Op de zondag geen profane boodschappen uit De Abdij, uw Studiecentrum voor Natuurlijke Historie. We lezen uit de Heilige Schrift en vervolgen de Psalmenreeks met 51: een boetelied, dat in het Latijn bekend is als Miserere mei, Deus. Dat werd een eeuwige kraker voor A Capella koren, dankzij de componist en tenorzanger van het Vaticaan Gregorio Allegri (1582-1652).
In de Bijbel is deze Psalm het boetelied van David. Die koning van de Joden had zich aan Bathseba vergrepen waarover Leonard Cohen nog zong ‘You saw her bathing on the roof, her beauty in the moonlight overthrew ya’. Dus laat David- door een golf van dierlijke geilheid geobsedeerd – eerst haar man op het slagveld omkomen.
Maar met een mooie Boete-Psalm kon hij het bij God weer goedmaken. Alleen een oprecht gebroken hart, woning van De Ziel, daar komt God binnen. Want God heeft ‘lust tot waarheid in het binnenste’. Alleen aan huichelaars heeft JHWH een broertje dood, dan krijg je Hem echt kwaad. Maar zoals David in de Bijbel laat zien kun je verder welhaast alles uitspoken.
De Verloren Zoon is terug
Men zegt wel dat je meer spijt krijgt van de zonden die je niet hebt begaan, dan de overtredingen die je wel beging. Is het niet veel erger, wanneer je het leven niet ten volle geleefd hebt? Bijvoorbeeld omdat je ‘veiligheid’ verkoos boven exploratie en experiment, grenzen verkennen. Alsof je al stierf voor je dood.
Kent de Bijbel niet het verhaal van de Verloren Zoon, die na een leven vol uitspattingen inziet ‘dit kan zo niet langer’, waarna hij boetvaardig naar zijn vader terugkeert. En die haalt hem met vreugde in huis binnen.
Zo vertelt Jezus Christus immers ook de parabel van de talenten. Dat iemand die voor veiligheid gaat zijn talenten onder de grond stopt. Om dan bij terugkeer tot zijn Heer te kunnen vertellen: zie ik heb ze veilig bewaard. En de Heer is dan behoorlijk pissig, want waarom heb je ze niet geïnvesteerd?
Als een echte Jood, liefst met rente/woeker…
Beschavingen zijn gebouwd rond mannen die risico’s namen, die overtredingen begingen binnen de heersende orde. Er is natuurlijk een verschil tussen wereldlijke wetten en de Wet van het Hart, van God. De Klimaatwet, daaraan heb je natuurlijk schijt. Die regulering van de goddelozen stoppen ze maar in hun leugenachtige achterste.
Als je maar een kern van menselijkheid en rechtvaardigheid respecteert. Want zoals de Psalm 51 van vandaag stelt ‘Gij hebt lust tot waarheid in het binnenste’.
God heeft een broertje dood aan de onoprechten, de zondaars echter kan hij bij een oprecht hart wel vergeven. Dus je kunt beter in overtuiging zondigen, dan halfslachtig gelovig doen met zo’n ongeloofwaardige EO-grijns op je gezicht. En stiekem denken ‘had ik maar dat triootje met twee hoeren…’
…terwijl naast je dat slagschip ligt met uitgedijde dijen, dat dagelijks een Hoogmis van Zeur opdraagt tot eer en glorie van haar Onvervulde Verlangens. En de Hoop dat hij naast mij ‘zal veranderen tot mijn ideaal’.
Bathseba: ‘you saw her bathing on the roof’…
De figuur van David als ‘man naar God’s hart’ laat toch al voldoende zien: God heeft ’t niet op de valsige braveriken. David als Koning der Joden, dat is een testosteronmannetje die van een robbertje vechten houdt (‘hij sloeg ze bij tienduizenden’), en die oog voor de vrouwtjes heeft.
