Een nieuwe online catalogus van Leids bioloog Ed de Vogel met de op Nieuw Guinea gestationeerde onderzoekers Neville Howcroft en Wolfgang Bandisch, maakt 2000 soortenbeschrijvingen van orchideen van Nieuw Guinea nu online beschikbaar.
Een collectie beschrijvingen met foto’s van Ed de Vogel, afkomstig uit decennia veldwerk, nu van CD-rom in jaren monnikenarbeid overgezet. In de orchideeëntempel van de Leidse Hortus proberen ze nieuw plantenmateriaal op te kweken wat soortenjagers als De Vogel na expedities binnen brengen.
Last Naturalist in the Woods
In de eeuwenoude Leidse plantentempel van de Hortus Botanicus ontmoette ik tropische orchideeen-jager Ed de Vogel (77). De bioloog werkte bij het Rijksherbarium tot zijn pensioen (2004). Hij overwon net kanker. En De Vogel gaat vervolgens dit voorjaar weer vrolijk op tropische plantenjacht in Nieuw Guinea.
Op oude expeditie-foto’s uit de jaren ’70 zie je een rood-bebaarde beer van een Hollandse vent. En nog steeds straalt hij die vitaliteit uit, met heldere onderzoekende blauwe ogen.
De Vogel stond in Nederland ook aan de basis van de Stichting Kritisch Bosbeheer (1977) met Ruud Lardinois. Hier waren ze advocaten van natuurlijker bosbeheer, een filosofie die dankzij de biomassa-gekte nu weer door het toilet gaat bij natuurclubs. Maar die filosofie hield ongeveer 20 jaar toch stand. In mijn Wageningse tijd eind jaren ’90 was zij op haar hoogtepunt.
De Vogel is zo’n ‘Last Naturalist in the Woods’ in de traditie van Alfred Russell Wallace, die zelf de natuur in gaat en data verzamelt, het basiswerk van de biologie. Wat een kleine club biologen van Naturalis ook nog doet, en waarom je bij Leidse biologen van oudsher nog iets van degelijkheid ervaart.
Jaren veldwerk en expedities in onherbergzame jungle. Waar de moderne wetenschap vooral lijkt op een omgekeerde pyramide.
De smalle punt van data-verzamelaars moet een brede basis van leuteraars en modellenbakkers ondersteunen, die vanwege politieke fondsentoekenning dan wat geks over CO2 gaan roepen. Die noemden we hier al Klimaatprostituees: Climastitutes. Of mensen die politieke begrippen verkopen, zoals Koos Biesmeijer (Naturalis) met zijn Natural Capital: het kapitaliseren van natuur voor bankiers.
Iedereen ziet immers wel dat de directe destructie van restanten pristien habitat natuurbeschermings-prioriteit nummer 1 is. Alles dat daarvan afleidt is op zijn best corrupt en verstorend. Wat is er mis met oprechtheid en eerlijkheid?
Daarom leef je dus op wanneer je de echte veteranen van het veldwerk mag ontmoeten. Van zulke vakmensen kun je nog wat leren.
Monnikenwerk en goede foto’s
Van Nieuw Guinea beschreef en fotografeerde De Vogel van 2003 tot 2012 ongeveer 2000 soorten orchideeen voor een CD-ROM-project. Maar omdat veel moderne bestuurssystemen die CD-Roms niet kunnen lezen heeft hij met vakbroeders afgelopen jaren al dat werk overgezet naar DE Online Catalogus van orchideeen: Orchids of New Guinea, met wel 2700 soortbeschrijvingen.
Ongeveer 2000 soorten uit de regio zijn nu beschreven, maar dankzij de grote biotoop- en klimaatvariatie (van tropisch laagland tot 5000 meter hooggebergte), moeten er nog wel honderden meer zijn.
Ga op de webzijde kijken, de jaren arbeid van De Vogel en collegae is meer dan de moeite waard. Bijvoorbeeld vanwege de extravagante orchidee-soorten, die bijvoorbeeld in bloemvorm een insectvorm imiteren. Daar ontdekte De Vogel in decennia veldwerk zelf vele van, om ze vervolgens voor de wetenschap vast te leggen.
Zojuist beschreef hij nog een nieuwe orchidee die ze vernoemden naar de vrouw van de president van Indonesië. Vanuit relationeel oogpunt, want ja: je wilt politieke contacten ook goed houden om expedities te blijven doen en nieuwe soorten te ontdekken.
Maar ook omdat De Vogel die bloemen zo verdienstelijk professioneel fotografeert, kun je heerlijk langs de orchideeën surfen. De Vogel specialiseerde zich in zijn decennia veldwerk verder in bomen. De connectie is dat vele orchideeën zogenaamde epifyten zijn. Dat zijn planten als mossen, die op andere planten leven, bijvoorbeeld op de organische resten die op zo’n plant neerslaan.
Dus niet als parasiet, ze voorzien zelf in voedingstoffen.
Zo vind je in het heilige der heiligen van de Hortus de opkweekplaats van orchideeën. Met daarin ook een plant, de laatste in zijn soort (voor het bos werd gekapt) die De Vogel binnenhaalde na een expeditie.
Voor soortenjagers van de Hortus kan het werk in de tropen ook tragisch zijn. Vaak proberen ze soorten te redden, vlak voordat de zaag of de brand in het bos gaat. Om die dan naar Leiden mee te nemen. Zo kunnen Horti als in Leiden dan als een soort Ark van Noach werken, in een tijd waarin alles ge-economiseerd wordt, inclusief de mensen zelf.
Veel soorten die door vernietiging van bossen uitsterven zijn dan zogenaamde ‘endemen’. Dat zijn soorten die alleen daar voorkomen, in dat unieke stukje klimaatzone en habitat. Verlies je dat habitat, dan is de soort ook verdwenen, voor de wetenschap hem kon vastleggen.
CITES-regels soms averechts voor soortenbehoud
Mogelijk ooit goed bedoelde regulering rond CITES (verdrag dat grensoverschrijdend transport biologisch materiaal reguleert) werkt nu juist soms tegen het behoud van die biodiversiteit in. Want nu moeten soortenjagers die nieuwe orchideen vonden vaak werkeloos toezien, hoe een heel bos met onbeschreven zeldzame soorten de fik in gaat.
Door bijvoorbeeld Papoea’s die Slash and Burn-landbouw toepassen. Daardoor kan het meeste laaglandbos daar alsnog in 20 jaar verdwenen zijn. Met al haar unieke soorten.
Dankzij aangescherpte Cites-regulering mogen onderzoekers bepaalde zeldzaamheden niet mee de grens over nemen langs de douane. En zo kunnen ze die soorten ook niet meer van destructie redden, dus naar de Ark van Noach brengen die zo’n Hortus kan zijn.
Het duurzaam voortbestaan van traditionele instituten als een Hortus kent ook haar eigen bedreigingen: niets dat in de rest van de boze buitenwereld plaatsvindt gaat ook de Leidse Hortus voorbij.
In de (wetenschaps)journalistiek is het niet anders, en de wetenschapsbeoefening. De onderwaardering van vakpersoneel ten opzichte van managers, (energie)lastenstijgingen die de begroting vernauwen, regeldruk, bureaucratisering, aansprakelijkheidscultuur.
Zie ook mijn artikel over ‘Waterhoofd-Waterschappen‘; hoe afdelingen communicatie en managers groeien terwijl buitendienst krimpt. Je hoopt dat instituten als de Hortus tegen zulke trends bestand blijven.
Een uiting van bureaucratische lastengroei kan echter wel zijn dat de Hortus nu plots 3 directeuren heeft in plaats van 1. En dat op 15 medewerkers. Waarom die directie-verzwaring plaatsvond moet ik nog uitzoeken.
Vakkundigheid is bij duurzaam voortbestaan van zulke klassieke instituten belangrijker dan je populariteit op sociale media, of dat je goed met de baas overweg kunt.
Zo vraagt het nieuwe plantenmateriaal dat onderzoekers van expedities meenemen nauwlettende verzorging. Anders sterft het voortijdig af. Soortenjagers hebben de garantie nodig dat het meegebrachte materiaal overleeft, anders is de Hortus geen veilige ‘Ark’ meer voor nieuwe vondsten. En dat er geen monumentale bomen sneuvelen door onkunde en reglementaire bijzaken.
Net als De Abdij: vol goede orchideeën
Vooralsnog krijgt de Hortus veel giften, zoals uit nalatenschappen en van fondsen. En daarvan kan het prachtige instituut nog bestaan, op prettige wijze afgeschermd van de boze buitenwereld.
Net als bij De Abdij hebben ze bij de Hortus een muur rond het instituut gezet. Om net als in een klooster de chaos buiten te houden, zodat je alle toewijding volledig kunt richten op God, die je via Het Woord vindt en natuurlijk via het Boek van De Natuur. Dat laatste is de discipline van de biologische wetenschap, de Studie van Het Leven.
Natuurlijke Historie van zulke vakmensen die letterlijk vele jaren in de jungle doorbrachten, het is ook een spirituele bezigheid. Het boek van de natuur openen
Horti ontstonden als verlengstuk van de kloostertuinen met hun geneeskrachtige kruiden, daarvan werden ze een koloniale uitbreiding toen ontdekkingsreizers nieuwe soorten binnenbrachten. En Universiteiten begonnen immers als wetenschappelijke instellingen van de kerk.
Dus die connectie met de religieuze wortels van de Hortus is zo vreemd niet. Zij is historisch.
De Leidse Hortus is gespecialiseerd in Orchideeën, planten die bij plantenonderzoekers tot de meest sexy categorie ter wereld behoren. Dus Leiden heeft hier een naam hoog te houden. Gisteren schafte ik bij het tuincentrum nog een orchidee aan, van een kweker uit Harlingen. Daarin- de kamerplanten- zit een commerciele toepassing van het werk van Hortussen.
Nu algemene kamerplanten, zijn hun bestaan in Nederland als curiositeit in een Hortus begonnen.
Daarnaast zijn Horti de verzamelplaats waar je geneeskrachtige planten met nieuwe stoffen hoopt te ontdekken. Zo bevat de Taxus (Juniper in het Engels) een anti-kankermedicijn. Eerder werd vanuit de Leidse Hortus uit de Kinine-bast het medicijn tegen Malaria ontwikkeld.
Hun collecties in de kassen zijn een absolute aanrader. Per definitie is het instituut een groene schatkamer om te koesteren, uniek in de wereld met haar eeuwenoude notenbomen, 1 van de weinige nog levende Libanon-ceders en ook wereldberoemd. Die Libanon-ceders groeien bijna nergens meer, laat staan van dit formaat. Bijvoorbeeld omdat Salomo ze nodig had voor zijn Bijbelse Tempel.
Maar dus wel in de Hortus. Een ommuurde Ark van Noach van mondiale biodiversiteit, in tijden waarin alles ge-economiseerd wordt. Ook de mens zelf is tot Human Resource, Menselijke Grondstof gemaakt.
Maar hopen dus dat ze niet ‘met de tijd mee’ moeten gaan. Want dat houdt vooral verdere uitholling en destructie in. Wij zijn hier niet van deze tijd, liever klassiek dan ‘modern’ en daar trots op. En zo zijn we ook trots op de Leidse Hortus, wat een geweldig instituut, een icoon van Nederlandse natuurlijke historie.
Rypke, wat een goed artikel.
Geen woord teveel lof voor mijn oud-collega Ed de Vogel, een held zonder vrees of blaam in de wanhopige strijd voor de biodiversiteit.
En een opsteker voor de Leidse hortus!
Frits van Beusekom