Het bijna antieke Woudagemaal (1920) bij Lemmer bewijst, dat een functioneel gebouw- bedoeld om de Friese boezem haar overtollig water op de Zuiderzee te doen lozen- allesbehalve lelijk hoeft te zijn. Het stoomgemaal blijft al een eeuw een monument waar je prettig tegenaan kijkt, als een kathedraal van waterbeheersing.
De baksteenstijl doet een beetje aan Berlage denken, die ook het Hubertusslot van Nationaal Park de Hoge Veluwe ontwierp. Hoe anders is dat bij moderne architectuur, die net als ‘moderne kunst’ vrijwel zonder uitzondering kotsende spuuglelijk is en onmenselijk oogt, alsof het uit de 3D-printer komt.
Het gemaal oogt een beetje ‘streng doch rechtvaardig’, afgemeten mooi. Het blijkt inderdaad dat ir Dirk Frederik Wouda de stijl van Berlage volgde:
Het bijzondere bakstenen gebouw, ontworpen door Ir. Dirk Frederik Wouda, is strak en sober van karakter. Dit heeft het gebouw te danken aan de ingetogen gevelversieringen en de horizontale gevelindeling, maar ook het interieur van de machinehal draagt de overduidelijke eigenschappen van het zogeheten Rationalisme.
Stalen spanten, het gebruik van natuursteen, eikenhout, uitgekiende kleuren en veel sierranden zorgen er samen voor dat de machinehal van het Woudagemaal het gevoel geeft alsof u een kathedraal binnenloopt. Het Rationalisme was de voorloper van de Amsterdamse School en volgde de ideeën van architect H.P. Berlage.
De Amsterdamse School stijl van bouwen kende aan het begin van de jaren twintig van de twintigste eeuw haar artistieke hoogtepunt, en de Amsterdamse School zag zichzelf dan ook als ‘kunst’ in plaats van ‘gewone’ architectuur.
Ook de vooroorlogse ‘buitenwijken’ van Amsterdam Zuid- dus alles buiten het Museumplein uit de jaren ’20 zijn door Berlage bedacht. Daar heb ik een jaar of 7 mogen wonen, vlakbij de Apollolaan, afgewisseld met parken als het Beatrixpark. Zo kon het dan gebeuren dat ’s avonds op je dak de bosuil zat te roepen.
Als je kijkt wat met name bij de RAI verschijnt aan zielloze lelijkheid, onmenselijke eenheidsworst die exact in hartje Berlijn ook verschijnt. Of het nu De Markt is of Marx, zielloze blokkendoos is wat je krijgt, efficiency per vierkante meter, de onzichtbare middelvinger van De Markt waarin alleen geld, Das Kapital telt.
Inwisselbaar zonder enige achting voor de historie of omgeving, je zou het ook op de maan kunnen neerzetten.
In die Berlagewijken vind je op punten en hoeken van gebouwen versiersels in baksteen. Niets is helemaal hoekig, er is aandacht voor detail en persoonlijke behoeften, ingebed in de omgeving. Daar wil iedereen nu graag wonen tegen torenhoge kosten. Een zelfde voor de ‘aso’-woningen van Amsterdam Oud West, die na wat verbouwing de yuppen-woningen anno nu zijn. Ook daar woonde ik een jaartje.
Gebouwen verrijzen vanuit een filosofie
Het hoeft dus niet, lelijke gebouwen maken, die je in het gezicht spugen, alsof ze je willen beetpakken en je naar hun mensbeeld willen verbouwen, uitzuigen en afranselen. Het maken van lelijke dingen die onmenselijk ogen, ze zijn een afspiegeling van een ideologie, filosofie.
Dat je in plaats van ’tel uw zegeningen’ meer in termen van ‘fuck de mensheid’ denkt, en daar je ontwerp naar maakt: ontwerpen die mensen dwingen zich te gedragen zoals jij dat wilt.
Het idee dat ‘de mens’ zo niet goed is, maar ‘verbeterd’ moet worden, het zogenaamde Utopisme. Of dat nu via eugenetica is of klimaatbeleid, waarbij de Verenigde Naties controle wil over alles dat je denkt, doet en eet.
Een blijvende invloed op de verlelijking van de publieke ruimte kwam met modernistische architecten als Le Corbusier, de bijnaam van de Frans-Zwitserse stadsplanner Charles Edouard Jeanneret (1885-1967).
Van die glas met beton-Stalinkolossen, het is de navolging van wat ‘Le Corbusier aanrichtte met de door hem opgerichte Congres de Internationale Architecture Moderne (CIAM), dat van 1928-1952 de geesten van generaties architecten bedierf.
Zo bestond ook het plan de gehele Parijse binnenstad tot Stalinkampen te verbouwen, in Amsterdam kwam de ‘city-vorming’ met haar sloopwerk tot de Wibautstraat.
Maar plannen bestonden om grachtenpanden en de Nieuwmarkt te slopen. Zo zijn hele stadskernen na de Tweede Wereldoorlog kapot gemaakt, bij die pogingen om De Nieuwe Mens gestalte te geven via dwingende centrale urbane planning..
Ook het hoofdkantoor van de Verenigde Naties (1947-1952) is door Le Corbusier ontworpen. Volgens een specifieke ideologie: Het idee dat De Nieuwe Mens via centrale rationalistische planning zal verschijnen, dat komt tot uiting in die lelijke onmenselijkheid en zielloosheid van zijn ‘urbanisme’.
Zijn ideologie komt nog tot uiting in de Verenigde Naties zelf: het idee, dat micromanagement nodig is van alle levens op aarde via de New Urban Agenda en 2030 Agenda. Om De Klimapocalypse af te wenden, De Grote Uitdaging die wij als Wereldburgers onder 1 wereldbestuur de baas zullen worden…
Le Corbusier zou filosofisch erfgenaam zijn van de utopist (iemand die de hemel op aarde wil stichten) Henri de Saint Simon (1760-1825), dus het staartje van De Verlichting. Je wordt al depressief als je er naar kijkt, die steriel-strakke Prozac-paleizen van staal en glas. Ze lijken wel ontworpen, om de consumptie van antidepressiva aan te jagen.
Net als bij het nazi-vakantiepark Prora op Rugen, zo zuigt modernistische architectuur de energie uit je lijf.
Een combinatie van steriel, zielloos, strak en recht, met veel staal en glas, zodat je qua sfeer een gooi doet naar de mix van een slachthuis, concentratiekamp en een verkoopkantoor voor effectenmakelaars.
Heb je echt pech, dan komt er voor het interieur zo’n designbureau aan te pas, dat gummiepiep-vloeren er in zet, en vooral gek is op ‘ruimte’, lees, absolute leegte, als uiting van de leegte van hun geest en leegte van hun perspectief op wat de mens is of mag zijn.
Behalve dan een te koeioneren ding dat in jouw ogen z’n populistische en sentimentele bek moet houden. Terwijl een gezond mens van binnen wel ‘voelt’ wat mooi, gezellig en behaaglijk is. Mede daarom komen wel hordes toeristen naar de Amsterdamse binnenstad en Venetie, maar niet naar Almere en Zoetermeer.
Zoals mensen ook graag op vakantie gaan naar een mooi natuurgebied, en niet naar een windfarm of industrieterrein.
Gebouwen van Haat en Liefde
Maar het Woudagemaal bewijst dus: het hoeft helemaal niet, kotsendespuuglelijke gebouwen ontwerpen. Naast het gemaal is een rustplek voor de aalscholvers, die de elzen zo wit schijten dat het lijkt alsof het gesneeuwd heeft. Voor het gemaal lijkt zich veel vis op te hopen, want je kunt er complete kolonies futen zien broeden.
Moraal van dit verhaal. Niets gebeurt ‘zomaar vanzelf’, het idee dat ‘de dingen zomaar door toeval’ gebeuren is ook een ideologie. Toeval is wat je met een bezielde filosofie als ‘De Voorzienigheid’ zou duiden. Wat je toe valt.
Alles dat mensen doen, denken, maken, er zit een filosofie achter die zowel menselijk als onmenselijk kan zijn. Lelijke gebouwen ontstaan, gefundeerd uit onvrede met het bestaan, een gebalde vuist als in het logo van de PvdA, boos op God. Hoekig, gemaakt om enkel mens en omgeving uit te zuigen. Dat je via de weg van architectuur nog wraak op mensen wilt nemen, omdat je als kind werd gepest.
Die houding zie je ook bij veel ecologen terug, die ontwerpen dan Natura 2000-‘instandhoudingsdoelstellingen’, papieren muren van eigengelijk om andere mensen te begrenzen en dwars te zitten. Natura 2000 heeft ook weinig met natuurbescherming te maken. Het is een soort Le Corbusier voor landschappelijke planning, alsof je een meetbare natuur kunt maken en beheersen. De maakbare mens, en de maakbare natuur.
Maar vaste lezers weten al: De Hel, dat is een Ambtenaar… En tussen droom en daad staat een bureaucraat.
Maar er is dus een natuurlijker, menselijker alternatief, zoals dat duizenden jaren bestond voor het modernisme.
Je maakt dan juist iets met aandacht voor het Goede, Ware en Schone, vanuit een open hand, inspiratie om te ontvangen, tel uw zegeningen. In ‘Tel Uw Zegeningen’-architectuur loopt er niet een utopist tegen je aan te drammen. Je mag er zijn en welkom heten. De ironie wil echter ook: het Woudagemaal is sinds 1998 Unesco Werelderfgoed.
En de Unesco is juist door de atheistische eu-geneticus Julian Huxley opgericht, met het idee dat technocraten als hij- dus met de goede genen ( = eu-genetica)- 1 ‘wetenschappelijk’ wereldbestuur zouden moeten stichten. Hij was de broer van de schrijver van Brave New World: Aldous Huxley. Dat boek uit 1933 is een zogenaamde ‘dystopie’, doemscenario wat gebeurt wanneer je een wetenschappelijke heilstaat maakt.
Het idee ‘werelderfgoed’ is bedoeld om je deel te voelen van die wereldgemeenschap onder wereldbestuur waar geen nationale staten meer bestaan. Nou, wat mij betreft kunnen ze aan het gas bij de Verenigde Nazi’s. Het Woudagemaal is nationaal erfgoed van Fryslan, net als al die prachtige zadeldakkerkjes op terpen.
Punt.