Dan heb je zoals David al honderden, zo niet duizend groupies aan je hof. Van Maandag tot Vrijdag, zaterdag en zondag doe je er meerdere tegelijk. En juist dan moet je je net willen vergrijpen aan die ene reeds getrouwde Bathseba.
Zoals Leonard Cohen al zong in ‘Hallelujah’, gecoverd door Jeff Buckley:
‘You saw her bathing on the roof, her beauty in the moonlight overthrew ya’…
Ja, wat is je culturele en spirituele referentiekader armzalig, wanneer je de Bijbel niet kent, of zelfs weigert van de Bijbel kennis te nemen. Het verhaal dat voorafgaat aan Psalm 51 gaat aldus:
David zag Batsheba baden op het dak van haar woning vanaf zijn paleis. En een golf van dierlijke geilheid kwam over David, zodat niets dan Bathseba zijn gedachten nog beheerste. En dan stuur je eerst haar man naar de frontlinie in het slagveld. Die zet je in een kansloze positie neer. Nadat hij gesneuveld is, en zijn vrouw is door de rouw, dan ga je met haar alle mogelijke standjes doorwerken.
De profeet Nathan komt dan echter bij David aan het hof. Die vertelt dan een parabel: over een rijk man, die ook nog eens van de arme zijn laatste geitenbokje stal.
Waarop David dan woedend reageert ‘deze man is een kind des doods’… Want onrecht kan hij niet tegen. Maar Nathan zegt dan ‘die man, dat bent U’…. Waarop David in diepe rouw afzinkt.Tja, lullig, als blijkt dat de overtredingen die je bij anderen wel ziet, ook door jezelf bedreven (kunnen) worden. Tot dat diepste kwaad ben je ook zelf in staat, als de gelegenheid zich voordoet.
‘De gelegenheid maakt de dief’ stelt men immers wel. Hoeveel mensen zijn immers enkel braaf, uit angst om betrapt te worden? De meest brave mensen, dat zijn de reeds overledenen. Zij kunnen geen enkel kwaad meer doen.
David kon vervolgens toe met een periode van diepe rouw over zichzelf, en daaruit werd dit boetelied Miserere Mei, Deus geboren. Dan vindt JHWH het goed, mits het oprecht gebeurt.
Bathseba-Commissie met Comite van Aanbevelingen
In de moderne technocratische tijd, zou er dan vervolgens de Bathseba-commissie in het leven worden geroepen met ‘taskforce’. Ja waarom ook niet meteen een klankbordgroep voor potentiele slachtoffers en ‘diepgravend onderzoek’. De conclusies van dat onderzoek zouden dan door een ‘speciale commissie van deskundigen’ gepresenteerd worden.
Dat leidt dan tot een serie technische aanbevelingen, die op hun beurt weer tot een reeks vervelende en zinloze regelgeving leidt, verzonnen door ‘op safe spelende’ ambtenarij.
Dat er op daken van alle huizen in het land, ook die waar nog nooit iemand de intentie had een bad te nemen, speciale baddervoorzieningen geïnstalleerd dienen te worden, genderneutraal, voorzien van een scherm van precies 1,35 meter hoogte, overtreding (1,34 cm) boete 10 duizend euro.
Gecertificeerd door een welstandscommissie met ‘speciale bevoegdheden’, die tevens toetst of zo ook de SDG-doelen van 2030 Agenda gediend zijn.
Een gedespiritualiseerde maatschappij en totalitaire bureaucratie als de Eurosovjetunie, die accepteert enkel technische en politieke ‘oplossingen’ die miljardenoffers in lastenverzwaringenvragen. Dit als bezwering van de optelsom van zonde, risico en overtreding die samen ‘Het Leven’ heet.
Vrijwel alles dat de goddelozen maken ziet er dan ook even afstotelijk, recht, vlak, onecht, onoprecht en oneerlijk, demotiverend en onmenselijk uit. De Hel, dat is een Ambtenaar. De Veilige Wereld, dat is het dodenrijk.
We leven daarom nu in een Cultus van De Dood, alles dat uit de massamedia ademt stinkt naar het angstzweet voor haar…
Boetelied, in rouw over gestorven zelfbeeld
In een spirituele maatschappij zou je met veel minder ambtenaren en politici toe kunnen. Dan zou je dus ook een boetelied kunnen componeren, in rouw gaan over een gestorven zelfbeeld, van ‘ik meende rechtvaardig te zijn, maar ben net zo erg…’ dat sterft.
Dat boetelied ga je dan zingen en dan vindt God het ook goed. Als het maar oprecht is, niet valselijk. Het voordeel van zo’n boetelied als Psalm 51 is dat dit 2500 jaar later nog steeds relevant klinkt.
Zeker omdat Allegri daar zo 4-500 jaar terug nog zo’n prachtige melodie over maakte met een Gregoriaanse inslag. Hier dus nog de Psalm 51 ‘voor den opperzangmeester, toen de profeet Nathan tot hem was gekomen, nadat hij tot Bathseba was ingegaan.’
Miserere mei, Deus: secundum magnam misericordiam ruam.
Dat is:
Wees mij genadig, o God! naar uwe goedertierenheid: delg mijne overtredingen uit, naar de grootheid uwer barmhartigheden.
Wasch mij wel van mijne ongerechtigheid, en reinig mij van mijne zonde. Want ik ken mijne overtreedingen en mijne zonde is steeds voor mij.
Tegen U, U alleen heb ik gezondigd en gedaan dat kwaad is in uwe oogen; opdat Gij rechtvaardig zijt in uw spreken en rein zijt in uw richten.
Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren en in zonde heeft mijne moeder mij ontvangen.
Zie, Gij hebt lust tot waarheid in het binnenste, en in het verborgene maakt Gij mij wijsheid bekend.Ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn; wasch mij, en ik zal witter zijn dan sneeuw.
Doe mij vreugde en blijdschap hooren; dat de beenderen zich verheugen die gij verbrijzeld hebt.
Verberg uw aangezicht van mijne zonden en delg uit alle mijne ongerechtigheden.
Schep mij een rein hart o God! en vernieuw in het binnenste van mij eenen vasten geest. Verwerp mij niet van uw aangezicht en neem uwen heiligen Geest net van mij.
Geef mij weder de vreugde uws heils en de vrijmoedige geest ondersteune mij. Zoo zal ik de overtreders uwe wegen leeren, en de zondaars zullen zich tot U bekeren.
Verlos mij van bloedschulden, o God! Gij God mijns heils; zoo zal mijne tong uwe gerechtigheid vroolijk roemen. Heere open mijne lippen, zoo zal mijn mond uwen lof verkondigen.
Want Gij hebt geen lust tot offerrande, anders zou ik ze geven; in brandofferen hebt Gij geen behagen.
De offerranden God’s zijn een gebroken geest; een gebroken en verslagen hart zult Gij, o God! niet verachten.
De Vrijmoedige Geest
Met name de zin ‘en de vrijmoedige geest ondersteune mij’ werkt aansprekend. Dat je na boetelied weer vrijuit durft te spreken, wat niet lukt of kan wanneer je van binnen nog weet dat er iets niet deugt, onoprecht is. God kan de woning van de ziel binnenkomen, het Hart, als het gebroken is. Niet wanneer het Hart is verhard.
De moderne maatschappij is juist gebouwd rond harteloosheid, hoogmoed van ‘Miserere TU Deus: ‘Wij weten het beter dan U, o God’. Vanuit het waanidee dat de mens zelf Utopia zal maken op de planeet, de Veilige Wereld via De Vooruitgang. Het tegendeel van ‘een gebroken en verslagen hart zult gij niet verachten’.
Een groots tijdloos kunstwerk als Miserere mei Deus zou in onze tijd dan ook nooit gemaakt kunnen worden, hooguit een almaar uitdijende bureaucratie als Brussels altaar voor De Leviathan, de Superstaat van Thomas Hobbes.
Dus blijft het bij wat gerobotiseerde millennialmuziek uit de computer in de Jumbo. Een kwelend pornopopje tot bederf van de jeugd, met ingeblikte computerstem ter ontmenselijking van de mens. Op een Rai-beat. Omdat wetenschappelijk getest is dat x-aantal mensen zo’n liedje ‘download’ via Spotify wanneer bepaalde liedjekenmerken binnen 10 seconden te horen zijn.
Zoals de ‘millennial whooop’: zo’n uitroep van ‘whooo -oh- eh-eh -oh -eh -eh -ooooh’.. Als die terugkomt binnen 10 seconden, heeft het liedje succes!Technocratische terreur, je ziet het terug in de wijze waarop men in de moderne maatschappij met zonde omgaat. En hoe de moderne maatschappij haar muziek maakt. Hoe de moderne maatschappij ‘veiligheid’ wil, door een muilkorf te verplichten.
Hoe zing je Miserere Mei, Deus met een mondkapje op?
De lelijkheid en onoprechtheid der technocratische moderniteit, het is haast ondraaglijk, en zeker verachtelijk. Maar wanneer je Psalm 51 zo mooi A Capella voorgezongen hoort. Laten we die diepe boetedoening maar uit plaatsvervangende schaamte voor de rest van de mensheid zingen, en voor alle momenten dat je zelf tekort schoot.
Wie weet is er dan toch reiniging, vergeving mogelijk. Zelfs wanneer je bedenkt, dat Miserere mei in het Vaticaan door een koor van homo’s, pedo’s en castraten werd gezongen (Eunuchen), jongetjes die een hoog stemmetje moesten blijven houden om als een vrouwtje te blijven zingen. Wat die priesters daar mee uitspookten, brrrr…
Dan is het toch zo gek niet wat David deed, met Bathseba uit de band springen. En dan kun je als Verloren Zoon altijd later nog zien of je daar oprecht spijt van zou hebben, en Echte Matties weer worden met God… Heb een goede zondag.
Hallo Rypke,
David nam een ooilam weg i.p.v. een geitenbokje. 2 Sam 12: 1-4.
Hij was wel diep gevallen maar had nog wel onderscheid tussen man en vrouw, hij was nog niet van de foute kant.
Groet en een goede zondag toegewenst.
Jan.
Allegorie uit “The Lost Light”, Alvin Boyd Kuhn
https://archive.org/details/in.ernet.dli.2015.188995/page/n291/mode/1up
One of the phallic renderings of the rainbow symbolism is curiously interesting. It is made to allegorize the prohibition of the male from union with the female during menstruation. Erymanthus, the son of Apollo, was said to have been struck blind because he looked on Venus when she was bathing. Acteon, seeing Diana at her bath, was turned into a stag. David was punished for his relations with Bathsheba, whom he saw bathing. What is the significance of the punishment of all these solar heroes for contacting the ‘woman during her period? It is but one of the forms of cryptic typology under which ancient sagacity limned in outline the “fall” of the god when he linked, his life with the feminine or material powers in a cycle of manifestation. He is dramatized as contaminating himself by his union with the wasting expenditure of natural force. He looks upon mother nature when she is shedding her life-blood fruitlessly. The glance of his eye, the sun, through her shower fixes the sevenfold division of physical nature in the sky. But the rainbow comes at the end of the rainstorm, and union of spirit with matter at the end of its outpouring is the time propitious for fecundation and the new birth. At any rate the punishment allotted to deity for intercourse with the flowing stream of the natural physical order, typed as feminine, is his being reduced to imprisonment in the animal body of man! Like the rainbow, this is sevenfold in organization. The sun, peeking out and beholding nature dripping, projects the sign of his intercourse with matter upon the opposite side of heaven in his septenary dismemberment. The sevenfold fission of his primal unity shows the disruption of his integrity in the sight of all the earth!