Op de zondag geen profane boodschappen uit De Abdij maar een lezing uit de Heilige Schrift, en we vervolgen de Psalmenreeks met nummer 26, een ‘betuiging van onschuld’. We lezen in deze Psalm dat het allerminst een deugd is om iedereen te vriend te willen houden, vooral geen aanstoot te geven. Je kunt slecht gezelschap, zoals de goddelozen van de Christenunie en hun EO vaak het beste mijden, want waar je mee omgaat raak je mee besmet.
Zwakke Karakters
Die Benedictus-optie is ook de filosofie van De Abdij. Met mensen die niet ‘willen’ kun je niks, dus kun je beter op voorhand de bokken van de schapen scheiden. Daarom schrijf ik wel eens aanstootgevend voor sommige mensen in woordkeus en inhoud. Zoals de Bijbel ook aanstootgevend kan zijn. Dus per definitie kan dat geen probleem zijn wanneer je het pre-moderne levensgevoel meer dierbaar is dan (post)modern betekenisloos geklets, van (zelf)vleierij.
De mensen die daarmee om kunnen en vooral willen gaan, daar kom je ook mee tot een vergelijk. Met wie dat niet kan, die reageren direct uit een ‘Ik vind’-positie ter zelfverheffing, alsof je (soms) zo schrijft omdat je niet weet wat je doet en hun schrijfadvies nodig hebt. Meestal van mensen die zelf totaal niet leuk, verrassend of mooi schrijven kunnen. Op z’n best als ambtenaar..
Een advies van mensen die nooit moeite namen je duizenden artikelen te bestuderen van andere genres dan ‘de overtreffende trap na’. Wat is zo’n advies nu waard?
Het kunnen de zelfde mensen zijn, die wel de televisie aanzetten om naar een amusementserie vol gevloek en geweld te kijken, ter amusement. Maar oh jee, je taalgebruik zeg, wat ‘schoffeer je mensen’ en dat je ‘geweld niet afkeurt zeg, oooohhhh’. Dat zijn dus mensen met vals zelfbeeld die je willen schofferen als ‘iemand die mensen schoffeert’.
Zelfvleierij, het is de enige overgebleven ‘waarde’ van een (post)modernist: het valse zelfbeeld van iemand die geen Waarden buiten zichzelf accepteert. Als God in het diepst van de eigen gedachten, die meestal ofwel slordig of afwezig zijn, zinsneden door anderen en vooral via de massamedia aangeleerd. Het is niet meer dan een dierlijk gevoel. Wie bang is zich te branden, of bang is voor negatieve sociale associaties, overmatige interesse in sociaal aanzien bij tijdgenoten: daar heb je niks aan, dat zijn gewoon zwakke karakters.
Mensen die direct naar het mobieltje grijpen, zodra ze even een moment alleen in rust zijn. Wat blijkbaar direct een hevig gevoel van paniek oproept, alleen zijn met de eigen godverlaten geest.
De Christenunie
Het heeft ook geen zin om met leugenachtige eigengeilers als ‘de duurzamen’ en de Christenunie van gedachten te wisselen of bij ze in een goed blaadje te komen. Omdat mensen van de Christenunie door een demon/idee bezeten zijn, hun standpunten slechts innamen vanwege sociaal opportunisme en beheksing via propaganda. Wil je bij satan in een goed blaadje komen? Joel Voordewind en Geile Carola wel.
Mensen die ook geen onderscheid kennen tussen ‘gevoel’ en ‘intuïtie’, waar dat laatste staat voor de antenne voor goed en kwaad, waarover de Psalmen steeds vertellen. Je hormonen (amygdala en kleine hersenen) of fysieke honger zijn je intuïtie niet. Die antenne zetelt in de buitenste hersenschors.
Iedereen die linkse partijen of VVD stemt die het offer van Christus met heidense offers willen overtreffen aan de Klimaatgod, die is als vanzelf logischerwijze geen christen. Alvast niet in het Hart. Zoals mensen wel kunnen zijn die zichzelf geen christen noemen, maar die in hun wezen er wel naar handelen en zijn (zoals Paulus al beschrijft).
Het is zelfs potsierlijk, aanhanger zijn van een profeet van de antichrist, Karl Marx ( = ‘Groen’ Links) en nazaten.
De Duitse ‘grunen’ baseerden zich in 1980 bij hun oprichtingsmanifest direct op de anti-christen en paganist Ludwig Klages zijn ‘Mensch und Erde’ (1913), uitgesproken op de Hohe Meissner, zijn Groene Bergrede op de Berg van Sion van het Duits paganisme. Kun je anti-christelijke paganist-christen zijn? 🙂 Bij de Christenunie wel. 🙂
Dan dien je ‘De Vijand’, boosdoeners en huichelaars noemt de Bijbel ze, de groene eigengeilers waar je beter niet mee omgaat. Het christendom en (post)modernisme zijn logisch onverenigbaar, en je kunt geen twee heren dienen. Wanneer je echter afkeert van de exploitatiedrang en het technocratische van het modernisme (zoals Klages ook deed), dan heb je wel een pre-modern spoor te pakken dat binnen de christelijke traditie past.
Klages was natuurlijk ook niet gek, met zijn hekel aan ‘Geist’, het scherpzinnig redeneren dat ‘de ziel’ (Seele) uit alles wist, iets dat hij als Joodse erfenis beschouwde. Het volk dat via de Talmoed en De Wet als rechtsfilosofen met God debatteert.
Mensen van de Christenunie verschijnen voor het hemels gerecht en zullen in de poel van zwavel eindigen, omdat ze met hun partijnaam de naam van God lasteren, als afgodendienaren. Kijk, met zo’n heerlijke ronkende zin krijg je zowel de quasi-fatsoensridders tegen je in het harnas als de mensen die zichzelf willen verheffen door je als gekke henk weg te zetten. De oordopjes-reflex van mensen met ten diepste enkel een survival-filosofie.
Terwijl de voorgaande zin niet alleen Waar is, maar ook moreel terecht binnen een consistent wereldbeeld. Vergeleken met wat tegenwoordig wel ‘serieus genomen’ wordt, dan is die Psalmistische woordkeus ongebruikelijk maar niet abnormaal, in moreel normatieve zin. De Bijbel hanteert een pre-modern wereldbeeld waarin Waar met grote W bestaat. Dat wereldbeeld geeft mens en realiteit meer accuraat weer, geeft een helderder richtsnoer dan modernisten.
Modernisten lezen de Bijbel vooral vanuit hun vermeende hogere kennis en vermeende hogere moraal, dus in veroordelende zin, waarmee zij zich Beter dan God wanen, met helikoptervisie uitstijgen boven God en zijn engelen, liefst met zo’n multireligieus, multicul-sausje. Zo deed ik dat zelf ook, en menende ‘slim’ te zijn zet je wijsheid over boord.
Maar nu komt het, dat interesseert quasi-fatsoensridders niet, ze treden enkel het strijdperk in ter zelfverheffing. Die zelfverheffing is iets anders dan de constatering ‘ik heb in onschuld gewandeld’ uit Psalm 26 die we zo citeren, wat gebaseerd is op de antenne van intuïtie. En dat leggen we zo uit. Waar het nu om draait is: laat een tekst eerst maar eens rustig op je inwerken.
In plaats van als fatsoensridder bewapend met ‘het juiste taalgebruik en de terugblik van de geschiedenis’ de morele hogere grond direct in te nemen, uitsluitend voor jezelf en ter zelfverheffing. In plaats van richting morele hogere grond te wijzen, zo van ‘kijk, daar moet je ongeveer zijn’. Een wezenlijk verschil, waarmee ik het verschil modern/pre-modern wil duiden.
Over het afstand nemen van de Christenunie of erger (als dat bestaat) gaat deze Psalm, waar ‘David’ zich distantieert van de Joel Voordewind en godslasteraars van zijn tijd. Je kunt geen ‘linkse christen’ zijn, zo legden we vorige zondagspreek al uit. Dat is net als ‘kinderlijk volwassen’. Een christen is reactionair, pre-modern. (dus ook niet ‘rechts’, al zul je vanzelf geen linkse partij of VVD stemmen, dat is net als christelijke porno kijken)
Doe mij recht, Here, want ik heb in onschuld gewandeld;
op den Heere heb ik vertrouwd zonder te wankelen.
Toets mij, Here en beproef mij, keur mijn nieren en mijn hart.
Want uw goedertierenheid houd ik voor ogen en ik wandel in uw waarheid.
Bij de valsaards zit ik niet neder, met de huichelaars ga ik niet om;
ik haat het gezelschap der boosdoeners en bij de goddelozen zit ik niet neer.
Ik was mijn handen in onschuld, en maak den omgang om uw altaar, o Here,
terwijl ik luide een loflied doe horen, en al uw wonderen vertel.
Here, ik heb lief de stede van uw huis, de woonplaats van uw heerlijkheid.
Raap mijn ziel niet weg met de zondaars noch mijn leven met hen die bloed vergieten,
aan wier handen misdaad kleeft, en wier rechterhand vol is van geschenken.
Ik echter wandel in onschuld- verlos mij en wees mij genadig.
Mijn voet staat op effen baan- in de samenkomsten zal ik den Here prijzen.
Wie te zeer door het (post)modernisme bedorven is, zal hier moreel verontwaardigd op de Psalmist reageren. Dat je niet kunt zeggen dat je in onschuld wandelt, en dat je niet kunt zeggen dat je van de Waarheid overtuigd bent. Dus dat je weet dat je aan de goede kant staat, en dat de keuze voor Goed en Kwaad toetsbaar is voor iedereen, mits die de goede methode kiest en denkwijze.
Het aardige van zo’n opvatting is dat dit relativisme door God gestolen kan worden.
Omdat relativisme een valse morele claim verbergt, alsof de relativist eigenlijk moreel boven alle partijen staat als God in het diepst van de eigen gedachten. Zo neemt de Psalmist dus duidelijk stelling tegen het (post)modernisme, en het idee dat ieder zijn eigen even waardevol perspectiefje heeft. Waarbij de relativist-modernist als vanzelf de morele hogere grond claimt versus ‘de stelligen’… Wie is hier dan ‘stellig’?
Meer dan een goedkope debattruc is modernisme en relativisme niet, een manier om met behoud van een goed ‘gevoel’ over jezelf aan een dwaalspoor vast te klampen, je ‘uitweg’, een ontsnappingsroute. Wat is er mis met helderheid en duidelijkheid?
Nee, er zijn boosdoeners en goddelozen, valsaards en huichelaars, mensen als van de Christenunie, die lasteraars van het christelijk geloof, die heidense bezetenen. Daar wil je niet bij zitten. Het gaat dan natuurlijk niet over een windmolentje hier of daar, maar over de geest van waaruit ze handelen, een heidense geest gecombineerd met de zonde van hoogmoed, en dat verpakt als ‘helicoptervisie’.
Althans, gezien vanuit Bijbels perspectief, dus pre-modern.
De meest aanstootgevende zin uit de Psalm 26 is wat mij betreft de tweede: ‘ik heb op de Heere vertrouwd zonder te wankelen’.
Zo zijn wij mensen doorgaans niet, je twijfelt en bent geneigd van God af te dwalen. Zo staat immers de hele Bijbel vol van afdwalen, en in de moderne tijd is dat niet anders. Zodra je dat doet, krijg je al snel een geest van zelfmedelijden of zelfrechtvaardiging. Dan word je zielig (wat modernisten ‘depressief’ noemen, omdat ze alles dat ze gevoelsmatig niet bevalt aan anderen wijten of ‘de omstandigheden’) of arrogant of allebeide.
Dus alle betuigingen van ‘onschuld’ kun je ook anders zien, dan een soort bede van ‘kijk mij eens beter dan anderen zijn’. Zie het vanuit de context van het pre-moderne, dus los van ‘de persoon als maatstaf’. En dat je een wereldbeeld hebt dat De Tao nog erkent zoals CS Lewis beschrijft in ‘The Aboliton of Man’. Wat Jezus Het Smalle Pad noemt.
Je hebt je antenne voor Goed en Kwaad op de juiste frequentie afgestemd, en krijgt zo helderder door wat waar en onwaar is. Die intuïtie in combinatie met traditie (het geheugen van de kerk en de wereld) brengt je hier vaak verder dan scherpzinnige uitvluchten en ‘het gevoel’. Mensen kunnen allerlei scherpzinnige redeneringen op je loslaten, spitsvondigheden, maar je kunt zo beter schiften. Met gezond onderscheidingsvermogen kan niets mis zijn.
Sterker nog, waarheidsvinding begint bij het verlangen om waarheid te kennen. Niet bij argumenten of redeneringsbouwwerken, laat staan ‘De Feiten’ die vaak een beperkte selectie zijn. Zo komen we dan via Psalm 26 tot een aardige definitie van ‘boosdoeners’. Zij die het geen bal uitmaakt wat ze denken of geloven, als het ze maar sociaal prestige en voordeel oplevert. Wat we in de Cursus Bullshitdetectie al herkenden, volgens de definitie van Harry G. Frankfurt:
No Concern for Truth.
Met zulke mensen kun je namelijk ook niet ‘van harte van mening verschillen’. Je kunt er enkel ruzie mee hebben of ze uit de weg gaan. Tenzij je tot geweld bereid bent als Teutoonse ridder van Christus en vechtmonnik om je positie te verdedigen, kun je ze bij voorkeur dus beter mijden, want een gesprek heeft toch geen zin.
Door het (post)modernisme bezeten mensen beginnen in reactie altijd met een IK-boodschap, ‘IK’ vind, IK zus IK zo, waarbij hun vrome zelfbeeld samen met wat aangeleerde stopwoordjes dan het overwicht moet brengen. Het opgesloten perspectief van de (post)modernist die alleen God in het diepst van de eigen gedachten erkent. Met superieure helikoptervisie menen boven God en de engelen uit te stijgen.
(het pre-moderne wereldbeeld dat je ook metaforisch kunt zien, doet er niet toe, het gaat er om dat het zo werkt)
Dus ze pogen in (ingebeeld) sociaal prestige te winnen met bezweringen, in plaats van begrip van de zaak. Terwijl, wie verlangt naar een dieper begrip van de zaak, die wisselt inzichten uit zodat je het tenminste nog van harte oneens kunt zijn. En daar is niks mis mee, want twee mensen zien meer dan jij alleen…
Zo vind je in de geschiedenis van de Kruistochten ook wederzijdse waardering tussen christelijke strijders en moslim-strijders, wanneer deze tijdloze goede eigenschappen ten toon spreidden. Dan ben je het niet ‘eens’, je kunt zelfs vijand ten dode zijn, maar je waardeert elkaar wel. Het ‘eens zijn’ en ‘waarderen’ is dus van een ander niveau, en dat verschil kan een (post)modernist niet mee omgaan.