weer herdacht

Het werkte averechts, want zo keerden de Abdijen zich tegen hem, voor de Friezen. Zo droeg hij bij aan de organisatorische vereniging van Oostergo en Westergo, waar de abten van de kloosters een grote rol in speelden. Zo brachten de Oostergo-Friezen en Westergo-Friezen een heel leger op de been. Op 6 juli 1345 namen die Friezen alvast Stavoren in, zodat Willem dat havenstadje niet als bruggenhoofd voor zijn invasie kon gebruiken.

In de Sint Oldolfus Abdij (dat ligt nu op een plek voor de kust van Stavoren) kwamen ze tot de heilige Maria voor overwinning bidden. Die abdij werd ook uitvalsbasis van de Friezen. (met haar nonnenklooster in Hemelum)

Na de slag bij Warns (eigenlijk dus Stavoren) werd Willem IV zijn lijk in klooster Bloemkamp opgebaard. Die kloosterlingen waren overigens eerder Vechtmonniken. Zo vochten de monniken van Bloemkamp voor de invasie van de Hollanders nog met de monniken van Ludingakerke, gewapende strijd dus. Zoals Mol schrijft:

Lidlum had het aan de stok met Bloemkamp en Ludingakerke, Bloemkamp met Ludingakerke en Lidlum, en Ludingakerke dus met Lidlum en Bloemkamp. Deze twisten bleken later een eendrachtig optreden van de prelaten van deze drie grootste kloosters van Westergo in landszaken ook niet in de weg te staan.

Sint Joris verslaat de draak

De Hollanders vochten onder de banier van Sint Joris. De Friezen onder de banier van Maria, de Moeder Gods. Uiteindelijk wist Maria te winnen, en haar beeltenis werd ter herdenking ieder jaar op 26 september nog tot in de 16de eeuw vereerd. We gaan dus nog gauw op zoek in Friesland naar meer sporen van het Abdijverleden, vandaag weer langs de Friese Zuidwestkust en het historische slagveld.

Reade Klif

En natuurlijk de heilige grond waar die Hollanders letterlijk de zee in werden gedreven. Fryslan Frij! En dus noemen we het eigen huis ook De Abdij.

Abdij met ‘ommuurde tuin’ = het Paradijs

4 Replies to “Monniken bouwden en verenigden modern Friesland”

  1. Zo was ik benieuwd hoe die achternaam van mij ‘Broersma’ is ontstaan. Ik las ergens dat er in Friesland Broersma States waren, boerderijen of landerijen in eigendom van de kloosterbroeders rond de tijd die jij beschrijft.

    Mijn vroegst gevonden voorouder heette niet Broersma maar Dow Takama.

    *landeigenaar in Ulbada sate te Terzool, overleden voor 1486, had een dochter Alle die (waarschijnlijk sinds 1477) kloosterlinge was te Aalsum.

    *In 1486 (bron: kloosterstukken Aalsum regest 106) treden heer Honytgen te Akkrum, heer Diricke, te Sijbrandaburen, Foka in da Wynckel en Eke toe Soel op als zoenslieden (arbiters) in een kwestie tussen de erven van Dow Takama ter Soel en het Klooster Aalsum, waar diens dochter Alle opgenomen is. Uitspraak: de erven moeten het klooster 23,5 klinkerd uitbetalen en voorts een rente van 2,5 klinkerd uitkeren.

    Zijn zoon werd mede-eigenaar van een Broersma State. De latere eigenaren gingen zich vernoemen naar de boerderij, vandaar de naam Broersma. Niet alle Broersma’s zijn van dezelfde stamboom, heb ik begrepen.

    Of het waar is weet ik uiteraard niet, maar het zou maar zo kunnen.

  2. Dit doet mij denken aan de geschiedenis van de Stedingers. Het lijkt erop dat dat volk door de ‘zgn’ kruisvaarders in het jaar 1234 nogal in de ban gedaan is. Er zijn erg leuke boeken op het net te vinden erover.
    Btw, het volgende linkje geeft naar mijn idee een beetje meer overzicht wat betreft het hoe en waarom er tegenwoordig zulke vreemde en rare zaken gebeuren, ook wat betreft meerdere onderwerpen die jij hier wel behandelt.
    *https://www.*you*tube.*com/*wa*tch?v=fORO*JD8TVYI

    (*-s deleten)

  3. Hallo Rypke,

    Vandaag net een rondje in dit gebied gefietst.

    Nijland–Hartwerd–Franeker–Tzum–Witmarsum–Achlum–Exmorra–Bolsward–Nijland. En nog een paar mooie plaatsjes waar ik de naam alweer van kwijt ben.
    De halsband, de Slachte en het St Odolfuspad, kwam er over of er langs.

    Had al veel gefiets in dit gebied maar dankzij jou site ben ik het gebied beter gaan begrijpen.
    Vandaag ook nog kerkenpad, Veel kerken open en bezocht en gesproken met de mensen ter plekke.
    Scherp op de (straat)naamgeving gelet. Valt gewoon op dan.
    Als je wat van de ontstaans geschiedenis van een gebied kent wordt het veel leuker om er in rond te fietsen.

    Topdag en nog een mooi verhaal op deze site toe. Dank je wel.

    Groet, Jan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *