Hoe Oermens naar ‘Nieuwe Mens’ werd vernoemd…

…en zo werd het Neanderthal dankzij de winning van gesteente voor de bouw. Zonder die winning was de Neanderthaler ook niet gevonden…

De beroemde Oermens de Neanderthaler, draagt de naam van één van de bekendste Protestantse lofliedschrijvers: de al op 30 jarige leeftijd gestorven evangelist Joachim Neander. Zijn Neandertal is een groene oase in het Ruhrgebiet tussen Keulen en Dusseldorf, enkele uurtjes rijden van hier.

Terwijl je de Protestantse kraker ‘Lof zij de Heer, de almachtige Koning der Eeeeeere’ fluit in het dal van de Düssel, kun je het Neanderthalmuseum bezoeken. De directeur van dat museum, Christian Weniger draagt sinds 2006 al een ander beeld van de menselijke evolutie uit, dan afgelopen anderhalve eeuw gewoon werd sinds de vondst van de Neanderthaler.

Deze oermens was geen domme bruut, hij lijkt meer op een jagende en verzamelende Paleohippie met groot hoofd die dicht bij de natuur stond.

De buste van Joachim Neander in de kerk van Ekrath: het was een evangelische liedjes-schrijver

Griekse artiestennaam
We bezochten het dal een aantal keer, 1 maal voor een verhaal voor Intermediair (2006) en 2010 als organisator van een excursie voor de Vereniging Wetenschapsjournalisten.

De op 30-jarige leeftijd gestorven rebelse predikant-dichter Joachim Neander, had alles in zich om een tragische romantische held te worden. Hij kwam in conflict met het kerkelijke gezag, als opstandige assistent-dominee van de Dusseldorfer predikant Sylvester Lürsen (1673-77). En hij was tegelijk populair bij de lokale bevolking van de regio Düsseldorf om de inhoud van zijn prediking en liedteksten.

Om inspiratie op te doen, wandelde Neander door de 800 meter lange, en 50 meter diepe naburige kloof die de Düssel sleet in de kalksteenbodem. De legende wil, dat Neander in de kloof en grotten waar later de Neanderthaler-schedel gevonden werd zijn beroemdste lied zou hebben geschreven: Lof zij de Heer, lied 434, een ware Protestantse kraker die je als Gereformeerde Blues kunt zingen.

De canyon van de Düssel was nog National Geographic-waardig woest natuurschoon. Nu loop je er en vind je bouwplaatsen en een Warsteiner 4-literblik waarop de herfstbladeren ophopen.Neander schreef de belangrijkste van zijn liederen rond 1678.

Dat was vlak voor zijn terugkeer naar geboorteplaats Bremen waar hij 1680 zou overlijden.

Neanderthal-museum in het Neandertal bij Dusseldorf

Zeker is, dat Neander een vergrieksing is van Neumann, ironisch genoeg dus letterlijk vertaald: ‘de nieuwe mens‘. Het Griekse etiket ‘nieuwe mens’, kwam dankzij de vondst van de oermens in 1856 aan de Neanderthaler’ te hangen. Voor wie van symboliek houdt: de Oermens die met Darwin’s evolutietheorie samen het moderne mensbeeld vormde, de Nieuwe Mens, die heet dus eigenlijk ook ‘Nieuwe Mens’.

Wie geleerd was, het in zijn bol kreeg en dat wilde etaleren, die ver-Griekste of Latiniseerde zijn naam. Een beetje op de zelfde wijze, als waarop Nederlanders die ‘internationaal’ willen lijken allerlei Engelse kreten gebruiken.

Een man van wetenschap sprak Latijn en Grieks. Dus, zo wordt ‘Van Winsum’ dan heel Latijns Winsemius, en Neumann dus ‘Neander’ in het Grieks. Dat was een gevolg van het Humanisme en de zogenaamde ‘Renaissance’ – het herbestuderen van de Romeinse en Griekse klassieken.

Wanneer je ‘Lof der Zotheid’ (1515) leest van Erasmus (ook een gelatiniseerde naam), dan buitel je ook over de verwijzingen naar Romeinse toneelstukken en Latijnse dichters. Erasmus wilde even laten zien dat hij bij de geleerde top hoort. En zo wilde Joachim Neumann met sterallures ook ver-Griekst worden tot Neander.

De Dussel bij de ‘Fundstelle’, de vindplek van de Neanderthaler. Dit riviertje was het oermens-equivalent voor stromend water dat bij ons nu uit de kraan komt

Ecotoerisme Neanderthal ontstaat tijdens Romantiek
Het bleef een eeuw stil rond de in 1680 overleden Neander. Maar eind 18de eeuw bloeide de Romantiek, de stroming die de leemte van Natuur-verering vulde, die het Protestantisme met haar ‘Sola Scriptura’ (Alleen de Bijbel is de weg tot ‘God’) had weggeslagen. Zo ontstond in Duitsland een Neander-revival, fanclubs die zijn liederen bewonderden, en die graag in de natuur wandelden.

Die zagen zijn naam graag verbonden aan de omgeving, en hun lobby was succesvol. Zo kreeg in 1800 dit dal van de Dussel haar naam ‘Neanderthal’. Toen nog met ‘h’, die verdween pas met de moderne spelling. Daarom heeft de Oermens NeandertHaler nog wel een ‘h’ in zijn naam, die werd in 1856 gevonden. Maar het huidige Neandertal niet meer.

De aandacht voor Neander’s werk liep parallelel met de behoefte, om net als deze jonge tragische held- typisch Romantisch- de wildernis te zien waar Neander graag wandelde. Vlakbij Keulen, een stukje ongeschonden natuur van de kloof waarin de Dussel zich had uitgesleten. En waar ooit de jagende en verzamelende Neanderthalers dus hun dierenhuiden hadden geschrobt.

Al wisten die Romantici dat rond 1800 nog niet.

Romantische schilders van de Düsseldorfer Mahlerschule kwamen de nog ongeschonden canyon schilderen. Stedelijke ‘Wanderer’, zwerflustigen, kwamen een frisse neus halen in het woeste natuurschoon. Daar deden zij omhoogkijkend naar de kalkrotsen hun ding: zich als Germaanse natuurmystici verloren wanen in de wilde woestheid.

Het protestantisme had pelgrimage afgeschaft, maar als vervanging was zo het (eco)toerisme geboren.

…zp zag het Neandertal er uit toen de Romantische landschapschildering opkwam in de 18de eeuw…

‘Drei wanderer blicken rechts auf die Feldhofer Kirche’ is de titel van een schilderij van Gerard Verburgh uit 1803.

Drie stedelingen die omhoog kijken naar een klif en zich toerist voelen, nietig in de grootsheid van de natuur. Een Natuur die naar voorbeeld van de Amerikaanse schrijver Ralph Waldo Emerson als een ‘kathedraal’ zou fungeren.

De nieuwe stedelijke mens had de natuur overwonnen. Hij was geen vechtende deelnemer van de natuur meer, maar genietende toeschouwer. Een buitenstaander in De Natuur, als object van ontzag en verering. ‘Lof zij De Natuur’, zeg maar. En die ‘mens als buitenstaander’-benadering groeide zo uit als fotografisch genre: natuurfotografie.

Nog steeds moeten ook in moderne natuurparkjes en op natuurfoto’s de menselijke invloeden zo onzichtbaar mogelijk zijn. Dat is zelfs een definitie van natuurfotografie: foto’s zonder mensen. Al zou je het mooie meisje in de Eendracht in Abcoude gisteren met haar vrouwelijke energie, ranke gestalte en rondingen toch ook zeker Natuur noemen.

Lang bleef het Neandertal een groene oase. Maar wie anno nu komt…. de nabijheid van zowel Keulen als Dusseldorf zet die groene vrijplaats steeds verder onder druk. Direct buiten het strikt beschermde deel van het Neandertal bij Mettman dringen de bouwprojecten zich namelijk op. Het nieuwe Neanderpark moet de ondernemers met hun golfplaten industriehallen lokken.

In 2010 organiseerde ik voor de wetenschapsjournalisten een excursie naar het Neandertal. De opvatting van het museum is dat die oermens eigenlijk net als moderne mensen was….

Thusila, de ‘ruizende’ Dussel
In het Neandertal zelf heerst nog wel de rust. Dankzij de Naturschutz houdt hier een tijdloze groene oase stand met het eeuwig kabbelend riviertje, de Dussel. Alsof de geest van de oermens de oprukkende industrie tegenhoudt, midden in dit drukste deel van Duitsland. Dit deel van het Neandertal is Duitsland’s oudste ‘Naturschutzgebiet’ sinds 1921.

In het bos bij het Neanderthalmuseum is ook de Fundstelle, de vindplaats van de oermenselijke botten in 1856. Aangegeven met roodwitte palen als van een atletiekbaan, op een grasveld aan de Düssel. De grot met fossiele bewoners van de ‘Stam van de Holenbeer’is al anderhalve eeuw geleden weggeblazen met dynamiet: voor de kalksteenwinning.

Ook de canyon en kliffen bestaan niet meer, slechts één miezerig stukje ‘Rabenfels’is overgebleven. Je hoort wel het tijdloze ruisen van de Düssel, afgeleid van het Germaanse Thusila dat ‘ruisen’ betekent.

Echte Neandertalers in het Neandertal bij Dusseldorf

Die natuurgeluiden krijgen tijdens kantooruren gezelschap. Gillende schoolkinderen rennen uit bussen richting het museum, nu met mammoetexpositie. Bij Erkrath komen we echte Neandertalers tegen, waaronder 1 met skateboard en een gecapituleerde Duitser die zijn vrouw bij de hand heeft.

En tussendoor vrachtwagens, richting het gedril van de nog steeds actieve Kalksteinwerk. Onmisbare achtergrondruis voor het dal. Want zonder de steenwinning was de Neanderthaler nooit gevonden door mijnwerkers.

Dan had de Duitse natuurhistoricus Fullroth de botten niet in handen gekregen. En dan had de oermens niet naar Neander geheten, maar Spymens of erger. Dan was het dal door huizenbouw overstelpt. De Schepper beschikte gelukkig anders.

Neanderthal-schedel

‘Seid und bleibt Kreuzfidel’
We klimmen omhoog naar Hochdal, dalen via de weg met de naam ‘Schönes Aussicht’ weer af naar de kloof van de Düssel. Je krijgt de ruisende rivier nu opgediend met het geruis van de Autobahn op de achtergrond. Vele jager-verzamelaars komen langs samen met hun golden retriever jachthond. Zij komen op adem in het hellingbos van het Eickener Busch.

Zowaar een wildernis: das, ree en vos vinden hier nog hun heenkomen in de Keuls-Dusseldorfse agglomeratie. De Düssel bevat ook ‘Bachforelle’, de ‘vis van het jaar 2005’ zo lezen we op informatieborden. De oermens zal deze 50.000 jaar geleden ook aan zijn speer hebben gespietst.

Warsteiner, Konigin des Bieres, in de Dussel

Uitkijkend over de Autobahn, staat een groot houten kruis opgericht, de forenzen op de vroege morgen bezwerend. ‘Seid und bleibt Kreuzfidel’, zo stelde de Kardinaal Joachim Meisner uit Keulen bij oprichting in 2000. Als boodschap naar de over de autobahn voorbijrazende haastigen.

Naast het kruis ligt een stuk kalksteen van fossiele koraalriffen uit het Devoon honderden miljoenen jaren geleden, een tijdsperiode waar de bijbelschrijvers geen rekening mee hielden. Die misrekening in geologische tijd (De ‘6000 jaar’kwam van een Ierse priester in de 17de eeuw, als ik me niet vergis), die kwam de al te letterlijke Bijbel-uitleggers duur te staan in het Westen.

Wanneer je ‘Alleen de Schrift’ als toegang tot God accepteert, en je neemt alles dan ook nog al te letterlijk: hoe eenvoudig is het dan om je ‘Lof zij de Heer’ te doen verstommen, wanneer bewijs van letterlijke tegendelen opduikt.

Seid und Bleibt Kreuzfidel

Het Boek ‘versus’ het Boek van de Natuur
Geologen openden het ‘Boek van de Natuur’ in de 19de eeuw. Ze vonden aardlagen vol versteende organismen, die daar niet enkel door ‘De Zondvloed’ gekomen waren. Hoe meer fossielen verschenen van uitgestorven gedierte,  hoe meer het bleek dat je teksten uit Genesis over de Zes Dagen Schepping ‘symbolisch’ moest nemen…

….dat kun je zien als een erg beleefd eufemisme voor ‘met een zak zout’.

De Neanderthaler werd in 1856 gevonden dankzij de kalksteenwinning in dat dal. Meer vergelijkbare oermensen werden vervolgens opgegraven, zoals in Spy in België. Die vondsten- en vooral de interpretatie daarvan door deskundigen- ontwrichten toen samen met de uitleggers van Charles Darwin’s Origin of Species (1856) ook nog eens het beeld dat Westerlingen van zichzelf hadden.

Het Nieuwe Mensbeeld dat paleo-antropologen (fossiel menskundigen) zouden vormen na de vondst van de Neanderthaler, was juist: er zouden vele lager ontwikkelde ‘hominiden’ zijn geweest. Nadat uit een aap een bruut vormde als deze Neanderthaler, zou langzaam maar zeker Homo sapiens ontwikkeld zijn met zijn grote hersenpan.

…als bij de Duitsers in het Neanderthal….gesneuvelden uit Derde Slag bij Ieper (rechtsonder)

De gehele natuur is bovennatuurlijk
Maar klopt dat populaire evolutiebeeld – Genesis van grotbewoners- dan nu nog wel?

Al ‘Lof zij de Heer’ fluitend, Neander’s populaire gezang, dalen we af door het bos naar het Neanderthalmuseum. Daar wacht een ontmoeting met directeur Christian Weniger. De archeoloog laat in een lezing weinig heel van ons ‘wetenschappelijke’ beeld van de oermens. ‘150 jaar Neanderthal-onderzoek, een hopeloze situatie’ heet zijn verhaal.

Op grond van nieuw bewijs uit fossiel DNA, klimatologie en archeologisch materiaal kan het beeld van de domme bruut met laag voorhoofd bij het grof vuil. ‘Een cultureel vooroordeel, dat niet op bewijs is gebaseerd’ stelt de prof.

De Neanderthaler was nooit een dommere voorloper van de moderne mens, maar de zelfde soort als ons in een ander jasje. Weniger neemt bij zijn expositie alvast een voorschot op dit nieuwe oermensbeeld. Een vriendelijk ogende Neanderhippie in dierenvel begroet ons bij entree, leunend op zijn staf. Hij had zo bosbouw in Wageningen kunnen studeren, als hij de kans kreeg.

De Nieuwe Mens

Tot zover ook de houdbaarheid van ‘wetenschappelijke’ Genesis-verhalen, die glans verliezen als nieuw bewijs een andere richting uitwijst. Terwijl het Loflied op de Schepper van Neander tijdloos blijft: het blijft een wonder dat je leven mag, en daarover mag je je verheugen. In plaats van met gebalde vuist (logo PvdA) naar de hemel in het leven te staan.

Immers: Wie heeft de arrogantie te claimen, dat hij weet wat ‘bovennatuurlijk’ is? En dat je ‘bovennatuurlijk’ vervolgens gelijk met ‘onzin’ kan stellen? Immers, dan stel je ook dat je dus meent de gehele natuur te begrijpen vanaf het eerste begin. (….) Want hoe kun je anders de grens natuurlijk/bovennatuurlijk bepalen?

Kun je dus de gehele natuur niet als bovennatuurlijk fenomeen beschouwen?

En is ‘daar in verwondering de lof van zingen’ in gemeenschap met gelijkgestemden, niet minstens zo treffend, als de zoveelste theorie die ter academie op subsidie kan rekenen? Wetenschap schrijdt immers ook voort bij iedere begrafenis. Dat betekent zoiets als: Zodra de dominante aanhanger van een theoretisch dogma is overleden, dan is er eindelijk ruimte voor nieuwe inzichten.

Lied 434: Lobe den Herren, den machtigen Konig der Erhen

Lof zij de Heer, de Almachtige Koning
Ondertussen blijft Neander’s  ‘Lof zij de Heer’ 350 jaar later rondzingen. Neander heeft zelfs een eigen fansite. Duitse Neander-fans maakten een ‘remix’ van zijn liederen in Loungeversie.

Joachim’s Lof Zij De Heer drijft me zo op een toevallige zondag in 2010, voor het eerst in een kwart eeuw weer de gereformeerde kerk in Franeker in. Daar waar we ooit als protestants opgevoede knaapjes- met haar strak in scheiding gekamd- zijn liederen zongen. En met groeiende tegenzin preken over vlammende zwaarden en ijzeren sssstrijdwagens met lispelende ‘sss’ van ds Karssssenberg aanhoorden.

Op mijn achtste jaar liep ik naar Pa en Ma: ‘God bestaat niet heh’. Zo’n volwassen inzicht hoeft atheïsme dus niet te zijn. De verheidensing van Nederland via massa-onderwijs en massamedia-indoctrinatie heeft de gemeenschap gedecimeerd zo blijkt in krap 1 generatie, mea culpa. Toen had je twee volle ochtenddiensten, nu zijn 3 kerken gefuseerd, ze krijgen ’t amper vol in 1 dienst.

..onder de rook van Keulen ligt het Neandertal

De pijnlijke houten banken, mijn oude doopvont waar je ouders je vol overtuiging lieten besprenkelen met druppeltjes water als Kind van God, als teken van ‘Welkom Nieuw Mensje’. En het melancholische akkoorden dreunende orgel. Een digitale lamme die een digitale blinde leidt, bij het vinden van de juiste knop om de beamer aan de praat te krijgen. Samen ‘naar hartelust zingen en blij musiceren’ als in Neander’s loflied. Dat je met wildvreemden bij elkaar spontaan een lied kan aanheffen, als uiting van gemeenschapszin.

En een collecte voor de arme kindjes in Bangladesh. Van kindernevendienst terugkerende smurfjes, die trots hun eigen Jezuskleurplaat tonen aan moeder. Zoals wij vroeger ook Petrus en Simon met viltstift een gezicht gaven.

Helaas, geen gezang 434. Maar wel een brok in de keel van ontroering. Menselijkheid is tijdloos.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *